- Maak van al de ingrediënten, behalve een restje ei, een glad en soepel deeg.
- Laat 30 minuten rijzen onder doek en plastic folie.
- Bestrijk een of twee bakplaten met olie.
- Leg het deeg op een licht met bloem bestoven werkblad.
- Sla het voorzichtig door en verdeel het in ca 12 tot 18 stukjes (ligt eraan hoe groot u de broodjes wilt hebben). Bedek ze met doek en plastic folie en laat ze 5 minuten rusten.
- Haal de stukken onder het plastic vandaan en geef ze een taps toelopende vorm. Leg ze op een bakplaat nogal dicht tegen elkaar in een rijtje en bedek ze met een theedoek en plastic folie.
- Laat ze ca 30 minuten rijzen op een warme plaats tot dubbele omvang, de broodjes zullen elkaar nu - of bijna - raken.
- Verwarm ondertussen de oven op 220°C voor.
- Bestrijk de broodjes nu met een mengsel van melk en het restje ei en bak ze in 15 à 18 minuten lichtbruin en gaar.
- Laat ze op een rooster afkoelen en haal ze dan los van elkaar.
- Meng de gist onder de gezeefde bloem. Voeg suiker en zout erbij.
- Maak een kuiltje en voeg er de vloeistoffen bij (behalve de 40 ml).
- Meng alles zeer goed en als het deeg niet meer aan de kom plakt begint u op een werkblad te kneden. Kneed ca 10 minuten.
- Voeg lepel na lepel de 40 ml erbij tot u een soepel, glad en elastisch deeg bekomt dat niet meer kleeft.
- Leg het deeg in een kom die u insmeert met olie. Afdekken en 1 à 1u30 laten rusten.
- Het deeg platdrukken om al de lucht eruit te krijgen. Het deeg drie maal vouwen om het terug samen te brengen.
- Verdeel in 10 stuks en laat ze 5 minuten rusten.
- Maak van elk stuk een mini baguette van 15 à 20 cm.
- Plaats ze op een bakplaat bedekt met bakpapier of op een siliconenvel.
- Laat ze onder doek en plastic folie ca 1 u rijzen.
- Verwarm de oven voor op 210°C.
- Bak ze af in ca 12 à 15 minuten (de broodjes moeten bleek blijven).
- Laat ze op een rooster afkoelen.
Voor de panini snijd u de broodjes in twee en belegt u ze naar keuze (pesto saus, tomaten in schijfjes, mengsel van geraspte kazen). Sluit ze en gril ze in een apparaat voor croque-monsieur te maken (of in een wafelijzer gaat ook!).
- Was de rozijnen met heet water en laat ze 30 minuten opzwellen. Droog ze met keukenpapier.
- Zeef de bloem en doe er het zout bij.
- Los de gist in 3 el melk op en vermeng het met een kleine hoeveelheid bloem. Dek het zo af en laat het 15 minuten rusten.
- Voeg er vervolgens de eieren, de poedersuiker en de resterende melk toe en kneed 10 minuten tot u een soepel deeg bekomt. Voeg niet meer melk toe dan wordt opgenomen.
- Bol het deeg op en laat het afgedekt onder doek en plastic folie op een warme plaats 45 minuten rijzen.
- Kneed het deeg nog even goed door en vorm er nu een ovale deegbal van en leg deze op een beboterde bakplaat.
- Laat ze afgedekt opnieuw 30 minuten narijzen.
- Verwarm de oven voor op 215°C.
- Bestrijk het brood voorzichtig met het eistrijksel en zet het deeg net onder het midden in de oven en bak het in ca 40 minuten gaar en bruin.
- 500 g witte tarwebloem, plus extra bloem om te bestuiven
- 1 el zout
- 30 g gist
- 40 g zachte boter
- 3 dl water
Werkwijze
- Giet het water in een grote kom. Brokkel de gist erover. Doe geleidelijk de bloem erbij en begin te kneden. Doe de boter en het zout erbij en kneed verder tot u een mooi glad deeg bekomt.
- Leg het deeg op een licht bestoven werkvlak en blijf het 5 minuten grondig kneden.
- Leg de deegbal terug in de kom en laat 2 u rusten.
- Leg een vel bakpapier op de bakplaat (of een siliconenvel). Vorm een bal van het deeg, leg die op de bakplaat en laat nog eens 1 u rijzen.
- Verwarm de oven voor op 220°C.
- Kerf de bovenkant van het deeg een paar keer in met een scherp mes en bestuif met bloem.
- Doe de bloem, het bakpoeder en het zout in een grote kom en meng goed door elkaar. Voeg de margarine toe en werk alle ingrediënten met de vingertoppen goed door elkaar.
- Druk in het midden van het mengsel een kuiltje. Giet daar de karnemelk in en kneed alles dan vlot tot een soepel deeg. Bekleed een bakplaat met bakpapier (of siliconenvel) en verwarm de oven voor op 225°C (hete luchtoven 200°C).
- Rol het deeg uit op een met bloem bestoven werkvlak tot een vierkante lap van 20 cm lengte. Snijd daarvan 16 vierkanten van elk 5 cm lang en leg de stukken deeg op de bakplaat.
- Bak de karnemelkbroodjes 15 à 20 minuten in de voorverwarmde oven tot ze goudgeel geworden zijn.
- Neem de broodjes van de bakplaat en serveer ze bij voorkeur warm.
TIP
- Als u geen karnemelk hebt gebruikt u zogenaamde zure melk. Giet 1 tl citroensap in een litermaat, giet daar 250 ml melk bij en laat dit mengsel voor u het gebruikt ca 5 minuten staan.
- Deze warme broodjes zijn ideaal om jus of saus op te deppen.
- Vermeng de melk en de olie en los de gist erin op. Zeef de bloem in een kom en voeg het zout toe. Voeg geleidelijk de bloem bij het water. Roer het geheel goed door elkaar en kneed het vervolgens ca 6 minuten stevig tot het deeg soepel is.
- Leg het deeg in een kom, dek deze af met een theedoek en laat het 60 minuten rusten op een gelijkmatig warme plaats tot het in volume is verdubbeld.
- Rol het deeg dun uit op een met bloem bestoven werkblad en snijd er 10 ronde schijven (ca 9 cm diameter) uit. Laat de schijven opnieuw 30 minuten afgedekt op een met bloem bestoven bakblik rusten.
- Na 20 minuten verwarmt u de oven voor op 200°C.
- Bestrijk de bovenkanten met het geklutste ei en bestrooi ze naar smaak met sésamzaad. Bak de broodjes 15 à 20 minuten.
- Laat de broodjes afkoelen op een taartrooster.
Tip
U kunt deze broodjes prima invriezen. Doe ze na het ontdooien nog even in de oven of magnetron voor een heerlijk knapperig korstje.
- Zeef het meel in een grote kom en meng er het zout door.
- Druk in het midden een kuiltje en strooi hierin de suiker. Brokkel de gist erover. Meng er wat meel door en roer dit met 125 ml lauwe melk tot een papje.
- Schuif de kom in een grote plastic zak. Leg er een doek over en laat op een warm plekje 15 minuten rijzen.
- Strooi wat meel op het gistzetsel; voeg daarna de rest van de lauwe melk en de gesmolten maar niet meer hete boter toe.
- Meng dit alles goed door elkaar en kneed het 15 minuten tot een stevig soepel deeg dat blazen vertoont.
- Vorm een bal van het deeg. Leg die in de met bloem bestoven kom terug. Schuif de kom in de plastic zak en bedek het geheel met een doek. Laat het deeg bij kamerwarmte 60 minuten rijzen tot de omvang 2 x zo groot is als eerst.
- Kneed het deeg nog eens goed door. Rol het op een met bloem bestoven werkblad tot een vierkant van 40 x 40 cm uit. Snijd de randen recht. Deel het vierkant doormidden, zodat er 2 rechthoeken van 40 x 20 cm ontstaan.
- Snijd van elke rechthoek driehoeken met een zijde van 10 cm en 2 zijden van 20 cm.
- Knip de kortste zijde van de driehoeken in het midden 3 cm in met een scherp mes. Trek deze zijde naar 2 kanten uit elkaar en rol vanuit de ingeknipte zijde de driehoeken tot een half maantje.
- Leg de halve maantjes op een ingevet bakblik.
- Bestrijk ze met losgeklopt ei en laat ze onbedekt op een warm plekje 15 minuten narijzen.
- Verwarm de oven voor op 220°C.
- Bestrijk ze voordat ze in de oven gaan opnieuw met geklopt ei. Geen ei op de deegranden! Bestrijk alleen met een kwastje de vlakke deegdelen.
- Laat ze 25 minuten bakken op 200°C (180°C hete luchtoven).
- Verdeel in 6 gelijke delen. Leg 3 stukken afgedekt weg. Vorm 3 dunne rollen, laat de uiteinden spits toelopen. Begin de vlecht door een deegrol op het werkvlak te leggen en een andere dwars over het midden. Leg de derde dwars over de eerste twee.
- Begin in het midden en werk naar u toe: kruis de eerste rol over de derde, haal de tweede over de eerste, kruis de derde over de tweede. Vlecht de rollen in deze volgorde. Om het spits toelopen te benadrukken, zodat de vlecht in een nette punt eindigt, moet u onder het vlechten zachtjes aan de uiteinden van de rollen trekken. Druk de uiteinden van de voltooide vlecht op het werkvlak, rek ze verder uit en maak ze vast in een punt.
- Til het ½ gevlochten brood op en klap het ondersteboven en van u af zodat nu de ongevlochten repen naar u toe liggen.
- Vlecht de tweede helft op dezelfde manier als de eerste. Doe hetzelfde met de 3 andere repen. Laten rijzen tot ze in omvang zijn verdubbeld (30 à 45 minuten).
- Verwarm de oven voor op 200°C.
- Bestrijk de bovenkant met een mengsel van losgeklopt eierdooier en water.
- Laat 30 minuten rijzen onder doek en plastic folie.
- Verdeel het deeg in gelijke porties van 50 g.
- Rol de deegstukken met beide handen heen en weer tot ze een rolletje van 30 tot 40 cm en een dikte van ca 1 cm vormen.
- Leg in elk deegrolletje een losse knoop.
- Leg de geknoopte deegrolletjes op een ingevette bakplaat. Bedek ze met een vochtige doek en plastic folie en laat ze ca 25 minuten rijzen tot ze 2 x zo groot zijn geworden.
- Verwarm de oven voor op 230°C.
- Bestrijk de broodjes met een mengsel van ei en water. Bak ze in ca 25 minuten gelijkmatig bruin.
Basisdeeg, desgewenst verrijkt met boter en melk. (Zie recept 3/2)
Werkwijze
- Kneed het deeg, dek het af en laat het 30 minuten rijzen.
- Vorm van het deeg kleine ronde bolletjes van 40 g.
- Bestrijk de binnenkant van een ondiepe ronde taartvorm met zachte boter. Leg de deegballetjes in een regelmatig patroon in de vorm met tussenruimtes van ca 1 cm. Dek het geheel af en laat het deeg op een warme plaats ca 30 minuten rijzen.
- Bestrijk de deegballetjes met een mengsel van geklopt ei en water.
- Zet de vorm ca 30 minuten in een voorverwarmde oven op 200°C.
- Neem de vorm uit de oven. Bescherm uw hand met een dikke doek en ondersteun de onderkant van de vorm, terwijl u een rooster op het brood legt. Hou het rooster stevig vast op zijn plaats en draai de vorm om zodat het brood op het rooster komt te liggen. Til de vorm van het brood af. Leg nu een ander rooster op de onderkant van uw brood, zodat het nu met de goede kant naar boven op het tweede rooster ligt.
- Enkele uren of de hele nacht laten afkoelen op het rooster.
- 500 ml lauw water - meel om het kneedvlak te bestuiven
Werkwijze
- Giet het lauwe water in een grote kom.
- Brokkel de gist erover heen.
- Suiker aan toevoegen.
- Zeef het meel in de kom en begin te mengen.
- Meng het zout door het meel.
- Bewerk het zolang met een lepel tot het van de kom loslaat.
- Vorm een bal van het deeg, kneed hem op een met bloem bestoven werkblad gedurende 10 à 15 minuten.
- Leg de deegbal terug in de kom, schuif deze kom in een plastic zak en bedek deze met een schone droge theedoek en laat dit op een warm plekje gedurende 45 minuten rijzen tot het mengsel 2 x zo groot is als eerst.
- Kneedt nog even door en vorm dan een heel brood of 20 kleine broodjes.
- Voor een heel brood: kneedt het langwerpig uit en leg het in een 30 cm lange bakvorm.
- Voor de broodjes: deel het deeg in 20 stukjes van ca 50 g. Leg ze op 5 cm afstand van elkaar op het ingevette bakblik.
- Schuif het bakblik in een van binnen geoliede plastic zak en laat het brood op een warm plekje 30 minuten, de broodjes 20 minuten narijzen.
- Snij de broodjes in met een scherp mes.
- Verwarm de oven voor op 200°C (Hete luchtoven 180°C).
- Zet een vuurvast bakje met kokend water op de bodem van de oven.
- Laat het brood 40 minuten en de broodjes 20 minuten bakken.
- 1½ tl zout - 1 eierdooier geklopt met 2 el water
Werkwijze
- Los de gist op in de melk. Klop dit mengsel met de suiker en ca 200 g bloem tot een dik beslag.
- Dek de kom af met een plastic folie en laat dit gistmengsel ca 1 u op een warme plaats staan tot het in omvang is verdubbeld. Klop de eieren door dit mengsel.
- Voeg de zachtgeroerde boter in stukjes ter grootte van een walnoot toe en roer er geleidelijk de rest van de bloem door; voeg telkens een handvol bloem toe, totdat het deeg stevig is. Er zullen klontjes boter in het deeg blijven, maar deze verdwijnen als u het deeg kneedt.
- Stort het deeg op een met bloem bestoven werkvlak, kneed het tenminste 15 minuten tot het glad, glanzend en soepel is. Leg het deeg in een schone droge kom. Dek het af en laat het op een warme plaats ca 1 ½ tot 2 uur rijzen tot het volume drie tot viermaal zo groot is.
- Kneed het deeg tot een bal. Geeft het dan een vorm. Als u een ring wilt maken, prikt u eerst een gaatje in het midden van het deeg. Vervolgens maakt u het gaatje voorzichtig met uw vingers groter. Als het scheurt of niet goed rekt, laat u het nog eens 10 minuten afgedekt rusten.
- Het vergroten van de ring. Neem de ring met 2 handen op en leg hem op een ingevet bakblik. Beklop en rek het deeg tot de grootte van de ring naar wens is. Dek het deeg met een doek af en laat het ca 45 minuten rijzen tot het in omvang is verdubbeld.
- Bestrijk het deeg met een mengsel van geklopt ei en wat water.
- Bak de ring 50 tot 60 minuten in een op 200°C voorverwarmde oven tot het brood gelijkmatig bruin is.
- Laat het brood op een rooster afkoelen en dien het in punten gesneden op.
- 15 g verse gist - 1 tl honing - 150 g gewoon tarwemeel + 50 g bloem voor het werkvlak - 250 g roggemeel - 120 g gehakte walnoten - 70 g krenten - 70 g rozijnen - 1 tl zout - 25 cl + 3 el lauw water
Werkwijze
- Maak in een kommetje een glad papje van de gist, de honing en 3 el lauw water.
- Meng in een kom de twee soorten meel, 100 g noten, 50 g krenten, 50 g rozijnen en het zout.
- Voeg het gist-honingpapje toe en giet er 25 cl lauw water bij.
- Kneed dit tot een soepel deeg. Bedek het met een doek en plastic folie en laat 3 u rijzen op kamertemperatuur.
- Kneed het deeg nog 2 tot 3 keer om de grote luchtbellen eruit te werken.
- Vorm een rond brood dat u op een met bloem bestoven bakplaat legt.
- Bedek het deeg met een doek en plastic folie en laat nog 1 u rijzen.
- Verwarm de oven voor op 200°C.
- Kwast het brood in met lauw water, strooi de rest van de noten, krenten en rozijnen erover.