50 g bloem- 1/2 zakje bakpoeder- 80 g geraspte kokosnoot- 40 g geplette havervlokken- 150 g fijne suiker- 1 zakje vanillesuiker- 70 g zachte boter- 2 eetlepels sinaasappelsap- geraspte schil van 1 onbehandelde sinaasappel- 1/2theelepel kaneel- 1ei- bloem voor de handen
Vermeng in een kom de bloem en het bakpoeder. Doe er alle andere ingrediënten bij. Bewerk met de mixer-klopper tot een glad deeg. Laat het, afgedekt, 1/2 uur rusten op kamertemperatuur.
Bestuif de handen met bloem en maak nootgrote balletjes. Leg ze op bakpapier op de bakplaat. Laat voldoende ruimte tussenin, het deeg loopt bij het verwarmen tamelijk breed uit.
Bak de cookies 12 tot 15 minuten midden in de op 190°C voorverwarmde oven. Neem het bakpapier van het bakblik, laat de koekjes afkoelen op het papier.
500 gr seizoenvruchten (appelen, peren, druiven,...)- 50 cl rode wijn- 1 steranijs- 2 kruidnagels- 1 kardemompeul- 1 zakje vanillesuiker- het wit van 3 eieren- 3 eetl. Poedersuiker- 1 eetl. amandelpoeder
Schil de vruchten en snijd de grootste in stukken. Kook ze ongeveer 20 minuten op een zacht vuurtje in de wijn, met de specerijen en de vanillesuiker. Laat daarna in een vergiet uitlekken.
Verwarm de grill van de oven. Klop het wit van de eieren met de poedersuiker stijf.
Leg het fruit in een gratineerschotel, bestrooi met het amandel poeder en bedek met het eiwitschuim. Zet de schotel enkele minuten onder de grill met de ovendeur open, zodat u een oogje in het zeil kunt houden. Serveer onmiddellijk.
50 g pecannoten (of walnoten)- 110 g zachte boter- 100 g fijne suiker- 1 eetlepel honing- 1/2 theelepel kaneel poeder- geraspte schil van 1 onbehandelde sinaasappel- 1 dooier- 140 g bloem- zout- suikerhartjes en bloemsuiker om af te werken
Maal de noten heel fijn. Roer de boter romig met 50 g suiker, de honing, de kaneel en een snuifje zout. Doe er het sinaasappelschilletje bij. Roer glad met de mixer-kneedhaken. Doe er de eierdooier bij. Bewerk nog even heel kort. Voeg er de bloem en de noten aan toe. Kneed 1 minuut goed door.
Rol het deeg in plasticfolie en zet het twee uur in de koelkast.
Verdeel het in porties en vorm hoefijzertjes (of smalle maantjes), dat lukt makkelijk als u de handen met bloem bestuift. Leg ze op bakpapier op een bakplaat. Bak de koekjes 12 tot 14 minuten midden in de oven op 180°C.
Laat ze wat afkoelen. Bestuif ze rijkelijk met gezeefde bloemsuiker en leg er een suikeren hartje op.
50 g pecannoten (of walnoten)- 110 g zachte boter- 100 g fijne suiker- 1 eetlepel honing- 1/2 theelepel kaneel poeder- geraspte schil van 1 onbehandelde sinaasappel- 1 dooier- 140 g bloem- zout- suikerhartjes en bloemsuiker om af te werken
Maal de noten heel fijn. Roer de boter romig met 50 g suiker, de honing, de kaneel en een snuifje zout. Doe er het sinaasappelschilletje bij. Roer glad met de mixer-kneedhaken. Doe er de eierdooier bij. Bewerk nog even heel kort. Voeg er de bloem en de noten aan toe. Kneed 1 minuut goed door.
Rol het deeg in plasticfolie en zet het twee uur in de koelkast.
Verdeel het in porties en vorm hoefijzertjes (of smalle maantjes), dat lukt makkelijk als u de handen met bloem bestuift. Leg ze op bakpapier op een bakplaat. Bak de koekjes 12 tot 14 minuten midden in de oven op 180°C.
Laat ze wat afkoelen. Bestuif ze rijkelijk met gezeefde bloemsuiker en leg er een suikeren hartje op.
100 g gedroogde cranberrys- 3 eiwitten- 120 g fijne suiker- 1 theelepel citroensap- 80 g amandelpoeder- 40 g ouwel (plakjes van 50 mm diameter)- 100 g bessengelei- zout
Hak de cranberry's fijn. Doe de eiwitten met een snuifje zout en het citroensap in een pannetje. Zet in een warmwaterbad en klop stevig op tot een dikke, vaste eiwitsneeuw. Blijf kloppen tot de massa afgekoeld is. Schep er de cranberry's en het amandelpoeder bij. Schep het mengsel in een spuitzak met grote, gladde tuit. Leg de plakjes ouwel op een bakplaat. Spuit er de meringue op. Bak 15 minuten onderaan in de oven op 150°C. Laat goed afkoelen.
Verwarm de gelei tot hij weer licht vloeibaar is. Schep hem in een spuitzak en spuit toefjes gelei op de afgekoelde taartjes. Laat volledig opstijven.
Beboter 6 kleine cakevormpjes. Klop 2 grote eieren los en voeg er in deze volgorde:
80 g fijne suiker, 100 g gezeefde patisserie bloem met 1 koffielepel gistpoeder, 1,5 dl olijfolie, 50 g instant polentameel, het sap van 1/2 sinaasappel en de geraspte schil en het sap van 1 onbehandelde citroen aan toe. Roer constant. Stop met roeren als het beslag mooi glad is en schep het in de vormpjes.
200 g vermicelli of kleine pasta- 1 kleine witte bloemkool- 1 kleine groene bloemkool- 50 g spekblokjes- 2 teentjes knoflook- 1 eetlepel geconcentreerde tomatenpuree- 1,5 l groentebouillon (blokje)- olijfolie- gladde peterselie- peper en zout
Verdeel de bloemkool en de broccoli in roosjes. Pel de knoflookteentjes en bak ze mooi goudbruin in 2 eetlepels olijfolie. Schep ze uit de olie.
Laat de spekblokjes uitbakken, zet ze even aan de kant en giet overtollig braadvet weg.
Doe de bloemkooltjes en de tomatenpuree in de pan, schenk er de bouillon bij en laat 10 minuten zacht koken. Kook intussen de vermicelli (pasta) beetgaar in gezouten water. Giet de pasta af.
Doe de pasta en het spek bij de soep. Roer goed om en kruid naar smaak bij met peper en zout laat nog enkele minuten goed doorwarmen en werk af met gehakte peterselie. Lekker met geroosterd stokbrood en pesto.
190 g patisseriebloem- 60 g maïszetmeel- ½ pakje bakpoeder- 100 g fijne suiker- 1 pakje vanillesuiker- 4 druppels amandelessence- 1 ei- 100 g gehakte amandelen- 150 g zachte boter- gekleurde suiker of witte parelsuiker- bloem voor het werkvlak
Vermeng in een kom de bloem, het maïszetmeel en het bakpoeder. Voeg er de suiker, de vanillesuiker en de amandelessence aan toe. Doe er het ei, de amandelen en de boter, in stukjes, bij. Bewerk met de mixer met kneedhaken tot een homogeen deeg. Verpak het in plasticfolie en zet het 2 uur in de koelkast.
Snij uit karton een schijfje van 7 cm diameter en snij uit dat schijfje een hartje.
Verdeel het deeg in porties. Rol het dun uit op een met bloem bestoven werkvlak. Steek er plakjes van ong. 7 cm diameter uit. Leg het sjabloontje op de koekjes, strooi in het uitgesneden hartje wat gekleurde suiker.
Leg de koekjes op bakpapier op de bakplaat. Bak ze 12 tot 15 min. midden in de oven op 180°C. Laat ze afkoelen op een rooster.
20 g gekonfijte engelwortel- 50 g gedroogde appelringen- 3 eetlepels citroensap- 6 eetlepels sinaasappelsap- 140 g zachte boter- 70 g fijne suiker- geraspte schil van 1 onbehandelde citroen- 1 eierdooier- 160 g bloem- 50 g amandel poeder- 200 g couverture (fondant)
Snij de engelwortel en de appelringen in stukjes. Breng het citroensap en het sinaasappelsap aan de kook. Doe er de engelwortel en de appelstukjes bij. Zet even aan de kant. Roer de boter romig met de suiker en een snuifje zout. Doe er het citroenschilletje en de eierdooier bij. Roer glad. Vermeng met de bloem, het amandelpoeder en de geweekte vruchtjes.
Schep het deeg in een spuitzak. Spuit op bakpapier reepjes deeg op voldoende afstand van elkaar. Bak de koekjes 12 tot 15 minuten midden in de oven op 160°C. Laat ze afkoelen opeen rooster.
Laat de couverturechocolade smelten in een warmwaterbad. Dompel de uiteinden van de koekjes in de gesmolten chocolade. Laat afkoelen en opstijven.
Bloemkoolgratin met zongedroogde tomaten en olijven
Voor 4 personen:
1 bloemkool- 4 zongedroogde tomaten- 1 teentje knoflook- 3 sneetjes witbrood, zonder korst- 50 g zwarte olijven- olijfolie- kruidentuiltje (van gladde peterselie, oregano en marjolein)- peper en zout
Verdeel de bloemkool in roosjes en kook ze beetgaar in licht gezouten water. Laat ze vervolgens schrikken in koud water en laat goed uitlekken.
Snij de zongedroogde tomaten in reepjes, pel en hak de knoflook, verkruimel het brood, hak de tuinkruiden en halveer de olijven.
Vermeng het broodkruim, de knoflook, de olijven en de tuinkruiden met 2 eetlepels olijfolie.
Schep de bloemkool in een ovenschotel en doe het broodmengsel op de groente. Zet de schotel 10 minuten in de oven op 180°C. Lekker bij koteletjes of klein gebraad.
Een brood met basilicum, gedroogde tomaten en Parmezaanse kaas? Verras uw gasten met deze lekkernij!
Voor een brood van 500 gr :
240 gr bloem (liefst bloem voor wit brood)- 20 gr gist-1 theelepel suiker- 1 theel. Zout- 1,2 dl water- 4 eetl. Melk- 2 eetl. Olijfolie- 2 theel. gedroogde basilicum- 4 eetl. gedroogde tomaten- 40 gr geraspte Parmezaanse kaas
Los de gist op in een beetje lauw water, samen met de suiker. Giet de bloem in een kom (of op een werkvlak). Maak een kuiltje in de bloem en giet de gist erin. Strooi het zout op de buitenranden van de bloem, zodat het niet meteen met de gist in aanraking komt.
Meng alles en voeg beetje bij beetje het water, de melk en de olijfolie toe. Meng goed tot u een vast deeg verkrijgt. Kneed vervolgens het deeg (liefst 20 minuten lang !) tot het glad en elastisch is. Bestrooi het af en toe met bloem tot het niet meer aan de handen plakt. Bedek het deeg met een doek en laat het op
een tochtvrije plaats rijzen gedurende zeker 45 minuten (het moet verdubbelen in volume).
Snijd de gedroogde tomaten in kleine stukjes. Duw het gerezen deeg wat plat en verdeel er de stukjes tomaat, het basilicum en de geraspte kaas over. Kneed het deeg een tweede keer door (gedurende 15 minuten) en laat het opnieuw rijzen (minimaal 40, maximaal 90 minuten).
Leg het deeg op een bakplaat en geef een ronde of rechthoekige vorm. Laat het 35 minuten bakken in een voorverwarmde oven van 225°C.
Vermeng 3 bananen, in stukjes, met 1 (onbehandelde) geraspte citroenschil, 10 cl nectar van exotische vruchten en 80 g fijne suiker. Laat 10 minuten sudderen op een zacht vuur. Voeg er, van het vuur af, 3 eieren, 1 eetlepel bloem en het citroensap aan toe. Klop goed op. Schenk in 4 soufflévormpjes een eetlepel vloeibare karamel. Verdeel de banaancrème over de potjes. Dek ze af met plasticfolie en zet ze in een stoommandje boven 1 l kokendheet water. Laat 45 minuten stomen, controleer af en toe of er nog genoeg water in de pan is. Neem de plasticfolie weg. Laat afkoelen voor u de vlaatjes op een ijskoud bordje ontvormt.
N.B. Jawel, ook uit het stoommandje! Met extra rijpe bananen heb je minder suiker nodig en wordt het een dessertje met meer smaak en minder calorieën.
2 kabeljauwfilets van ongeveer 200 gr- 50 cl witte wijn - 1 gele citroen- 1 tros grote witte druiven- 5 groene olijven- 1 takje dille- 1 eetl. Room- zout en peper
Verwarm de oven voor op 180°C (th 8). Rol de filets afzonderlijk op en doe er een touwtje omheen zoals bij gebraad. Snijd de olijven in staafjes en prik ze in de kabeljauw, nadat u met een scherp mesje voorzichtig gaatjes in de vis hebt gemaakt.
Pel de druiven. Haal de schil van de citroen en blancheer deze enkele minuten in kokend water.
Leg de vis in een ovenschotel met de druiven en de citroenschil eromheen. Begiet het geheel met witte wijn. Breng op smaak met zout en peper en laat 20 minuten in de oven braden.
Schik de vis op een serveerschotel en versier met de druiven. Werk af met dille. Mix het braadvocht, doe er de room bij en serveer in een sauskom.
50 cl van nature zoete wijn- 25 cl rode wijn) 450 gr appelen (Schone van Boskoop)- ong 450 gr kristal- of geleisuiker- 1 eetl. Vierkruiden-1 laurierblad
Giet de zoete wijn samen met de rode wijn in een pan. Doe er het laurierblad bij, de vierkruiden en de in kleine stukjes gesneden appelen (de pitten niet verwijderen).
Laat dit geheel koken tot u een smeuïge appelmoes bekomt en doe het mengsel daarna door de zeef
Weeg het sap dat u opvangt zorgvuldig en voeg er een gelijke hoeveelheid suiker bij. Laat 5 tot 6 minuten koken tot de gelei aan de lepel blijft kleven. Giet daarna in de bokalen.
Deze gelei smaakt verrukkelijk bij (onder meer) blauwe kazen met pit: roquefort, bleu de Bresse, Stilton en fourme d'Ambert.
N.B:
Lang bewaren is geen probleem.
Als de gelei zorgvuldig afgedekt met paraffine en de bokaal hermetisch afsluit, kunt u hem perfect als jam bewaren.
Jonge eend met een infusie van rode wijn met specerijen
Voor 2 personen:
1 jonge eend van ongeveer 800 gr- 50 cl rode wijn- 1 steranijs- 10 korrels sechouanpeper- 2 kardemom peulen- 1 takje tijm- 1 eetl. Olijfolie- 4 vijgen- 6 kwetsen- zout en peper naar smaak
Laat de eend met de specerijen gedurende 45 minuten in de wijn marineren. Draai ze af en toe een keer om.
Laat de eend in een stoofpan met olijfolie aan alle zijden bruinen. Giet de olie daarna weg.
Voeg de marinade toe, breng op smaak met zout en peper, dek af en laat 20 minuten garen.
Voeg de vijgen en de kwetsen toe en laat nogmaals 15 minuten stoven. Neem daarna de eend en de vruchten uit de pan. Filter het kookvocht en serveer het in een sauskom.
500 g gehakt- 4 soeplepels paneermeel- 1 à 2 eieren- 1 sjalot- peper- zout- noodmuskaat.
Sjalot fijn snijden. Bewerk het gehakt met alle ingrediënten en maak er een plat broodje van. Smelt een weinig boter in de braadpan, het vlees inleggen, bovenop een klontje boter. Breng het gehakt in een voorverwarmde oven van 200°C-225°C en braad het ½ tot ¾ uur, overgiet met de saus tijdens het braden.
N.B. U kunt dat warm eten met groenten of koud met fruit en brood.
500 g romanesco kooltje (of gewone witte bloemkool)- 500 gaardappelen- 150 g chipolata (of pittig gekruid gehakt)- 2 teentjes knoflook- 30 g boter- olijfolie) tijm- peper en zout
Verdeel de bloemkool in roosjes en snij de geschilde aardappelen in stukjes. Kook beide groenten gaar in gezouten water, giet ze af en plet ze met een vork.
Vermeng de puree met het gehakt, de geplette knoflook en de gesmolten boter. Kruid met tijm, peper en zout
Verhit ruim olijfolie in een koekenpan. Schep met een lepel hoopjes puree in de pan en druk ze plat met een vork. Bak de koekjes 5 tot 6 minuten aan elke kant op een matig vuur. Laat ze uitlekken op keukenpapier en serveer ze zo heet mogelijk. Lekker met salade van veldsla en witloof, aangemaakt met mosterdvinaigrette.
Krokant buideltje van gebakken zeewolf met hagelandersaus
Voor 8 personen:
8 mooie zeewolffilets van 100 gr - 100 gr boter -bloem -250 gr verse, ontriste spinazie - 50 g ontriste zuring - 50 gr basilicumblaadjes - 1 eetl fijngehakte koriander - 1 eetl. fijngehakte kervel - 1 eetl. fijngehakt citroenkruid - 1 eetl. fijngehakte peterselie - 4 fijngehakte sjalotjes - 2 dl droge witte wijn - 2 limoenen (de helft van de schil fijnhakken en blancheren)- 50 gr boter - 8 blaadjes filodeeg - enkele geblancheerde preiblaadjes - 8 blaadjes jonge groene savooikool (geblancheerd en goed gedroogd) - peper en zout
Voor de saus:
4 eierdooiers - sap van 1 citroen- 1 dl hagelander - 200 gr geklaarde boter - 1 dl room - peper en zout
Stoof de sjalotjes aan in boter en giet er de witte wijn overheen. . Laat inkoken en voeg de spinazie, de zurkel en groene kruiden toe. Laat 10 min zacht stoven. Voeg de fijngehakte limoenschillen toe. Breng op smaak met limoensap, peper en zout. Giet in een zeef en pers het vocht eruit.
Wentel de vis door de bloem en bak hem in geklaarde boter langs één kant aan. Plaats de vis op een stukje keukenpapier en kruid met peper en zout.
Leg op een stukje koolblad wat groenten en een stuk vis. Verpak het geheel in filodeeg. Maak een buideltje en bind dicht met een reepje geblancheerde prei.
Maak de hagelandersaus door de eierdooiers met citroensap en witte wijn op te kloppen. Dat kan au bain-marie. Roer er, wanneer u een homogene massa hebt, druppelsgewijs de geklaarde boter door. Kruid met peper en zout en houd warm au bain-marie.
Bak de buideltjes gedurende 15 min. in een oven (180°) en laat rusten. Schik de buideltjes op warme borden en lepel de saus er rond.
150 g extra fijne boontjes- 150 g extra fijne diepgevroren erwten- 150 g slablaadjes- 1 grote ui- 150 g biefstuk- 1 eetlepel arachideolie- 15 g boter- 1 l runderbouillon (van 2 blokjes)- zout peper
Breng de bouillon aan de kook. Pel de ui en hak hem fijn. Maak de boontjes schoon en snijd ze in kleine stukjes.
Maak de slablaadjes schoon, was ze, zwier ze droog en snijd ze in fijne reepjes. Fruit de stukjes ui 3 minuten in de warme olie. Voeg er de bouillon, de boontjes, de erwten en de slablaadjes aan toe.
Dek het geheel af, breng aan de kook en laat 30 minuten op een matig vuur koken. Snijd de biefstuk in kleine reepjes en laat deze gedurende twee minuten goudbruin worden in een bakpan met warme boter. Bestrooi met zout en peper.
Mix de soep als ze gaar is, maar zorg ervoor dat er hele stukjes groenten in blijven zitten. Voeg de stukjes biefstuk toe aan de soep, controleer of ze voldoende gekruid is en laat ze nog 5 minuten op een
1 rode peper- 200 g gewelde abrikozen- 3 eetlepels olie- 2 teentjes knoflook,fijngehakt- 2 bosuitjes, in ringetjes- 75 g gezouten cashewnoten, grofgehakt- 4 kangaroemedaillons, op kamertemperatuur- ½ zakje verse koriander (15 g), fijngesneden- 1-2 eetlepels limoensap
peper halveren, zaadjes verwijderen en peper in fijne blokjes snijden. Abrikozen met keukenschaar in stukjes knippen. In koekenpan 1 el olie verhitten en hierin peper, knoflook en bosuitjes 1 min fruiten. Abrikozen en cashewnoten toevoegen en 1 min meebakken. Pan van vuur nemen en mengsel iets laten afkoelen. In grote koekenpan 2 el olie verhitten en vlees in 6-8 min bruin en van binnen rosé bakken, halverwege keren.
Vlees met zout en peper bestrooien en op warme borden leggen.
Koriander en limoensap door abrikozen-cashewnotenmengsel mengen en naast vlees scheppen.
Lekker met in bouillon gekookte rijst en sperziebonen.
N.B.: Dit recept smaakt ook prima met struisvogelbiefstuk of eendenborstfilet. Kijk voor de bereidingstijden op de verpakking. Als je de peper met zaadjes en al in blokjes snijdt, wordt de salsa nog pittiger.