Het kan zeker geen kwaad nog eens te herhalen hoe je best composteert volgens V.E.L.T.
Composteren...hoe doe je dat? Het uitgebreide antwoord vind je op volgende site.
http://www.velt.be/Joomla/index.php?option=com_content&task=view&id=1278&Itemid=83
Hier volgt de integrale tekst, een beetje bijgewerkt naar presentatie toe.
Veel composthopen of –bakken produceren vliegen, mieren of stank, maar geen compost, net omdat ze enkel wat bijeen gegooid afval bevatten. Is composteren dan zo moeilijk?
Pas gewoon eens deze MANGO-principes toe: 1. Mengen, 2. Afdekken, 3. Natmaken, 4. Grote hoop maken 5. Omzetten.
Hieronder leg ik elk principe uit.
1. Meng bruin en groen materiaal. Bruin (koolstofrijk en luchtig) materiaal is: zaagsel en de meeste houtsnippers stro dorre bladeren en takjes. Groen (stikstofrijk en vochtig) materiaal is: vers tuin- en keukenafval mest grasmaaisel.
Het groene materiaal levert vooral voedingsstoffen, en het bruine materiaal levert vooral structuur. Vermijd pure lagen groen of bruin materiaal: gooi ze gewoon met een riek door mekaar!
Let er eerst op dat het afval niet te grof is, anders duurt het te lang voor het afbreekt: dus takken in kleinere stukken knippen of hakselen.
Veel materialen horen tussen bruin en groen in omdat ze van alles wat bevatten: Stalmest, vers gesnipperde bladrijke takken (als je je haag geschoren hebt!), vochtig hooi, … Deze materialen zijn ideaal voor je hoop, maar meng ze voor de zekerheid ook met andere soorten afval. Precieze theoretische verhoudingen ga ik hier niet aangeven: In de praktijk moet je gewoon zorgen dat je een hele verscheidenheid aan materialen hebt, en ze goed mengt.
Hoe beter je mengt, hoe beter de start van je composteerproces. (Etensresten, houtas, aarde, behandelde aardappel- en citrusschillen horen niet thuis in je composthoop!) (Lava- en basaltmeel mag je met een paar handenvol per m3 toevoegen; bentoniet ook als je zandgrond hebt) (Kalk voeg je niet meer toe; vroeger was dat mode, maar wetenschappelijk is bewezen dat je daardoor veel stikstof verliest)
2. Afdekken! De klassieke bak, met gaas of open wanden, en zonder bedekking bovenop, droogt veel te hard uit en koelt veel te snel af om de thermofiele bacteriën en alle andere compostwezentjes goed te laten werken. Geef je composthoop daarom wanden en een dak om het vocht en de warmte binnen te houden. Met jute zakken, een oud tapijt, wat plastic zeil,… kom je al een heel eind. Niet luchtdicht, hoor, maar zo is je composthoop toch meer beschut.
3. Natmaken! Doe de test: knijp een handvol gemengd compostmateriaal uit - met je handen dus. Als er water uit loopt, is het vochtig genoeg; anders voeg je nog water aan toe.
4. Een Grote hoop werkt beter dan een kleine. Logisch ook: de warmte- en vochtverliezen zijn immers beperkter. Een kubieke meter composteert beter en sneller dan een paar emmers afval. Vandaar: Gooi kleine hoeveelheden gft-afval voorlopig op een wachthoop, eventueel in de kippenren; Zorg steeds voor een voorraadje bruin materiaal: wat gedroogd gras, houtsnippers, … Werk samen met je buren aan één grote hoop. Wanneer je eens een grote hoeveelheid vers materiaal hebt (bijvoorbeeld na een maai- of snoeibeurt, of als je buren de stal uitmesten), dan zet je een echte hoop op. Meng wachthoop- en bruin materiaal met vers materiaal. Stapel dit mengsel laag na laag tot je een hoop hebt van minstens 1 m2 oppervlak, en maximaal 1m80 hoog.
5. Omzetten! Na 1 maand (of iets langer) zet je de hele hoop om. Alles even door elkaar scheppen met de riek, waarbij je zorgt dat wat eerst aan de buitenkant zat, nu binnen in de hoop komt. Tijdens het omzetten kun je eigenlijk ook (telkens) nieuw materiaal (oa grasmaaisel!) toevoegen; Eventueel de hoop extra natmaken Na twee maanden nog eens omzetten (én eventueel materiaal toevoegen) màg, maar hoeft niet. Je kunt ook telkens weer een verse hoop opzetten.
Noot 1: Hoe beter je de 5 bovenstaande principes toepast, hoe beter en sneller je hoop zal werken. Experimenteer vooral en je zult merken dat je het ene principe soms kunt laten vallen als je de andere heel goed toepast. Bijvoorbeeld: als je hoop bijzonder groot is, goed gemengd en vochtig genoeg, hoef je hem niet om te zetten. Of je kunt een kleinere hoop heel goed activeren door hem wekelijks om te zetten.
Noot 2: Voor wie al meteen hardop droomt van warmterecuperatie uit een composthoop, kijk eens naar filmpje 1 en filmpje 2 over Jean Pain, de grondlegger van dit principe; of zoek gewoon op Youtube naar 'Jean Pain'. Je zult zien dat je machines, fossiele brandstof en vooral veel plaats nodig hebt; kun je dit in je eigen situatie veroorloven, of vind je een compactere, duurzamere manier?
Tip: een hoop van enkele m3 paardenmest is al een stap in de goede richting, maar na enkele weken mindert de warmteproductie al, dus dan moet je bijscheppen, omzetten, …
30-10-2014 om 10:35
geschreven door tuinblog d
|