Pancartes, infoborden en verhalenfluisteraars In de meeste musea, tentoonstellingen en op natuurwandelroutes zijn er pancartes of infoborden met meer uitleg over het object of de plaats. Prima, maar het kan altijd beter. Enkele voorbeelden. Heb je je ook al geërgerd aan de opstelling en de taal van pancartes of infoborden? In sommige gevallen moet je je diep buigen om de tekst te kunnen lezen: te laag geplaatst. In andere gevallen heb je een vergrootglas nodig: te kleine letters. Een andere keer is de tekst niet bestemd voor de doorsnee bezoeker of wandelaar: te weinig of nietszeggende info of te gespecialiseerde inhoud eigenlijk bedoeld voor kenners. Maar die laatsten bezitten meestal een wetenschappelijke cataloog of ze hebben naslagwerken of een sterke kennisstructuur om op terug te vallen.
Waarom gaan de ontwerpers van die infoborden niet meer te rade bij het echte doelpubliek? Bij een kleine proefgroep de infoborden of pancartes op ware grootte en plaats uittesten, zou al heel wat nuttig informatie geven. Complementair kunnen de museumbezoekers gebruik van audiogidsen (audioguides), hoewel deze apparaatjes na een tijdje zwaar beginnen te wegen in de hand.
Een 'verhalenfluisteraar' op de fiets is een interessante nieuwigheid. Een verhalenfluisteraar combineert GPS, audio- én videogids. Er is een brug tussen een PDA (personal digital agenda; zakcomputer) en GPS. Op een vooraf ingegeven plek start automatisch een geluidsfragment, soms aangevuld met beeld. De verhalenfluisteraar verenigt audio, video én navigatie in een toestel. Dit toestelletje klik je vast op je fiets en je monteert het oortje. Je krijgt een gids door het landschap en de verhalen over die streek in het oor. Meer info: http://www.toerismelimburg.be/exec/108625/7408/ (met prijzen en locaties).
Kwaliteitsmest smaakt zout. De kwaliteit van de mest werd vroeger gecontroleerd door de beerproevers. Toen men op het toilet meer en meer water ging gebruiken, zeker met de doorbraak van het watercloset, verminderde dit de kwaliteit van de beer (gier).
Info over beerproever o.a.in Jongens en Wetenschap
met daarin volgende tekst "Planten hebben uiteraard voedsel nodig.
Voordat kunstmest beschikbaar was, werd beer (gier) gebruikt. De beer werd verdund met water om de plantjes niet te verbranden. Om de juiste verhouding te weten werd het soortelijk gewicht van de beer bepaald met een glazen meetinstrument. Veel bloemisten hadden onder hun personeel een proever, die zijn vinger stak in de verdunde beer en smaakte of deze niet te sterk was."
Villa Volta en Bokkenrijders Villa Volta is een attractie in de Efteling, een pretpark in Nederland. De Efteling - Wereld vol wonderen - is een van de mooiste familieparken in Nederland (en van Europa) vlak bij Tilburg. Surf naar http://www.efteling.com
Uit de introductietekst van Villa Volta: " Villa Volta Huis vol raadsels en geheimen. Vervloekt is dit huis, gedoemd zijn bewoner. Hugo van den Loonsche Duynen. Hij, die door overmoed overmand zijn hand aan heilige kostbaarheden brandde. Die de hemelse toorn minachtte en de vloek over zichzelf afriep. Dit huis, dit vervloekte huis het is een hel gelijk. Nergens in zijn eigen huis, noch waar ook ter wereld, zal hij rust of vrede vinden nu hij Gods huis geschonden heeft. Verbannen in dit huis, waar boven onder lijkt en onder boven Vervloekt is hij, Hugo de bokkenrijder." Villa Volta bevat raadsels en geheimen met een speciale filmruimte. " Villa Volta is gebaseerd op verhalen van de Bokkenrijders, een roversbende die in de achttiende eeuw roofde, moordde en plunderde in de grensstreek Limburg. De spanning in deze attractie wordt opgebouwd en de interesse opgewekt door twee voorshows. De eerste voorshow speelt zich af in een achttiende eeuws- ogende kamer. Met licht en geluidseffecten wordt de aandacht getrokken en wordt er over de bokkenrijders verteld. In de tweede voorshow vertelt een oude man (pop) over de vloek die over de bokkenrijders rust, omdat ze een abdij plunderden. Na deze animaties komt de eigenlijke attractie. De bezoekers komen een mooie kamer binnen met kroonluchters, spiegels, schilderijen,... Iedereen moet gaan zitten, de beveiligingsbar wordt toegedaan en de show kan beginnen. De lichten dimmen, er begint muziek te spelen en de bezoekers ervaren de vloek. Men heeft de indruk dat alles beweegt en dat men over kop gaat. Doordat zowel de muren, het plafond en de banken waarop de bezoekers zitten bewegen, kunnen ze zich niet meer oriënteren.
Of de roversbende ook daadwerkelijk bestaan heeft, blijft een vraagteken.In de rijke verhaaltraditie, met vaak niet overeenstemmende inhouden, waren de Bokkenrijders rovers die in de 18de eeuw de regio rond Limburg (België en Nederland) onveilig maakten. Er zouden vertakkingen zijn naar Luik en Duitsland. Volgens de overlevering staat vooral de Bende van Overmaas als symbool voor de Bokkenrijders. Zie o.a. http://nl.wikipedia.org/wiki/Bokkenrijders en http://www.bokkenrijders.com/
Kloosterorden: Cisterciënzers en Trappisten De kloosterorde van de cisterciënzers is opgericht in het Franse Cîteaux in 1098 (Robert van Molesme). 'Cisterciënzers' verwijst naar de Latijnse naam voor Citeaux - Cistercium. Sommige geestelijken konden zich niet langer vinden in de levenswijze van de benedictijnenkloosters, vooral in de Abdij van Cluny (Frankrijk).
Een van de dochterkloosters van Cîteaux was Clairvaux, waar in 1125 de jonge edelman, Bernardus, met een groep jonge familieleden was ingetreden, tot abt werd gekozen. Deze Bernard van Clairvaux werd het symbool en de verspreider van de cisterciënzers.
Bij de dood van Bernard van Clairvaux in 1153 telde de orde al meer dan 300 kloosters, meestal gevestigd in onherbergzame streken. Deze kloosters deden aan landontginning en inpoldering. Na 1300 kwam een moeilijke tijd. De vrouwen namen echter de fakkel over en de 13de eeuw werd de Gouden Eeuw van de monialen (+ vrouwelijke ordeleden). Ook in sommige kloosters van de cisterciënzers nam de praalzucht toe en het geestelijk leven af. Dit was vooral doordat men in sommige van die kloosters de abten niet koos, maar dat er abten kwamen die dit ambt hadden gekocht: commendataire abten. Dit leidde tot verval omdat dezen weinig of niet in hun klooster waren en dus ook niet toekeken op de regeltucht. info (zie o.a. Wikipedia).
Later kwamen de Trappisten (afgeleid van het Franse klooster La Trappe) als afscheiding van de cisterciënzers met een strengere regel (de strikte observantie). In Nederland en België hebben de trappisten de cisterciënzers overvleugeld.
Met Witte Donderdag (Duits: Gründonnerstage - Groene Donderdag) 2005 wandelden we in Duitsland, vlak over de Belgische grens, in de Eifel. We bzochten kerkjes, kerkhoven en de abdij van Himmerod.
Het viel ons op dat in het Duits sprake is van Gründonnerstag - Groene Donderdag, waar wij het hebben over Witte Donderdag. Navraag bij de plaatselijke bevolking en geestelijkheid leverde niet veel of tegenstrijdige informatie. Dan maar naar Wikipedia Nederlands http://nl.wikipedia.org/wiki/Witte_donderdag en Wikpedia Duits http://de.wikipedia.org/wiki/Gr%C3%BCndonnerstag. Als je zoekt met Witte Donderdag, kan je bij andere talen (zie linkerkolom) klikken op Deutsch en krijg je Gründonnerstag. Makkelijk om te vergelijken.
Info Wikpedia Duits:Gründonnerstag. Men is het niet eens over de betekenis Gründonnerstag. Drie mogelijkheden:
* gebruik van groene liturgiedoeken, hoewel men nu wit gebruikt.
* afgeleid van het oude woord: gr(e)inen (= klagen, weinen, treuren)
* eten van groen kruiden
Zo kwamen we ook niet verder. Wikipedia kon geen sluitende verklaring geven, zoals de plaatselijke bevolking.
In een zacht glooiend dal (met de rivier Salm) bezochten we de abdij Himmerod, dat de laatste jaren in trek is bij toeristen en bezoekers. Oprichting in 1134; barokke kerk in 1751; ontmanteld na de Franse revolutie; terug in bezit vanaf 1802. Grondige restauratie vanaf 1962. Wil je een idee krijgen van de turbulente geschiedenis opkomst, verval, restauratie, en de huidge uitstraling, ga naar Wikpedia Duits:
Ik ging met mijn kinderen van tien en acht mijn oude tante bezoeken in een RVT. Ze was sinds enige tijd in de afdeling van dementerende personen. Ik had nog nooit deze mensen bezocht in een tehuis. Mijn kinderen kenden hun tante vaag van vroeger. Om hen voor te bereiden vertelde ik wat over dementerende personen.
Toen we op de afdeling kwamen, konden we niet direct binnen. We dienden aan te bellen. Men vertelde ons dat de deuren op slot waren en dat we via een cijferslot naar buiten konden gaan. Er waren immers bewoners die geregeld wilden naar buiten gaan.
Het was er bijzonder druk, nogal chaotisch. Ik voelde aan de druk van de handen van mijn kinderen, dat ze zich niet makkelijk voelden. Ik vroeg: Wil je tante Griet bezoeken of wil je liever terug naar huis. Ze hielden zich sterk en knikten om verder te gaan.
Na wat zoeken zag ik ze zitten. We gingen ernaar toe. Ik meende een flits van herkenning te zien in haar ogen. Ze hield mijn handen vast en ze streelde de handen van mijn kinderen. Ik vertelde haar over mijn kinderen, maar het drong waarschijnlijk niet tot haar door.
Ik wist niet goed wat te doen. Mijn kinderen keken me vragend aan. Opeens begon een vrouw te roepen en op en neer te lopen. Ze was geagiteerd. Geleidelijk aan begonnen andere bewoners ook geagiteerd te doen. Ik werd onrustig en de kinderen ook. Wat kunnen we nog zinvol doen? Ik besloot weg te gaan. Ik streelde tante op haar wang en de kinderen deden dit ook.
Een volgende keer waren we er beter op voorbereid. We geven haar een beetje water. We laten haar ruiken aan Eau de Cologne, geparfumeerde zeepjes en keukenkruiden. We zoeken uit wat ze aangenaam vindt.
We waren verwittigd: tante Lisa zou zeer binnenkort doodgaan. We hadden afgesproken dat we om beurten bij haar zouden waken.
Ik zat die nacht naast haar bed. Ik kon het niet opbrengen om te luisteren naar de radio, een krant of een boek te lezen. Ik wou nog contact met mijn tante hebben. Maar hoe? Ik wist dat ze graag liedjes hoorde. Ik nam haar hand vast en begon zacht te zingen. Het hele repertoire: Op de purperen hei, Broeder Jacob, Te Lourdes op de bergen en haarlievelingslied: Zie ik de lichtjes van de Schelde. Na een tijdje was ik moe van het zingen en viel in slaap.
Ik droomde dat ik naast het sterfbed zat van mijn oom die onlangs overleden was. Zijn vrouw had al enkele dagen naast zijn bed gewaakt. Omdat hij er zo stil bij lag, dacht ze dat hij overleden was. Ze riep hardop in zijn oor: Julien leeft ge nog. Hij antwoordde niet. Hij was overleden. Ik hoorde mijn tante in mijn droom roepen: Julien, leeft ge nog? Ik schoot wakker en ik keek naar mijn tante Lisa. Ze ademde nog, zij het moeilijker. Zou ze nu doodgaan? Ik hield haar hand nog altijd vast. Ik zong haar lievelingsliedje: Zie ik de lichtjes van de Schelde. Ze ademde diep uit: de allerlaatste keer.
Ik was blij dat ze zachtjes gestorven en niet alleen. Ik belde de nachtzuster op en de familie. Ik neuriede verder met tranen in mijn ogen: Zie ik de lichtjes van de Schelde en fluisterde in haar oor: Goede vaart naar de overkant, tante Lisa. (verteld door LM, opgetekend en bewerkt door Siti4)
Toen ik veertien jaar oud was, in 1975, mocht ik met mijn moeder ze was toen vijftig - naar het voedingssalon in een van Heizelpaleizen te Brussel. Bekaf gingen we naar het laatste paleis, waar er ook een stand was met parels. Ze was nieuwsgierig naar de prijzen. Ze vroeg aan de verkoopster: En madame, zijn dit echte parels? Natuurlijk, ik verkoop geen plastic parels. Omdat je mijn laatste klant bent, wil ik een speciaal prijsje voor je maken.
Mijn moeder keek naar de ketting die ze mooi vond. Ze deed de ketting even op haar hals. en dan stak ze een parel in haar mond.
De verkoopster riep: 'Madame, heb je vandaag nog niet gegeten misschien? Geef die ketting maar.'
Ik dacht dat ik door de grond ging zinken.
We gingen vlug weg, zonder een woord te zeggen.
Als we buiten de zaal kwamen, zei mijn moeder: Het waren echte parels. En ze vertelde me dat ze bij haar juwelier vorig jaar een parelketting had laten herstellen, een erfstuk van haar meter. Mijn moeder die een gezonde dosis kritisch vermogen had en haar meter kende die eerder aan de gierige kant was - vroeg: En Louis, zijn dat echte parels?
Louis zei Mevrouwtje, het is makkelijk om echte parels te herkennen van namaak. Ze komen van oesters uit de zee. Vroeger haalden de parelvissers ze op uit de zee, nu worden de parels gekweekt. Echte parels zijn een product van de natuur: ze hebben geleefd, ze hebben kleine oneffenheden door te groeien. Als je een parel met je tong betast, voel je de kleine oneffenheden. Bij een plastic parel is dit helemaal effen. Ze deden de proef op de som. Toen verstond ik waarom mijn moeder een parel op haar tong had gelegd.
Als ze nu haar ketting draagt, vraag ik aan mijn moeder: Ma, geen parels opeten want je hebt al genoeg gegeten.
En dan vertelt mijn moeder de anekdote opnieuw en ze kan er goed mee lachen. (anekdote verteld door LM, opgetekend en bewerkt door siti4).
Mijn moeder wilde een nieuwe soutien-gorge, kopen. Dit keer een beha zonder bandjes, want dit was de mode. Ze ging naar haar verkoopster op de markt, dat was haar vast adres. De verkoopster zei dat dit model van beha vandaag bij haar uitverkocht was. Volgende week kon ze er een meebrengen uit de voorraad van de hoofdwinkel in Oemmelegoem. Oemmelegoem? vroeg mijn moeder. Maar madammeke, kent ge Oemmelegoem, niet? Dat ligt aan het kanaal Antwerpen Luik.
Mijn moeder durfde niet verder doorvragen, want misschien was haar aardrijkskundige kennis niet zo best meer.
Thuis gekomen vroeg ze links en rechts waar Oemmelegoem lag. En de derde keer, was het raak: Oemmelegoem was Wommelgem. Ze heeft de beha gekocht en ze zei tegen haar vriendinnen: aais van Oemmelegoem, hij komt van Wommelgem. (anekdote verteld door LM, opgetekend door siti4)
Athene Ik wist dat Athene een goede face-lift had gekregen voor de Olympische zomerspelen van 2004. Tevens dat Athene verdere inspanningen deed om het Eurosongfestival van 18 en 20 mei 2006 te ontvangen. De bestemming van een kort tussendoortje in de Krokusvakantie lag zo vast. Op het vliegveld namen we de vlugge metroverbinding naar het centrum. Daar ons hotel (Athens Cypria) op wandelafstand lag van het grote metrostation Syntagma (vlak aan het parlementsgebouw met aflossing van de wacht), was dit goed meegenomen. Het weer was lekker, zeker in vergelijking met de sneeuw en de ijzel in België. Groot Athene: ongeveer vier miljoen mensen; bevolking Griekenland: tien miljoen. Athene is vooral bekend vanwege het Parthenon op de Acropolis, een heuvel in Athene. Het merendeel van de gebouwen in het tegenwoordige Athene is van vrij recente datum.
Wat viel op? In feite weinig historische gebouwen uit de oudheid, maar ze zijn wel van het formaat van werelderfgoed. Propere stad, druk maar gedisciplineerd; goede en betaalbare volkse keuken; in verhouding weinig slagers en bakkers. Wel een grote en rumoerige open markt, zoals de hallen in Parijs er vroeger moeten geweest zijn.
Gelukkig dat de straatnamen ook in ons alfabet zijn, want zo makkelijk is het Grieks niet te ontcijferen.
De eerste moderne Olympische Spelen van 1896, vonden in Athene plaats: niet de moeite waard om deze site te bezoeken.
Het meest beklijvende is het zicht van ver en van dichtbij op de Acropolis. Na een tijdje hindert het zicht op de stellingen minder. (Men zegt dat de restauratiewerken achter de rug zijn...). En als je beneden wandelt overdag en vooral s avonds, zijn er wondere vergezichten te beleven. Buiten het toeristische seizoen is op zondag de Acropolis gratis.
Als je reist in Frankrijk en je wilt iets meepikken van de interessante bouwwerken, dan kom je geregeld twee namen van wereldberoemde Franse architecten tegen: Vauban en Viollet-le-Duc. Beide namen hebben een plaats in het werelderfgoed.
Even onze kennis opfrissen en je uitnodigen voor verdere exploratie op internet.
Vauban ( 1633 - 31707) was een Franse generaal en een vestingbouwkundige voor Lodewijk XIV. Hij voorzag verschillende Franse steden van verdedigingswerken bijvoorbeeld citadels. Dit gebeurde ook in Vlaanderen: Ieper Menen, Veurne. Sint-Winoksbergen (Frans Vlaanderen; Bergues): Kasselpoort. Een zeer interessant artikel in Wikipedia over Sint-Winoksbergen
http://nl.wikipedia.org/wiki/Sint-Winoksbergen ga dan naar de website van deze kleine Franse stad Bergues, die zich presenteert als lautre Bruges des Flandres. Voor afbeeldingen: ga naar Google Afbeeldingen en je typt de namen in van deze architecten en/of van deze steden. En zoals altijd moet je even passeren via Wikipedia, maar hier neem je de Franse versie. Die is uitgebreider en interessanter: http://fr.wikipedia.org/wiki/S%C3%A9bastien_Le_Prestre_de_Vauban dan de Nederlanse versie.
Eugène Emmanuel Viollet-le-Duc ( 1814 - 1879) is vooral bekend voor zijn totaalreconstructies vooral van middeleeuwse bouwwerken. Hij schonk veel aandacht aan de totaalinrichting van de gerestaureerde monumenten: van meubilair, keuken tot muziek- en wapenvoorzieningen. Zijn manier van restaureren betekende een ommekeer voor die tijd. Totnogtoe liet de bevolking en de overheid deze monumenten verkommeren. Men stal wat bruikbaar was, men gaf andere bestemmingen zoals munitieopslagplaatsen, gevangenissen. Hij was het die nieuw leven gaf aan deze monumenten. Dit leverde hem ook tegenstanders op die deze manier van restaureren. te drastisch vonden.
Vanaf 1840, abdij van Vezelay; kerken: Sainte-Marie-Madeleine (Vezelay) Notre-Dame de Paris (Paris). Kastelen: Château de Pierrefonds, Cité de Carcassonne, Château de Coucy enz.
En voor afbeeldingen surf je naar Google Afbeeldingen en je typt de namen in van deze architecten en van deze steden.
Spaanse ham: Iberische ham of jamon iberico en serranoham.
Spaanse ham: Iberische ham of jamon iberico en serranoham.
Ook liefhebber van Spaanse ham? Ik hou er vooral van in Spanje of in een Spaans restaurant. Bij Spaanse ham denken we aan de twee belangrijkste soorten: Iberische ham of jamon iberico en de serranoham. Iberische ham of jamon iberico is langer en smaller dan de serranoham. De Iberische ham komt van het Iberische varken dat bruin zwart is. Daarom hebben de Spanjaarden het meestal niet over jamon iberico maar over pata negra: zwarte poot.
Voeding: de witte varkens voor de serranoham eten het gewone varkenseten. De donkere varkens voor de Iberische ham eten op het einde van de kweek ook eikels. Als ze achttien maand oud zijn worden ze geslacht (gewicht tot 170 kilo). Daarna zouten, drogen en rijpen gedurende wat zowat vijftien maand in beslag neemt. Prijs: in beide soorten zijn er verschillende prijsklassen naargelang van de kwaliteit. In de regel is de Iberische ham duurder. Voor de duurdere soorten van de Iberische ham (bellotaham bijv.): prijs ontbeende ham ongeveer 70 euro per kilo.
We weten dat de verspreiding van de kerstbomen kwam door de Duitse soldaten in WO I. Duitse soldaten kregen van het thuisfront kerstbomen als cadeau. Ze kregen tevens de boodschap: over enkele maanden zijn jullie thuis (zie film Merry Christmas). Ik meen mij te herinneren dat we eerder al de kerstboom zagen verschijnen op het paleis in Brussel door toedoen vankoning Leopold I, niet zo vreemd gezien zijn Duitse origine: Saksen Coburg.
In WO I zijn heel wat volksverhalen gemaakt over twee bijzonder plagen aan het front: de luizen en de ratten. Mijn vader,die oud-strijder was, vertelde me erover. Wat ik nu vernam is dat de ratten enkel geïnteresseerd waren in voedsel en voedselresten. Ze beten de soldaten niet. Mijn vader had het nochtans over ratten die 's nachts door zijn laarzen beten. Wel liepen de ratten s nachts over hun slapende lijven. De Groote Oorlog (1914 - 1918) was een wrede loopgravenoorlog met veel ellende en ontbering.
Bij de bevrijding na WO II en dat kan ik mij nog herinneren zagen we de opkomst van de nylonkousen, kauwgom, corned beef en Amerikaanse sigaretten.
Voor liefhebbers van volkscultuur is een bezoek aan de website van het Huis van Alijn http://www.huisvanalijn.be/ een aanrader. Combineer dat met een echt bezoek in dit huis voor volkscultuur te Gent (adres en openingsuren op de website). Ik hoorde op de radio dat ze volop op zoek waren naar een origineel blik van Marie Dumas. Ik hoop dat ze zon blik al gevonden hebben, want er was een scherpe vervaldatum voor een boek over eetcultuur in de vijftiger jaren. Op de website lezen we:
Wie klinkt het niet vertrouwd in de oren ? Marie Thumas! Zelfs Arno zong erover De alom bekende conservenfabriek was decennialang een vaste waarde in menige Vlaamse keuken. Vijfentwintig jaar geleden verdween het merk van de markt. Receptenboekjes, spaarpotten en advertenties zijn er nog, maar conservenblikjes of glazen bokalen met etiket zijn voorlopig onvindbaar.
Onze zoektocht langs Vlaamse wegen in bedrijven, musea, keukenkasten, garages en kelders bleef tot op heden vruchteloos. Wie heeft nog dat éne oude blik of die glazen bokaal mét etiket in de kast staan ? Leeg of vol, het maakt niet uit, als het etiket maar zichtbaar is. Het Huis van Alijn wil Marie Thumas terug in het blikveld! Verspreid de boodschap en help mee zoeken."
Lamorinière Sparrenbos te Pulle 'Welke aangename herinneringen roept een bos bij je op?'
Zoals iedereen heb ik in mijn geheugen een aparte afdeling met herinneringen aan bomen. Een van de oudste herinneringen is de boom op de speelplaats van de kleuterschool (de kakschool, de Fröbel). We dansten er rond en we zongen: En den boom en den boom en den goddelijke boom. En de boom die staat op daarde Ik heb de rest van het kinderliedje niet kunnen achterhalen. Nog altijd niet, zelfs niet met Google. Dan kwam de boom met een krachtige tak om aan te slingeren. Ik viel eraf en ik brak mijn been. Ik lag enkele weken met mijn been in de gipsi n een zeteltje buiten in de zon op straat. Ik herinner me dat een Duitse soldaat het was op het einde van de oorlog me vriendelijk toeknikte. En dan na de oorlog de opkomst van de kerstbomen. Iedereen wilde er een hebben om ze zoveel mogelijk te versieren. Met engelenhaar dat in je vingers sneed, met gekleurde slingers en echte kaarsjes op ijzeren klemmetjes, met ballen in alle kleuren en grootten en met een kleurige, grote top als een kruis van de kerktoren. En dan de boom van de kennis van goed en kwaad ten tijde van Adam en Eva, een appelboom. http://nl.wikipedia.org/wiki/Boom_van_de_kennis_van_goed_en_kwaad Van alle bomen in de tuin mag je eten, maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven. Gen. 2:16-17 Aan de universiteit koos ik in mijn tweede jaar de boomtest (der Baumtest - Alfred Koch) als seminariewerk. Koch, Karl. Der Baumtest : der Baumzeichenversuch als psychodiagnostisches Hilfsmittel. - Bern : Hans Huber, 1993 (laatste herdruk ?). Uit de boomtekening probeerde ik als een als een leerling-tovenaar de persoonlijkheid te doorgronden van kinderen en volwassenen.
Nu geniet ik van de bomen. Ik probeer de boom als belevingselement voor ouderen naar voren te brengen door bomen te verbinden met de vier oerelementen. Aarde: de wortels van de boom; lucht: wind in de bladerkroon; ontwortelen); vuur: bliksem, bosbranden; water: bomen in en aan het water; boten. Oudere mensen halen veel (aangename) herinneringen op aan bomen vanuit hun kindertijd en van de reproducties van landschapschilderijen. Als ik een dreef van de Antwerpse schilder Lamorinière projecteer in PowerPoint , krijg ik een reeks interessante herinneringen. Doe de proef bij jezelf met bovenstaande foto. 'Welke aangename herinneringen roept een bos bij je op?'
Op school dienden we de bevolkingsaantallen van België en
van de wereld te kennen. Als je een leerboek had dat al enkele jaren oud was,
liet de onderwijzer of leraar toe dat je het getal corrigeerde. Aantal een
stukje hoger.
Ik herinner me vaag dat het bevolkingsaantal van België zelfs een
vraag was uit een test voor Algemene Ontwikkeling.
Na de schoolperiode lagen die aantallen niet meer zo vast in
je onmiddellijk geheugen. Daarom even dit geheugensteuntje meegeven (afgerond):
Wereldbevolking 6,6 miljard
België 10,4 miljoen
Zoek een trucje uit om dit te onthouden.
Wereldbevolking 6,6 miljard (1955: 2,5 miljard) is een
verdubbeling op vijftig jaar tijd. De groei van de wereldbevolking vertraagt.
In de noordelijke continenten blijft het aantal stabiel; in de zuidelijke is er
een toename. http://www.ined.fr
De vonte smet: ken je deze (westvlaamse) zegswijze?
De vonte smet: ken je deze (westvlaamse) zegswijze? Bij mijn oudere zus Thérèse en schoonbroer Rogier
(omstreeks de tachtig) hoorde ik de uitdrukking de vonte smet. Tijdens het
eten vertelde ik aan Rogier dat zijn petekind Kris (16 jaar) graag meehielp in
de keuken om gerechten klaar te maken en ook al flink kon wijn proeven. Rogier
staat ook graag in de keuken en houdt van wijnproeverij. Ja Kris - zei Rogier
- de vonte smet. Kris mijn zoon - keek
zijn peter vragend aan en keek dan naar mij. Mijn zus en mijn schoonbroer waren
verwonderd dat ik Bruggeling, bijna 66 - deze uitdrukking niet kende. Ik
kreeg de uitleg en daarna zochten we in het Westvlaamsch Idioticon van De Bo
(1892 herdruk 1970) bij vonte. Vonte = doopvont en wat verder: De vonte smet = een doopkind dat naar
zijnen peter of meter aardt, dat er goede of slechte hoedanigheden van heeft. Dit
woordenboek is de beste koop geweest van al mijn boeken, riep mijn schoonbroer
uit. http://users.skynet.be/ovo/DekenDeBo.html In de zeer interessante webstek van de gewezen schepen van
de stad Brugge Andries Van den Abeele vond ik wel een verwijzing naar die
uitdrukking zonder verdere uitleg. Hij veronderstelt waarschijnlijk dat de
oudere (Brugse) lezers die uitdrukking kennen http://users.skynet.be/sb176943/AndriesVandenAbeele/AVDA385.htm Vonte komt van doopvont en smet is hier waarschijnlijk in de
betekenis van besmetten, figuurlijk of oneigenlijk, zie Van Dale: een
besmettelijke danswoede; of misschien van smet: vlek of spat; een spat
gedurende het dopen bij de peter/meter en het doopkind?
Woordgebruik in discussie over euthanasie en ouderen
Woordgebruik in discussie over euthanasie en ouderen
De laatste weken was er veel te doen omtrent een
verruiming
van de wet op de euthanasie. De discussie werd aangescherpt door een
passage
uit de kerstpreek van kardinaal Danneels. Woord en wederwoord in de
pers, op de
radio, op de televisie. Soms ontstaan er misverstanden door de
verschillende
interpretaties die we geven aan woorden. Sommige woorden liggen
gevoelig omdat
ze bijvoorbeeld kunnen verwijzen naar andere of naar verouderde
opvattingen. Voorbeeld: personen uit het
werkveld horen niet graag spreken over 'dementen', 'gehandicapten',
'bejaarden' enz. Deze woorden geven de indruk dat ze verwijzen naar
voorbijgestreefde
opvattingen over 'personen met dementie', 'personen met een handicap',
over 'ouderen'.
In de sector van de ouderenzorg hoort men niet graag spreken
over de bejaardenhuizen (vroeger: gestichten voor oude mannen/vrouwen. Zze
verkiezen te spreken over woon- en zorgcentra (WZC) en RVT. De afkorting WZC is
echter nog niet ingeburgerd. Wel kan je er makkelijk op zoeken met Google. Ik
kreeg een kleine honderd verwijzingen.
In de volksmond is de afkorting RVT (rust- en
verzorgingstehuis zie http://www.wvc.vlaanderen.be/rvt/ ) goed ingeburgerd. Zo is het ook beter is niet
te spreken van bedden als het gaat over ouderen in rusthuizen, wel over
woongelegenheden, omdat deze mensen geen patiënten zijn en ze in een rusthuis
een bewoner (resident) zijn, zoals iemand in een zorgflat.
Veel
gevoeliger is de discussie of de inhoud van het woord euthenasie. O.a.
over wanneer euthanasie kan en niet kan en wanneer
bepaalde handelingen in de categorie vallen van euthanasie. Daarenboven
liggen de interpretaties tussen een wetgeving (in België bijvoorbeeld)
en de persoonlijke opvattingen. Als men in een rusthuis, na voorafgaand
overleg, het versterven
toepast d.w.z. het stoppen in een eindfase - met het toedienen van
eten en
drinken, mag men dit niet gelijkstellen met laten verhongeren. En zo
kunnen we
verder gaan, bijvoorbeeld met sedatie. Sedatie in de laatste
levensfase is
geen langzame euthanasie. Middelen die het bewustzijn verlagen
(sedatie),
kunnen het lijden verlichten van mensen die stervende zijn. Artsen
kunnen
kiezen voor deze mogelijkheid na zorgvuldig overleg.
Belangrijker dan
deze discussies over juist woordgebruik is de gevoelswaarde en de achterliggende opvattingen.
Bijvoorbeeld: hoe zien wij de zorg voor de kwaliteit van het leven van
dementerende personen en van ouderen in de laatste levensfase.
Wikipedia: handig en betrouwbare digitale encyclopdie (en gratis)
Wikipedia: handig en betrouwbare digitale encyclopdie (en gratis)
Lezers van deze webblog en van mijn recente boeken (Herinneringen Ophalen, Leuven, LannooCampus en Blijf Scherp! Tielt, Lannoo) weten dat ik een hevige voorstander ben van Wikipedia, de gratis digitale algemene encyclopedie. De Nederlandstalige versie is prima voor een eenvoudige inleiding in vele onderwerpen. De Engelse versie is veel groter en kwalitatief nog betrouwbaarder.
Zij die ermee werken kennen het systeem: ieder mag daarin artikels schrijven, aanvullingen geven enz. Voor sommigen is dit een reden om te beweren dat Wikipedia wetenschappelijk niet veel voorstelt.
Ik heb al verwezen naar betrouwbare instanties die dit tegenspreken. Onlangs las ik in De Standaard (15/12/05 een bijdrage van de ICT-specialist Steven Stroeykens, dat dit opnieuw werd bevestigd door het Britse wetenschappelijke vakblad Nature. Conclusie: Wikipedia blijkt nauwelijks meer fouten te bevatten dan de gerenommeerde Encyclopaedia Brittanica (on line en print).
Tevens nodigde Nature de wetenschappers aan om meer bijdragen te schrijven voor Wikipedia om de kwaliteit nog te verhogen.
Dus beste lezer: voor een eerste contact, werk met Wikipedia http://www.wikipedia.org en kies voor de Nederlandse of nog beter voor de Engelse versie.
Mechelen 2005, Stad in
Vrouwenhanden is bijna achter de rug (18 december). Veel aandacht ging
naar de tentoonstelling Dames met Klasse, met de twee Margareta's. Ook
andere evenementen zijn de moeite waard. Onlangs bezocht ik de
tentoonstelling: Emilie Fresco. Dit is een evocatie van Redders en geredden tijdens WOII met Mechelen als centraal punt, het SS-Samellager Mecheln.
Het gaat over de Jodenvervolging, de Holocaust, de kampen, het verzet,
onderduikadressen, de rol van Katholieke Kerk in Mechelen (René
Ceuppens, Ivo Cornelis, zusters Franciscanessen) en van vele personen
die de zorg op zich namen om Joden, vooral Joodse kinderen, bescherming
te geven. Een verhaal van goeden en slechten, een verhaal over de
redding van Joden in bezet België. De
tentoonstelling heeft als rode draad het levensverhaal van een Joodse
vrouw Emilie Fresco (1914 2005) die kon ontsnappen aan de deportatie
met als draaischijf de Mechelse Dossin-kazerne. Ze werd opgevangen en
na de oorlog werd ze kloosterzuster, Zuster Andrea. Ze overleed op 16
maart 2005. De relaties met haar familie (vooral haar broer), haar
verloofde Leo Blom, de Joodse gemeenschap en de Zusters komen daarbij
aan bod. Ik zal hier haar
ontroerend verhaal niet navertellen. Het is het verhaal van velen.
Verhalen die sommigen niet kunnen vertellen omdat dit te zwaar
belastend is. Naast de archiefstukken en getuigenissen is er het wetenschappelijk onderzoek en bijhorende documentatie. Ik
was bijzonder getroffen door de site: een voormalig, gerestaureerd
klooster. Nu is deze site eigendom van Emmaüs vzw een christelijk
geïnspireerde gezondheids- en welzijnsorganisatie. Deze site leent zich
uitstekend voor dit levensverhaal. Daarenboven krijg je een kleine maar
kwaliteitsvolle verzameling van hedendaagse kunstwerken die verwijzen
naar de onderliggende gevoelens. Kunstenaars: Marianne Berenhaut,
Michaël Borremans, Berlinde De Bruyckere, Gery De Smet, Jef Geys, Juan
Muñoz, Luc Tuymans, Lieve Van Stappen (doopkleren; empty children)en
Marthe Wéry. Vooral de beelden in de voormalige kapel zijn bijzonder
geslaagd. Het is het verhaal van redders en geredden in Mechelen. Nooit
mag uit het oog worden verloren dat in dezelfde omgeving meer dan 25
000 Joden op de trein werden gezet naar de vernietigingskampen.( ) Voor
een beter begrip hiervan raden wij iedereen aan om een bezoek te
brengen aan het Joods Museum van Deportatie en Verzet in Mechelenhttp://www.cicb.be/ (zie Besluit tentoonstellingsbrochure, p. 78)