Hello evrybody,
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De avond is gevallen, de rolluiken naar beneden.
De kerstboom staat statig en versierd op kerstmis te wachten, en de lichtjes zitten lichtgevend verscholen tussen het groen.
De nieuwe werkweek is in zicht, en vragend zat ik in mijn zetel naar het nieuws te kijken.
Wat zou ik vandaag nog doen, nog eens schrijven of de pc afsluiten.
Maar ik weet dat als ik de pc afsluit, dat het dan richting bed gaat.
Misschien nog wat vroeg, hoewel ik het nooit echt laat maak als het werk lonkt.
Ik kreeg zopas een mailtje, waar de woorden eenzaamheid en onzichtbaar instonden.
Velen zullen ondertussen al wel weten dat ik graag met woorden speel.
Misschien nog even een verhaaltje uit mijnen duim zuigen voor ik het klavier verlaat.
Deze avond loop ik van het klavier naar de keuken.
Op het menu stond tomatensoep op chauffeurkes wijze.
Niet dat er iets speciaal aan is, maar ik moet steeds iets toevoegen om een tintje te geven waar ik mij in herken.
Ik zet de soep op een vuurtje en voeg er een doos krab en room aan toe.
Terwijl het staat te pruttelen, roept het scherm me soms terug om te melden dat er een mailtje binnen is.
Het is dan spurten naar de pc, omdat chauffeurke wreed curieus isJ
Het is één van de enige manieren van lichaamsbeweging die chauffeurke nog heeft.
In feite lees ik de woorden van mensen die onzichtbaar zijn.
Woorden die eenzaam op het scherm staan, en die soms een spiegelbeeld zijn van de mensen die ze geschreven hebben.
Ik probeer me in de plaats van de schrijver te zetten, en me in het geschreven moment in te leven.
Vaak zou ik mijn soep willen delen met deze onzichtbare schrijvers.
Maar wie weet zou mijne kant van het scherm wel gesmaakt worden?
Zou men mijn soep lusten?
En eens aan tafel, zou men dan nog een gesprek kunnen voeren zoals we dit via het scherm doen?
Ik ben iemand die me goed voel in een groep, maar wreed beschaamd ben met een persoon alleen.
Ja, zo zijn er ook mannenJ
Wie weet zou ik tussen twee soeplepels nog wel een gesprek kunnen voeren.
Misschien zit ik wel met een zichtbare persoon voor mij, maar worden mijn woorden onzichtbaar.
Ja, 't is raar hoe ne mens in elkaar zit hé.
Wie weet zou ik de persoon na het soepmenu laten plaats nemen in één van de zetels.
We zouden elkaar stil aankijken of misschien ook niet, want beschaamde personen praten met gebogen hoofd.
De eenzaamheid zou er wel niet zijn, omdat we met twee zouden zijn.
Maar als er geen woorden zijn, kan het ook met twee wreed stil zijn.
Men zou elk voor zich in een wereld stappen met vragen.
Men zou misschien wel willen onzichtbaar worden!
Men zou willen verlangen naar het scherm van de pc waar men een normaal gesprek kon voeren.
En toch zou men het zich misschien beklagen de grens niet te hebben overwonnen om van een virtueel gesprek over te stappen naar een menselijke stem.
Ondertussen is de soep klaar, en staat de kerstboom naar de feestdagen te wenken.
Tussen twee soeplepels zit ik mijn verhaaltjes te typen, en soms verlang ik om aan een tafel te zitten.
Een tafel waar onzichtbaar, zichtbaar wordt.
Het tweede bord soep staat er eenzaam, en ook de tweede lepel staat er verlaten in verzonken.
Het scherm zal me nooit zeggen of de soep lekker was.
Mensen bieden soms hun hulp aan, maar het is niet dat die ontbreekt in een mensenleven.
Ik heb hulp genoeg!
Ik zet de borden in de vaatwas, en laat de droogkast zwieren.
Maar het is allemaal zo machinaal .
Machines praten niet!
Ze zouden beter praten, want voor een machine ben ik niet beschaamd.
Maar stel dat machines zouden praten, dan zouden we ons als robot gedragen.
We zouden niet meer beschaamd zijn, en ons een ijzeren handdruk geven.
We zouden ons een roestvrije zoen geven, en een licht zou in onze ogen verschijnen.
We zouden niet meer eenzaam zijn, maar we zouden het niet beseffen.
Een robot begint op een mens te trekken wat het uiterlijke betreft, maar het innerlijke is er niet.
Een robot heeft geen hart, en dus zou er veel ontbreken.
Hij zou niet met zijn hart praten, hij zou geen emotie kennen, hij zou nooit eenzaam of onzichtbaar zijn.
Ja, ik ben misschien best van een beetje beschaamd te blijven maar met een hart te schrijven.
Al was het maar om straks tegen mezelf te zeggen dat mijn soep lekker was.
Nee, een robot zal nooit aan mijnen duim komen zuigen.
En een robot zal nooit een verhaaltje verzinnen dat hem niet eerst is geprogrammeerd .
Daarom dat ik dan maar in de onzichtbare wereld van mijn fantasie blijf leven.
Groetjes chauffeurke
|