Dit blog wordt regelmatig bijgewerkt - this blog will be updated regulary
Beste lezer, mocht u onverwachts grammatica foutjes tegenkomen in de reportages/verhalen op dit blog, bij deze mijn verontschuldiging, Wayn, Storyteller
Dear reader, if you encounter, unexpectedly grammar mistakes in the reports / stories on this blog, my apology, Wayn, Storyteller
NIEUW BOEK VAN WAYN PIETERS ''SURUCUCU' BESTELLEN ramblinwayn@home.nl
PLOT: Tonho gaat op zoek naar de moordenaar van zijn vader Lirio, omgebracht voor ruwe diamanten. Hij raakt verzeild in een wereld van intriges, moord en komt in bezit van een schatkaart. Het avontuur begint in Rio de Janeiro. Via de Mato Grosso en junglestad Manaus komt hij tenslotte terecht in Novo Mundo, Pará, waar 258 jaar geleden een goudschat begraven werd. Dit is ook het gebied van de Mundurucu-stam, met hun mysterieuze wereld en het woud van de Surucucu slangen, het metafysische van Amazonas. Het verhaal geeft een visie op de Braziliaanse samenleving en vraagt begrip voor het Indianen-vraagstuk.
BIOGRAFIE: Wayn Pieters (1948) werd geboren in Maastricht. Naast auteur is hij kunstschilder en singer-songwriter. Sinds 1990 bezoekt hij Brazilië, waar hij vele reizen ondernam en in 1995 een bezoek bracht aan de Xavante Indianen in de staat Mato Grosso. Zijn oom, pater Thomas geboren 1921 Maastricht, Nl - overleden 1998 Tangua, Brazil, die 40 jaar in Brazilië werkte, omschreef hem ooit: ‘Op zijn reizen door Brazilië wordt Wayn geleid door een mystiek gevoel van broederlijke verbondenheid met ras, bloed en bodem.’
BOEK WAYN PIETERS: XINGU, DE INDIANEN, HUN MYTHEN mythologische verhalen der Xingu Indianen- midden-Brazilië vert. van uit Portugees/uitg. Free Musketeers - Het boek is verkrijgbaar bij boekhandel 'DE TRIBUNE' aan de Kapoenstraat te Maastricht
Op zoek naar de Ware Ziel van Brazilië - Het alternatief
14-08-2010
MACHADO DE ASSIS, KORT VERHAAL in 3 delen: VADER TEGEN MOEDER 1905
Vader tegen moeder 1905
vertaling August Willemse 1986
De slavernij bracht bepaalde beroepen en instrumenten met mee, zoals dat ook bij andere sociale instellingen het geval geweest zal zijn. Indien ik hier enkele van die instrumenten noem, is dat omdat ze in verband staan met een bepaald beroep. Een ervan was het halsijzer, een ander het voetijzer; dan was er ook nog het blikken masker. Het masker hielp de slaven van hun drankzucht af, omdat het de mond bedekte. Het had drie gaten, twee om te zien, een om adem te halen, en werd achter het hoofd met een hangslot gesloten. Mét hun drankzucht verloren de slaven ook de verleiding te stelen, want met het kleingeld van hun meester plachte ze hun dorst te lessen, en zo waren dus twee zonden tegelijk uit de wereld geholpen, en nuchterheid en eerlijkheid gewaarborgd. Het was grotesk, dat masker, maar sociale en menselijke orde bereikt men niet altijd zonder het groteske, en soms het wrede. Bij blikslagers hingen ze in de winkeldeur te koop. Maar laten we het niet hebben over maskers.
Het halsijzer werd gebruikt voor slaven die veelvuldig wegliepen. Stelt u zich een dikke halsband voor, met een eveneens dikke, vertikale stang links of rechts van het hoofd, tot ter hoogte van de kruin, een en ander in de nek met een sleutel afgesloten Het was natuurlijk zwaar, maar het was minder een straf dan een kenteken. Een slaaf die met een dergelijk halsijzer wegliep, was waar hij ook ging herkenbaar als recidivist en werd snel weer gepakt.
Een halve eeuw geleden liepen slaven vaak weg. Er waren er velen, en niet allemaal hielden ze van slavernij. Het geviel ook wel dat ze dat ze slaag kregen, en niet allemaal hielden ze van slaag. Vaak werden ze alleen maar berispt; iemand in het gezin was hun beschermer, en niet elke meester was gemeen. Bovendien, het idee van eigendom matigde zijn optreden, want geld kan ook pijn doen. Niettemin, slaven bleven weglopen. Er waren gevallen. zijhet sporadisch, waarin de zojuist op de clandestiene markt Valongo (na de officiële afshaffing van de slavenhandel, in 1850, werd deze nog lange tijd clandestien bedreven op de markt van Valomgo, noot Wayn) gekochte slaaf het op een lopen zette, zonder de wege in de stad te weten.
Van degenen die meegingen naar huis, vroegen de slimmeren niet zelden hun meester de prijs van hun daghuur vast te stellen, die ze vervolgens verdienden met straatventen.
Wanneer een slaaf wegliep, placht de eigenaar een beloning te geven aan wie hem terugbracht. Hij liet annonces in de kranten zetten, met een beschrijving van de voortvluchtige, diens naam, kleding, eventueel lichamelijk gebrek, de wijk waarin hij te vinden was en het bedrag van de beloning. Werd het bedrag niet genoemd, dan luidde de belofte: 'de vinder zal rijkelijk worden beloond', of 'zal een aantrekkelijke beloning ontvangen'. Vaak had de annonce, aan de bovenkant of opzij, een vignet: de figuur van een hollende neger, blootsvoets, knapzak over de rug. Wie hem onderdak zou verlenen werd met de strengste wettelijke maatregelen bedreigd.
Welnu, het vangen van weggelopen slaven was in die tijd een beroep. Laat het geen nobel beroep geweest zijn, het had niettemin, omdat het een werktuig was van de macht die de wet en het eigendom beschermt, iets van die andere noblesse, die inherent is aan het opkomen voor het persoonlijk bezit. Niemand koos dit beroep voor zijn plezier of uit interesse: armoe, de noodzaak van een bijverdienste, ongeschiktheid voor ander werk, het toeval, en soms ook de behoefte te dienen, zij het langs andere weg, waren de drijfveren voor de man die zich sterk genoeg voelde om de wanorde orde op te leggen.
Candido Neves-Candinho voor zijn familie-, de hoofdpersoon in een dergelijke vluchtgeschiedenis, bevond zich aan de rand van de armoe toen hij het beroep van slavenvanger opnam. Deze man had een ernstig gebrek: hij kon het in geen betrekking of beroep uithouden, het ontbrak hem aan stabiliteit; zelf noemde hij dit zijn 'ongeluk'. Aanvankelijk wilde hij leren boekdrukken, maar hij zag al gauw dat er heel wat tijd overheen zou gaan eer hij een goede zetter was, en dan nog zou hij misschien niet genoeg verdienen ; zo zei hij zichzelf. Vervolgens trok de handel hem aan, het leek hem een mooie carrière. Met enige moeite kreeg hij een baan als verkoper in een garen-en-bandwinkel. Maar de verplichting iedereen op zijn wenken te bedienen krenkte zijn trots, en vijf of zes weken later stond hij uit eigen wil weer op straat. Hulpje op een notariskantoor, bode op een onderafdeling van het Keizerlijk Ministerie, brievenbesteller en nog enkele andere baantjes, hij verliet ze allemaal weer, kort nadat hij ze gekregen had. Toen hij op Clara verliefd werd, had hij niets dan schulden, zij het geringe, want hij woonde in bij een neef, die houtsnijder van beroep was. Na diverse pogingen een betrekking te vinden, besloot hij het beroep van zijn neef te volgen, van wie hij trouwens al een paar lessen had gekregen. Hij kon er zonder moeite meer nemen, maar omdat hij snel wilde leren, leerde hij slecht. Hij maakte geen fijne of ingewikkelde werkstukken, alleen klauwpoten voor sofa's en alledaags reliëfwerk voor stoelen. Hij wilde werk hebben, en goed werk, tegen de tijd dat hij zou trouwen-en het huwelijk liet niet lang op zich wachten. Hij was dertig jaar. Clara tweeëntwintig. Ze was wees, woonde bij een tante, Mónica, en hielp haar met naaiwerk. Ze naaide niet zó veel dat er geen tijd overschoot voor een beetje flirten, maar haar vereerders wilden slechts de tijd doden; iets anders hadden ze niet in de zin. In de namiddag kwamen ze langs, keken nadrukkelijk naar haar, en zij naar hen, tot de avond viel, die haar naar haar naaiwerk riep. Ze merkte op dat ze geen van hen miste als ze weg waren, of ook maar enig verlangen voelde. Misschien kende ze van velen niet eens de naam. Natuurlijk, ze wilde trouwen. Het was 'hengelen', zoals haar tante zei, en zien of de vis wilde bijten, maar de vis zwom op een afstand voorbij; als er al een dichterbij kwam, dan was het alleen even om het aas heendraaien, het bekijken, eraan ruiken en het de rug toekeren om elders een kijkje te nemen. Liefde komt in enveloppen. Toen het meisje Candido Neves zag, voelde ze dat dit haar echtgenoot kon zijn, de enige en de ware. De ontmoeting vond plaats op een bal; dat wasom het te zeggen in termen van het eerste beroep van de minnaar-de eerste bladzij van dat boek dat slecht gedrukt zou verschijnen en nog slechter gebonden. Elf maanden later vondt het huwelijk plaats, en dat was het mooiste feest in het hele leven van de echtelieden. Vriendinnen van Clara, minder gedreven door vriendschap dan door afgunst, trachtten haar nog van de voorgenomen stap af te brengen. Ze betwistten niet de goede inborst van de bruidegom, noch de liefde die hij haar toedroeg, noch enkele andere deugden; ze zeiden dat hij iets te veel van feestjes hield. 'Des te beter,' zei de bruid; 'dan trouw ik tenminste niet met een lijk.''Nee, een lijk niet, maar ik bedoel...' En ze zeiden niet wat ze bedoelden. Tante Mónica begon een keer, na het huwelijk, in het armelijke huisje waar ze onderdak hadden gevonden, over de mogelijkheid van kinderen. Ze wilden een kind, ja, eentje maar, ook al zou dat hun behoeftigheid vergroten. Wanneer jullie een kind krijgen,' zei de tante tot haar nichtje, 'sterven jullie van de honger.'
'De Heilige Maagd zal ons te eten geven,' antwoordde Clara.
Tante Mónica had die waarschuwing, of dreiging, moeten uiten toen Candinho haar om de hand van het meisje kwam vragen; maar ook zij hield van feestjes, en de bruiloft zou vast een groot feest worden, wat het ook werd.
Vrolijk van aard waren ze alle drie. Het jonge paar lachte om alles. Hun eigen namen waren aanleiding tot woordgrapjes: Clara (helder), Neves (sneeuw), Candido (wit); ze konden er niet van eten, maar ze konden erom lachen, en lachen is lichte kost voor de spijsvertering. Zij deed nu meer naaiwerk, hij deed allerlei losse baantjes; hij had geen vast werk.
Maar daarom gaven ze de hoop op een kind nog niet op. Het kind echter, niet wetend van deze speciale wens, bleef zich schuil-houden in de eeuwigheid. Tot het op zekere dag een levensteken gaf; jongen of meisje, het was de gezegende vrucht die het echtpaar de langverbreide vreugde moest brengen. Tante Mónica was ontdaan; Candido en Clara lachten om haar zorgen. 'God zal ons helpen, tante,' herhaalde de toekomstige moeder.
Het nieuws ging van buurvrouw tot buurvrouw.
Het wachten was nog slechts op het aanbreken van de grote dag. Clara werkte nu met nog meer animo, en dat was nodig ook, omdat ze, afgezien van het betaalde naaiwerk, nu ook nog van de restjes de uitzet van de baby moest maken. Ze dacht zo intens aan het kind dat ze er al mee leefde, het de maat nam voor luiers en zijn hempjes in elkaar zette. Tante Mónica hielp haar wel, maar zondergeestdrift.
'Jullie zullen nog eens aan mijn woorden denken.
'Maar andere kinderen worden toch ook geboren.'
'Jawel, maar met de zekerheid dat ze iets te eten krijgen al is het maar weinig...'
'Zekerheid, hoezo?'
'Zekerheid, een betrekking, een beroep, een bezigheid, maar waarmee verdoet de vader van dat arme kind dat op tijd?'Zodra Candido Neves van die opmerking hoorde, ging hij naar tante Mónica, nietkwaad, maar veel minder vriendelijk dan anders: en vroeg haar of het haar ooit een dag aan eten had ontbroken.
'Uw enige vasten was tijdens de Paasweek, en dan nog alleenwanneer u niet bij mij wilde avondeten. Wij hebben nog altijd onze stokvis op tafel gehad...'
'Dat weet ik, maar we zijn met z'n drieën.'
'Straks zijn met z'n vieren.'
'Dat is niet hetzelfde.'
'Wat wilt u dan dat ik doe, behalve wat ik doe? 'Iets met meer zekerheid. Kijk naar de schrijnwerker op de hoek, de man in de garen-en-bandwinkel, de zetter die afgelopen zaterdag getrouwd is, allemaal hebben ze vast werk. Wees niet boos op me; ik zeg niet dat je een leegloper bent, maar de bezigheid die je hebt gekozen is zo vaag. Soms breng je weken lang geen stuiver binnen.'
'Jawel, maar dan komt er opeens een avond die alles goe maakt, en meer dan dat. God laat me niet in de steek, en elke weggelopen neger weet dat er met mij niet te spotten valt; geen een stribbelt tegen, de meesten geven zich meteen over.'
OVERTREFFEND EN BIZAR: HONDERDEN DODE PINGUÃNS OP bRAZILIAANSE STRANDEN
Honderden dode pinguïns op Braziliaanse stranden
In juli spoelden honderden dode pinguïns en andere zeedieren aan de Braziliaanse kust. Het gaat om 530 pinguïns, talrijke andere zeevogels, enkele dolfijnen en grote zeeschildpadden in de kustgemeentes Peruibe, Praia Grande en Itanhaem. Mogelijk liggen er meer dode dieren op andere stranden van de zuidelijke deelstaat Sao Paulo. Het begint een jaarlijks weerkerend fenomeen te worden: vorige zomer spoelden meer dan 1.500 dode penguins aan in Chili, in 2008 ook al eens meer dan duizend op Braziliaanse stranden. Zelfs op die van Rio de Janeiro, 4.000 kilometer van waar de aangespoelde pinguïns normaal leven.
Biologen van de Universiteit van Sao Paulo onderzoeken de zaak. Ze vermoeden dat het trouwens om nog duizenden pinguïns meer gaat, maar dat die gewoon niet geteld zijn. Een dierenarts van een centrum voor zieke zeedieren in Praia Grande denkt dat de pinguïns zijn gestorven door vermoeidheid en gebrek aan eten tijdens hun lange reis vanaf de wateren voor de Zuid-Argentijnse regio Patagonië. Maar er lijkt meer aan de hand dan dat.Er zijn altijd al wel dode (en levende) pinguïns aangespoeld in Brazilië. Ze raken verstrikt in de sterke stromingen van de Straat Magellaan, een zeestraat in het zuidelijkste deel van Zuid-Amerika, gelegen tussen Patagonië in het noorden en Vuurland in het zuiden. Uiteindelijk belanden ze dan duizenden kilometers noordelijker dan hun habitat. Maar de jongste jaren gaat het niet meer om uitzonderingen. "Niemand weet echt wat er aan de hand is", zegt Ricardo Burgo Braga, een biogeograaf gespecialiseerd in het zuidpoolgebied. "Het is eigenlijk normaal dat de magelhaenpinguïn (spheniscus magellanicusa) zijn kolonies in het zuidelijkste deel van Zuid-Amerika verlaat in deze tijd van het jaar om de sardines te volgen, die op hun beurt de planktonrijke Falklandstroming opzoeken. Die Falkland Current, die vanaf de Zuidpool richting Zuid-Amerika stroomt, stuit ergens halverwege de kust van Argentinië op de warme Benguela-stroming die vanuit zuidwest-Afrika komt. Normaal gaan de pinguïns nooit verder dan dat kruispunt in de winter. Ze zijn dus al bij al toch nog 3.000 kilometer uit koers." "Dit jaar is de Benguela wel kouder dan normaal", aldus Braga, "en op de Falklandstroming staat flink wat wind. Nu het verklaart iets maar zeker niet alles. Want dat is de jongste 35 jaar, sinds we beginnen meten zijn wel vaker voorgevallen. En toen spoelden er hoop en al zeven pinguïns aan." Overbevissing? Thiago Muniz, een Braziliaans pinguïnspecialist van de Niteroi Zoo, vermoedt dat overbevissing er iets mee te maken heeft. "Daardoor moeten de pinguïns almaar verder de zee in zwemmen om aan eten te geraken, en daar geraken ze verstrengeld in de stromingen. Vooral de jongste, minst sterke dieren kunnen de kracht niet opbrengen om uit die stromingen te geraken." Muniz en zijn team proberen de kleine minderheid die het levend ervan afbrengt te redden. Zo kon hij er de jongste drie jaar al een stuk of honderd redden. Opvallend daarbij: de meeste van de dieren zitten onder de olie. Die olie is niet de oorzaak dat de pinguïns afdrijven uit hun habitat, maar eenmaal op drift passeren de diertjes wel door de Campos-olievelden voor de Braziliaanse kust. En dat doet het ergste vermoeden over de vervuiling die daar wordt aangericht. Eduardo Pimenta, aan het hoofd van het Coastal Protection and Environment Agency in de resort-stad Cabo Frio, gelooft dat naast de olie van de Camposvelden ook andere vervuiling in zee een rol speelt. "De vervuiling in de Straat van Magellaan tast de immuniteit van de dieren aan, daardoor zijn ze vatbaarder voor ziektes, in het algemeen zwakker en minder goed gewapend om tegen de stroming te vechten. Zo belanden ze hier."
Britse avonturier wandelt als eerste hele Amazone af
Britse avonturier wandelt als eerste hele Amazone af
09/08/10 De Morgen
Een Britse avonturier is er na 859 dagen, duizenden kilometers en "50.000 muggenbeten" in geslaagd de volledige lengte van de Amazonerivier af te wandelen. Hij is de eerste die dat huzarenstukje voor elkaar brengt. "Ik heb het gedaan omdat niemand anders het me ooit had voorgedaan", legt Ed Stafford eenvoudig uit. "Ik heb volgehouden omdat iedereen met zei dat het onmogelijk was." De 34-jarige ex-kapitein in het Britse leger hoopt dat hij met zijn reis de nodige aandacht kan schenken aan de verwoesting van het Amazonewoud. Piranha's & Anaconda's Stafford begon zijn trip op 2 april 2008 aan de zuidkust van Peru. De onderneming kostte zo'n 100.000 dollar en werd gefinancierd door sponsors en donaties. Onderweg leefde hij van piranha's die hij ving, rijst en bonen of goederen die hij kocht in lokale gemeenschappen langs de rivier. Hij kreeg af te rekenen met verschillende gevaren, zoals anaconda's, ziekte, gebrek aan voedsel en verdrinking. Hij werd 50.000 keer gebeten door muggen en enkele honderden keren door wespen. Tijdens zijn reis belandde hij twee keer in de gevangenis telkens nadat hij valselijk beschuldigd werd van doodslag. Om te ontspannen downloadde hij afleveringen van The Office via zijn satelliettelefoon. Ontbossing "Er is op dit ogenblik nog heel wat ontbossing bezig in het regenwoud," zegt Stafford, "maar het is hartverwarmend om te zien dat er in Brazilië een generatie opstaat die zeer bezorgd is over het milieu en die zich het lot van de Amazone aantrekt. Het mooiste van de reis was de warmte en de gastvrijheid van Brazilianen en vooral van kinderen die me overal langs de Amazone welkom heetten."
De ontbossing in het Amazonegebied steeg in juni opnieuw volgens een enquête van de NGO Institute Mens en Milieu (Imazon).
Geraadpleegd satellieten registreerde 172 km2 van ontbossing, die steeg met 15% ten opzichte van juni 2009. Para leid de ontbossing in de maand, 115 vierkante kilometer van de boskap (67% van het totaal in juni), gevolgd door de staat Amazonas, met 22 vierkante kilometer van ontbossing, en Mato Grosso, die 18 vierkante mijl van de oorspronkelijke vegetatie verloor. Volgens Imazon deed zich vooral in juni ontbossing voor in de regio van de BR-163, de verbinding van Cuiabá (MT) naar Santarem (PA), in de passages tussen de steden Itaituba Pará, Novo Progresso en Altamira. Ontbossing is ook gericht op het Transamazon snelweg tussen de steden en Apuí Humaita in Amazonas. De ontbossing gedetecteerd tussen augustus 2009 en juni 2010 door de NGO's was 1333 km ². De som is 8% hoger dan geregistreerd in de vorige periode (augustus 2008 tot juli 2009), toen de verwoesting 1234 km ² was.
De stijgende trend van ontbossing benoemd door Imazon druist in tegen de vertoning tot nu toe door ramingen van het Nationaal Instituut voor Ruimtelijk Onderzoek (INPE), die officiële statistieken gaf over de ontbossing. In mei heeft het INPE 109.6 km ² vastgesteld van nieuwe ontbossing, 12% kleiner van de oppervlakte waargenomen door satellieten in dezelfde maand vorig jaar. Echter, de dalende trend van de gegevens door INPE - en gevierd door het Ministerie van Milieu - blijkt niet uit de cijfers van de verwoestingen in de maanden juni en juli toen de kettingzagen meer bewogen als gevolg van de droge periode, die het kappen en het vervoer van illegaal hout in de regio vergemakkelijkt.
HET ANDERE BRAZILIÃ - Nergens is openbaar vervoer beter dan in Curitiba
CURITIBA, PARANÁ, BRASIL
29/07/10
Van weinig steden ter wereld wordt het openbaar vervoer zo bewonderd als van het Braziliaanse Curitiba. De snelbussen vervoeren meer dan 2 miljoen mensen per dag. Het succesverhaal begon in de jaren zeventig, toen architect Jaime Lerner burgemeester werd.
Curitiba, in het zuiden van Brazilië, heeft zijn bevolking de afgelopen twintig jaar zien verdrievoudigen, tot bijna 2 miljoen inwoners (3 miljoen voor het hele metropolitane gebied). Toch is het autoverkeer in dezelfde periode met 30 procent gedaald. Dat heeft alles te maken met het Rede Integrada de Transporte (RIT), een revolutionair openbaarvervoersysteem dat nu meer dan 2 miljoen mensen per dag vervoert. De stad wordt doorkruist door vijf snelbuslijnen - een zesde is in aanbouw - met eigen baanvakken waar geen auto mag komen. Driedelige bussen rijden met hoge frequentie op deze lijnen, om de halve minuut op spitsuren. De haltes, opvallende cilindervormige glazen constructies, zijn zo ontworpen dat de passagiers snel op en af kunnen stappen. Een kaartje kost minder dan 1 euro en daarmee rij je tot 20 kilometer buiten het centrum. Het systeem werd in de jaren zeventig ingevoerd. Aanvankelijk wilde Curitiba een metronet, zoals zoveel steden in die tijd. Maar het stadsbestuur had daarvoor het geld noch de tijd en koos daarom voor een busnet dat dezelfde kenmerken had als een metronet maar veel goedkoper was in aanleg. De man achter het RIT is architect en ruimtelijk planner Jaime Lerner. Hij was driemaal burgemeester van Curitiba, van 1971 tot 1975, van 1979 tot 1984 en van 1989 tot 1992. Van 1994 tot 2002 was hij gouverneur van de deelstaat Paraná, waarvan Curitiba de hoofdstad is. Lerner, nu 71, stapte in 2002 uit de politiek. Hij wijdt zich nu helemaal aan zijn architectenbureau, dat projecten uitwerkt voor steden over de hele wereld. Het Amerikaanse Time Magazine nam Lerner dit jaar op in zijn lijst van 25 meest invloedrijke denkers ter wereld. Bogota nam het systeem van Curitiba over en noemde het de TransMilenio. Los Angeles volgde met de Orange Line. Steeds meer andere wereldsteden laten zich door Curitiba inspireren. Dit jaar kondigde New York aan dat het vanaf 2012 een snelbusbaan dwars door de stad gaat aanleggen.
Curitiba scoort niet alleen goed met zijn openbaar vervoer. De stad heeft het grootste autovrije winkelgebied ter wereld en het hoogste percentage voor afvalrecyclage. Door het grote aantal parken is er 51 vierkante meter groen per inwoner, eveneens een van hoogste percentages ter wereld. Om al het gras in die parken te maaien worden al sinds Lerners tijd schapen ingezet. Een ander bijzonder idee van Lerner was de inzet van vissers om de waterwegen schoon te maken. De vissers kregen een bedrag voor elke kilogram afval dat ze uit het water haalden. Een relatief goedkoop systeem voor de stad, en de vissers hadden zo ook buiten het visseizoen een inkomen. Maar sommigen waarschuwen dat Curitiba het slachtoffer van zijn succes dreigt te worden. Het bussysteem zit bijvoorbeeld dicht bij zijn verzadigingspunt, geen enkele Braziliaanse stad telt in verhouding tot het aantal inwoners zoveel auto's, en de laatste jaren sputtert de afvalrecyclage. Toen in de jaren zestig de eerste plannen zijn opgemaakt, had men nooit gedacht de stad ooit zoveel inwoners zou tellen, zegt architect en ruimtelijk planner Jorge Wilheim, die de ontwikkeling van Curitiba mee vorm gaf. "De metropolitane regio heeft een nieuwe visie nodig."
Gedurende meer dan 350 jaar zijn zwarte slaven per boot overgebracht van hun geboorte-Afrika naar de transatlantische nieuwe wereld om er in de mijnen en op de plantages te werken.
De handelaars van Bahia rechtvaardigden het wrede instituut van de slavenhandel met de bekering van de zwarte ziel, totdantoe ondergedompeld in de duisternis van de afgoderij, tot (voornamelijk) het katholicicsme. Dus werden alle slavenschepen gedoopt met de naam van een katholieke heilige, met als doel de slavenhandelaars, de boten en de vervoerde waar te beschermen. Deze heiligen, beschermers van de slavenhandelaars, lieten de slaven later toe hun meesters te misleiden betreffende de aard van de dansen die ze 's zondags mochten uitvoeren gedurende hun bijeenkomsten per land van oorsprong (in 1758 toonde graaf dos Arcos, 7de vice-koning van Brazilië zich voorstander van dat soort activiteiten, niet uit filantropie, maar omdat hij het nuttig achtte "dat de slaven de herinnering aan hun afkomst levendig houden en hun wederzijdse afkeer, die hen ertoe leidde elkaar te bevechten in Afrika, niet zouden vergeten". Zo verdeeld zouden ze geen gezamenlijke opstand tegen hun meesters op touw kunnen zetten (zoals ze 50 jaar later wel zouden doen).
Deze laatsten veronderstelden dat de dansen die hun slaven dansten, en dat de liederen die elk in zijn eigen taal zong, slechts een onschuldig en nostalgisch tijdverdrijf waren. Ze konden niet weten dat wat ze zongen tijdens deze bijeenkomsten eigenlijk gebeden waren ter ere van hun Orixás, Voduns of Inkissis. Wanneer men hen uitleg vroeg over hun gezangen, verkondigden de slaven dat het lofzangen waren voor de heiligen van het paradijs (van de katholieke kerk uiteraard).
'...Ooit bij een bezoek aan Salvador weerd vertelde mij een wijze candomblé moeder dat ik een zoon was van Xango , hetgeen mij een goed en sterk gevoel gaf...' storyteller
Xangô ...is viriel en machtig, gewelddadig en handhaver van het recht. Hij straft de leugenaars, de dieven en de misdadigers. Daarom wordt de dood door de bliksem beschouwd als eerloos. Zo ook met huizen: als een huis wordt getroffen door de bliksem, heeft dat te maken met de toorn van Xangô. De eigenaar ervan moet zware boetes betalen aan de priesters van de Orixá die, in het puin, de Edun Ara (bliksemstenen) komen zoeken die Xangô er gooide en die zich bevinden onder de grond waar de bliksem insloeg.
Deze Edum Ara (in feite neolithische hamers) plaatst men op een gebeeldhouwd houten mortier, Odo, gewijd aan Xangô. De stenen worden beschouwd als emanaties van Xangô en bevatten zijn Axé - zijn macht. Bloed van geofferde dieren wordt gedeeltelijk over deze bliksemstenen gegoten opdat zijn kracht en macht behouden blijven. Het dier dat zijn voorkeur geniet bij de offerandes is de ram, omdat zijn kopstoten snel zijn als de bliksem. Andere schenkingen zijn Amalá, een lekkernij bereid met inhame-meel (soort zoete aardappel), overgoten met een saus van quiabos (kleine tropische groente). Het is echter volstrekt verboden hem witte bonen aan te bieden van de Sesé-soort. Dit verbod geldt ook voor al zijn ingewijden. Het embleem van Xangô is de dubbele gestileerde hamer, Oxé, die de geïnitieerden in de hand dragen tijdens hun trance.
Xeré is de rammelaar, gemaakt van een langwerpige kalebas met daarin graantjes, die ter ere van Xangô wordt bespeeld. Als hij goed bespeeld wordt tijdens de verering, bootst dit instrument het geluid van de regen na.
Xangô werd gesyncretiseerd met de heilige Hiëronimus in Brazilië en met de heilige Barbara in Cuba.
De cultus van Xangô is erg populair, zowel in Brazilië als op de Antillen. In Recife, hoofdstad van de staat Pernambuco, staat de naam voor een reeks Afrikaanse culten die in de staat worden beoefend. In Bahia dragen zijn gelovigen roodwitte halskettingen, net als in Afrika. Woensdag is de dag die aan hem is gewijd. Tijdens zijn dansen zwaait Xangô trots met zijn dubbele hamer, en van zodra de cadans versnelt doet hij alsof hij uit een zak Labá (bliksemstenen) neemt en ze over de aarde gooit. De symboliek van zijn dans laat vervolgens zijn wellustige en vermetele aard zien.
Mettertijd begonnen de Afrikanen overeenkomsten te creëren tussen hun Orixás en de heiligen van de katholieke kerk. Dit religieus syncretisme is beetje bij beetje tot stand gekomen, en is het dus zeer moeilijk te zeggen wanneer deze vermenging van religies en geloofsovertuigingen precies heeft plaatsgevonden. Soms is er een overeenkomst tussen de eigenschappen van de Orixá en die van de corresponderende heilige, naar hun eigenschappen of beeltenis. Elke Orixá heeft een corresponderende heilige, zelfs wanneer we niet goed weten welke relatie er tussen de twee kan bestaan.
E.CA is een v.z.w. en heeft als doel de Braziliaanse cultuur te verspreiden in al haar aspecten: capoeira, dans, muziek, kookkunst, ...
Capoeira is ons middel bij uitstek voor socialisatie. Via de Afro-Braziliaanse cultuur wensen we het wederzijds respect te bevorderen. Dit doen we door aan te leren hoe we ons lichaam op andere manieren kunnen gebruiken en stimuleren, door onze motorische coördinatie te verscherpen en dit zonder hierbij de individuele capaciteiten en vaardigheden van onze leerlingen uit het oog te verliezen. Uiteindelijk wensen we een emotioneel pantser op te bouwen. Dit door onze gevoelens duidelijk tot uiting te brengen via zang en dans.
De v.z.w. ontstond uit de groep Grupo Cativeiro Capoeira, die in 1978 te Ribeirão Preto, São Paulo werd opgericht door zes mestres: Miguel, Ely, Caio, Rodolfo, Cidão en Belisco. Het jaar 1978 werd gekenmerkt door het ontstaan van verschillende sociale organisaties die zich kantten tegen rassendiscriminatie. Bijvoorbeeld:
1978: De beweging van de zwarte vrouwen van de Partido dos Trabalhadores (PT) vocht voor gelijke rechten voor de zwarte vrouw. Deze werden immers dubbel gediscrimineerd binnen de Braziliaanse samenleving.
Festival Communitário Negro Zumbi (FECONEZU): Is een organisatie van jonge zwarte Brazilianen, op zoek naar een identiteit omdat ze geen ruimte hadden om zich elders uit te drukken binnen de Braziliaanse maatschappij.
20 april 1978 oprichting van Grupo Cativeiro Capoeira: Deze organisatie werd opgericht om de Afro-Braziliaanse waarden van de Capoeira te benadrukken. Men was van mening dat ondertussen voornamelijk de sportieve waarden binnen de capoeira de overhand namen. Dit leidde tot een heropleving van de Capoeira in São Paulo.
Toch opmerkelijk want van 1974 tot 1979 stond Brazilië immers onder het bewind van President Ernesto Geisel, die op zijn beurt de regering van Emílio Garrastazu Medici opvolgde. Deze laatste is ook gekend als de regering van de "Jumbojaren" (Brazilië stond van 1964 tot 1985 onafgebroken onder een militaire dictatuur).
vzw E.CA heeft als basisdoelstelling het opleiden en informeren van Capoeiristas. Wij verkondigen géén absolute waarheid maar helpen de leerling zijn eigen potentieel verder uit te bouwen en te ontplooien. Wij brengen de nodige informatie over die we onontbeerlijk vinden om een minimum inzicht te verkrijgen in het onuitputtelijk universum: capoeira genaamd. Tevens geven we de nodige hulp om op een flexibele wijze de complexiteit van de Afro-Braziliaanse cultuur een beetje beter te leren kennen.
Wij volgen geen formele pedagogie. Eerder wensen we een situatie te creëren waarbij de leerlingen op een harmonieuze, leuke en spontane wijze leren en hun eigen lichaamsbewegingen verbeteren. Het initiatief komt van hen, wij verschaffen hen enkel de basis!
MARINA SILVA -STRIJDSTER VOOR AMAZONAS gaat voor presidentschap in Brazilië
Marina Silva werd geboren in Acre op 8 februari 1958, een Braziliaanse milieuactiviste en politicus. Ze was een collega van Chico Mendes en een lid van de Partido dos Trabalhadores tot en met 19 augustus 2009, daarvoor was ze senator voordat zij minister van milieu in werd 2003. Osmarina Marina da Silva groeide op in een gezien van elf kinderen in een rubbertappers gemeenschap in de seringal Bagaço, in de staat Acre. Op haar 16 de werd ze wees en verhuisde naar de hoofdstad van de staat, Rio Branco. Ze kreeg een katholieke opvoeding en werkte als dienstmeid. Ze studeerde af in geschiedenis aan de Federale Universtieit van Acre op haar 26ste en werd meer politiek actief. In 1984 hielp mee om de eerste vakbond op te richten en leidde demonstraties genoemdempates samen met Chico Mendes. Ze waarschuwden tegen de ontbossing en het verdrijven van leefgemeenschappen uit hun traditionele omgeving. In 1994 werd ze de eerste rubbertapper ooit verkozen tot de federale senaat. Als ingeboren van Amazone en een senator gaf ze steun aan milieubescherming, sociale rechtvaardigheid en duurzame ontwikkeling in de Amazonas regio. De ontbossing daalde in 2004 tot 2007 met 59% en zorgde dat de overheid een geïntegreerd beleid leidde. Tegelijkertijd bevorderde ze duurzame ontwikkeling en behoud van bossen en tevens haalde ze elementen aan uit internationale verdragen en documenten. "Dit alles toont aan dat, wanneer er sprake is van geïntegreerde planning en beleid, het werkelijk mogelijk is om het beeld te veranderen," zei Silva in een verklaring aan de Ambassade van Brazilië in Londen.
Silva nam ontslag in mei 2008. Silva besluit om zich terug te trekken lag in 'de toenemende tegenwerking in hun team in belangrijke sectoren van de overheid en de samenleving" . Ze werd steeds meer geïsoleerd door de regring van Luiz Lula da Silva vanwege haar opvattingen over hydro-elektrische dammen, biobrandstoffenen genetisch gemodificeerde gewassen.
"Het is tijd om te gaan bidden [voor het regenwoud], zei Sergio Leitao, de directeur van openbare orde van Greenpeace in Brazilië, na het ontslag van Marina Silva. Op 08.19.2009, kondigde Marina haar overstap van de (PT) Arbeiders Partij van Lula maar naar de Groen Parij. Vooral uit protest tegen het milieubeleid onderschreven door de partij. In de stad van Nova Iguaçu in de staat Rio de Janeiro stelde ze zich op 16 mei 2010 stelde kandidaat voor de Presidents verkiezingen van 2010 in naam van de Groene Partij.
Hoewel haar kansen gering zijn (ze heeft in de peilingen slechts 10%) geef ik haar mijn steun.
CACIQUE RAONI IN PARIJS strijdend VOOR BEHOUD NATUUR XINGU en zijn VOLK
Op 6 mei 2010 was de Caiapó chef Raoni Metukiré in Parijs om daar te spreken met vertegenwoordigers van Europa om de longen van de planeet te beschermen, die bedreigd word door de bouw van de Belo Monte dam. Hij sprak daar in naam van alle volken die in het Caiapó gebied leven om middelen te verkrijgen om het bos te redden. Hij vertegenwoordigd 6.3 miljoen leden van de Caiapó stam die het gebied bevolken. Hij was in gezelschap van de Franse schrijver Jean-Pierre Dutilleux, co-auteur van het boek "Raoni, herinneringen van een Indianen leider'. Hij zal vandaag ontvangen worden door de oud president Jaques Chirac, die de inleiding schreef voor het boek, en met wie hij al in 1989 diversen contacten had toen hij voor de eerste maal in Europa was om een campagne te voeren ter verdediging van de Amazone Indianen. In die tijd gingen de foto's van Raoni met zijn zwier van gele pluimen en zijn 20cm in diameter houten lip schijf en in gezelschap van de zanger Sting, de hele wereld rond. Deze campagne was een succes, en de grens voor het 195km2 grote reservaat (zes maal België) doorkruist door Xingu rivier werd een feit. Nu 20 jaar later na de bedreiging der goudzoekers en de ontbossing duikt een nieuw spook op, de grote bedreiging: de Belo Monte dam, met toestemming van de Braziliaanse regering. De dam moet vanaf 2015 de derde grootse dam ter wereld worden na de 'drie kelen' in China en de Itaipú dam in het zuiden van Brazilië bij Foz de Iguaçu.Het project gaat 11 miljard dollar kosten en moet to de 11 miljoen MW energie opbrengen. De tegenstanders van de dam (ong. 60 ONG's) verklaren dat de dam een gebied van 500 km2 onder water zal zetten. De caiapo's zeggen dat het meer dan 20.000 mensen in het gebied zal treffen.
En president Lula? "Ik heb veel met hem gepraat om de dam niet te bouwen," zegt Raoni, toen hem gevraagd werd wat de motieven waren van de Braziliaanse president. "Ik weet niet waarom hij dit doet," zegt de cacique, gekleed in een broek, zonder hemt en borst en armen geverfd in zwart, de oorlogskleur. "Daar om wil ik graag dat de regeringsleiders die hier samen zijn in Europa, hem benaderen om de groeiende bezorgdheid van de Indianen omtrent de dam te uitten." aldus Raoni. De Franse schrijver Dutilleux deelt zijn bezorgdheid door te zeggen dat dit slechts het puntje van de ijsberg is, want er zijn 220 dammen gepland tot 2030 in de regio. Raoni, die beoordeeld mag worden als een man van vrede, heeft zijn strijders opgeroepen om zich klaar te maken voor de bedreiging van de bouw van de dam.
"Ik ben bezorgd en weet niet hoe lang we ons kunnen controleren... daarom ben ik naar Europa gekomen om te onderhandelen... om een dramatische situatie te voorkomen..." zegt de Chef zonder toon verheffing, terwijl een lid van zijn volk, die ter plekke is, verzekerd dat 3.000 Caiapó strijders klaar zijn om te vechten.
vertaald uit de krant "Amazonas em Tempo" 7 Mei 2010, Manaus
Avatar steunt Braziliaanse stammen in strijd tegen dam
De regisseur van de film 'Avatar', James Cameron, springt in de bres voor de Braziliaanse stammen die een gigantische dam in hun leefgebied niet zien zitten. De Xingu vrezen dat het project om elektriciteit op te wekken met waterkracht hun leven in het regenwoud zal verstoren.
De meeste stamleden moesten dagen lopen om hun gast te onmoeten in een afgelegen dorpje. Niet wetende dat de regisseur vorig jaar de meest succesvolle film aller tijden op de wereld losliet. "Als ze deze dam bouwen, zullen onze kinderen sterven", vertelden ze aan Cameron, zo schrijft The Guardian. "Er zal geen vis meer zijn, geen jacht. Ik wil dat mijn kleinkinderen in vrede kunnen leven. En dat zal de dam ons afnemen."
Belo Monte Waterkracht is een vorm van duurzame energie die in een paar landen erg succesvol blijkt. Brazilië is daar één van, maar de Belo Monte is een doorn in het oog van de lokale bevolking. "Ik ben hier om naar jullie te luisteren en om als filmmaker jullie stem aan de buitenwereld te laten horen", antwoordde Cameron.
Hij ziet het als een kans om Avatar tot leven te brengen en is van plan om een documentaire te schieten over de lokale stammen en hun strijd tegen Belo Monte.
Twintig jaar "Ze vertelden me dat ze al twintig jaar verzet voeren tegen de dam", zegt Cameron. "Beloften werden gebroken en alle hulp is welkom." De dam is niet zomaar een project. Belo Monte zou ongeveer acht miljard euro kosten en wordt de op twee na grootste in zijn soort. Terwijl Brazilië met de dam de economie een duwtje in de rug wil geven, geloven milieubewegingen dat het gewoon een enorme stap is om het regenwoud nog meer te vernielen. Alsook de stammen die er leven.
20/04/10 12u30
IK HOOP DAT HET VRUCHTEN AFWERPT, DOCH DE BESLISSING VAN DE BRAZILIAANSE REGERING IS VOLHARDEND, WAYN BRON: DE MORGEN, BE
CARLOS MARIGHELA - VOOR DE BEVRIJDING VAN BRAZILIÃ DEEL 3 slot
Camilo Torres
Detrez: 'De behoudende (en katholieke) dagbladen van La Paz en Bogotá gebruiken dezelfde benaming voor Che Guevara en Camillo Torres. De tupemoros van Uraquay, Douglas Bravo, César Montes, Inti Peredo, Yon Soza, alle castristen van het conyinent worden over een kam geschoren. De eerlijke mensen, de zuivere geesten, deeerbare lieden zijn zij die geen honderden maar miljoenen individuen uitmoorden, verminken en prostitueren door middel van honger, knechten, arbeid, 'bevroren lonen'. de exploitatie van ontelbare bordelen, het stelselmatig achterlijk houden van de bevolking en allerlij ziektes tengevolge van de ondervoeding. En ze kunnen rustig tegen de revolutionairen aanschoppen omdat ze immers de officiële afkeuring van de 'paus' mee hebben, wiens engelachtige houding in deze overigens zo luguber, ja misdadig is wanneer je uit eigen ervaring weet, en aan den lijve ondervonden hebt wat de dictatuur en de ellende in Zuid-Amerika betekenen. Voor de liberalen, die minder stompzinnig zijn dan de anderen, maar veel gevaarlijker, is Carlos Marighela een veelzijdige persoonlijkheid, een communistenleider, voetballiefhebber, houdt van ijskoude punch en van zonnebaden aan het strand van Copacabana en bemint drie vrouwen: zijn wettige echtgenote, en de moeder en de zuster van een van zijn vrienden, en verder 'speelt hij guerrilleiro'. Een bijna sympathieke man dus, temeer omdat hij geboren is in Salvador de Bahia, de bakermat van dichters en muzikanten, van lyriek en hartelijkheid, van mulatten en negers, dat wil zeggen van mensen die sinds 4 eeuwen tegen politieke, sociale, religieuze en culturele overheersing van de blanken optornen en die toch zichzelf weten te blijven, dankzij hun handigheid, slimheid, hun Afrikaanse animisme, hun sensualiteit, de samba, een flux de bouche en een heel eigen leefwijze. Als zoon van een negerin en een Italiaanse immigrant is Carlos Marighela dus een Bahiaan bij uitstek. Als hij nu geen terrorist was zou men hem niet eens kwalijk genomen hebben dat hij bestond... Voor Osvaldo Peralva, een ex-communist, die directeur van een grote liberale krant is geworden en die hem god kende uit de tijd dat ze kameraden waren, heeft 'Marighela meer van Stalin gelezen dan van Marx'. Kent hij Engels en Lenin alleen maar via de stalinistische interpretaties en is hij de meest perfecte Stalinist van Brazilië. Een ijskoude, harde, vastberaden en fysiek zeer moedig man. Luis Carlos Prestes, de algemene secretaris van de partij, is veel kariger als hij het over zijn vroegere medestander heeft. Hij zegt over hem: 'Het is een patriot, die de verkeerde middelen gebruikt'. (noot mijnerzijds. Het zuid-Amerikaans communisme is meer terug te vinden in de ideologie van Marx en Engels, doch Marighela had zich ook verdiept in Mao Tse-Toeng en zijn revolutie, toen hij in 1953 in China verbleef.)
Detrez: 'Tot zover dus de roddelverhalen, de beschimpingen en de verkeerde beoordelingen. De feiten liggen heel anders. Carlos Marighela wordt in 1911 geboren in Salvador de Bahia. Zijn ouders zijn mensen uit het volk. "Ik ben een kleinzoon van slaven," zei hij eens tegen mij, met de trots van iemand die zich vrijmaakt van een langdurige vernedering. Op zijn 16de wordt hij lid van de CP. Dankzij geweldige offers kan hij verder studeren. Hij wil ingenieur worden maar in zijn 3de jaar geeft hij de studie op om 'revolutie te gaan maken'. In 1936 - hij dan juist 24 geworden - maakt hij voor het eerst kennis met de gevangenis. Hij leest Dostojevski en de grote nationale romanschrijver Graciliano Ramos. Ook een communist en zijn vriend. In oktober van dat jaar, precies 2 jaar na zijn oproep tot de gewapende strijd vanuit Havana, ontmoet ik hem ergens in een van de grote steden van het land. Ik heb dan al 6 weken het 'spoor' gevolgd dat moet leiden naar 'vijand nummer 1 van de dictatuur en het imperialisme,' zoals hij zichzelf genoemd heeft. Een spoor dat door meerdere landen loopt en dat ten slotte uitkomt in een van de 24 staten van de federatie van Brazilië. Welke? Dat weet ik pas de dag voor onze ontmoeting. Het gerucht gaat dat Marighela zich onophoudelijk verplaatst, om de politie te ontlopen. Maar ook om overal de groepen van de Nationale Bevrijding Actie te vormen, die als paddenstoelen uit de grond schieten'van de monding van de Amazone tot aan de grens van Uruquay.' Er is een legende gekomen: Marighela is ongrijpbaar. Alomwezig. De politie aganten houden het hoofd koel: hij kan alleen daar zijn waar hij ons het makkelijks kan ontglippen.: ondergedoken in een van die twee mensen oceanen die Rio en Sâo Paulo heten. Door het raam van de eerste verdieping van het gebouw waar hij me heeft laten komen zie ik een politieagent patrouilleren. Een paar honderd meter verderop staat een volkswagen van de stadspolitie geparkeerd. Stom toeval. Marighela stelt me gerust. Als ons langdurig onderhoudt is afgelopen loopt hij in tegenovergestelde richting weg. De volgende dag laat een van zijn lijfwachten me een boodschap brengen: "U moet het land onmiddellijk verlaten!" 10 dagen later worden 2 verzetstrijders die dich bij de leiding schijnen te staan gearresteerd; het zijn geestelijken, dominicanen. De ouden marxist-lenist is nog sektarisch, nog dogmatisch: Camilo Torres heeft immers bewezen dat een pastoor een uitstekende guerrilla kan zijn! (De Columbiaanse priester-guerrilla Camilo Torres wordt op 15 februari 1966 door het leger vermoord in de bergen van Columbia. Ooit zei hij: "Ik weet niet of de ziel onsterfelijk is, maar ik weet wél, dat honger sterfelijk is. Het is de plicht van elk christen om revolutionair te zijn." noot mijnerzijds.) ...Met de gevangenneming van deze 2 priesters valt een heel netwerk in duigen, dat direct naar de chef leidde. 80 politiemannen gewapend met revolvers en mitrailleurs, weten hem in de val te lokken en schieten hem in de avond van de 4de november midden op straat in Sâo Paulo neer. Er is wel gezegd: een held is hij, die hoop geeft aan het volk. Carlos Marighela heeft het volk ook een voorhoede en een strategie gegeven: de hoop, gewapend met ideeën en duizend geweren.' Conrad Detrez 1970
CARLOS MARIGHELA - VOOR DE BEVRIJDING VAN BRAZILIÃ DEEL 2
Carlos Lamarca
In Rio de janeiro, Sâo Paulo en Belo Horizonte. De guerrilla in de steden is al begonnen. Het strijdtoneel is de geïndustrialiseerde driehoek, welke wordt gevormd door de 3 hoofdsteden van deze staten die tot de verste gevorderde van de federatie behoren. De leiders wisselen gegevens uit, maken analyses van het werk en werken de conclusies die uit de gevoerde acties te trekken zijn nader uit.
Er wordt een 'praktisch handboek voor de stadsguerrilla' in elkaar gezet. Er komen wat meer theoretische geschriften uit waarin de beginselen opgesteld worden voor de guerrilla op het platteland in aansluiting met de strijd in de steden. De strategie komt met de praktijk tot ontwikkeling. De twee vormen van revolutionaire strijd zijn nu duidelijk bepaald. Marighela ziet ze in het veelomvattende perspectief van de evolutionaire bewegingsoorlog. Beweging, beweeglijkheid, dit woord kom je voortdurend in zijn stellingen tegen. Het is de voorwaarde voor succes, dankzij de buitengewone beweeglijkheid (en snelheid, vanzelfsprekend) van de guerrilleiro's worden tussen september 1968 en oktober 1969 bijna 100 banken leeggehaald, veelal opgesierd met politieke leuzen die de 'onteigening' rechtvaardigen. De hele operatie duurt meestal een paar minuten en telkens weten de activisten uit de handen van de politie te blijven. Deze successen zijn een geweldige stimulans voor de bevolking die fel tegen de dictatuur gekant is en verbitterd is over de Noord-Amerikaanse overheersing over hun land, maar tot dan toe op non-actief gebleven was, stilgelegd door de voorzichtige houding van de bureaucratische CP. Er worden tal van op zichzelf staande groepen georganiseerd. Zoals de 'Revolutionaire Volks-Avant garde' en de 'Revolutioniare 8 Oktober beweging' (MR8), de rode vleugel van de Braziliaanse CP, die maoïstisch gezind is. Daaronder bevinden zich militairen, die daags na de staatsgreep van 1964 uit het leger gezet zijn, of die zoals kapitein Carlos Lamarca, gedeserteerd zijn, met medeneming van hele vrachtwagens vol wapens en munitie.
(Carlos Lamarca was een van de belangrijkste verzetsstrijders tegen het militaire regime. De grondvesting van het MR8, begin 1971, moest een nieuwe strijd karakteriseren. Lamarca werd aangewezen als organisator van een landelijke guerrilla in de 'sertâo', het binnenland van Bahia. Daar werd hij in september van dat jaar ontmaskerd en vermoord. noot mijnerzijds)
Detrez: ... samen met de naaste medewerkers van Marighela komen sommigen tot meer spectaculaire en ook duidelijk meer politie acties. Ze brengen de Amerikaanse kapitein Charles Chandler, een CIA agent, ter dood juist wanneer deze zijn villa in Sâo Paulo verlaat; ze blazen vestigingen van het leger en Amerikaanse handelscentra op; ze bezetten radiostations en zenen revolutionaire programma's uit; ze bevrijden uit de centrale gevangenis van Rio de Janeiro een groep geestverwanten die daar gevangen zit; ze ontvoeren in Rio op klaarlichte dag Burke Elbrick, de Amerikaanse ambassadeur en laten deze niet eerder vrij nadat de regering over alle radio-en televisie stations en in alle kranten een bericht heeft gepubliceerd waarin het dictatoriale karakter van de politiestaat, de gevangenneming en de folteringen die er plaats vinden aan de kaak gesteld worden, de binnenkort uit te breken guerrilla op het platte land aangekondigd wordt en vervolgens nog 15 activisten naar de Mexicaanse grens heeft gebracht die in diverse gevangenissen ingesloten zaten. Sommigen van hen, die door de politie gezocht worden en geen paspoort meer hebben, weten tot twee maal toe een boeing 707 te kapen en er mee naar Cuba uit te wijken. Al deze verschillende groepen gaan op vergelijkbare wijze te werk. Steeds weer komen we dezelfde kenmerken (namen, data) tegen die aan Guevara doen denken. En omdat er op de lijst van de 15 activisten die als losprijs voor de geschaakte Amerikaanse Ambassadeur vrijgelaten namen voorkomen van de vertegenwoordigers van deze organisatie, komt de politie tot de overtuiging dat ze nu op weg naar de eenheid zijn; sterker nog, dat Carlos Marighela: 'Uit alle macht probeert te komen tot de vorming van een machtig eenheidsfront.' (Dit laatste uit het 'Jornal de Tarde' van SP, 15 september 1969)
Detrez: ...In augustus 1967 wordt in Cuba de eerste Conferentie van Latijns-Amerikaanse Solidariteit (O.L.A.S) gehouden. De leiding van de Braziliaanse CP heeft besloten geen enkele afgevaardigde naar Havana te sturen. Carlos Marighela, lid van het Centrale Comité en leider van het comité van de staat Sâo Paulo neemt de uitnodiging van de organisatoren toch aan en gaat er zonder het Centrale Comité toestemming te vragen: 'Omdat ik het het geen enkel revolutionair gezag toe ken,' schrijft hij in een brief aan de partijleiding van 17 augustus 1967. 'De leiding van de CP is te log, bezit geen enkele beweeglijkheid, is omgekocht door de bourgeoisideologie, kan niets doen voor de revolutie en ik wil niet langer behoren tot deze academie van schone kunsten die niets beters weet te verzinnen dan vergaderingen beleggen'. Hij breekt met het Centrale Comité, gedreven door zijn 'drang om als revolutionair te strijden te midden van het volk' en omdat hij voortaan weigert "de regels in acht te nemen van het bureaucratisch conventionele politieke spel dat aan de top van de partij gespeeld wordt'. In de reactionaire pers, dat betekent dus in praktisch alle kranten die het land telt, worden Carlos Marighela en zijn medestanders aangeduid als 'bandieten', 'dieven', 'gangsters', 'moordenaars' enzovoort...'
CARLOS MARIGHELA - VOOR DE BEVRIJDING VAN BRAZILIÃ DEEL 1
Carlos Marighela 1911-1969
Wie was deze persoon? Waarom schrijf ik over hem? Voor mij gaat het niet alleen over Marighela, maar ook over het feit erachter. Het was een belangrijk moment in de Braziliaanse geschiedenis, namelijk iemand die opstond tegen het militair regime. Hij koos voor de gewapende strijd. Het was een gevecht tegen de militaire onderdrukking, die begon met de coup in 1964. Ik zal kort maar evident zijn omtrent deze machtsovername. Joâo Goulart werd in 1961 president van Brazilië. Hij was leider van de PTB, de arbeiderspartij, en probeerde structuele economische en sociale hervormingen door te voeren. De tegenstand kwam van de conservatieve kant. Zij die terdege gesteund werden door de USA. De State waren er op gebrand, zeker na de gebeurtenissen in Cuba, een radicale politieke wijziging in Zuid- Amerika tegen te gaan. Tijdens de regering van Goulart gingen steeds meer arbeiders en bezitlozen zich danig verenigen. Verder kwamen er protesten van vakbonden, die aandrongen op drastische hervormingen. In het arme noordoosten werden op de suikerriet plantages acties ondernomen om de onvoorwaardelijke heerschappij van de grootgrondbezitters af te kappen. De conservatieven, ultrarechtse elementen, zagen dat hun domein werd aangevallen. De militairen werden van hun kant bang voor de oprukkende opmars van de, wat zij noemden 'linkse' of subversieve groepen. Doch, ook in het leger zelf was een soort stijgende rebellie te bespeuren. Er moest dus ingegrepen worden. De militairen zetten Joâo Goulart aan de kant in april 1964. De coup werd volledig gesteund door de Amerikaanse president Lyndon B Johnson, die meteen een gelukstelegram stuurde naar Brasilia. En de militaire leiders glunderden. Het leger ging met kracht over op een danig ander stelsel. Er moest snel industrialisatie komen en buitenlands kapitaal was welkom. Dit wed aangetrokken door politieke evenwichtigheid en billijke zwijgende arbeidskrachten. De vakbonden werden het zwijgen op gelegd en verboden deze op te richten.
'Geweld roept geweld op!' schreef Helder Camara, de rode bisschop van Recife in een van hem in 1970 verschenen boekje. Dit was 1 jaar na de moord op Marighela. Helder Camara: 'Op sommige plaatsen is de jeugd een en al vitalisme en idealisme, hongerend naar gerechtigheid en dorstend naar waarachtigheid. Op andere plaatsen engageert ze zich even enthousiast in extremistische ideologieën en bereidt zich voor op de 'guerrilha' in de stad en op het platte land.'
In het weekblad 'INVERTA', een communistich gericht weekblad, las ik een artikel van Luiz Carlos Prestes. Prestes was de leider, van de in 1922 werd opgericht communistische partij, tijdens de militaire dictatuur, . Het was Marighela die zich afscheidde van de partij, daar hij vond dat deze niet radicaal genoeg was. Hij werd leider van de stadguerilla en strijder tegen het imperialisme. Terug naar Prestes, die hem via een artikel in 1981 aan het woord liet. Als een eerbetoon. Prestes verteld over de periode van de partij, doch over Carlos Marighela vind ik geen woord. Waarom? vroeg ik mij af. Daarom vind ik het volgend relaas van cruciaal belang. Het verhaal over een man die aan de vuurdood stief voor de vrijheid van Brazilië. Ik laatde Franse journalist Conrad Detrez aan het woord in zijn boek: 'Pour la libértation du Brésil', waarin sporadische teksten van Marighela zijn bijeengebracht.
Ik citeer in fragmenten Detrez als hij Marighela biografeerd. De Franse uitgave werd kort na het verschijnen verboden, doch enkele maanden later opnieuw uitgebracht in een gezamelijke actie van 24 uitgevers.
Sâo Paulo-Parijs, Oktober-November 1969: In het voetspoor van Guevara:
"Che Guavara valt in de Boliviaanse bergen in handen van zijn vijanden en wordt in het schoollokaal van een dorpje op 8 oktober 1967 vermoord. Nog geen 10 dagen nadien stelt Carlos Marighela in Havana een klein boekje van 15 bladzijden samen, waarin hij de grondregels opstelt die de guerilla strijdt in Brazilië op gang moet brengen en ten slotte doen slagen. Hij draagt het op aan de 'heldhaftige guerilla die een lichtend voorbeeld zal blijven dat zijn vruchten zal afwerpen in heel Zuid-Amerika'. De aanzet is gegeven: deze voorman, die zojuist gebroken heeft met het centrale comité van de Braziliaanse communistische partij, heeft besloten de strijd die de vroegere rechterhand van Fidel Castro is begonnen, in het hartje van het vasteland voort te zetten. Hij gaat hem opvolgen, maar niet navolgen: de mensen moeten uit de impasse geholpen worden waarin ze zijn geraakt door de bekende 'theorie van de vuurhaarden (focos), die nu wel allerwegen bekritiseerd wordt, zonder dat men er nog iets nieuws voor in plaats heeft. En voor dit 'focisme' iets beters te vinden moeten we niet in de studeerkamer zijn, maar onder de mensen. Carlos Marighela heeft een paar duidelijke ideeën voor ogen: stadsguerilla, plattelandsguerilla, beweegbaarheid, bewegingsoorlog. Hij weet clandestien Brazilië weer binnen te komen en begint kriskras door het land te trekken zoals hij zo dikwijls eerder gedaan heeft, maar ditmaal om overal groepen te vormen die bereid zijn om met hem de wapenen op te nemen. Vanaf 1968 nemen de overvallen op banken, kazernes, militaire gebouwen en de bolwerken van het Amerikaanse imperialisme hand over hand toe.
De ingang van het museum bevindt zich zijdelings van de kerk van de 'Nossa Senhora do Rosario', in het centro van Rio, aan de rua Uruguaiana 77. Het geheel wordt geleidt door 'het broederschap van de heilige vrouw van
Rosario en de heilige Benedito van de zwarte mensen' gesticht in 1669. Ik bezocht regelmatig de kerk, om te mediteren, en het kleine museum waar ik de reuk, eenzaamheid, verdriet en geschiedenis waarnam. Waar het grote hoofd stond van de 'onbekende slaaf', waar de mensen hun hand oplegde en hem iets in het oor fluisterde. De geschiedenis van de slaven, de martelwerktuigen en natuurlijk Anastacia, de slavin van Afrikaanse komaf, die het beeld is van verlossing en mirakels. De zijdelings staande vitrine ligt dan ook vol met briefjes waar de wensen van de mensen op staan vermeld. Zumbi is vertegenwoordigd met geest en schilderijen. Hij was het boegbeeld voor de vrijheid en onafhankelijkheid van de slaaf.
vlag van de broederschap van 'homens pretos'
ketel waar de slaven voedsel in bereidde
zicht in een van de ruimtes
foto genomen wanner ik de trap op ga naar museum met rechts het beeld van de zwarte zigeuner
de bizarre figuren van kroonprinses Isabella
(en haar man). Isabella die in 1888 de 'Lei de Aurrea" ondertekende als totale afschaffing van de slavernij in Brazil, alhoewel ik steeds deze tombes vreemd vond in het geheel van het museum. Ik miste dan ook het beeld van Zumbi, de slavenleider van de 'Quilombos' of Joaquim Nabuco, politicus en schrijver, die meer betekend hebben in de geschiedenis van de slaaf.
doorgang naar de hoofd zaal van het museum
schilderijen aan de muur van plaatselijke schilders
werk van onbekende kunstenaar dit mij intrigeerde, verroerde
de slavin ANASTACIA bijlagen: martelwerktuigen, Zumbi, onbekende slaaf, mijn moeder met de orixas Oxalá en Oxumaré
27 SEPTEMBER IS DE DAG VAN KINDEREN, DE DAG VAN COSME EN DAMIÂO. COSME BETEKEND 'VERSIERDE' EN DAMIÂO 'POPULAIR. IN DE CULTUS WORDEN DEZE VERGELEKEN MET DE 'IBEJIS, DE TWEELINGEN. HET IS HET FEEST DER KINDEREN. ZOU HET MOETEN ZIJN, MAAR IN RIO IS DIT VAAK ONZICHTBAAR. DE MACUMBA CULTUS VIERT DIT FEEST GEDREVEN. IK WAS UITGENODIGD MET MIJN VRIENDIN IN NOVO IGUAÇU OM EEN VIERING BIJ TE WONEN, DIE IN HET TEKEN STOND VAN DEZE DAG. NOVO IGUAÇU LIGT NOORDWESTELIJK VAN RIO EN TELT 840.000 INWONERS. VELEN VAN HEN ZIJN AFKOMSTIG UIT HET NOORDOOSTEN, VERDREVEN DOOR ARMOEDE EN DROOGTE. OOK HIER IS HET LEVEN IN KROTTENWIJKEN EN VEELAL ARMOE. 'IGUAÇU' HEEFT IN HET TUPI-GUARANI DE BETEKENIS VAN 'GROOT WATER', WAT AANSLUIT OP DE IGUAÇU RIVIER. AANGEKOMEN MOET IK SAMEN MET MIJN VRIENDIN EN TWEE VROUWELIJKE KENNISSEN NOG EEN UUR LOPEN VOOR WE HET OUDE HUISJE BEREIKEN VAN SEU NELSON. HIJ IS DE 'PAI DO SANTO', DE VADER DER HEILIGEN, EEN POMPEUZE BENAMING, MAAR BELANGRIJK IN DE CULTUS. DAAR ER ZOET MOET WORDEN MEEGENOMEN WORDT ER NOG EEN REUZE SUIKERTAART GEKOCHT BIJ EEN BAKKER OP DE WEG. EN MET DE SMELTENDE TAART IN DE HETE ZON KRUIP IK DE HEUVEL OP. HET OUDE STENEN HUISJE IS DE BIJEENKOMST PLEK. NU IS DIT HIER EEN KLEINE RUIMTE, IK BEDOEL HET 'TERRERA', DE HEILIGE PLAATS.BINNEN IS NELSON, EEN BLANKE MAN VAN IN DE ZESTIG, MET EEN ZWART MEISJE EN EEN NOORDOOSTELING BEZIG MET HET OPBLAZEN VAN BALLONNEN, OM VERSIERING AAN TE BRENGEN IN DE WITTE GEKALKTE KAMER. TEGEN DE ACHTER MUUR STAAT HET ALTAAR MET DE VELE BEELDEN MET JEZUS IN HET MIDDEN, DE ANALOGIE VAN OXALÁ, DE HOOGSTE IN DE CULTUS. DOCH ER IS OOK LAZARUS, MARIA, DE ZWARTE MADONNA APARECIDA, PRETO VELHOS EN ANDERE BEELDJES DIE PERSONIFICATIE ZIJN VAN EEN AFRIKAANSE GOD. SEU NELSON GEEFT MIJ LACHEND TOESTEMMING OM ENKELE FOTO'S TE NEMEN, EN ZEGT, EINIGZINS VOL IRONIE, DAT HIJ WEL ONZICHTBAAR ZAL BLIJVEN OP HET BEELD. HET IS WARM EN LANGZAAM KOMEN ENKELE MENSEN DE HEUVEL OPGEKLOMMEN, PUFFEND EN HIJGEND. ONDERTUSSEN IS SEU NELSON ZICH OM AAN HET KLEDEN IN ZIJN WIT KOSTUUM, EEN VAN ZIJDE BROEK EN HEMD. OOK DE DE WEINIGE VOLGELINGEN ZIJN NU KLAAR IN HUN WITTE KLEDING OM AAN HET FEEST TE BEGINNEN. ER WORDEN KAARSEN OPGESTOKEN OP HET ALTAAR, EN IK DOE PLECHTIG MEE. HET WAS NIET MIJN EERSTE BEZOEK AAN EEN UMBANDA BIJEENKOMST, DUS IK WIST ME TE HOUDEN AAN BEPAALDE HANDELINGEN. ER WORDT NU GEZONGEN EN VROUWEN BEGINNEN TE SCHUDDEN. DE GEESTEN KRIJGEN LANGZAAM TOEGANG TOT HUN LICHAAM. DE VLOER LIGT NU VOL MET SNOEPGOED EN TAARTEN, ALSMEDE FRUIT. SOMMIGE WORDEN BEVANGEN EN VALLEN NEER EN UITEN ZICH DOOR ONVERSTAANBARE TAAL. NU WORDEN TWEE VROUWEN TOT KIND. ZIJ GAAN TERUG NAAR HUN INFANTIELE ZIEL. ZE KRIJGEN SPEELGOED EN SNOEP EN LACHEN, STOPPEN FOPPEN IN HUN MOND EN SPREKEN BABY TAAL. NELSON WORDT VAN ALLES AANGEBODEN, CADEAUTJES EN SNOEP. DE MAN ZIT OP DE GROND EN BEKIJKT ZIJN GIFTEN. VOORDIEN WAS EEN VROUW AL ONDER INVLOED GEKOMEN VAN EEN WIJZE OUDE, DE 'PRETO VELHO'. VOOROUDERS DIE UIT HET VERRE AFRIKA KOMEN, ZOALS TANTE MARIA, OF MANNEN DIE VERWORDEN TOT VADER JOACHIM, OF DE KONING VAN CONGO. DE BEVALLIGE VROUW ROOKTE HAAR PIJP EN IK GING BIJ HAAR OP CONSULT. ZE BELOOFDE MIJ VOORSPOED IN HET LEVEN. HET ZIJN DE VERWORVENHEDEN VAN DE CULTUS. OOK NELSON HEEFT EEN VOORVADER OP BEZOEK IN ZIJN ZIEL. ANDERE WERDEN OOK BEVANGEN DOOR HET BOVENNATUURLIJKE EN VIELEN VOOR DE GROND. EEN OUDERE VROUW WAS MOEILIJK TERUG TE KRIJGEN NAAR HET HEDEN. ONDERTUSSEN LIEP NELSON OP EN NEER. AAN DE DEUR STOND EEN JONGEN UIT HET NOORDOOSTEN, BEZETEN DOOR EEN GEEST, DIE ALS EEN SOORT WAKER WAS VOOR NELSON. WELKE OUDE ZWARTE TOT HEM WAS GEKOMEN WIST IK NIET, MAAR HIJ WAS DE 'VADER DER HEILIGEN' VAN HET GEHEEL. IK DENK DAT ZIJN GUARD MOEST ZORGEN DAT ER GEEN GEVAARLIJKE ELEMENTEN NAAR BINNEN SLOPEN, LETTERLIJK EN FIGUURLIJK, WANT HIJ STOND AAN DE DEUR TE BLAZEN EN WAS OPLETTEND. NELSON VROEG MIJ OF IK 'DE STAART WAS VAN DIE VROUW', DAT WIL ZEGGEN DE MINNAAR EN DAARMEE BEDOELDE HIJ MIJN VRIENDIN, ZIJ DIE GEREGELD HET TERREIRA BEZOCHT. IK KNIKTE EN OOK AL VERSTOND IK HEM NIET AL TE GOED, DAAR HIJ SPRAK IN EEN BINNEN MOND TAAL, MISSCHIEN UIT ZIJN KINDERJAREN. MAAR BEGREEP ZIJN AANDACHT. HIJ WIST OOK DAT IK VAN VER KWAM, DOCH NIET VAN WAAR. IK ZEI HOLANDA, EN SPRAK MIJN BEGRIP UIT VOOR DE CULTUS. NOU JA, EIGENLIJK VOELDE IK MIJ THUIS IN DE KLEINE RUIMTE, DIE NU WAZIG WAS, VAN KAARSEN ROOK. ONDERTUSSEN WAREN DE TOT KINDS VERWORDEN VROUWEN OPGESTAAN EN BEGONNEN MET SNOEP TE GOOIEN EN DE BALLONNEN AAN DE PLAFOND STUK TE MAKEN. WE KREGEN ALLEMAAL WAT TAART EN GUARANA DRANK EN ER WERD GEZONGEN EN TWEE ECHTE KINDEREN HADDEN ZICH OOK GEMELD AAN HET GROND SNOEP-DINER. DOCH IK VROEG ME AF WAT ER LATER MET AL DEZE ZOETIGHEDEN EN FRUIT ZOU GEBUREN. IK VLUCHTTE AF EN TOE NAAR BUITEN OM WAT FRISSE LUCHT TE HALEN EN ZAG DAT ER DONKERE WOLKEN AAN KWAMEN DRIJVEN. NADAT DE VROUWEN UIT HUN KIND ZIEL WAREN WEGGETROKKEN LIEP HET FEEST NAAR EEN EINDE. OOK NELSON WERD UIT ZIJN ANDERE LEVEN GEHAALD, EN STOND TRILLEND OP ZIJN BENEN VASTGEHOUDEN DOOR ZIJN DIENDER. EN LANGZAAM WERD HIJ WEER DE GEWONE MENS. DE UMBANDA IS ALS EEN ROTS VOOR HEN DIE HET BELEVEN. NADERHAND IS ALLES WEER GENORMALISEERD EN NEMEN WE AFSCHEID VAN NELSON, DIE WEER EEN GEWONE OUWE MAN WAS, MET GEBREKEN EN VER WEG WAS VAN HET ALLERHOOGSTE. DOCH IN BRAZILIË IS DIT ALLES VAN GEEN BELANG. ZELFS EEN KIND KAN WIJSHEID BEZITTEN, GEGEVEN DOOR EEN VERRE OUDE ZWARTE VOOROUDER UIT AFRIKA. HET IS EEN BELEVENIS DIE VER GAAT. EEN SCHITTERING VAN MUZIEK EN DANS. DE GODEN VAN AFRIKA ZIJN AANWEZIG, ZE GEVEN WIJSHEID EN RAAD. BRAZILIË IS CANDOMBLÉ, MACUMBA, UMBANDA, HET IS HOE JE HET BELEEFD. DE ZWARTE MAGIE IS OOK AANWEZIG, MAAR DAAR ZIJN ANDERE VORMEN VOOR. EN EXÚ IS DE GEEST, EEN GENIE! VAN HET KWADE, ZEGT MEN, MAAR HIJ IS OOK HET TEGENOVERGESTELDE. HIJ IS EEN LINK TUSSEN DE GODEN EN MENSEN. MET HEM MOET MEN NIET SPOTTEN. ZO OOK NIET MET ZIJN VROUW DE SCHONE POMBA-GIRA. ALS WE AFSCHEID NEMEN VAN SEU NELSON EN ZIJN HELPERS STEEKT EEN STORM OP. DUISTERE WOLKEN DRIJVEN OVER EN BLIKSEMSCHICHTEN LIJKEN TEKENS VAN EXÚ TE ZIJN. WAARSCHUWEND SPATTEN VONKEN UIT DE STROOMKABELS DIE OVER PALEN HANGEN. EEN VAN DE VROUWEN PROBEERDE NOG ENKELE KAARSEN AAN TE STEKEN LANGS DE BERM, TER ERE VAN HAAR UMBANDA-MOEDER. MAAR HET LIJKT ONMOGELIJK. HAAR BESCHERM ORIXA ZAL DIT WEL BEGRIJPEN. IK DENK AAN DE VELEN DIE ZICH VASTHOUDEN AAN DEZE CULTUS, DIT EEN DIEPERE BETEKENIS HEEFT, WAT VELEN NIET BEGRIJPEN.HET LIJKT SOMS ALLEMAAL ONSCHULDIG, MYTHISCH EN SYMBOLISCH,MAAR VOOR DE WERKELIJKE AANBIDDER IS HET DAGELIJKS VOEDSEL.HET IS GEEN SPEL, ZEKER TOEN IK ZAG DAT MIJN VRIENDIN VERWORDEN WAS TOT KIND. DE GEESTEN VAN AFRIKA ZIJN ALOM AANWEZIG. DIT IS HET MOOIE, MYSTIEKE VAN BRAZILIË. WAYN
ALTAAR VAN DE HEILIGEN
SEU NELSON EN VOLGELINGE BEZETEN DOOR EEN 'OUDE ZWARTE'
Tiradentes is vernoemd naar Joaquim da Silva Xavier, beter bekend onder de naam 'Tandentrekker'. Het plaatsje heeft ongeveer 7.000 inwoners en is een toeristische atractie. Ik besloot immer het plaatsje vroeg te bezoeken zodat ik de mensenstroom kon ontvluchten. Vanuit Sâo Joâo del Rey kan men met het kleine pitorreske stoom treintje gaan, Maria Fumaça, zoiets als 'Rokende Marie'. Deze schone zwarte Maria brengt je met felle fluittonen in een half uur naar Tiradentes tussen de Sâo Joâo bergen. Doch ik neem de bus, een wervelende rit, die met een omweg het plaatsje bereikt. Mooi gelegen tussen de heuvels en met straatjes die af en toe omhoog lopen. Het is voor de historie dat ik hier kom, anders is de omgeving rustgevender. Hier was het dat de tandentrekker zijn plot smeedde, het eerste om Brazilië te bevrijden van de hebzuchtige Portugezen. Dit gebeurde samen met o.a José Maciel, Claudio da Costa, Tomás Antonio Gonzaga en Alverenga Peixoto. Ze hadden zich een beeld gevormd van een vrij Brazilië, ook geinspireerd door de onafhankelijkheid in de Verenigde Staten en de Franse revolutie. Ze werden ten slotte verraden door een persoon genaamd Joaquim dos Reis, die als tegenprestatie een soort belastingvoordeel verkreeg. Alleen de tandentrekker werd ter dood veroordeeld in Rio de Janeiro, de anderen kregen genade en werden verbannen naar verre oorden. Op 21 april 1792 werd hij opgehangen in Rio, bij het tegenwoordige 'Tiradentes Plein'.
werk onbekend
Zijn lichaam werd in vier delen uitelkaar getrokken. Met zijn bloed werd een document geschreven bevattend dat zijn herinnering infameus waren. Zijn ledenmaten werden op palen gespietst om het volk af te schrikken om revolutionaire ideeën te opperen. De Portugezen waren als de dood voor onafhankelijkheid. Maar Tiradentes was al martelaar, en 21 april is een nationale feestdag in Brazilië.
SCHILDERIJ VAN PEDRO AMERICO -TIRADENTES GEVIERDEELD-
Natuurlijk ook hier kerken zoals de Nossa Senhor do Rosario dos Pretos, gebouwd door de slaven en die van de Matriz de Santo Antônio. ---------------
Rosario--der zwarten slaven----------------------
Voor de rest is het stadje vergeven van winkeltjes voor de vreemde koper, en lopen er paardjes rond die de mensen in karretjes rondtrekken. Ik liep langs de plekken die de geschiedenis verrijkten. Zoals het pand waar de 'plotsmeders' samenkwamen en hun plannen uitwerkten en de oude gevangenis, waar ontsnappen een heel werkstuk moest zijn. Door het plaatsje slenterend kwam ik in een steegje, waar ik een verbrijzeld affiche zag van Johnny Cash, een gegeven dat natuurlijk verder geen betekenis heeft, maar toch frappant. Nog voor de middag aanbrak was ik alweer vertrokken en liet Tiradentes voor wat het was. Alleen de geest van de Tandentrekker zweefde nog boven de kerken en het plothuis.
STRAATJE ---foto Wayn
OUDE GEVANGENIS ---foto Wayn
STRAATBEELD foto Wayn
ZIJSTRAATJE WAAR IK EEN JOHNNY CASH POSTER ONTDEKTE -- foto Wayn
HET HUIS WAAR DE GEHEIME BIJEENKOMSTEN PLAATSVONDEN VAN DE 'SAMENZWERING' --- Wayn
TEGELSCHILDERIJTJE DAT IK OOIT MAAKTE in Itaborai, RJ MET DE TITEL 'SLAAF VAN TIRADENTES' (helaas verweerd door de natuur)
STRAATHOND OP TYPISCHE TIRADENTES KEIEN ---- fot Wayn
Aposentado com câncer não consegue se tratar em hospital público Nem com laudo a internação é aceita
In the treatment of lung cancer two years ago, retiree and resident of Covanca, in São Gonçalo, RJ, , José Borato Evangelista, 57, had another negative report: a metastasis - formation of a new tumor lesion from another - cerebral and lumbar . Even with the pathologies, the retiree can not be admitted to any hospital.
Schietpartij tijdens een mega-operatie op de ochtend van vrijdag (16) door de militaire en civiele politie in Complexo do Viradouro, in Santa Rosa, ten zuiden van Niteroi. Bij een minderjarige werd een pistool kaliber 9 mm, en een radiozender, en verdovende middelen, in belsag genomen. De drugsoorlog neemt grotere vormen aan. De dealers zijn, gezien de slechte situatie in Rio waardoor hun verkoop achteruit gaat, uit op andere middelen zoals beroven van voetgangers en winkels.De economische situatie is zeer slecht in de staat Rio de Janeiro. Voedselprijzen rijzen de pan uit. Veel werklozen waardoor de criminaliteit hoogtij viert.
Als de rivier weer in haar normaal doen is, is het tijd voor het 'almoço' het middagmaal. Het menu is helaas hetzelfde: bruine bonen, spaghetti, stukjes kip en een of ander raadselachtig vlees. De een zegt dat het jacarévlees is, de ander van de tapir, weer een ander raadt naar apenvlees. Mensen drommen rond de tafel en achter ieder stoel staan minstens vier personen te wachten dat de tafelgast klaar is. Ik wacht geduldig dat er meer ruimte is en eet weinig. Aan de scheepsleuning hangend overdenk is dit alles; water, bomen, hutten,arme stakkers, caboclos, Indianen, water, bossen en af en toe een vogel of vlinder. Waar zijn de alligators? Panters? Tamandoa? (grote meiereneter), waar is de cobra? Ja, ze lijken verborgen in de ingewanden van het moederbos. En de bosgeesten? Zullen ze bescherming bieden? Zoals Curupira, de ontzagwekkende, die mensen het bos insleurt, voor altijd verloren. Doch zou hij de arme caboclo beschermen tegen de indringers, de vernielzuchtigen? We varen langs beboste eilandjes en ik zie de kano's met vrouwen en kinderen, peddelend alsof hun leven er van af hangt, en is dat geen snedige uitdrukking? Vanaf de boot worden spullen in het water geworpen, kleding, voedsel en de kano's gaan er als pijlen op af. Ze kennen de boten en weten dat er altijd passagiers zijn die aan hun denken.De kinderen zijn handig en geboren in de lichte boomstammen kano's, die waggelend, doch met een vloeiende lijn over het water glijdt. Ze zijn de kinderen van de caboclo en Indiaan, de natuurmensjes, die dansen met de roze dolfijn.Intussen is de bonkige cachaça drinker zich aan het roeren. Hij laat zijn schijnbaar menselijke zijde zien als hij de baby van van mijn hangmat-buren probeert op te vrolijken, wat het niet al te gemakkelijk afgaat. Het kindje schreeuwt als een geslagen mensje. De ouders vinden het maar niets.Zo nu en dan kijkt hij me aan met een sceptische blik, maar heeft tot nu toe nog geen moeilijkheden gemaakt. Ik ben voorbereid.
Op het achterdek ontmoet ik weer de oude man met het uitpuilend oog. Dit was nu nog roder en angstwekkender. De man heet Lúis Antonio en komt uit de buurt van Santarém, waar hij langs de oever in een hutje leeft samen met zijn dochter. Lúis was visser. De ontsteking heeft hij sinds twee weken en gaat nu naar Belém om een soort heksendokter te bezoeken. Hij vraagt me of we al in de baai zijn, doch we zitten nog steeds enkele uren van Belém, nu op de Tocantins rivier, nadat we de Pará achter ons gelaten hadden, en eerder de Amazonas. De bootsman loods zijn boot door het labyrint van waterweggetjes, langs kleine eilanden en dan langs het grote van 'Marajó'. Het is rond halftwaalf als we de haven binnenvaren. Ik voel me goed, na toch de laatste dagen last van koortsaanvallen te hebben gehad. Ik ga de drukke kade op en zie de vele aasgieren die het vuilnis inspecteren, ik zie de mensen, fruit, mooie vrouwen, en Indiaanse gezichten. Ik ga op zoek een hotel en kom terecht in 'Central'. Een oud gebouw in het centrum. Op de kamer bekijk ik me eens goed in de spiegel en constateer dat ik kilo's kwijtgeraakt ben sinds Manaus. Op straat ontwaar ik een kraampje met vis en neem een broodje kreeft met driedubbel portie 'mostarda', (een soort piccalilly) om mijn honger te stillen en daar ik verlangde naar iets zuurs, en ik eigenlijk dagenlang zo goed als geen voedsel binnengekreeg.
Het is zondag in de stad van de 'mangueiras' de mangabomen en ik slenter langs de straten waar hippies op de grond hun sieraden, ammuletten en ander spul proberen kwijt te raken. In een eetbar kom ik de boot-medereiziger weer tegen, die op zoek was naar een job als huisschilder in Belém. Hij rraad me aan naar een dokter te gaan, daar ik er slecht uit zie. "Misschien heb je wel Malaria,' was zijn conclusie. Later ontmoet ik de man nogmaals en probeert geld los te peuteren voor een goede cocaine deal. Het wordt me een beetje te gek en maak hem duidelijk dat hij nu snel moet verdwijnen uit mijn gezichtsveld. Hetgeen hij mij vreemd aanstarend accepteerd. De dag erop bezoek ik het oude Belém, want ze hier 'Cidade velha' noemen. Nu loop ik langs de rivier en dokken waar de oude Portugeese huizen zichtbaar zijn, hier langs de haven liggen de pitoreske boten met een veelvuldig cargo: papegaaien, parkieten, apen, schildpadden, trossen bananen, zakken met castanhes en enorme melancias (watermeloenen). Niet ver vandaar bevindt zich de 'Ver-o-Peso, de markt wat zoveel betekent als: Zie het gewicht. Hier is van alles te koop, de Amazonae-markt bij uitstek en vanwaar uit de wouden van alles wordt aangevoerd. Velen soorten vis zijn verkrijbaar en de tipische amazonas producten zoals, Acai en de fruitsoorten Bacuri en Pupunha, Mangas, Pompoenen, Papaja, Abacaxi (ananas) en Cajú. Ook kan men traditionele gerechten veroberen zoals Tacacá. Je moet er wel poen voor hebben en de arme donder is hier van uitgesloten. Ook zijn op de markt de 'Jacaré slagers'. Daar liggen de alligatoren met dichtgesnoerde muilen en vastgebonden poten te wachten op de koper, die het beest aanwijst, wat dan prompt wordt afgeslacht. Aha... hier zegt men dat het krokodillenvlees, zeker dit van de 'jacaretinga', goed moet zijn voor de gezondheid, en men zegt dat de arme bevolking met regelmaat dit vlees eet, maar de jacaré heeft nog veel andere voordelen: van zijn verpulverde knoken wordt een soort meel gemaakt dat rijk is aan vitaminen. Voor mij kan men de dieren het best in de rivieren laten, waar de arme caboclo-visser en Indiaan zeker gebruik zal maken van het vlees, van de woestelingen der rivieren.
Ik loop langs de kruidenmarkt, met de wonderdoeners, medicijnen tegen maagklachten, verlamming, reumatiek, slangen,- en spinnenbeten, inwendige bloedingen, bronchitis, dysenterie, tumors, spierziektes, menstruatieklachten en impotentie. Ik zal wel een hoop vergeten zijn, God vergeef me, Oxalá me-disculpa, maar dit zijn de stallen van de toverdokters met hun wondermiddelen, hun magie van het onmetelijke, het geloof in de heling door trancendente krachten. Daar zijn dolfijnogen, krokodillentanden, gedroogde huiden van de kameleon, boskatten, gordeldieren, miereneters en vleermuizen, en de kurkdroge koppen van slangen en jaguars, schedels van watervogels en staarten van pijlstaartroggen en gordeldieren. Dit alles moet dienen tegen allerlei kwalen en ik vraag me dan ook af of de oude man met zijn ontstoken oogbol híér op zoek was naar een middel tegen zijn kwaal. Het is een oud gegeven want de Indianen hébben hun planten en kruiden, ze hébben hun kennis en hier op de markt zal menig middel wel eens improductief kunnen zijn, maar vaak is de diepgang van het 'onbekende', een welkome hulp. Hier in Amazonia is de mystiek een middel en velen planten zijn weldoeners en genezers van kwalen. Ik denk dat voor de vele hedendaagse ziektes hier antwoorden liggen, verborgen tussen de groene krachten van het woud en geesten....
Bij de inhoud zijn alleen de laatste 200 items weergegeven, mocht u zoeken naar onderwerp doe dit via 'zoeken in blog' op de linkerbalk. Het 14-delig verslag van mijn bezoek aan de Xavante stam kunt u opzoeken IN DE LINKER zoek BALK
Berichten die niet getoond worden zijn bereikbaar via het archiefvia de pijltjes onder aan het blog