Voor liefhebbers van volkscultuur is een bezoek aan de website van het Huis van Alijn http://www.huisvanalijn.be/ een aanrader. Combineer dat met een echt bezoek in dit huis voor volkscultuur te Gent (adres en openingsuren op de website). Ik hoorde op de radio dat ze volop op zoek waren naar een origineel blik van Marie Dumas. Ik hoop dat ze zon blik al gevonden hebben, want er was een scherpe vervaldatum voor een boek over eetcultuur in de vijftiger jaren. Op de website lezen we:
Wie klinkt het niet vertrouwd in de oren ? Marie Thumas! Zelfs Arno zong erover De alom bekende conservenfabriek was decennialang een vaste waarde in menige Vlaamse keuken. Vijfentwintig jaar geleden verdween het merk van de markt. Receptenboekjes, spaarpotten en advertenties zijn er nog, maar conservenblikjes of glazen bokalen met etiket zijn voorlopig onvindbaar.
Onze zoektocht langs Vlaamse wegen in bedrijven, musea, keukenkasten, garages en kelders bleef tot op heden vruchteloos. Wie heeft nog dat éne oude blik of die glazen bokaal mét etiket in de kast staan ? Leeg of vol, het maakt niet uit, als het etiket maar zichtbaar is. Het Huis van Alijn wil Marie Thumas terug in het blikveld! Verspreid de boodschap en help mee zoeken."
Lamorinière Sparrenbos te Pulle 'Welke aangename herinneringen roept een bos bij je op?'
Zoals iedereen heb ik in mijn geheugen een aparte afdeling met herinneringen aan bomen. Een van de oudste herinneringen is de boom op de speelplaats van de kleuterschool (de kakschool, de Fröbel). We dansten er rond en we zongen: En den boom en den boom en den goddelijke boom. En de boom die staat op daarde Ik heb de rest van het kinderliedje niet kunnen achterhalen. Nog altijd niet, zelfs niet met Google. Dan kwam de boom met een krachtige tak om aan te slingeren. Ik viel eraf en ik brak mijn been. Ik lag enkele weken met mijn been in de gipsi n een zeteltje buiten in de zon op straat. Ik herinner me dat een Duitse soldaat het was op het einde van de oorlog me vriendelijk toeknikte. En dan na de oorlog de opkomst van de kerstbomen. Iedereen wilde er een hebben om ze zoveel mogelijk te versieren. Met engelenhaar dat in je vingers sneed, met gekleurde slingers en echte kaarsjes op ijzeren klemmetjes, met ballen in alle kleuren en grootten en met een kleurige, grote top als een kruis van de kerktoren. En dan de boom van de kennis van goed en kwaad ten tijde van Adam en Eva, een appelboom. http://nl.wikipedia.org/wiki/Boom_van_de_kennis_van_goed_en_kwaad Van alle bomen in de tuin mag je eten, maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven. Gen. 2:16-17 Aan de universiteit koos ik in mijn tweede jaar de boomtest (der Baumtest - Alfred Koch) als seminariewerk. Koch, Karl. Der Baumtest : der Baumzeichenversuch als psychodiagnostisches Hilfsmittel. - Bern : Hans Huber, 1993 (laatste herdruk ?). Uit de boomtekening probeerde ik als een als een leerling-tovenaar de persoonlijkheid te doorgronden van kinderen en volwassenen.
Nu geniet ik van de bomen. Ik probeer de boom als belevingselement voor ouderen naar voren te brengen door bomen te verbinden met de vier oerelementen. Aarde: de wortels van de boom; lucht: wind in de bladerkroon; ontwortelen); vuur: bliksem, bosbranden; water: bomen in en aan het water; boten. Oudere mensen halen veel (aangename) herinneringen op aan bomen vanuit hun kindertijd en van de reproducties van landschapschilderijen. Als ik een dreef van de Antwerpse schilder Lamorinière projecteer in PowerPoint , krijg ik een reeks interessante herinneringen. Doe de proef bij jezelf met bovenstaande foto. 'Welke aangename herinneringen roept een bos bij je op?'
Op school dienden we de bevolkingsaantallen van België en
van de wereld te kennen. Als je een leerboek had dat al enkele jaren oud was,
liet de onderwijzer of leraar toe dat je het getal corrigeerde. Aantal een
stukje hoger.
Ik herinner me vaag dat het bevolkingsaantal van België zelfs een
vraag was uit een test voor Algemene Ontwikkeling.
Na de schoolperiode lagen die aantallen niet meer zo vast in
je onmiddellijk geheugen. Daarom even dit geheugensteuntje meegeven (afgerond):
Wereldbevolking 6,6 miljard
België 10,4 miljoen
Zoek een trucje uit om dit te onthouden.
Wereldbevolking 6,6 miljard (1955: 2,5 miljard) is een
verdubbeling op vijftig jaar tijd. De groei van de wereldbevolking vertraagt.
In de noordelijke continenten blijft het aantal stabiel; in de zuidelijke is er
een toename. http://www.ined.fr
De vonte smet: ken je deze (westvlaamse) zegswijze?
De vonte smet: ken je deze (westvlaamse) zegswijze? Bij mijn oudere zus Thérèse en schoonbroer Rogier
(omstreeks de tachtig) hoorde ik de uitdrukking de vonte smet. Tijdens het
eten vertelde ik aan Rogier dat zijn petekind Kris (16 jaar) graag meehielp in
de keuken om gerechten klaar te maken en ook al flink kon wijn proeven. Rogier
staat ook graag in de keuken en houdt van wijnproeverij. Ja Kris - zei Rogier
- de vonte smet. Kris mijn zoon - keek
zijn peter vragend aan en keek dan naar mij. Mijn zus en mijn schoonbroer waren
verwonderd dat ik Bruggeling, bijna 66 - deze uitdrukking niet kende. Ik
kreeg de uitleg en daarna zochten we in het Westvlaamsch Idioticon van De Bo
(1892 herdruk 1970) bij vonte. Vonte = doopvont en wat verder: De vonte smet = een doopkind dat naar
zijnen peter of meter aardt, dat er goede of slechte hoedanigheden van heeft. Dit
woordenboek is de beste koop geweest van al mijn boeken, riep mijn schoonbroer
uit. http://users.skynet.be/ovo/DekenDeBo.html In de zeer interessante webstek van de gewezen schepen van
de stad Brugge Andries Van den Abeele vond ik wel een verwijzing naar die
uitdrukking zonder verdere uitleg. Hij veronderstelt waarschijnlijk dat de
oudere (Brugse) lezers die uitdrukking kennen http://users.skynet.be/sb176943/AndriesVandenAbeele/AVDA385.htm Vonte komt van doopvont en smet is hier waarschijnlijk in de
betekenis van besmetten, figuurlijk of oneigenlijk, zie Van Dale: een
besmettelijke danswoede; of misschien van smet: vlek of spat; een spat
gedurende het dopen bij de peter/meter en het doopkind?
Woordgebruik in discussie over euthanasie en ouderen
Woordgebruik in discussie over euthanasie en ouderen
De laatste weken was er veel te doen omtrent een
verruiming
van de wet op de euthanasie. De discussie werd aangescherpt door een
passage
uit de kerstpreek van kardinaal Danneels. Woord en wederwoord in de
pers, op de
radio, op de televisie. Soms ontstaan er misverstanden door de
verschillende
interpretaties die we geven aan woorden. Sommige woorden liggen
gevoelig omdat
ze bijvoorbeeld kunnen verwijzen naar andere of naar verouderde
opvattingen. Voorbeeld: personen uit het
werkveld horen niet graag spreken over 'dementen', 'gehandicapten',
'bejaarden' enz. Deze woorden geven de indruk dat ze verwijzen naar
voorbijgestreefde
opvattingen over 'personen met dementie', 'personen met een handicap',
over 'ouderen'.
In de sector van de ouderenzorg hoort men niet graag spreken
over de bejaardenhuizen (vroeger: gestichten voor oude mannen/vrouwen. Zze
verkiezen te spreken over woon- en zorgcentra (WZC) en RVT. De afkorting WZC is
echter nog niet ingeburgerd. Wel kan je er makkelijk op zoeken met Google. Ik
kreeg een kleine honderd verwijzingen.
In de volksmond is de afkorting RVT (rust- en
verzorgingstehuis zie http://www.wvc.vlaanderen.be/rvt/ ) goed ingeburgerd. Zo is het ook beter is niet
te spreken van bedden als het gaat over ouderen in rusthuizen, wel over
woongelegenheden, omdat deze mensen geen patiënten zijn en ze in een rusthuis
een bewoner (resident) zijn, zoals iemand in een zorgflat.
Veel
gevoeliger is de discussie of de inhoud van het woord euthenasie. O.a.
over wanneer euthanasie kan en niet kan en wanneer
bepaalde handelingen in de categorie vallen van euthanasie. Daarenboven
liggen de interpretaties tussen een wetgeving (in België bijvoorbeeld)
en de persoonlijke opvattingen. Als men in een rusthuis, na voorafgaand
overleg, het versterven
toepast d.w.z. het stoppen in een eindfase - met het toedienen van
eten en
drinken, mag men dit niet gelijkstellen met laten verhongeren. En zo
kunnen we
verder gaan, bijvoorbeeld met sedatie. Sedatie in de laatste
levensfase is
geen langzame euthanasie. Middelen die het bewustzijn verlagen
(sedatie),
kunnen het lijden verlichten van mensen die stervende zijn. Artsen
kunnen
kiezen voor deze mogelijkheid na zorgvuldig overleg.
Belangrijker dan
deze discussies over juist woordgebruik is de gevoelswaarde en de achterliggende opvattingen.
Bijvoorbeeld: hoe zien wij de zorg voor de kwaliteit van het leven van
dementerende personen en van ouderen in de laatste levensfase.
Wikipedia: handig en betrouwbare digitale encyclopdie (en gratis)
Wikipedia: handig en betrouwbare digitale encyclopdie (en gratis)
Lezers van deze webblog en van mijn recente boeken (Herinneringen Ophalen, Leuven, LannooCampus en Blijf Scherp! Tielt, Lannoo) weten dat ik een hevige voorstander ben van Wikipedia, de gratis digitale algemene encyclopedie. De Nederlandstalige versie is prima voor een eenvoudige inleiding in vele onderwerpen. De Engelse versie is veel groter en kwalitatief nog betrouwbaarder.
Zij die ermee werken kennen het systeem: ieder mag daarin artikels schrijven, aanvullingen geven enz. Voor sommigen is dit een reden om te beweren dat Wikipedia wetenschappelijk niet veel voorstelt.
Ik heb al verwezen naar betrouwbare instanties die dit tegenspreken. Onlangs las ik in De Standaard (15/12/05 een bijdrage van de ICT-specialist Steven Stroeykens, dat dit opnieuw werd bevestigd door het Britse wetenschappelijke vakblad Nature. Conclusie: Wikipedia blijkt nauwelijks meer fouten te bevatten dan de gerenommeerde Encyclopaedia Brittanica (on line en print).
Tevens nodigde Nature de wetenschappers aan om meer bijdragen te schrijven voor Wikipedia om de kwaliteit nog te verhogen.
Dus beste lezer: voor een eerste contact, werk met Wikipedia http://www.wikipedia.org en kies voor de Nederlandse of nog beter voor de Engelse versie.
Mechelen 2005, Stad in
Vrouwenhanden is bijna achter de rug (18 december). Veel aandacht ging
naar de tentoonstelling Dames met Klasse, met de twee Margareta's. Ook
andere evenementen zijn de moeite waard. Onlangs bezocht ik de
tentoonstelling: Emilie Fresco. Dit is een evocatie van Redders en geredden tijdens WOII met Mechelen als centraal punt, het SS-Samellager Mecheln.
Het gaat over de Jodenvervolging, de Holocaust, de kampen, het verzet,
onderduikadressen, de rol van Katholieke Kerk in Mechelen (René
Ceuppens, Ivo Cornelis, zusters Franciscanessen) en van vele personen
die de zorg op zich namen om Joden, vooral Joodse kinderen, bescherming
te geven. Een verhaal van goeden en slechten, een verhaal over de
redding van Joden in bezet België. De
tentoonstelling heeft als rode draad het levensverhaal van een Joodse
vrouw Emilie Fresco (1914 2005) die kon ontsnappen aan de deportatie
met als draaischijf de Mechelse Dossin-kazerne. Ze werd opgevangen en
na de oorlog werd ze kloosterzuster, Zuster Andrea. Ze overleed op 16
maart 2005. De relaties met haar familie (vooral haar broer), haar
verloofde Leo Blom, de Joodse gemeenschap en de Zusters komen daarbij
aan bod. Ik zal hier haar
ontroerend verhaal niet navertellen. Het is het verhaal van velen.
Verhalen die sommigen niet kunnen vertellen omdat dit te zwaar
belastend is. Naast de archiefstukken en getuigenissen is er het wetenschappelijk onderzoek en bijhorende documentatie. Ik
was bijzonder getroffen door de site: een voormalig, gerestaureerd
klooster. Nu is deze site eigendom van Emmaüs vzw een christelijk
geïnspireerde gezondheids- en welzijnsorganisatie. Deze site leent zich
uitstekend voor dit levensverhaal. Daarenboven krijg je een kleine maar
kwaliteitsvolle verzameling van hedendaagse kunstwerken die verwijzen
naar de onderliggende gevoelens. Kunstenaars: Marianne Berenhaut,
Michaël Borremans, Berlinde De Bruyckere, Gery De Smet, Jef Geys, Juan
Muñoz, Luc Tuymans, Lieve Van Stappen (doopkleren; empty children)en
Marthe Wéry. Vooral de beelden in de voormalige kapel zijn bijzonder
geslaagd. Het is het verhaal van redders en geredden in Mechelen. Nooit
mag uit het oog worden verloren dat in dezelfde omgeving meer dan 25
000 Joden op de trein werden gezet naar de vernietigingskampen.( ) Voor
een beter begrip hiervan raden wij iedereen aan om een bezoek te
brengen aan het Joods Museum van Deportatie en Verzet in Mechelenhttp://www.cicb.be/ (zie Besluit tentoonstellingsbrochure, p. 78)
Toerist in eigen land, Talbothouse WO I in Poperinge
Toerist in eigen land - Talbothouse WO I in Poperinge
Gedurende de Eerste Wereldoorlog lag
Poperinge achter de loopgraven van de IJzer Poperinge was een
draaischijf van de oorlogsindustrie: aanvoer van mensen en materieel,
van veldhospitalen en rustkampen. Een achthonderdtal Chinezen waren
betaalde arbeidskrachten. Zoveel mogelijk bood men sport en
ontspanningsgelegenheden aan. Poperinge en directe omgeving was dus een
druk oord, waar ook winkeliers en kleine zelfstandigen aardig wat
konden aan verdienen.
Het leven van de soldaten en de
burgers is didactisch voorgesteld in het Talbot House, het bekendste
soldatenhuis van het Britse leger: http://www.talbothouse.be Vergeet
zeker niet een kwartier uit te trekken voor de Concert Hall met een
vertoning van een Concert Party door de 'Happy Hoppers' een muzikale
show van en voor de soldaten. In dit oude hophandelaarswoning beleef je
de sfeer van de oorlogsjaren en vooral de 'oase van rust voor de
soldaten in een dolgedraaide wereld.' Neem rustig de tijd voor de
video- en filmfragmenten in het Talbothouse.
Ook
al heb je de psychologie van Freud (1856 1938) nooit moeten
bestuderen voor een examen, toch behoort zijn naam samen met enkele van
zijn begrippen zoals psychoanalyse, onderbewuste, Oedipuscomplex,
droomuitleg tot ons cultureel erfgoed. Hij werd samen met anderen
zoals Einstein en Darwin beschouwd als een van de grootste geesten van
de voorbije eeuw. Bijna zeventig procent van de psychiaters en
psychotherapeuten in het Franse taalgebied steunen vandaag nog op zijn
manier van werken. In Vlaanderen is dit veel minder, zowat een kwart.
De
laatste tien jaren ligt deze psycholoog zwaar onder vuur. Sommige
wetenschappers noemen hem ronduit een kwakzalver, een leugenaar, een
bedrieger enzovoort. Dus: Weg met Freud. Ik zal wel niet zo luid
roepen, maar een echte wetenschapper is hij niet.
Vroeger las ik hem graag en vond ik zijn begrippen interessant. Ten andere: dit was examenstof.
Freud
maakte een gesloten theorie, zodat alles klopte zolang je bleef binnen
zijn verklaringsschemas. Je kon ook niet of zeer moeilijk zijn aanpak
wetenschappelijk controleren.
Hij
komt nog niet aan de tenen van bijvoorbeeld Darwin. Eigenlijk zou ik
moeten zeggen: hij staat ernaast, want Freud is geen wetenschapper.
Maar dat hij het denken en het wereldbeeld in het Westen heeft
beïnvloed is ook juist.
Volgend jaar herdenken we zijn 150e
geboortedag. Ik wed erop dat het aantal Weg met Freud zal toenemen.
Dat zal deze man geen zorg wezen. Als hij nog zou leven, zou hij over
deze uitslag zeggen: Dit is een bewijs dat al die tegenstemmers veel
hebben moeten verdringen. En zo draaien we in hetzelfde cirkeltje, dat
hij vroeger steevast ook altijd tekende.
Op het puntje van mijn tong Op
reis wilde ik spreken over een Vlaamse etser die vooral een
zwart-wereld weergave schiep met fabrieken, arbeiders, Jazz. Ik
wou voortdurend de naam zeggen van deze graficus. Zijn naam lag op het puntje van mijn tong.
Ik diepte uit mijn geheugen heel wat details van zijn werk op. Zijn
naam lag op het puntje van mijn tong. Dit is een gekend verschijnsel in
het onderzoek van het geheugen. Je hoeft maar Google op na te slaan met
als trefwoord tip of the tongue (TOT). Ik probeerde allerlei trucs die beschreven zijn, om toch maar zijn naam te zeggen. Maar niets lukte. Terug
van reis deed ik een krant open. Wat een geluk: ik zag toevallig een
artikel over hem. Over Frans Masereel (1889 1972). Hoe kon ik zijn
naam vergeten? Ik had vroeger vele keren over hem gesproken. Op het puntje van mijn tong: van alle leeftijden en van alle tijden.
Toen ik vandaag de krant doorbladerde las ik een artikel over de vijf nieuwe hofleveranciers. Een reeks herinneringsbeelden schoten door mijn hoofd. Als kind kon ik mij moeilijk voorstellen wat hofleverancier precies betekende. Gingen die firmas of deze zelfstandigen bellen aan de deur van het paleis? Hoe werden zij betaald?
Een van de vijf is Biscuits Delacre (nu van de Britse koekenreus United Biscuits) uit Groot Bijgaarden. Delacre wijst erop dat ze al banden hadden met het hof door de koekjestrommels met afbeeldingen van het koninklijk huis, vandaar de naam royal tins. Deze koekjestrommels met afbeeldingen van de koninklijke familie zijn nu terug in de mode, want in de regeerperiode van Koning Boudewijn was er weinig geen nieuws af te beelden. Nu wel met de huwelijken van de prinsen en de geboortes van hun kinderen.
Op de koekjestrommels stonden niet de afbeeldingen van het koningshuis. Ik herinner me koekjestrommels met afbeeldingen van schilderijen van Breughel, Jan Steen Al die schilderijen zijn in het geheugen gegrift van de senioren. Je vindt die schilderijen ook geregeld als reproducties op de muren en in de gangen van senioren en in residenties.
Ter gelegenheid van 11 november waren er heel wat reportages over De Groote Oorlog (1914 1918). Van de ellende, de verschrikking, de oorlogspropaganda tot en met de dingen van het dagelijkse leven, zoals het vinden van zeep.
Geregeld was er bij ons gedurende De Groote Oorlog een groot tekort aan zeep. De prijzen gingen geregeld de hoogte in, soms op dezelfde dag, naargelang van de aanvoer en de speculaties. Ik las dat hier en daar fabrikanten zeep op de markt brachten, die niets met echte zeep te maken hadden. Ze werden er stinkend rijk mee en de burgers zaten met slechte zeep.
Van Victor 10 http://blog.SeniorenNet.be/halle kreeg ik op maandag 3 april de volgende info: Te Halle noemde met de mensen die met de zeephandel rijk werden "Baron ziep".
Vlak na de Tweede Wereldoorlog (1940 1945) - ik herinner me dat van horen zeggen - dienden de mensen die naar de kliniek gingen zeep mee te brengen.
In
zorgvoorzieningen zoals klinieken en RVTs zijn er zeer strenge normen
voor de voedselhygiëne (HACCP). We begrijpen dat dit noodzakelijk is,
maar er zijn ook schaduwkanten eraan verbonden. Dat ouderen - en
anderen - niet zomaar de grootkeuken binnen en buiten kunnen gaan is
duidelijk. Maar dit betekent ook dat samen - ouderen en begeleiders
- eten klaar maken in die keuken ook niet kan. Men past daar wel
een mouw aan, maar makkelijk is dit niet.
En
als er bezoek komt, zien we dat er soms voedsel wordt opgegeten, dat
waarschijnlijk niet door de HACCP richtlijnen zou toegelaten
worden.
Hygiëne wat betreft voedsel waar grotere groepen mensen samenleven, van een cruise tot een residentie, is nodig.
Voor
de residenten, verzorgenden en bezoekers is er een advies voor hygiëne
dat torenhoog boven alles uitsteekt: handhygiëne. Geregeld handen
wassen en de nagels reinigen is bijzonder belangrijk. In de kamer, in
de gemeenschappelijke ruimtes enzovoort. Want we hebben graag fysiek
contact, van een handdruk tot een knuffel. Als we in die context de
handhygiëne in acht nemen is alles OK.
Woorden en hun gevoelswaarde
Een vorige keer hadden we het over de woorden (etiketten) die wij
gebruiken om oudere personen aan te duiden. We stelden vast dat dit
niet vast ligt. Belangrijk is dat diegene die aangesproken wordt, zich
niet ongemakkelijk of gekwetst voelt. Woorden met een racistische
inslag zoals neger, vuile Jood en zomeer zijn kwetsend en ook
strafbaar, zoals we dit merkten met de rode kaarten op de
voetbalstadia. Het woordgebruik evolueert. Vroeger zou niemand
blijven stilstaan bij neger (nigger). Bij ons - en nog meer in
de States - is dit compleet veranderd.
In
de ouderenzorg is het woordgebruik belangrijk bij het aanspreken van
residenten. Sommigen hebben graag dat ze aangesproken worden met hun
voornaam, al of niet in de verkleinvorm (Jeanneke). Anderen staan erop
dat men hen aanspreekt met Mevrouw Jeanne of Mevrouw Jeanne Tulkens of
Mevrouw Tulkens. Het zorgpersoneel weet dat zowel de professionelen
als de vrijwilligers en toch gebeurt het dat men de bal verkeerd
slaat. Meestal omdat men geneigd is verkleinwoorden te gebruiken.
Sommge residenten vinden dat weinig respectvol. En respect willen ze
krijgen, ook al ze zijn ouder en zorgbehoevend. Een middeltje dat
we met succes uitprobeerden: op de deur van de kamer van de residenten
staat de naam, soms met een foto. We lieten de gewenste aanspreking
noteren onder de naam als geheugensteuntje. Als een verzorgende aan de
deur klopt, weet zij dat ze Jeanneke kan zeggen, of Jeanne of Mevrouw Tulkens Eenvoudig en doelmatig.
Halloween: bij ons een zacht griezelfeest - 31 oktober
Sedert enkele jaren viert men bij ons Halloween een zacht griezelfeest op 31 oktober en vooral in de dagen ervoor. In de winkels en warenhuizen, in scholen en in huizen zie je maskers, heksen, als het maar een beetje griezelig is. In Amerika is de slogan: hoe griezeliger hoe beter.Halloween is een feest dat tot voor enkele jaren voornamelijk werd gevierd in Amerika en Canada. Daar kwam verandering in. Over de oorsprong van de naam Halloween is er wat discussie. Misschien is Halloweenafgeleid van de avond voor Allerheiligen (All Hollows day) 1 november. Anderen verwijzen naar de viering van de overgang van oud naar nieuw bij de Kelten. Bij de Kelten eindigde de zomer op 31 oktober. Oorspronkelijk was Halloween een religieuze verering van de doden, nu een gebeurtenis waarbij kinderen langs de huizen gaan en snoepjes vragen, zoals bij het Driekoningenzingen.
Dit feest heeft zeker Keltische bronnen. Op 31 oktober vierden de Kelten de afsluiting van het Keltische jaar en de start van een nieuw jaar Samhain.De avond van 31 oktober was 'Eve of AllSaints' of All Hallows Eve. De zielen van de overledenen van het afgelopen jaar konden naar het land van de doden. Vroeger verkleedden mensen zich op 31 oktober om de zielen van de overledenen af te schrikken uit schrik dat deze bezit zouden nemen van de levenden. De winkels verkopen volop maskers en griezelkostuums.
Sinds enkele jaren is de ontspanningsindustrie erin geslaagd dit typische Amerikaanse feest ingang te doen vinden in Nederland en België. Heksen, spoken, geraamtes, trollen komen te voorschijn. Als het maar eng is. Restaurants en clubs organiseren verkleedpartijen. Kinderen lopen rond met pompoenen met kaarsjes.
Mensen en kinderen zien graag enge dingen: griezelfilms en romans en op de kermissen en pretparken gaan we naar de achtbanen.
Indien je met die mode wilt meedoen kan je met jongeren pompoenen uithollen en er kaarsjes insteken. Je kunt de verkleedkoffer aanspreken, het huis of het clublokaal versieren met akelige dingen. Inspiratie vind je o.a. bij http://www.vanharte.nl/kal-halloween_beginpagina.htm
Senior - oudere - bejaarde: echte en psychologische leeftijd.
Als je een leeftijdsetiket op een persoon plakt, weet je niet of de vlag de lading dekt voor de echte leeftijd. Wanneer gebruik je de etiketten bejaarde, hoogbejaarde, senior, oudere ? Als ik links en rechts kijk op het web en in de regelgeving, dan stel ik vast dat senioren meestal personen zijn vanaf 50 jaar. In decreten noemt men ouderen personen vanaf 60 jaar. Het etiket bejaarden geldt meestal voor personen boven de 65 jaar. Hoogbejaard verwijst naar ouderen die zeer oud zijn, maar wat is 'zeer oud'? Nogal eens legt men hier de grens op 80 jaar. Ik ben ervan overtuigd dat nogal wat 80 plussers, niet graag denken dat ze nu 'zeer oud' zijn. Natuurlijk ben je voor een deel zo oud als je het zelf wil. Een psychologische leeftijd hangt af wat anderen denken en zeggen en wat je er zelf van vindt. In een RVT hoorde ik een 83 jarige die over een 85 jarige sprak als over een echt oude mens. Voor kinderen ben je vlug al heel oud. Herinner je nog wat je als zevenjarige dacht van 50 jarigen? Wil je neutraal spreken over een leeftijd, dan spreek je best over de 50, 60, 65, 80 jarigen. Dan ga je niemand voor het hoofd stoten. Tenzij natuurlijk dat je de leeftijd van een persoon helemaal verkeerd hebt ingeschat. Een lagere leeftijd geven, dat kan, maar een leeftijd geven die tien jaar hoger ligt is vervelend. Dus
Het was de laatste keer dat ik naar het feest van de grootouders kon gaan. Ik wou dit niet missen en de kleinzoon van de derde kleuterklas stond erop. Mevrouw de directeur loopt de scène op.Ze verwelkomt iedereen en het geluid valt uit. Lichte paniek. Het herstellen duurt en blijft duren. Een nieuwe installatie moet komen. De pauze met koffie en koekjes wordt een uur naar voren verschoven om het wachten draaglijk te maken. De kleutertjes die al verkleed in de gangen en op het toneel stonden, worden vakkundig weggevoerd. Je ziet duidelijk dat de grootouders het erg vinden voor de school en voor de kleuters. Na een uurtje kan alles beginnen.
Wat ik hoor en zie vergelijk ik geregeld met vroeger. Herinneringen komen op. Ja, vroeger waren er in mijn kleuterschool geen feestjes voor de grootouders. We leerden versjes en liedjes die we moesten voordragen.
De nummertjes dragen duidelijk de sporen van de creativiteit van de juffen en vooral van de televisie. Het geheel heet dan ook de tv-show. Eerst met Nijntje, dan de wereld van K3, die van Bob de Bouwer, de Smurfen en Kabouter Flop. Je merkt hoe groot de invloed is van de televisieprogrammas.
Na de voorstelling kunnen we de kleinkinderen in hun klasje ophalen. Nog een dansje, een liedje en een cadeautje: een kleurtekening en een bokaal met smurfenmoes. En dan met de kleinzoon een hamburger gaan eten met friet.
Ik besef dat het de laatste keer dat ik op een grootouderfeest was.
Mijn kleinzoon heeft gelijk als hij zegt dat ik al heel, heel oud ben.
De meest gekende betekenis van OLO is: obligation lineaire obligatie. OLOs zijn effecten met vlottende intrest, korte, halflange en lange termijn die een staatslening vertegenwoordigen. http://treasury.fgov.be/interdette/Pdf/procedure_olos_nl.pdf
Misschien zal een andere betekenis van OLO in Vlaanderen en Nederland geleidelijk bekend en gekend raken, namelijk OLO = Ontwerper Leeromgevingen Ouderen. Dit wordt een nieuwe opleiding in de BaMa en in het postgraduaat (PAVO). Een OLO is geen leraar of een animator in een RVT(Rust- en Verzorgingstehuis ook genoemd WZC). Hij is een coach voor vrijwilligers en voor leden van een animatieteam in een RVT. Hij zoekt creatief en kritisch mee naar aangepaste interactiviteit binnen de leef- en woonomgevingen, hier in de eerste plaats van residenten in RVTs. Hij ontwerpt in het bijzonder stimulerende omgevingen voor het Levenslang Activeren (LLA) bij ouderen en het Levenslang Leren (LLL) bij de volwassenen die als professionelen (animatoren bijvoorbeeld) of als vrijwilligers functioneren in deze woonomgevingen. Hij is een goede communicator zowel intern (personeelsleden, ook directie en RvB) en extern zoals familieleden, bezoekers, buurt en ruimere omgeving en dit o.a. met het oog op maatschappelijke integratie.
De basiliek van Koekelberg viert in 2005 zijn honderdste verjaardag. Het was koning Leopold II (1835 1909) die op 12 oktober 1905 daarvoor de eerste steen legde op de heuvel van Koekelberg. Hij wilde een tegenhanger laten bouwen van het Justitiepaleis. Hij had in zijn gedachten een Sacré Coeur (Parijs) in Brussel. Hij wilde een zeer grote kerk. En zo geschiedde: Koekelberg is de 5de grootste kerk ter wereld. De basiliek van Sint - Pieter, la Basilica de San Pietro, is de grootste kerk van de christelijke wereld. Op de vloer staan de afmetingen van de andere grote kerken. Voor België is dit de basiliek van Koekelberg en de kathedraal van Antwerpen. http://users.pandora.be/siti4/Rome/s2.htm#a1
Het bouwen duurde lang, zeer lang. Het begin al met de funderingen: die werden pas
in 1909 gelegd. Na de dood van Leopold II (1909) waren er nog meer vertragingen..
De basiliek werd voltooid in 1970 ook dank zij de bedelacties bij de gelovigen. Elke week trekt deze kerk nog een 600 tal gelovigen aan. De basiliek biedt onderdak in de kelders aan heel wat verenigingen en is zo een echt polyvalent gebouw. De eigenlijke naam van de basiliek is Nationale Basiliek van Heilig Hart.
De laatste jaren groeide de interesse voor dit meesterwerk van de art deco-architectuur. De architect was Van huffel, een collega van Henry Van de Velde.
Afbeeldingen: typ Koekelberg in Google Afbeeldingen.
Zaterdagmiddag 15 oktober 2005: receptie voor een huwelijk in openlucht. Prachtig weer, plezante babbel, lekkere hapjes en drankjes. Ik discussieerde met mijn buurman met halfvolle mond. Ik zag dat er enkele moleculen van het hapje op het jasje van mijn gesprekspartner terecht kwamen. We kenden elkaar zodat ik dit vlug kon afvegen en met mijn excuses. Een dame in ons groepje zei tegen me: Ja, dat is nat spreken. Ik had nog nooit gehoord van deze uitdrukking. Nat spreken in de betekenis van met speeksel in de mond spreken, zodat er soms wat gespuugd wordt.
s Avonds zocht ik dit op met Google. De oogst was eerder mager. Er stonden enkele verwijzingen, vooral in relatie met tandzorgen en overmatige speekselsecretie. Toen ik dit later vertelde aan mijn schoonzoon, zei hij dat hij een leraar had die nat sprak. Hij had als bijnaam de Vesuve, van de vulkaan. Hartelijk gelachen en ik kon antwoorden zonder nat te spreken.