Reggae is een muzieksoort die afkomstig is van Jamaica. Eerst was de Amerikaanse muziek erg populair op Jamaica. Later begonnen muzikanten zelf met muziek te experimenteren. Zo werd er ska gemaakt, daarna rocksteady tot uiteindelijk in 1968 reggae werd gemaakt. Vreemd genoeg werden de eerste reggaehits niet door Jamaicanen geproduceerd maar door een Amerikaan uit Texas, de geboorteplaats van Johnny Nash. Hij verhuisde naar Jamaica om kosten te sparen en bezat daar eind jaren zestig zijn eigen studio. Hij scoorde enkele reggae-achtige hits, waaronder 'Hold Me Tight' (1968) en een cover van de Sam Cooke-hit 'Cupid' (1969). 'Do the Reggay' is een reggaesong uit 1968 van The Maytals, geschreven door Toots Hibbert die daarmee de term reggae heeft uitgevonden. In juli 1968 had Paul McCartney al een poging gedaan tijdens de opnames van de dubbele witte elpee met 'Ob-La-Di, Ob-La-Da', wat niet iedereen even geslaagd vond. Lennon had een hekel aan het nummer maar hij kwam toch maar mooi op de proppen met de leuke piano-intro! "Desmond has a barrow in the market place", had McCartney toen al van Desmond Dekker gehoord? Reggae veroverde langzaam maar zeker de muzikale wereld en West-Europa volgde in 1969 met Desmond Dekker & The Aces: Israelites (nr. 1) en Mighty Sparrow & Byron Lee And The Dragonaires: 'Only A Fool' (nr. 2). In 1970 scoorde Jimmy Cliff met zijn cover van 'Wild World' (nr. 3 - origineel van Cat Stevens en door hem geproducet).
‘La Cavalerie’ – Julien Clerc
Deze Franse zanger werd geboren en groeide op in Parijs. Terwijl zijn vader Paul Leclerc een voorkeur had voor klassieke muziek, kwam hij via zijn moeder Evelyn Merlot (afkomstig uit het overzeese Guadeloupe) in contact met de muziek van zangers als Georges Brassens en Edith Piaf. Op zesjarige leeftijd begon Leclerc piano te spelen. Van mei 1969 tot februari 1970 speelde hij in de zeer succesvolle Parijse uitvoering van de musical Hair, waardoor zijn bekendheid in Frankrijk sterk toenam. Met zijn geweldig krullende haardos paste hij perfect in het plaatje. Met Sylvette Herry, een Franse actrice bekend als Miou-Miou, kreeg hij één dochter: Jeanne (1978). Clerc en Herry leerden elkaar kennen tijdens het draaien van 'D'amour et d'eau fraîche' (1976), waarin beiden een hoofdrol als pril liefdeskoppel vertolken. Iets daarvoor had hij net zijn relatie met France Gall verbroken. Maar ik leerde de muziek van Julien Clerc reeds in 1968 kennen dankzij zijn single 'La Cavalerie' die toen regelmatig op de Franstalige radiozender RTBf werd gedraaid. Zijn grootste successen zou hij evenwel behalen in de jaren zeventig met een paar uitschieters in de jaren tachtig en negentig. Will Tura zou in 1991 een geslaagde versie uitbrengen van 'Coeur de rocker' uit 1982 dat in het Nederlands 'Met Rock 'n Roll in mijn hart' werd.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Cinderella Rockefella’ – Esther & Abi Ofarim
Esther & Abi Ofarim was een Israëlisch folkduo uit Safed uit de jaren 60. Ze zijn vooral bekend van hun hit 'Cinderella Rockefella' uit 1968. Esther en Abi, die met elkaar getrouwd waren, gingen in 1969 uit elkaar en scheidden in 1970. Beiden gingen daarna solo. Safed is een stad in het noordelijke district van Israël in de bergen van Galilea, ongeveer 900 meter boven zeeniveau. In de winter ligt er vaak sneeuw. Esther Zaied won in 1961 het Israëlisch songfestival en twee jaar later eindigde ze namens Zwitserland als tweede op het Eurovisiesongfestival in Londen met het liedje 'T'en va pas'. Ze had toen al de artiestennaam Ofarim aangenomen, wat reekalveren betekent. Abi werd geboren als Abraham Reichstadt. Naast Hebreeuws en Frans zongen Esther en Abraham ook in andere talen, voornamelijk Engels en Duits. In 1967 had het duo zijn grootste succes in Duitsland met het door de Bee Gees geschreven nummer 'Morning Of My Life'. Een wereldwijde doorbraak liet niet lang op zich wachten. Begin 1968 zong het duo het jaren 1920-achtige nummer 'Cinderella Rockefella' tijdens The Eamonn Andrews Show in Engeland. Het was een vrolijk liefdesduet tussen een man en een vrouw die elkaar Cinderella (Assepoester) en Rockefella (Rijke stinkerd) noemen. Het nummer was geschreven door Mason Williams, die dat jaar zelf ook een hit had met 'Classical Gas' (Hij komt later in deze reeks nog aan bod, op nummer 87). ♫♫♫ You're the lady, you're the lady that I love; I'm the lady, the lady who ♫♫♫ ...
‘Iris’ – Louis Neefs
Deze Belgische zanger was tevens een voorvechter van het Vlaamse lied en de Vlaamse kleinkunst. Zijn bekendste liedjes zijn o.a. 'Benjamin', 'Margrietje', 'Wat een leven', 'Ik heb zorgen', 'Aan het strand van Oostende', 'Jennifer Jennings', 'Martine', 'Laat ons een bloem', 'Omdat ik van je hou', 'Sixteen Tons' , 'Toch ben je oma', 'Zondagmiddag Lilian' en 'Annelies uit Sas van Gent'. Vreemd genoeg had hij zijn eerste hit in 1961 met een Duitstalig liedje: ' Ein kleines Kompliment'. Deze single betekende de doorbraak in zijn carrière en er volgden vele singles en langspeelplaten. In 1959 stond Neefs in de Belgische ploeg tijdens de Europabeker te Knokke. In 1965 won hij met 'Wat een leven' de eerste plaats op het Vlaams Schlagerfestival. Neefs nam deel aan vele liedjeswedstrijden, ook internationaal en met succes. Zo nam hij in 1968 in Athene ook deel aan de internationale "Olympiade van het lichte lied", en behaalde hij een glansrijke overwinning met het liedje 'Iris'. Hij vertegenwoordigde België tweemaal op het Eurovisiesongfestival, in 1967 te Wenen met 'Ik heb zorgen' en in 1969 te Madrid met 'Jennifer Jennings'. Beide keren eindigde hij als zevende. In 1970 kaapte hij de hoofdprijs weg met 'De Duivels van Loudun' op het liedjesfestival "Costa del Sol" in Almeria, Spanje. Hij nam ook deel aan wedstrijden tot in Zuid-Amerika en Joegoslavië toe. 'Iris' werd gezongen in het Nederlands en in het Engels: componisten zijn Paul Quintens, Phil Van Cauwenbergh en een zekere L. Pall, waarschijnlijk voor de Engelse tekst. Wie dit liedje op een quiz laat horen krijgt meestal 'Jennifer Jennings' als antwoord want beide liedjes lijken heel erg op elkaar. Phil Van Cauwenbergh schreef ditmaal alleen tekst en muziek. Wat mij het meest aantrekt in Louis Neefs is zijn voeling voor sterke nummers en kwaliteit, en zijn karakteristieke diepe, warme stem die ook in Nederland werd gewaardeerd.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘The Weight’ / ‘I Shall Be Released’ – The Band
The Band was een Canadees-Amerikaanse rockband, die onder die naam bestond van 1968 tot 1976 en daarna in gewijzigde samenstelling van 1983 tot 1999. Ze maakten voor het eerst naam in de tweede helft van de jaren zestig als begeleidingsgroep van Bob Dylan. Ze werden later op eigen kracht zeer invloedrijk als vertolkers van Americana en zorgden mede voor het opnieuw populair worden van diverse vormen van Amerikaanse traditionele muziek. In hun muziek versmolt country met folk, blues en rock-'n-roll. The Band bestond uit vier Canadezen: Rick Danko - basgitaar, viool, trombone, zang Garth Hudson - keyboard/orgel, piano, clavinet, accordeon, synthesizer, saxofoon Richard Manuel - piano, mondharmonica, drums, saxofoon, keyboard, zang Robbie Robertson - sologitaar, piano en de uit Arkansas afkomstige Levon Helm - drums, mandoline, gitaar, basgitaar, zang. Van 1960 tot 1964 waren de muzikanten lid van The Hawks, als begeleidingsband van de uit Arkansas afkomstige rockabillyzanger Ronnie Hawkins, een populaire grootheid in Canada met Toronto als basis. De groep maakte zich in 1964 los van Hawkins en trad vervolgens op onder allerlei namen. Toen Dylan in de zomer van 1966 een motorongeluk kreeg en langere tijd uitgeschakeld was, trok de groep zich min of meer noodgedwongen terug in Big Pink, het huis dat zij huurden in West Saugerties in Woodstock in de staat New York. Hier namen ze met Dylan tientallen nieuwe songs op, de vaak gekopieerde "Basement Tapes". Vanaf 1968 werd de groepsnaam gewijzigd in The Band en ging de bal voorgoed aan het rollen. Het debuutalbum kreeg de voor de hand liggende naam 'Music From Big Pink' mee en daaruit selecteerde ik deze twee parels: ‘The Weight’ en ‘I Shall Be Released’, indertijd een single met een dubbele a-kant. 'The Weight' werd vooral bekend door de film 'Easy Rider' uit 1969 en 'I Shall Be Released' werd geschreven door grootmeester Dylan zelf in 1967.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘So Long, Marianne’ / ‘Suzanne’ – Leonard Cohen
Deze Canadese bard/poëet en schrijver zat in het begin van de jaren 1960 rustig op het Grieks eiland Hydra te schrijven en te componeren. Van Beatlemania had hij toen niet gehoord, zelfs het bestaan van de Fab Four is hem toen volledig ontgaan. Zijn muze was in die dagen was de Noorse Marianne Ihlen, voor wie hij 'So Long, Marianne' en vele andere van zijn liedjes schreef. Hij schreef slechts twee romans "The Favourite Game" (1963) en "Beautiful Losers" (1966). Enkel de eerste roman heb ik gelezen en hij prijkt dan ook in mijn boekenkast. Liefde voor folkmuziek bracht hem ertoe zelf de gitaar ter hand te nemen. Na 1966 concentreerde hij zich vooral op het schrijven van popliedjes. De Amerikaanse Judy Collins nam een van zijn songs op en het werd meteen een hit: 'Suzanne'. In 1967 verhuisde Cohen naar de Verenigde Staten en toen pas ging de bal aan het rollen. Herman van Veen nam 'Suzanne' pas op in 1969. Cohen schreef het nummer voor Suzanne Verdal, destijds de echtgenote van een vriend van hem, de Canadese beeldhouwer Arman Vaillancourt. Cohen en Verdal waren goed bevriend; beiden hebben altijd ontkend dat er sprake was van een romantische relatie. 'Songs of Leonard Cohen' was zijn debuutelpee en daarop stonden bovenstaande parels. De plaat verscheen op 27 december 1967 en sindsdien ben ik een onvoorwaardelijke fan. Wat mij het meest aantrekt in Leonard Cohen is naast de formidabele muziek zijn kenmerkende monotone en melancholieke stem. In de loop der jaren werden zijn composities haast even vaak gecoverd als die van Bob Dylan.
‘Both Sides Now’ – Judy Collins
Deze Amerikaanse singer/songwriter heeft een fijne neus voor prachtige composities. Daarnet kwam ze in deze serie nog aan bod omdat ze Leonard Cohen aan de wereld liet kennen in 1966 met haar versie van 'Suzanne'. Nu bespreek ik haar single waarmee ze in onze contreien bekend werd met op de a-kant haar versie van 'Both Sides Now' van Joni Mitchell, nog voor iemand van de auteur gehoord had met op de b-kant 'Hey, That's No Way To Say Goodbye', alweer een cover van een compositie van Leonard Cohen! Die single werd eind 1967 in de Verenigde Staten opgenomen maar bereikte West-Europa pas begin 1968. Judy Collins was daarmee toen vaak op onze radiozenders te horen. De auteursversie van de Canadese singer/songwriter Joni Mitchell verscheen pas in 1969, op haar langspeelplaat 'Clouds'. Ook memorabel is haar versie van 'In My Life' van Lennon/McCartney uit 1967. In haar verdere loopbaan zou ze nog vaak traditionals alsook composities van Bob Dylan, Pete Seeger, Donovan Leitch, Sandy Denny en Stephen Sondheim coveren.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Suddenly You Love Me’ / ‘My Little Lady’ – The Tremeloes
Voor beide liedjes gingen The Tremeloes op zoek naar commerciële hits uit Italië. - ‘Suddenly You Love Me’ is een cover van 'Uno tranquillo' van Riccardo Del Turco uit 1967. Het liedje werd een Europees succes want Ben Cramer was er als de kippen bij met zijn versie uit hetzelfde jaar: 'Zai Zai Zai'. Cilla Black nam een jaar later ook haar Engelstalige versie op en wie anders dan Joe Dassin scoorde -eveneens in 1968- in de Franstalige wereld met 'Siffler sur la colline'. - ‘My Little Lady’ kwam ook uit Italië: 'Non Illuderti mai' van Orietta Berti uit 1968. En natuurlijk kwamen er coverversies in andere talen: Joe Dassin (als 'Ma bonne étoile') en Johnny & Rijk (als 'Oh oh wat een familie'), allebei uit hetzelfde jaar. In 1958 werd de Britse band opgericht als Brian Poole and the Tremoloes maar door een zetfout in een Londense krant werd het voortaan Brian Poole and the Tremeloes. Op 1 januari 1962 deed de groep auditie bij Decca. Hun concurrenten waren een toen nog onbekend groepje uit Liverpool. The Beatles werden afgewezen! Raar maar waar: nadat Brian Poole in 1966 voor een solocarrière had gekozen brachten The Tremeloes een single uit bij CBS die een cover was van 'Good Day Sunshine' van ... The Beatles! En langzaam maar zeker werd de rockende groep een commerciële hitmachine met in 1969 toch een uitschieter die mijn voorkeur wegdraagt: '(Call Me) Number One'. Maar de bovenstaande twee singles kon ik als 16/17-jarige zeker pruimen.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘And I Love Her’ / ‘Give And Take’ – Brian
Artiest uit Rhodesië die in de jaren zestig vanuit België opereerde en in die periode een flink aantal hits scoorde. Brian maakte deel uit van The Shake Spears, een groep blanke Rhodesiërs die werden geadopteerd door Albert Van Hoogten, de manager voor het Belgische platenlabel Ronnex Records. Zij scoorden enkele hitjes met 'Shake it over' in 1965 en 'Summertime' in 1966. Binnen The Shake Spears waren er twee leadzangers : Brian en Gene Latter. Nadat de groep splitte, waagden ze beiden hun kans in een solocarrière. Brian debuteerde in 1967 met 'Poinciana', maar zijn grootste hit werd zijn derde single : het vrolijk swingende ska-nummer 'Give & Take', origineel geschreven door James Chambers, de echte naam van Jimmy Cliff uit Jamaica! In maart 1967 ging Brian Bastow solo onder zijn voornaam, zonder The Hi-Five. Zijn eerste solosingle was dus 'Give And Take' met op de b-kant een wondermooie versie van 'And I Love Her' geschreven door Paul McCartney en geboekstaafd als een Lennon/McCartney compositie. Maar vandaag draai ik de rollen om. Eerst de a-kant en dan de b-kant. Wie mij goed kent weet waarom ...
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Journey To The Center Of The Mind’ – The Amboy Dukes
The Amboy Dukes was een Amerikaanse rockband uit Detroit, opgericht in 1964. De naam van de band werd ontleend aan de fictieve straatbende Amboy Dukes, uit de gelijknamige roman van Irving Shulman naar een straat in Brooklyn. In het Verenigd Koninkrijk werden de platen van de band uitgebracht onder de naam The American Amboy Dukes, vanwege het bestaan van een Britse groep met dezelfde naam. De band onderging tijdens de actieve jaren een aantal personeelswisselingen, met als enige constante de leadgitarist, zanger en componist Ted Nugent. De band werd de begeleidingsband van Nugent voordat hij de naam in 1975 stopzette. De voornaamste genres van The Amboy Dukes waren psychedelische rock, acid rock en hardrock. De band wordt ook beschouwd als protopunk.