De bewoners van de grensstreek Nederland - België kennen "Den Draad". Op de fiets-en wandelroutes in de streek van Hamont - Achel zie je aanduidingen 'Den Draad'. Deze draad verwijst naar de elektirsche hoogspanningsversperring (50.000 volt) die de Duitsers aanlegden in 1915 op de grens. Redenen: om het illegale verkeer van mensen (soldaten, vluchtelingen, spionnen, oorlogsvrijwilligers) en goederen (smokkelwaar) tegen te gaan. Deze draad was ongeveer 200 km. lang en ging van de Belgische kust tot aan het drielandenpunt bij Vaals en 2 m. hoog.
Deze draad liep o.a. dwars door Essen zodat er daar een volledige isolatie was van Nederland en België.
Heel wat mensen - vooral Belgen - lieten er hun leven. De laatste jaren is er vernieuwde aandacht ervoor: zie vieringen in Essen en toeristische 'vermelding' op de fietrsroutes. Voor afbeeldingen en verdere documentatie: typ in het zoekvenster van Google "elektrische draad" Wereldoorlog.
Hamont-Achel Hamont-Achel is een grensgemeente België - Nederland. Een bedrijvige 'stad' vooral door de handel en het toerisme. Hamont werd al vroeg stad in . Daarna werd die titel afgeschaft en opieuw gegeven in1985. Hamont bezat vroeg de kenmerken van een kleine stad: wallen, stadsmuren, circulaire grachten, twee stadpoorten, stadhuis, stadwapen en stadsregelementen. Hamont kende een turbulente geschiedenis, eigen aan veel grensgemeenten. Oorlog maar ook pest. Hamont behoorde lange tijd toe aan het prinsbisdom Luik. Daarna was zeeen deel van het Verenigde Konikrijk der Nederlanden en bij de onafhanklelijkheid van België opnieuw deel van België. De helft van Limburg ging naar Nederland, de zuidelijke helft naar België. Sinds de 14de eeuw was Hamont een handelsgemeenschap. Vanaf de zestiende eeuw werd Hamont en van de belangrijkste teuten-gemeenten. Teuten waren rondreizende handelaars en ambachtslieden die buiten de wintermaanden tot ver in Nederland en Duitslanden hun koopwaren verkochten en optraden als herstellers van keukengerei en veeartsen (castreren). Rond de Sint - Laurentiuskerk zijn er arduinen graven. Het belangrijkste graf is dit van dr. Mathysen (1805 - 1878) : de uitvinder van het gipsverband. Toerisme: veel wandel- en fietsroutes (fietsennetwerk Limburg) gaan door Hamont en omstreken.
Op een puntje van België en Nederland: de Achelse Kluis
Op een puntje van België en Nederland: de Achelse Kluis Elke fiets- en wandeltoerist in Noord - Limburg kent de Achelse Kluis. Tot voor enkele jaren als oord van liturgische vieringen in de Sint - Benedictusabdij http://www/achelsekluis.org Dit zeer jonge trappistenklooster (1846) trok altijd heel wat gelovigen aan vanuit de Nederlandse grensstreek. Als het weer het toelaat zit de binnenplaats vol met toeristen - bezoekers voor een hapje en een drankje. Vooral het Achelse ijs, een zacht ijs met Achelse trappistenbier in een horentje of een coupe zijn in trek, naast de trappist op fles of van het vat. Elke kenner van speciale bieren weet dat er in Belgë slechts zes trappistenbieren zijn; Westmalle, Westvleteren en Achel. In het Franstalige deel: Rochefort, Orval, Chimay .Jaarlijkse productie in hectoliter: Westvleteren 4.700; Chimay en Westmalle 120.000; Orval 45.000 , Rochefort 20.000. Leffe, Kasteelbier enz. zijn 'patersbieren' maar mogen niet de beschermde naam Trappist dragen. Een trappist wordt gebrouwen binnen de abijmuren onder strikte voorwaarden. We brouwen om te leven, we leven niet om te brouwen. Opbrengst van de brouwerij: voor onderhoud klooster en voor goede doelen. Je kunt de abdij en de kerk niet bezoeken. Enkel bij de liturgische viereingen kan je in de abdijkerk. Op het domein heb je de brouwerij, een winkel, een galerij enz. De paters doen niet meer aan de landbouw. Ze concentreren zich op het gebed en de dienstverlening via de vieringen. Daarenboven het bierbrouwen (sinds 1998): de opstart o.a. met steun van de de paters van Westmalle (nummer 1 op de wereldranglijst van de Trappistenbieren). De abdij onstond in 1686 toen een broeder zich in die streek kwam vestigen. Deze plaats had vlug veel aantrek voor de katholieken uit de Nederlandse grensstreek. De kluis is een prima vertrekpunt om te wandelen en te fietsen. Voor de fietsers ligt Valkenswaard dichtbij. Daar is het paardrijden en het kanovaren bijzonder populair. Wandelaars en fietsers komen 'Den Draad' tegen: een elektrische grensversperring uit WO I (zie weblog), natuurgebieden Leenderbos, Kranenveld..., grafheuvels en de vallei van de Warmbeek, viskweekvijvers, De Dommel (rivier). Hier en daar fiets je over een veerooster en amfibietunnels als veilige overgang vlak onder de weg voor kikkers, salamanders.
Teuten (vervolg) De teuten zijn een interessant geschiedkundig verschijnsel. Rondreizende handelaars waren van alle eeuwen. Denk aan de karavanen in het Oosten en de handelsvloten zoals de VOC de Verenigde Oostindische Compagnie (Nederland). Deze laatste was een voorbeeld van een onderneming met aandelen om voldoende kapitaal te hebben om een schip met bemanning en handelswaren uit te rusten. http://www.voc-kenniscentrum.nl/ De teuten waren ook georganiseerd. Voor een goede situering is Wikpedia onmisbaar en onmiddellijk bij de hand. Heel wat van de volgen de informatie haalden we daaruit.
Een teut was een rondreizende handelaar of ambachtsman die vanuit de Kempen met zijn koopwaar op de rug naar Nederland, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg tot Denemarken trok. De Teuten vertrokken in de lente naar andere streken om daar rond te venten of er een winkel open te houden. In de winter keerden ze terug om hun tijd thuis door te brengen. De teuten organiseerden zich al vroeg in kleine gezelschappen. De teutengemeenschappen kenden een complexe organisatie. In de meeste gevallen werkten ze in vennootschappen om de handelsrisico's te beperken. De toelatingsvoorwaarden werden meestal scherp afgelijnd en schriftelijk geregistreerd. De teutenhandel kwam alleen in het Limburgse deel van de Kempen voor. In België: vooral Lommel, Hamont, Hechtel. In Nederland kwamen vooral de omgeving van Budel en Maarheeze. Viertal groepen onderscheiden :
De ketellappers of goorteuten : Zij vormden ongeveer de helft van de Teuten. Ze herstelden beschadigde potten en pannen. Ze verkochten ook nieuwe koperwaar zoals potten, pannen, keukengerei, sloten en soms zelfs vuurwapens. Apparatuur voor een smidsvuur namen ze af en toe in een rugmand mee.
De pakdragers of tafteuten : mutsen, neusdoeken, kousen, beddegoed, tijk, kant, zijde, ..
De snijders of dierenlubbers : castreren van paarden, varkens, stieren en schapen. Soms handel in deze dieren; deze teut was veekoopman en veearts.
Later: de haarteuten : ze speelden in op de wisselende economische vraag en de mode, hier gelanceerd door Lodewijk XIV. Deze Teuten kochten het haar van jonge boerendochters op om het aan pruikenmakers in de steden te verkopen.
Wandelen in Limburg op zoek naar teuten Wij hebben opnieuw genoten van enkele fiets- en wandelroutes in Limburg in België en Nederland. We vertrokken van Hamont (Hamont-Achel) voor een fietstocht van 65 km. Vrij lang voor onze normen: van 12.30 tot 18 u. met een pauze voor een trappist in de Achelse kluis http://www.achelsekluis.org/general/home.htm We vetrokken uit Hamont van Villa Christina. De gastheren hadden gezorgd voor een zelf samengestelde fietsroute en geprint met de nummers van het fietsennetwerk en de belangrijkste bezienswaardigheden. Een luxe. Villa Christina is een rijk burgerhuis (volledig en prachtig gerestaureerd van buiten en binnen) dat oorspronkelijk een 'teutenhuis' was: http://www.villachristina.be/ Wie waren de teuten? In Hamont vroegen we dit aan vier personen. Ze gaven telkens het juiste antwoord: teuten waren rondreizende verkopers. Ze vertelden ons dat we zeker het beeldje dienden te bezichtigen in het stadhuis van Hamont. Voor de aanvullende informatie
Teuten waren rondreizende handelaars en ambachtslui. Ze waren actief vanaf het einde van de 16de tot het einde van de 19de - begin 20ste eeuw. De teutenhandel was in Noord-Limburg (B) en een stukje van Noord-Brabant (Nl).Tot de bekendste teutendorpen behoren Lommel, Hamont-Achel, Kaulille, Bocholt, Overpelt, Neerpelt, Hechtel-Eksel, Sint-Huibrechts-Lille, Bladel, Eersel, Luyksgestel, Bergeijk. Met hun koopwaar op de rug trokken ze naar Nederland, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg en sommigen zelfs tot Denemarken. Ze verkochten er koperwaren (goorteuten), aardewerk (gleissteuten), textiel (tafteuten), menselijk haar en ze beoefenden het veesnijdersambacht. Ze waren zeer strikt georganiseerd in compagnieën en verleenden krediet aan hun klanten.
Op het einde van de 19e - begin 20e eeuw eindigde de teutenhandel. Voornamelijk omdat men in het buitenland een reglementering uitvaardigde dat de teuten zich definitief in hun handelsgebied dienden te vestigen.
Ik reed met een oom en een tante, 83 en 81 jaar, op de autoweg van Antwerpen naar het Waasland. Het was al een hele tijd geleden dat ze door de Kennedytunnel waren gereden. Enkele kilometers na de tunnel zagen ze de drie grote 'windmolens' van Kruibeke. Technici spreken van 'windenergieturbines' in een 'windenergiepark'. Ik was benieuwd naar hun reactie. Ze vonden ze mooi en groot. Ze wisten onmiddellijk dat dit windmolens waren voor de productie van electriciteit. Ze hadden dit al gezien op de televisie. Ze waren blij dit in echt te zien. Ik nam dit te baat om wat door te vragen. Bijvoorbeeld over de kostprijs van de energie, de energie vroeger en nu: van kolen, naar mazout en aardgas. Ze waren vooral actief en geïnteresseerd als we het hadden over de andere molens: de windmolens voor het malen van graan, de watermolens. Herinneringen aan vroeger kwamen op. We eindigden bij de windmolentjes als speelgoed voor de kinderen. Ze hadden er enkele gemaakt voor de kleinkinderen in de knutselactiviteit in het dienstencentrum. Springen van de hak op de tak, associëren, is plezierig en prikkelt en activeert het kopje (cognitie) bij de ouderen. Herinneringen uit het verre en het dichte verleden halen we op naar aanleiding van heel concrete zaken uit het heden.
Meer informatie over molens bij Wikipedia. Voor windenergieturbines kan je gaan naar www.ode.be met info over zonne-energie, windkracht, bio-massa ... en energietips. Voor windenergie op de Noordzee: http://www.c-power.be/applet_mernu_nl/index01_nl.htm
Constant Permeke: het Vlaams expressionisme beleven
Constant Permeke: het Vlaams expressionisme beleven Op een van onze fietstochten in Gistel - Oudenburg - Jabbeke stond het museum van Constant Permeke op ons lijstje. We kenden zijn expressionistische schilderijen met boeren, vissers, landschappen en zijn forse beelden. Als je zijn museum bezoekt in Jabbeke, heb je een bijna fysiek contact met de grootste schilder van het Vlaamse expressionisme. Dit museum was het woonhuis (vanaf 1930) - genaamd de "Vier Winden" - van deze kunstenaar en zijn gezin. Het schildersatelier op de eerste verdieping, brengt je in een fysiek contact met deze schilder. In de eerste plaats zie je het grote onafgewerkte schilderij: een groot landschap van 1951; Permeke stierf enkele tijd nadien in januari 1952. Verder in dit ruime atelier met plankenvloer: een grote buiskachel, schildersgerei: tubes en borstels. In het atelier naast het huis bevinden zich veel kleine en grote etsen en schilderijen: naakte vrouwen, boeren, boerinnen, de oogst, vissers, zelfportretten. "Dagelijks Brood" (1950) is een van zijn meesterwerken: dit schilderij en een hondertal andere kan je vinden bij Google - Afbeeldingen typ Permeke: http://images.google.be/images?q=Permeke&hl=nl&btnG=Afbeeldingen+zoeken Voor en beknopte situering en veel biografische gegevens surf je best naar http://nl.wikipedia.org/wiki/Permeke Daar lees je over de moeilijkheden die Permeke ondervond in WO I (krijgsgevangen; daarna verblijf in Engeland) maar zijn wedervaren in WO II. De nazi's vonden zijn expressionistische kust 'ontaarde' kunst: 'Entartete Kunst' zie Engelse versie 'Degenerate Art' http://en.wikipedia.org/wiki/Degenerate_art Over ontaarde kunst en Entartete Kunst: minder uitgebreid in de Nederlandse versie van Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Entartete_Kunst en http://nl.wikipedia.org/wiki/Ontaarde_Kunst
Wandelen en fietsen rond Oudenburg (West-Vlaanderen)
De streek van Oudenburg (tussen Oostende en Brugge) biedt mogelijkheden tot wandelingen en fietsverkenningen.Voor de fiets zijn er de routes van de Hoge Dijken en de Hoevenroute. Je kunt ze inpassen in het fietsnetwerk Brugse Ommeland. zie website Oudenburg
http://www.oudenburg.be/?page=recreatie#dhd Wij wandelden op twee interessante natuursites:natuurdomein De Hoge Dijken en de reigerie te Westkerke. De Hoge Dijken is een natuureducatief gebied: zie http://home.tiscali.be/dehoge.dijken/default.html Elke dag toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang. Permanentie:woensdag van 15 u. tot 17 u. en zondagvan 10 u. tot 12 u. is. 120 vogelsoorten). Van oorsprong een overblijfsel van een oude binnenduin. die uitkeek boven de lagergelegen polders. Midden dit domein ligt een vijver: een gevolg van de zandwinning voor de aanleg van autowegen, hier de autosnelweg Brugge - Veurne. Reigerie van Westkerke Dit reservaat ligt op de grens van de Polders en de Zandstreek. Je wandelt tussen omvat oude eiken en beuken, gelegen Dit gebied staat bekend als een belangrijk broedterrein van de blauwe reiger. In de hoge bomen nestelen zich een honderdtal paartjes. Op het web zijn heel wat interessante sites voor fietsen. Onlangs ontdekte ik op deze weblog http://blog.seniorennet.be/deleukefietser/ : de moeite waard.
Volksgeloof:: Godelieve en Hermanneke Wij hebben opnieuw kunnen genieten van enkele routes van het fietsennetwerk Brugse Ommeland. www.westtoer.be De andere fietsnetwerken in West-Vlaanderen zijn: Leiestreek West en Oost, Westhoek Noord en Zuid, Brugse Ommeland Noord en Zuid, Kust. Het weer zat wat tegen: te fris voor einde mei, buien en vooral veel wind.Gelukkig waren er opklaringen en bomen om onder te schuilen. Via de Hoevenroute kwam ik even buiten Gistel terecht bij een volksheilige van formaat Godelieve. We zitten met haar in de omgeving van Oudenburg, Gistel en Jabbeke: het West-Vlaamse polderlandschap tussen de kuststrook en Brugge. Godelieve is voor nogal wat ouderen een typische Vlaamse heilige. Nog altijd is er een sterke verering voor haar. Getuige daarvan de velen die naar Abdij ten Putte komen per bus, auto en met de fiets. Ten Putte verwijst naar het belangrijkste symbool van de verering van Godelieve: de put waarin Godelieve, na wurging, zou ondergedompeld zou zijn om zeker te zijn dat ze dood was. We zijn einde elfde eeuw. In deze abdij leven Benedictinessen. Er is een mooie kapel, een museum, de ravenkapel en de Godelievezaal voor een hapje en een drankje. De verering voor Sint-Godelieve is al eeuwenlang oud, ondersteund door de heiligverklaring door de paus en door de plaatselijke kerken. Elk jaar is er een Sint-Godelieveprocessie. http://www.kerknet.be/toerisme/toeren/gistel/gistel.html http://www.gistel.be/Abdij_ten_Putte/2199/default.aspx?_vs=0_N&id=122
In de Godelievezaal zaten we naast loerisenbedevaarders uit Merksem. Die hadden het over een Antwerpse volksheilige die niet zalig laat staan heilig was verklaard: het Heilig Hermanneke. Ze hadden op zaterdag 27 mei 2006 een hoogmis bijgewoond in de Sint-Bartolemeuskerk te Merksem. Ik kende dit verhaal niet en was een al oor. Herman Wijns was een zeer devote jonge knaap die op 10 jarige leeftijd overleed na een ongeval (mei 1941). Hij heeft zijn eigen herinneringshuis in de Van Heybeeckstraat. Sommigen schrijven aan hem wonderbare genezingen toe. Men vertelde me dat er gewerkt wordt aan een zaligverklaringdossier. Men sprak over zeker vierduizend bedankplaatjes. Het volksgeloof floreert : is dat geen wonder op zichzelf?
In het Hemelvaartweekend werd zijn graf van door vandalen zwaar beschadigd...
OUDENBURG (West-Vlaanderen) Oudenburg is een rustig polderdorp met een rijk historisch verleden. Je vindt er overblijfselen van de Romeinse tijd, Romaanse kerk en verwijzingen naar de Middeleeuwen en latere periodes. Oudenburg ligt tussen Oostende en Brugge en is goed geschikt voor fietstochten.
Romaanse kerk in Roksem - Oudekerkstraat, Ettelgem Info uit http://www.oudenburg.be/?page=patrimonium Deze zeer oude kerk is niet langer in gebruik voor vieringen. Het oorspronkelijke uitzicht van de kerk is nog duidelijk zichtbaar: een driehoekige basilikale vorm met koor en arcaden van de middenbeuk (twaalfde en veertiende eeuw). De toren dateert uit de veertiende eeuw en de sacristie uit de zeventiende eeuw.
Interessante hotels We bezochten twee interessante hotels via tips Vlaanderen Vakantieland. Het eerste ligt in Roksem, middel weiden en velden: Hotel de Stokerij http://www.hoteldestokerij.be/ In een arragement kan je 's avonds eten n het restaurant Jan Breydel aan de grote weg. Prima hotel (fietsen, Turks stoombad, sauna...) en voortreffelijke keuken. Een vakantiehotel vermeld in Vlaanderen Vakantieland is de Abdijhoeve: zie o.a. http://www.oudenburg.be/. De Abdijhoeve (Marktstraat 1) is van de voormalige Sint-Pietersabdij. Via een zeventiende-eeuwse toegangspoort kom je op de binnenkoer. Dit witgekalkte langsgebouw is eende overblijfsel van de voormalige Sint-Pietersabdij. De duiventoren is van de vijftiende eeuw.
De Orgelstraat met cafés Aan de Abijdhoeve moet je vast en zeker wandelen in de straat er recht tegenover: de Orgelstraat. Vroeger waren daar tientallen cafés. Bij de heraanleg van de straat werden de namen op de trottoirtegels gezet.
Archeologische site Vlak buiten de huidge fietsroutes ligt een archeologische site.
De streek van Oudenburg biedt vele mogelijkheden tot wandelingen en fietsverkenningen.Voor de fiets zijn er de routes van de Hoge Dijken en de Hoevenroute. Je kunt ze inpassen in het fietsnetwerk Brugse Ommeland. zie website Oudenburg http://www.oudenburg.be/?page=recreatie#dhd Wij wandelden op twee interessante natuursites:natuurdomein De Hoge Dijken en de reigerie te Westkerke. De Hoge Dijken is een natuureducatief gebied: zie http://home.tiscali.be/dehoge.dijken/default.html Elke dag toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang. Permanentie:woensdag van 15 u. tot 17 u. en zondagvan 10 u. tot 12 u. is. 120 vogelsoorten). Van oorsprong een overblijfsel van een oude binnenduin. die uitkeek boven de lagergelegen polders. Midden dit domein ligt een vijver: een gevolg van de zandwinning voor de aanleg van autowegen, hier de autosnelweg Brugge - Veurne. Reigerie van Westkerke Dit reservaat ligt op de grens van de Polders en de Zandstreek. Je wandelt tussen omvat oude eiken en beuken, gelegen Dit gebied staat bekend als een belangrijk broedterrein van de blauwe reiger. In de hoge bomen nestelen zich een honderdtal paartjes. Op het web zijn heel wat interessante sites voor fietsen. Onlangs ontdekte ik op deze weblog http://blog.seniorennet.be/deleukefietser/ : de moeite waard.
Pancartes, infoborden en verhalenfluisteraars In de meeste musea, tentoonstellingen en op natuurwandelroutes zijn er pancartes of infoborden met meer uitleg over het object of de plaats. Prima, maar het kan altijd beter. Enkele voorbeelden. Heb je je ook al geërgerd aan de opstelling en de taal van pancartes of infoborden? In sommige gevallen moet je je diep buigen om de tekst te kunnen lezen: te laag geplaatst. In andere gevallen heb je een vergrootglas nodig: te kleine letters. Een andere keer is de tekst niet bestemd voor de doorsnee bezoeker of wandelaar: te weinig of nietszeggende info of te gespecialiseerde inhoud eigenlijk bedoeld voor kenners. Maar die laatsten bezitten meestal een wetenschappelijke cataloog of ze hebben naslagwerken of een sterke kennisstructuur om op terug te vallen.
Waarom gaan de ontwerpers van die infoborden niet meer te rade bij het echte doelpubliek? Bij een kleine proefgroep de infoborden of pancartes op ware grootte en plaats uittesten, zou al heel wat nuttig informatie geven. Complementair kunnen de museumbezoekers gebruik van audiogidsen (audioguides), hoewel deze apparaatjes na een tijdje zwaar beginnen te wegen in de hand.
Een 'verhalenfluisteraar' op de fiets is een interessante nieuwigheid. Een verhalenfluisteraar combineert GPS, audio- én videogids. Er is een brug tussen een PDA (personal digital agenda; zakcomputer) en GPS. Op een vooraf ingegeven plek start automatisch een geluidsfragment, soms aangevuld met beeld. De verhalenfluisteraar verenigt audio, video én navigatie in een toestel. Dit toestelletje klik je vast op je fiets en je monteert het oortje. Je krijgt een gids door het landschap en de verhalen over die streek in het oor. Meer info: http://www.toerismelimburg.be/exec/108625/7408/ (met prijzen en locaties).
Kwaliteitsmest smaakt zout. De kwaliteit van de mest werd vroeger gecontroleerd door de beerproevers. Toen men op het toilet meer en meer water ging gebruiken, zeker met de doorbraak van het watercloset, verminderde dit de kwaliteit van de beer (gier).
Info over beerproever o.a.in Jongens en Wetenschap
met daarin volgende tekst "Planten hebben uiteraard voedsel nodig.
Voordat kunstmest beschikbaar was, werd beer (gier) gebruikt. De beer werd verdund met water om de plantjes niet te verbranden. Om de juiste verhouding te weten werd het soortelijk gewicht van de beer bepaald met een glazen meetinstrument. Veel bloemisten hadden onder hun personeel een proever, die zijn vinger stak in de verdunde beer en smaakte of deze niet te sterk was."
Villa Volta en Bokkenrijders Villa Volta is een attractie in de Efteling, een pretpark in Nederland. De Efteling - Wereld vol wonderen - is een van de mooiste familieparken in Nederland (en van Europa) vlak bij Tilburg. Surf naar http://www.efteling.com
Uit de introductietekst van Villa Volta: " Villa Volta Huis vol raadsels en geheimen. Vervloekt is dit huis, gedoemd zijn bewoner. Hugo van den Loonsche Duynen. Hij, die door overmoed overmand zijn hand aan heilige kostbaarheden brandde. Die de hemelse toorn minachtte en de vloek over zichzelf afriep. Dit huis, dit vervloekte huis het is een hel gelijk. Nergens in zijn eigen huis, noch waar ook ter wereld, zal hij rust of vrede vinden nu hij Gods huis geschonden heeft. Verbannen in dit huis, waar boven onder lijkt en onder boven Vervloekt is hij, Hugo de bokkenrijder." Villa Volta bevat raadsels en geheimen met een speciale filmruimte. " Villa Volta is gebaseerd op verhalen van de Bokkenrijders, een roversbende die in de achttiende eeuw roofde, moordde en plunderde in de grensstreek Limburg. De spanning in deze attractie wordt opgebouwd en de interesse opgewekt door twee voorshows. De eerste voorshow speelt zich af in een achttiende eeuws- ogende kamer. Met licht en geluidseffecten wordt de aandacht getrokken en wordt er over de bokkenrijders verteld. In de tweede voorshow vertelt een oude man (pop) over de vloek die over de bokkenrijders rust, omdat ze een abdij plunderden. Na deze animaties komt de eigenlijke attractie. De bezoekers komen een mooie kamer binnen met kroonluchters, spiegels, schilderijen,... Iedereen moet gaan zitten, de beveiligingsbar wordt toegedaan en de show kan beginnen. De lichten dimmen, er begint muziek te spelen en de bezoekers ervaren de vloek. Men heeft de indruk dat alles beweegt en dat men over kop gaat. Doordat zowel de muren, het plafond en de banken waarop de bezoekers zitten bewegen, kunnen ze zich niet meer oriënteren.
Of de roversbende ook daadwerkelijk bestaan heeft, blijft een vraagteken.In de rijke verhaaltraditie, met vaak niet overeenstemmende inhouden, waren de Bokkenrijders rovers die in de 18de eeuw de regio rond Limburg (België en Nederland) onveilig maakten. Er zouden vertakkingen zijn naar Luik en Duitsland. Volgens de overlevering staat vooral de Bende van Overmaas als symbool voor de Bokkenrijders. Zie o.a. http://nl.wikipedia.org/wiki/Bokkenrijders en http://www.bokkenrijders.com/
Kloosterorden: Cisterciënzers en Trappisten De kloosterorde van de cisterciënzers is opgericht in het Franse Cîteaux in 1098 (Robert van Molesme). 'Cisterciënzers' verwijst naar de Latijnse naam voor Citeaux - Cistercium. Sommige geestelijken konden zich niet langer vinden in de levenswijze van de benedictijnenkloosters, vooral in de Abdij van Cluny (Frankrijk).
Een van de dochterkloosters van Cîteaux was Clairvaux, waar in 1125 de jonge edelman, Bernardus, met een groep jonge familieleden was ingetreden, tot abt werd gekozen. Deze Bernard van Clairvaux werd het symbool en de verspreider van de cisterciënzers.
Bij de dood van Bernard van Clairvaux in 1153 telde de orde al meer dan 300 kloosters, meestal gevestigd in onherbergzame streken. Deze kloosters deden aan landontginning en inpoldering. Na 1300 kwam een moeilijke tijd. De vrouwen namen echter de fakkel over en de 13de eeuw werd de Gouden Eeuw van de monialen (+ vrouwelijke ordeleden). Ook in sommige kloosters van de cisterciënzers nam de praalzucht toe en het geestelijk leven af. Dit was vooral doordat men in sommige van die kloosters de abten niet koos, maar dat er abten kwamen die dit ambt hadden gekocht: commendataire abten. Dit leidde tot verval omdat dezen weinig of niet in hun klooster waren en dus ook niet toekeken op de regeltucht. info (zie o.a. Wikipedia).
Later kwamen de Trappisten (afgeleid van het Franse klooster La Trappe) als afscheiding van de cisterciënzers met een strengere regel (de strikte observantie). In Nederland en België hebben de trappisten de cisterciënzers overvleugeld.
Met Witte Donderdag (Duits: Gründonnerstage - Groene Donderdag) 2005 wandelden we in Duitsland, vlak over de Belgische grens, in de Eifel. We bzochten kerkjes, kerkhoven en de abdij van Himmerod.
Het viel ons op dat in het Duits sprake is van Gründonnerstag - Groene Donderdag, waar wij het hebben over Witte Donderdag. Navraag bij de plaatselijke bevolking en geestelijkheid leverde niet veel of tegenstrijdige informatie. Dan maar naar Wikipedia Nederlands http://nl.wikipedia.org/wiki/Witte_donderdag en Wikpedia Duits http://de.wikipedia.org/wiki/Gr%C3%BCndonnerstag. Als je zoekt met Witte Donderdag, kan je bij andere talen (zie linkerkolom) klikken op Deutsch en krijg je Gründonnerstag. Makkelijk om te vergelijken.
Info Wikpedia Duits:Gründonnerstag. Men is het niet eens over de betekenis Gründonnerstag. Drie mogelijkheden:
* gebruik van groene liturgiedoeken, hoewel men nu wit gebruikt.
* afgeleid van het oude woord: gr(e)inen (= klagen, weinen, treuren)
* eten van groen kruiden
Zo kwamen we ook niet verder. Wikipedia kon geen sluitende verklaring geven, zoals de plaatselijke bevolking.
In een zacht glooiend dal (met de rivier Salm) bezochten we de abdij Himmerod, dat de laatste jaren in trek is bij toeristen en bezoekers. Oprichting in 1134; barokke kerk in 1751; ontmanteld na de Franse revolutie; terug in bezit vanaf 1802. Grondige restauratie vanaf 1962. Wil je een idee krijgen van de turbulente geschiedenis opkomst, verval, restauratie, en de huidge uitstraling, ga naar Wikpedia Duits:
Ik ging met mijn kinderen van tien en acht mijn oude tante bezoeken in een RVT. Ze was sinds enige tijd in de afdeling van dementerende personen. Ik had nog nooit deze mensen bezocht in een tehuis. Mijn kinderen kenden hun tante vaag van vroeger. Om hen voor te bereiden vertelde ik wat over dementerende personen.
Toen we op de afdeling kwamen, konden we niet direct binnen. We dienden aan te bellen. Men vertelde ons dat de deuren op slot waren en dat we via een cijferslot naar buiten konden gaan. Er waren immers bewoners die geregeld wilden naar buiten gaan.
Het was er bijzonder druk, nogal chaotisch. Ik voelde aan de druk van de handen van mijn kinderen, dat ze zich niet makkelijk voelden. Ik vroeg: Wil je tante Griet bezoeken of wil je liever terug naar huis. Ze hielden zich sterk en knikten om verder te gaan.
Na wat zoeken zag ik ze zitten. We gingen ernaar toe. Ik meende een flits van herkenning te zien in haar ogen. Ze hield mijn handen vast en ze streelde de handen van mijn kinderen. Ik vertelde haar over mijn kinderen, maar het drong waarschijnlijk niet tot haar door.
Ik wist niet goed wat te doen. Mijn kinderen keken me vragend aan. Opeens begon een vrouw te roepen en op en neer te lopen. Ze was geagiteerd. Geleidelijk aan begonnen andere bewoners ook geagiteerd te doen. Ik werd onrustig en de kinderen ook. Wat kunnen we nog zinvol doen? Ik besloot weg te gaan. Ik streelde tante op haar wang en de kinderen deden dit ook.
Een volgende keer waren we er beter op voorbereid. We geven haar een beetje water. We laten haar ruiken aan Eau de Cologne, geparfumeerde zeepjes en keukenkruiden. We zoeken uit wat ze aangenaam vindt.
We waren verwittigd: tante Lisa zou zeer binnenkort doodgaan. We hadden afgesproken dat we om beurten bij haar zouden waken.
Ik zat die nacht naast haar bed. Ik kon het niet opbrengen om te luisteren naar de radio, een krant of een boek te lezen. Ik wou nog contact met mijn tante hebben. Maar hoe? Ik wist dat ze graag liedjes hoorde. Ik nam haar hand vast en begon zacht te zingen. Het hele repertoire: Op de purperen hei, Broeder Jacob, Te Lourdes op de bergen en haarlievelingslied: Zie ik de lichtjes van de Schelde. Na een tijdje was ik moe van het zingen en viel in slaap.
Ik droomde dat ik naast het sterfbed zat van mijn oom die onlangs overleden was. Zijn vrouw had al enkele dagen naast zijn bed gewaakt. Omdat hij er zo stil bij lag, dacht ze dat hij overleden was. Ze riep hardop in zijn oor: Julien leeft ge nog. Hij antwoordde niet. Hij was overleden. Ik hoorde mijn tante in mijn droom roepen: Julien, leeft ge nog? Ik schoot wakker en ik keek naar mijn tante Lisa. Ze ademde nog, zij het moeilijker. Zou ze nu doodgaan? Ik hield haar hand nog altijd vast. Ik zong haar lievelingsliedje: Zie ik de lichtjes van de Schelde. Ze ademde diep uit: de allerlaatste keer.
Ik was blij dat ze zachtjes gestorven en niet alleen. Ik belde de nachtzuster op en de familie. Ik neuriede verder met tranen in mijn ogen: Zie ik de lichtjes van de Schelde en fluisterde in haar oor: Goede vaart naar de overkant, tante Lisa. (verteld door LM, opgetekend en bewerkt door Siti4)
Toen ik veertien jaar oud was, in 1975, mocht ik met mijn moeder ze was toen vijftig - naar het voedingssalon in een van Heizelpaleizen te Brussel. Bekaf gingen we naar het laatste paleis, waar er ook een stand was met parels. Ze was nieuwsgierig naar de prijzen. Ze vroeg aan de verkoopster: En madame, zijn dit echte parels? Natuurlijk, ik verkoop geen plastic parels. Omdat je mijn laatste klant bent, wil ik een speciaal prijsje voor je maken.
Mijn moeder keek naar de ketting die ze mooi vond. Ze deed de ketting even op haar hals. en dan stak ze een parel in haar mond.
De verkoopster riep: 'Madame, heb je vandaag nog niet gegeten misschien? Geef die ketting maar.'
Ik dacht dat ik door de grond ging zinken.
We gingen vlug weg, zonder een woord te zeggen.
Als we buiten de zaal kwamen, zei mijn moeder: Het waren echte parels. En ze vertelde me dat ze bij haar juwelier vorig jaar een parelketting had laten herstellen, een erfstuk van haar meter. Mijn moeder die een gezonde dosis kritisch vermogen had en haar meter kende die eerder aan de gierige kant was - vroeg: En Louis, zijn dat echte parels?
Louis zei Mevrouwtje, het is makkelijk om echte parels te herkennen van namaak. Ze komen van oesters uit de zee. Vroeger haalden de parelvissers ze op uit de zee, nu worden de parels gekweekt. Echte parels zijn een product van de natuur: ze hebben geleefd, ze hebben kleine oneffenheden door te groeien. Als je een parel met je tong betast, voel je de kleine oneffenheden. Bij een plastic parel is dit helemaal effen. Ze deden de proef op de som. Toen verstond ik waarom mijn moeder een parel op haar tong had gelegd.
Als ze nu haar ketting draagt, vraag ik aan mijn moeder: Ma, geen parels opeten want je hebt al genoeg gegeten.
En dan vertelt mijn moeder de anekdote opnieuw en ze kan er goed mee lachen. (anekdote verteld door LM, opgetekend en bewerkt door siti4).
Mijn moeder wilde een nieuwe soutien-gorge, kopen. Dit keer een beha zonder bandjes, want dit was de mode. Ze ging naar haar verkoopster op de markt, dat was haar vast adres. De verkoopster zei dat dit model van beha vandaag bij haar uitverkocht was. Volgende week kon ze er een meebrengen uit de voorraad van de hoofdwinkel in Oemmelegoem. Oemmelegoem? vroeg mijn moeder. Maar madammeke, kent ge Oemmelegoem, niet? Dat ligt aan het kanaal Antwerpen Luik.
Mijn moeder durfde niet verder doorvragen, want misschien was haar aardrijkskundige kennis niet zo best meer.
Thuis gekomen vroeg ze links en rechts waar Oemmelegoem lag. En de derde keer, was het raak: Oemmelegoem was Wommelgem. Ze heeft de beha gekocht en ze zei tegen haar vriendinnen: aais van Oemmelegoem, hij komt van Wommelgem. (anekdote verteld door LM, opgetekend door siti4)
Athene Ik wist dat Athene een goede face-lift had gekregen voor de Olympische zomerspelen van 2004. Tevens dat Athene verdere inspanningen deed om het Eurosongfestival van 18 en 20 mei 2006 te ontvangen. De bestemming van een kort tussendoortje in de Krokusvakantie lag zo vast. Op het vliegveld namen we de vlugge metroverbinding naar het centrum. Daar ons hotel (Athens Cypria) op wandelafstand lag van het grote metrostation Syntagma (vlak aan het parlementsgebouw met aflossing van de wacht), was dit goed meegenomen. Het weer was lekker, zeker in vergelijking met de sneeuw en de ijzel in België. Groot Athene: ongeveer vier miljoen mensen; bevolking Griekenland: tien miljoen. Athene is vooral bekend vanwege het Parthenon op de Acropolis, een heuvel in Athene. Het merendeel van de gebouwen in het tegenwoordige Athene is van vrij recente datum.
Wat viel op? In feite weinig historische gebouwen uit de oudheid, maar ze zijn wel van het formaat van werelderfgoed. Propere stad, druk maar gedisciplineerd; goede en betaalbare volkse keuken; in verhouding weinig slagers en bakkers. Wel een grote en rumoerige open markt, zoals de hallen in Parijs er vroeger moeten geweest zijn.
Gelukkig dat de straatnamen ook in ons alfabet zijn, want zo makkelijk is het Grieks niet te ontcijferen.
De eerste moderne Olympische Spelen van 1896, vonden in Athene plaats: niet de moeite waard om deze site te bezoeken.
Het meest beklijvende is het zicht van ver en van dichtbij op de Acropolis. Na een tijdje hindert het zicht op de stellingen minder. (Men zegt dat de restauratiewerken achter de rug zijn...). En als je beneden wandelt overdag en vooral s avonds, zijn er wondere vergezichten te beleven. Buiten het toeristische seizoen is op zondag de Acropolis gratis.