250 g bucatini (of macaroni)- 1 groen of wit bloemkooltje- 2 teentjes knoflook 4 eetlepels olijfolie, extra vierge- 40 g gemalen kaas (pecorino, padano of parmezaan)- 1 takje basilicum-1 takje platte peterselie cayennepeper en zout
Verdeel de bloemkool in heel kleine roosjes en blancheer ze 2 minuten in gezouten water.
Kook de pasta beetgaar in gezouten water.
Pel en plet de knoflook, hak het basilicum en de peterselie fijn en vermeng met de olijfolie, een snufje cayennepeper en zout.
Giet de pasta en de bloemkool af en doe ze samen in een grote kom. Schep goed om, schenk er de kruidenolie bij, bestrooi met de gemalen kaas en dien op.
Eventueel kunt u nog wat bijkruiden met een pittige pepertjesolie: maak Spaanse pepertjes in de keukenrobot, overgiet ze met olijf laat een paar dagen staan.
Stoof met de ui geweekt eekhoorntjesbrood, selder en een wortel mee. Vervang de wijn of een gedeelte van de bouillon door het gezeefde weekvocht van de paddestoelen.
Rol 8 wijtingfilets (minder duur dan tongfilets en ook erg lekker) stevig op. Steek ze vast met een houten prikker. Zet ze, in een stoom mandje, op een bedje van 300 g preislierten. Stoom vis en groenten 10 minuten. Serveer met een sausje van 2 eetlepels slagroom, lobbig geklopt en vermengd met 3 eetlepels tarama (dit is een Griekse saus, kant-en-klaar te koop), een koffielepel geraspte (eventueel geblancheerde) citroenschil, 1 eetlepel gehakte verse dille en flink wat peper uit de molen. Gestoomde (peterselie)aardappelen maken dit gerecht helemaal áf.
Zo serveer ik dit zonnige gerecht. Ik geef er zelf rijst bij, maar nieuwe aardappels doen het ook goed.
Snij 3 gele paprikas in reepjes, kruid met 30 g korianderzaadjes en roerbak ze een paar minuten in 3 eetlepels olijfolie. Zet van het vuur en vermeng met 1 komkommer in blokjes, peper en zout. Laat 300 g zongedroogde tomaatjes in olie uitlekken (bewaar de olie) en draai ze door een roerzeef. Leng de puree weer aan met de tomatenolie. Kruid met peper en zout. Bak 12 zeebarbeelfilets 1 minuut aan elke kant in een likje olijfolie. Kruid ze met peper en zout.
Schik de warme vis op de lauwe groenten en lepel er wat tomatencoulis (op kamertemperatuur) bij.
Kruid 4 kipfilets met zout. Stoom ze 15 minuten. Keer ze om en leg er een bosje jonge worteltjes en 4 in de lengte gehalveerde stronkjes witloof bij. Stoom nog 15 minuten. Klop 1 eetlepel sherryazijn en 1 eetlepel balsamicoazijn op met 3 eetlepels olijfolie extra vierge. Doe er 2 eetlepels kappertjes bij, kruid met een mespunt gedroogde tijm, peper en zout. Nappeer de warme kip met de koude saus en dien op. Lekker erbij: rijst of gekookte aardappelen.
Voor de marinade: 2 flessen (75 cl) oude kriek '3 Fonteinen'- 200 g witte suiker- 3 uien, fijngesneden
Halveer de parelhoenen (of laat dit doen), bestrooi met peper en zout en bak in de oven op 220°C. Uit de oven halen en marineren in het kriekbier. Kook voor de saus de gezeefde marinade op met room en bind met maïzena. Schaarbeekse (of andere) kriekjes opwarmen en het vocht binden met maïzena. Halveer de parelhoenen en serveer samen met de saus en de kriekjes.
1 plukje saffraandraadjes- 3 eetlepels sinaasappelsap- 2 eetlepels rozenwater- 3 eiwitten- zout- 2 eetlepels citroensap- 120 g fijne suiker- 400 g amandelpoeder- 100 g abrikozenconfituur- 250 g witte marsepein- 150 g bloemsuiker + bloemsuiker om uit te rollen
Breng 1 eetlepel sinaasappelsap en het rozenwater aan de kook met de saffraan en roer tot die opgelost is. Klop in een warmwaterbad de eiwitten met een snuifje zout, 1 theelepel citroensap en de fijne suiker tot stevige sneeuw. Neem uit het warmwaterbad en blijf kloppen tot de eiwitsneeuw volledig koud is. Schep er de saffraanvloeistof en de amandelen bij. Zet deze meringue, afgedekt, 2 uur in de koelkast. Bestrooi een groot vel bakpapier rijkelijk met bloemsuiker. Schep er de meringue op. Dek af met een tweede vel bakpapier. Rol uit met de deegrol tot een plak van ongeveer 5 mm dik. Steek met vormpjes hartjes uit. Leg ze op bakpapier op de bakplaat. Zet de koekjes 12 tot 15 minuten midden in de oven op 150°C. Neem ze, met het bakpapier, van het bakblik. Laat ze afkoelen op het papier.
Verwarm de confituur met de rest van het sinaasappelsap. Laat 1/2 minuut koken. Zeef en laat afkoelen.
Rol de marsepein dun uit tussen twee vellen bakpapier, bestrooid met bloemsuiker. Steek er hartjes uit van dezelfde grootte als de koekjes. Bestrijk de koekjes met een dun laagje confituur en leg er een marsepeinhartje op. Druk lichtjes aan.
Schep de rest van de confituur in een spuitzak met mini-tuit. Vermeng de bloemsuiker met de rest van het citroensap. Bestrijk de hartjes met het glazuur, spuit er meteen wat jam-lijntjes op als versiering. Laat goed opdrogen
Snij een gespoelde courgette in flinterdunne plakjes en maak een vinaigrette met 8 eetlepels olijfolie, het sap van 2 citroenen, 1 geperst knoflookteentje, een koffielepel gehakte korianderblaadjes, peper en zout. Schenk ze bij de salade. Werk af met een plukje verse munt.
125 g zachte boter- 60 g fijne suiker- 1 vanillestokje-1 ei- 250 g bloem- 75 g amandelschilfers- 90 g cornflakes- 230 g couverturechocolade (melk)- zout- papieren bakvormpjes
Schraap het merg uit het vanillestokje. Vermeng het met de zachte boter, de suiker en een snuifje zout. Doe er het ei bij. Roer glad. Kneed met de gezeefde bloem tot een stevig deeg. Rol het deeg in plasticfolie en zet het 1 uur in de koelkast.
Verdeel het in porties en rol het dun uit. Steek er plakjes van 7 cm diameter uit. Leg ze tussen twee papieren bakvormpjes. Strooi wat bakbonen in het bovenste vormpje. Bak de taartjes 15 minuten midden in de oven op 180°C. Neem de bakbonen weg en laat de kuipjes nog 5 minuten bijkleuren. Rooster de amandelschilfers in een pan met antiaanbaklaag, zonder vetstof. Verkruimel de cornflakes. Laat de chocola smelten in een warmwaterbad. Meng er de amandelen en de cornflakes door en verdeel het over de afgekoelde taartjes. Laat de vulling goed opstijven.
200 g zachte boter- 100 g poedersuiker- geraspte schil van 1/2 onbehandelde sinaasappel- 1 vanillestokje- 250 g bloem- 1 eetlepel cacaopoeder- 100 g hazelnootpasta- bloem om uit te rollen
Doe de boter met de suiker, de sinaasappelschil en het merg uit het vanillestokje in een kom. Bewerk met de mixer-kneedhaken tot een gladde massa. Strooi er de bloem bij. Kneed tot een glad deeg. Verdeel het in twee even grote porties. Voeg bij een helft het cacaopoeder. Bestuif de handen met bloem en maak deeg balletjes zo groot als een kerstomaat. Leg ze op voldoende afstand van elkaar op bakpapier op de bakplaat. Bak de koekjes 12 minuten midden in de op 180°C voorverwarmde oven. Laat ze afkoelen. Laat de chocoladepasta indien nodig op kamertemperatuur komen of verwarm hem in een warmwaterbad tot hij goed smeerbaar is.
Bestrijk er de witte koekjes mee, zet er de chocoladekoekjes bovenop en druk lichtjes aan. Laat weer opstijven.
50 g bloem- 1/2 zakje bakpoeder- 80 g geraspte kokosnoot- 40 g geplette havervlokken- 150 g fijne suiker- 1 zakje vanillesuiker- 70 g zachte boter- 2 eetlepels sinaasappelsap- geraspte schil van 1 onbehandelde sinaasappel- 1/2theelepel kaneel- 1ei- bloem voor de handen
Vermeng in een kom de bloem en het bakpoeder. Doe er alle andere ingrediënten bij. Bewerk met de mixer-klopper tot een glad deeg. Laat het, afgedekt, 1/2 uur rusten op kamertemperatuur.
Bestuif de handen met bloem en maak nootgrote balletjes. Leg ze op bakpapier op de bakplaat. Laat voldoende ruimte tussenin, het deeg loopt bij het verwarmen tamelijk breed uit.
Bak de cookies 12 tot 15 minuten midden in de op 190°C voorverwarmde oven. Neem het bakpapier van het bakblik, laat de koekjes afkoelen op het papier.
500 gr seizoenvruchten (appelen, peren, druiven,...)- 50 cl rode wijn- 1 steranijs- 2 kruidnagels- 1 kardemompeul- 1 zakje vanillesuiker- het wit van 3 eieren- 3 eetl. Poedersuiker- 1 eetl. amandelpoeder
Schil de vruchten en snijd de grootste in stukken. Kook ze ongeveer 20 minuten op een zacht vuurtje in de wijn, met de specerijen en de vanillesuiker. Laat daarna in een vergiet uitlekken.
Verwarm de grill van de oven. Klop het wit van de eieren met de poedersuiker stijf.
Leg het fruit in een gratineerschotel, bestrooi met het amandel poeder en bedek met het eiwitschuim. Zet de schotel enkele minuten onder de grill met de ovendeur open, zodat u een oogje in het zeil kunt houden. Serveer onmiddellijk.
50 g pecannoten (of walnoten)- 110 g zachte boter- 100 g fijne suiker- 1 eetlepel honing- 1/2 theelepel kaneel poeder- geraspte schil van 1 onbehandelde sinaasappel- 1 dooier- 140 g bloem- zout- suikerhartjes en bloemsuiker om af te werken
Maal de noten heel fijn. Roer de boter romig met 50 g suiker, de honing, de kaneel en een snuifje zout. Doe er het sinaasappelschilletje bij. Roer glad met de mixer-kneedhaken. Doe er de eierdooier bij. Bewerk nog even heel kort. Voeg er de bloem en de noten aan toe. Kneed 1 minuut goed door.
Rol het deeg in plasticfolie en zet het twee uur in de koelkast.
Verdeel het in porties en vorm hoefijzertjes (of smalle maantjes), dat lukt makkelijk als u de handen met bloem bestuift. Leg ze op bakpapier op een bakplaat. Bak de koekjes 12 tot 14 minuten midden in de oven op 180°C.
Laat ze wat afkoelen. Bestuif ze rijkelijk met gezeefde bloemsuiker en leg er een suikeren hartje op.
50 g pecannoten (of walnoten)- 110 g zachte boter- 100 g fijne suiker- 1 eetlepel honing- 1/2 theelepel kaneel poeder- geraspte schil van 1 onbehandelde sinaasappel- 1 dooier- 140 g bloem- zout- suikerhartjes en bloemsuiker om af te werken
Maal de noten heel fijn. Roer de boter romig met 50 g suiker, de honing, de kaneel en een snuifje zout. Doe er het sinaasappelschilletje bij. Roer glad met de mixer-kneedhaken. Doe er de eierdooier bij. Bewerk nog even heel kort. Voeg er de bloem en de noten aan toe. Kneed 1 minuut goed door.
Rol het deeg in plasticfolie en zet het twee uur in de koelkast.
Verdeel het in porties en vorm hoefijzertjes (of smalle maantjes), dat lukt makkelijk als u de handen met bloem bestuift. Leg ze op bakpapier op een bakplaat. Bak de koekjes 12 tot 14 minuten midden in de oven op 180°C.
Laat ze wat afkoelen. Bestuif ze rijkelijk met gezeefde bloemsuiker en leg er een suikeren hartje op.
100 g gedroogde cranberrys- 3 eiwitten- 120 g fijne suiker- 1 theelepel citroensap- 80 g amandelpoeder- 40 g ouwel (plakjes van 50 mm diameter)- 100 g bessengelei- zout
Hak de cranberry's fijn. Doe de eiwitten met een snuifje zout en het citroensap in een pannetje. Zet in een warmwaterbad en klop stevig op tot een dikke, vaste eiwitsneeuw. Blijf kloppen tot de massa afgekoeld is. Schep er de cranberry's en het amandelpoeder bij. Schep het mengsel in een spuitzak met grote, gladde tuit. Leg de plakjes ouwel op een bakplaat. Spuit er de meringue op. Bak 15 minuten onderaan in de oven op 150°C. Laat goed afkoelen.
Verwarm de gelei tot hij weer licht vloeibaar is. Schep hem in een spuitzak en spuit toefjes gelei op de afgekoelde taartjes. Laat volledig opstijven.
Beboter 6 kleine cakevormpjes. Klop 2 grote eieren los en voeg er in deze volgorde:
80 g fijne suiker, 100 g gezeefde patisserie bloem met 1 koffielepel gistpoeder, 1,5 dl olijfolie, 50 g instant polentameel, het sap van 1/2 sinaasappel en de geraspte schil en het sap van 1 onbehandelde citroen aan toe. Roer constant. Stop met roeren als het beslag mooi glad is en schep het in de vormpjes.
200 g vermicelli of kleine pasta- 1 kleine witte bloemkool- 1 kleine groene bloemkool- 50 g spekblokjes- 2 teentjes knoflook- 1 eetlepel geconcentreerde tomatenpuree- 1,5 l groentebouillon (blokje)- olijfolie- gladde peterselie- peper en zout
Verdeel de bloemkool en de broccoli in roosjes. Pel de knoflookteentjes en bak ze mooi goudbruin in 2 eetlepels olijfolie. Schep ze uit de olie.
Laat de spekblokjes uitbakken, zet ze even aan de kant en giet overtollig braadvet weg.
Doe de bloemkooltjes en de tomatenpuree in de pan, schenk er de bouillon bij en laat 10 minuten zacht koken. Kook intussen de vermicelli (pasta) beetgaar in gezouten water. Giet de pasta af.
Doe de pasta en het spek bij de soep. Roer goed om en kruid naar smaak bij met peper en zout laat nog enkele minuten goed doorwarmen en werk af met gehakte peterselie. Lekker met geroosterd stokbrood en pesto.
190 g patisseriebloem- 60 g maïszetmeel- ½ pakje bakpoeder- 100 g fijne suiker- 1 pakje vanillesuiker- 4 druppels amandelessence- 1 ei- 100 g gehakte amandelen- 150 g zachte boter- gekleurde suiker of witte parelsuiker- bloem voor het werkvlak
Vermeng in een kom de bloem, het maïszetmeel en het bakpoeder. Voeg er de suiker, de vanillesuiker en de amandelessence aan toe. Doe er het ei, de amandelen en de boter, in stukjes, bij. Bewerk met de mixer met kneedhaken tot een homogeen deeg. Verpak het in plasticfolie en zet het 2 uur in de koelkast.
Snij uit karton een schijfje van 7 cm diameter en snij uit dat schijfje een hartje.
Verdeel het deeg in porties. Rol het dun uit op een met bloem bestoven werkvlak. Steek er plakjes van ong. 7 cm diameter uit. Leg het sjabloontje op de koekjes, strooi in het uitgesneden hartje wat gekleurde suiker.
Leg de koekjes op bakpapier op de bakplaat. Bak ze 12 tot 15 min. midden in de oven op 180°C. Laat ze afkoelen op een rooster.
20 g gekonfijte engelwortel- 50 g gedroogde appelringen- 3 eetlepels citroensap- 6 eetlepels sinaasappelsap- 140 g zachte boter- 70 g fijne suiker- geraspte schil van 1 onbehandelde citroen- 1 eierdooier- 160 g bloem- 50 g amandel poeder- 200 g couverture (fondant)
Snij de engelwortel en de appelringen in stukjes. Breng het citroensap en het sinaasappelsap aan de kook. Doe er de engelwortel en de appelstukjes bij. Zet even aan de kant. Roer de boter romig met de suiker en een snuifje zout. Doe er het citroenschilletje en de eierdooier bij. Roer glad. Vermeng met de bloem, het amandelpoeder en de geweekte vruchtjes.
Schep het deeg in een spuitzak. Spuit op bakpapier reepjes deeg op voldoende afstand van elkaar. Bak de koekjes 12 tot 15 minuten midden in de oven op 160°C. Laat ze afkoelen opeen rooster.
Laat de couverturechocolade smelten in een warmwaterbad. Dompel de uiteinden van de koekjes in de gesmolten chocolade. Laat afkoelen en opstijven.