Keukenweetjes
Inhoud blog
  • Dromomania – Het boek!
  • Gekonfijte eendenbouten
  • Op jacht!
  • Pompoentijd
  • Aioli
  • Een plantaardig alternatief voor melk
  • Garnaal - scampi - gamba
  • Paprika of peper?
  • Over water koken
  • De Turkse keuken
  • Les couilles du pape
  • Koken zoals de Amerikanen
  • Eetperikelen in het buitenland
  • Truken van de foor
  • Peper en zout
  • Enkele specerijen
  • Champignons bakken in water
  • De goeie oude tijd 1960
  • De smaak van laurier en andere kruiden
  • Afrikaanse kip
  • Marineren en malser maken
  • Ansjovisjes uit blik of bokaal
  • Jeugdzonden
  • Weer aan het roken.
  • Vegan kersenmeringue
  • Arrowroot en corona-verveling
  • Een internationaal soepje.
  • Oorlogskeuken
  • Kopi Luwak en arak
  • Mijn Valentijn
  • Bijna authentieke marmelade
  • Duifjes en pannenkoeken
  • Lierse duiven
  • Frieten met choco en andere heerlijkheden
  • Kerstmis bij het leger
  • Stokvis en karper
  • Eindejaarsfeesten
  • Zuinige limoncello en Indische wortelhalva
  • Appels en moes
  • Peren
  • Op zijn Vlaams
  • Over yacon, kastanjes en mispels
  • Garnalenkroketten en rare paddenstoelen
  • Verjaardag (geweest)
  • Bereidingen en conserven met paddenstoelen
  • Zoetwatervissen
  • Ontbijt
  • Azijn
  • Snelkookpan
  • Terug van niet weg geweest
  • ALSO SPRACH DAS FARKEN
  • Even een break
  • François Van Hecke
  • Kapoenen
  • Menu van het paard
  • Paardenvlees
  • Limoenkaviaar, calamondin en limequat ?!
  • Bim bam beieren, hoe bewaar je eieren?
  • Nog meer woordverklaring
  • Leuke verklarende verhaaltjes
  • Roken toegelaten
  • Zeven en roeren
  • Jackfruit en pulled pork
  • Frick en rijstbereidingen
  • Op ontdekkingstocht in een Syrische supermarkt.
  • Uien, sjalotten en knoflook
  • Bonenpannenkoekjes en hiziki
  • Een marmot en een reizend wafelijzer
  • Lichtmis en wafels
  • Tomaten
  • Ketchup
  • Wij zijn tegen voedselverspilling!
  • Driekoningen, Verloren maandag en hopscheuten
  • Weer een nieuw jaar
  • Nieuwjaarstradities in verschillende landen.
    Zoeken in blog

    Foto
       Wat verwerk je in de keuken ?
      Lees hier meer
    Foto

    Twintig originele benaderingen van spaghetti bolognese.

    Foto

    Van bovenstaande drie boeken ben ik medeauteur !

    Tips en hulp voor de keuken !

    Ter Leringhe ende Vermaeck

    25-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kaasschotel

    Ik heb geen zin om te koken.

    Ik wil mee aan tafel zitten.

    Al die rompslomp hoeft voor mij niet.

    Ik wil een gezellige avond organiseren…

    Allemaal geldige argumenten om voor jouw gasten een kaasschotel op te dissen in plaats van de eeuwige gerookte zalm met warme toast, lamscarré met groentekrans en kroketjes en een tiramisu na….

    Nu zijn er een paar manieren om zoiets te organiseren:

    - Telefoneren naar de kaasboer of de lokale supermarkt en er een kaasschotel bestellen voor zoveel of zoveel personen… maar wat veel beter is:

    - Eerst er even gaan bij zitten, een beetje piekeren en daarna zelf de kaas gaan aankopen of bestellen.

    - Dit werkje door iemand anders laten doen.

    Methode twee is de beste, zo kies je wat je wil en kies je ook de kwaliteit die je wil.

    Er bestaan allerlei regeltjes om een goede kaasschotel samen te stellen maar het grote probleem is dat er minstens een paar honderd soorten kaas bestaan die ook hier te koop aangeboden worden.

    Welke kaas gaan we kiezen?

    Eén van de regeltjes zegt dat er van elk type kaas een vertegenwoordiger moet zijn. Ook dat is nogal kras want er bestaan zoveel types kaas dat met een stukje van elk er enkele tientallen eters nodig zijn om dat alles te verwoesten.

    In grove lijnen :

    - Kazen met hard zuivel.

    - Kazen met halfhard zuivel

    - Kazen met zacht zuivel, dit is de indeling volgens de hardheid van de kaas.

    - Kazen met groen of “blauw” zuivel, zeg maar schimmelkaas.

    - Kazen van koeienmelk

    - Kazen van geitenmelk

    - Kazen van schapenmelk. ( Kaas van ezelinnenmelk en dromedarissen ??? )

    ( Hoe heet een wijfjesdromedaris ? Dromedares ?)

    - Naargelang het land van herkomst: alle landen van Europa en nog enkele daarbuiten.

    - Vooral de Franse, Italiaanse en Belgische kazen gebruiken wij.

    Maar ook van Zwitserland, Nederland, Engeland…

    We zullen proberen om een soort standaard kaasschotel samen te stellen. Dit hangt uiteraard af van het aantal personen dat er aan tafel genodigd zijn.

    Een zestal soorten zijn toch wel echt het minimum maar indien je weet dat er niemand groene schimmelkaas lust, dan moet je die ook niet kopen…!

    Leer ook enkele wetenswaardigheden over de kazen die je aanbied, zodat je aan je gasten minstens iets kan vertellen over de kaas, van welk land, melksoort enz.. beter dan : ik heb ze gekocht in de Aldi, ze in stonden daar in promotie... Twee kopen, één betalen!

    Eigenlijk zijn harde kazen een ietsje minder geschikt voor de kaasplateau. Maar ze moeten er toch zijn voor gasten die niet zo “kaasachtig” aangelegd zijn.

    Mijn keuze: een Franse Comté, een bergkaasje zoals een tomme de Savoye bijvoorbeeld.

    Bij de halfharde kazen hebben we de keuze uit vele Belgische abdijkazen. Maredsous als type voorbeeld.

    Bij de zachte kazen is er keuze in overvloed maar typisch zijn de camembert en de brie…

    De brie wordt de koning der kazen genoemd en de kaas voor de koningen…

    Er bestaan veel witschimmelkazen, maar we moeten ons beperken. Vermijd ook om fabriekskazen te kopen. Vooral een brie of camembert “fermier” zijn een ware delicatesse als zij juist op punt rijp zijn. “Fermier” betekent dat de kaas op ambachtelijke wijze gemaakt is van rauwe melk. Dit resulteert in een veel smaakvollere kaas dan die dat gemaakt wordt van gepasteuriseerde melk. Vraag daarvoor raad aan de verkoper. De verantwoordelijke voor de kaas in de supermarkt weet er doorgaans ook wel wat van. Op sommige kaasverpakkingen staat ook op hoever zij ongeveer gerijpt zijn.

    Maar neem geen kazen, zo maar uit het rek… tenzij je goed weet wat je koopt.

    De camemberts met een plaasteren interieur zijn daar overvloedig aanwezig.

    Dan moeten we ook nog een kaas hebben met een oranje of gewassen korst. Tenenkaas of zweetvoetenkaas. Deze kaasjes hebben een geeloranje korst die ontstaat door de kaasjes regelmatig te wassen waardoor de korst vochtig blijft. In die vochtige omgeving groeit dan de “coryne bacterie” die ook tussen onze tenen weelderig tiert… Toevallig ?

    Als voorbeeld is er de “maroilles”, die stinkt vreselijk en een “munster” is ook van dat soort…een echte boerenmunster, de geur daarvan is niet te harden!!!

    Een bataljon soldaten die na tien dagen marcheren eindelijk hun schoenen mogen uit trekken…

    Bij de groene kazen mag vooral een roquefortkaas niet ontbreken. Een kaas gemaakt van schapenmelk. Iets wat velen niet weten…

    De groene schimmel in de kaas is compleet onschadelijk, is zelfs goed als bestrijding van verkoudheden ( zeggen ze ) en volgens het verhaaltje werd die eerst aangebracht in de kaas door een stuk brood dat aan het schimmelen ging.

    Het is inderdaad dezelfde groene schimmel als die op brood groeit…

    Er is ook de “bleu de Bresse” een gelijkaardige kaas maar gemaakt van koeienmelk. In Italië hebben we de prachtige smeuïge gorgonzola en de Engelsen hebben hun stilton.

    In deze laatste wordt een kuiltje gemaakt waarin een glas port gegoten wordt. Die Engelsen kunnen ook nooit eens iets normaal doen!

    Dan hebben we nog een gans assortiment geitenkaasjes. Zachte verse geitenkazen, een beetje gerijpte geitenkazen en kazen die volledig beenhard gedroogd zijn.

    Die geitenkazen zijn nu mijn meug niet maar we zijn hier bezig met een soort standaard kaasschotel samen te stellen.

    Hoe gaan we nu die kazen opdienen?

    Vergeet eerst en vooral niet om de kazen op kamertemperatuur te laten komen. Maar praktisch lost dat probleem zichzelf meestal op. Vooraleer de kaas gegeten wordt is hij al geacclimatiseerd gewoon door in de kamer te staan.…

    Een kaasplateau buiten in het zonnetje, bij een barbecue bijvoorbeeld, verandert na een half uurtje in een puinhoop. Daar moet de kaas eerder koel gehouden worden, minstens in de schaduw.

    Dikwijls worden de kazen gepresenteerd op een kaasplank. Maar dat hoeft niet. Gebruik dan wel een schotel of dergelijke met een groot plat ondervlak zodat er vlot kan op gesneden worden. De plank wordt ook wel versierd met bladeren, noten of andere rustieke attributen…

    Het allerbeste is om de kaas te schikken op een buffet(je). Ieder gaat er naar toe en neemt wat hij of zij wil. Zorg voor verschillende messen om elke soort kaas te snijden. Geen smeuïge camembertresten aan een stukje gruyère… dat oogt niet smakelijk.

    Indien mogelijk moet er toch iemand een oogje in het zeil houden bij het buffet want sommige gasten kunnen er een echte knoeiboel van maken, door onhandigheid of onwetendheid…

    De serveermessen ook regelmatig verversen.

    Bij een kaasschotel worden ook wel eens kleine garnituurtjes gegeven zoals diverse noten, druiven, stukjes peer, mosterd, gesnipperde uien, confituur van kersen, chutney… zelfs augurken en zure uitjes.

    Kies zelf maar.

    Uiteraard eet men brood bij een kaasplateau. Dat moet dus overvloedig voorzien worden! Diverse soorten brood waarvan ik ga hier geen opsomming ga maken. Maar minstens wit, bruin en zelfs krentenbrood… Zet ook boter klaar voor de cholesteroladepten.

    Wat gaan we nu drinken bij deze kazen?

    Een zeer belangrijke vraag!

    De oplossing is toch vrij eenvoudig. Zorg voor zowel witte wijnen als rode wijnen en ook voor bier. De combinatie kaas en bier is in opmars…voor de liefhebbers.

    Sommige kazen smaken beter met witte wijn, geitenkazen bijvoorbeeld en vele zachte witte schimmelkazen ook. Zelfs stukjes harde kaas zoals enkele Zwitserse kazen gaan goed samen met witte wijn.

    Bij de bieren zullen vooral de zware donkere bieren de voorkeur genieten.

    Als rode wijn is elke stevige stoere rode wijn wel geschikt.

    Men zegt steeds dat kaas en wijn een ideale combinatie is… Doe eens een proef:

    eet een stukje kaas en drink onmiddellijk daarna een slokje wijn, wit of rood, dat doet er niet toe… Nu zijn er twee mogelijkheden: ofwel gaat de kaas sterk doorsmaken ofwel zal de wijn plotseling al zijn betere kwaliteiten vertonen…

    Noteer de resultaten in een klein zwart boekje en vertel dit aan niemand verder ….

    Nu hebben we nog de resten die onvermijdelijk zijn. Als alles op is, hebben we te kort gehad. Een schande die niemand zich over het hoofd wil halen…

    Sommige kazen kunnen lang bewaard worden in de koelkast. Maar vooral zachte kazen zullen snel in kwaliteit achteruit gaan.

    Diepvriezen is geen goede oplossing. De structuur van de kaas verandert er te sterk door. De harde kazen misschien om later te gebruiken om te raspen…?

    Ofwel moet men een kaasfondue voorzien, enkele dagen nadat de kaasschotel verteerd is.

    Een kaasfondue kan met allerlei soorten kaas gemaakt worden, verwijder wel de korsten van de schimmelkazen..

    Een andere en eenvoudige oplossing: geef de restjes mee met je gasten… dan ben jij er van verlost en zo denken de gasten nog enkele dagen nadien met plezier terug aan de gezellige kaasavond…

    25-04-2009, 00:00 Geschreven door Nicolay  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (35 Stemmen)
    Categorie:Kaas
    18-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sprokkels over halloumi en pulpo
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Om verder te gaan in de trant van “Diverse diversen”, nog wat kleine stukjes.

    Nu is het zeer duidelijk dacht ik: hij heeft geen inspiratie meer!

    Neen, hij heeft geen tijd en is altijd maar met andere zaken bezig…

    Halloumi : ooit van gehoord?

    Op enkele uitzonderingen na zullen het er niet velen zijn denk ik.

    Op Nederlandse sites kom je het woord wel regelmatig tegen.

    Halloumi is een kaas van Cypriotische origine. De uitleg is gemakkelijk te vinden op Wikipedia.

    Voor zover ik het begrijp is het een soort fetakaas, vooral van geit of schaap, van hun melk tenminste, die gekookt wordt en daardoor een taaie rubberachtige substantie vormt. Spreek mij maar tegen als ik fout ben!

    Het merkwaardige aan deze kaas is, dat hij gebakken of gegrild wordt vooraleer hij gegeten wordt. Iets wat met andere kazen zeker niet zonder ongelukken zal kunnen gebeuren.

    In de koelkast van de Turkse winkel lag al lang een blokje “Hellim” (Turks voor halloumi?) naar mij te lonken.

    Eergisteren kon ik niet meer aan de verleiding weerstaan, toen ik de deur van de koeltoonbank opende sprong het blokje kaas zo maar in mijn boodschappenmandje.

    Het is een kaasje van het gekende Turkse merk “Gazi”. Käse fur pfanne und grill, staat op de plastiek verpakking. Aan één kant is de kaas bestrooid met gedroogde munt. ( Of zoiets…)

    Hij is ook niet gemaakt van geiten of schapenmelk maar van gewone koemelk, er zit toch geen vreemd geurtje aan.

    Dan voorzichtig geprobeerd. De kaas in plakjes gesneden van ongeveer een halve centimeter dik en ze gebakken in olijfolie. De kaas spat een beetje, er zitten druppeltjes vocht in, maar begint daarna vrij snel een mooi kleurtje aan te nemen.

    Een stukje vers brood, met sesamzaadjes, van de Turkse bakker erbij gegeten en de olie uit de pan “gesopt” en daarna alles goedgekeurd.

    Dat is eens wat anders dan jonge Gouda…

    Met een slaatje erbij, zoals er hier tonnen geitenkaas naar binnen gewerkt worden, zie ik het wel zitten om daarvoor die halloumi te gebruiken. Geit en alle derivaten van geit, dat zijn volgens mijn normen verfoeilijke producten, waarmee je gestraft wordt als je naar de hel zou gaan. Die rijstpap in de hemel is ook maar niks, maar dan verkies ik dat toch…

    Ook als aperitiefhapje zeker niet te versmaden. Een beetje rubberachtig maar zoals reeds geschreven is het, of was het, zeker geen topkwaliteit.

    Dit doet mij er ook aan denken dat de kaas misschien zeer goed bruikbaar zou kunnen zijn als raclettekaas of bij een gourmetparty.

    De kaas die ik gekocht heb is waarschijnlijk zelfs maar een povere imitatie van de oorspronkelijke Cypriotische kaas. Een fabriekskaas, maar toch viel het goed mee.

    Nu probleem nummer zoveel: we aten dus de kaas recht uit de pan op de tafel, anders kun je de olie niet opsoppen en daardoor koelt de kaas ook niet zo snel af.

    Dan zet je een lepel en een vork in de pan om stukjes kaas te nemen en wat gebeurt er dan: het bestek schuift in de pan en valt in een plasje olie… De steel van de vork wordt dan gloeiend heet, enfin, één vettige knoeiboel.

    Daar bestaan trucjes voor die ik al lang ken en alle mensen die iets van serveren kennen ook reeds lang weten en dat is de volgende…:

    Deze twee foto’s zullen alles duidelijk maken. Dat is veel sneller gedaan dan geschreven.

    Voor de foto heb ik mijn beste duurste tefalpan en het zondagse bestek uit de kast gehaald…

    De kaas was reeds op!

    Dus je stopt de lepel tussen de tanden van de vork en dan blijven beide stabiel liggen in zo een grote pan, zonder er terug in te glijden.


    Nu moet ik de lezers van dit blog nog eens feliciteren :

    Ik had foto’s gevraagd van kruiden… en ik heb ze gekregen.

    Een mijnheer wiens naam ik reeds kwijt ben, stuurde foto’s van diverse kruiden maar die foto’s waren niet geschikt. Toch bedankt hoor…

    De Jan heeft mij het beste materiaal geleverd, maar Jan is dan ook een zo goed als prof fotograaf. Merci Jan. Ik bedoel hier Jan van Travelspot. Ga maar eens kijken op zijn site, vooral als je reislustig bent. Anders ook…

    Want er is nog een Jan die nu een foto aan het maken is van bonenkruid in Frankrijk, in zijn tuin aldaar, terwijl ondertussen zijn hondjes aan het plonsen zijn in de riool en die daarna alle drie als woestelingen gans de woonkamer doorstormend de meubels gaan besmeuren… om dan te gaan maffen in de zetels…

    Couragie Jan… en ook merci.

    De Luc zorgt voor een struik molsla. Ik heb hem nog niet maar dat komt wel.

    Voor alle groenten mooi en fijn moet ge bij ”De drie fonteinen” zijn.

    Zo zie je maar, alle goede daden worden hier beloond.

    Dan is er nog de octopus die ik een paar weken geleden eens gekocht een klaargemaakt heb.

    Dat is zeer goed afgelopen. Zelfs zo goed dat er in de toekomst af en toe nog eens octopus op het menu zal staan hier ten huize Nicolay. Ik zal er niet speciaal naar zoeken maar als er nog eens een “pulpo” te koop is, gaat ie mee.

    Kost zo iets van 12 of 13 euro per kilo, dat is een normale prijs voor gelijk welke ordinaire vis. Met ordinair bedoel ik gewoon, vissen zoals wijting, schol of schar en dergelijke.

    Het eerste gedeelte van de octopus heb ik klaargemaakt in een soort Provençaalse saus.

    De octopus eerst gekookt gedurende een drietal kwartiertjes en daarna, in stukken gesneden, de saus in. Nog eens een tijdje verder gestoofd en dat viel zeer goed mee.

    Een restje octopus werd dan verwerkt met spaghetti. Even goed, even lekker. Wat spaghetti met look, sjalot, olie een stukjes inktvis. Beetje gehakte basilicum. Pesto zou natuurlijk ook reuze lekker geweest zijn.

    Nadat de octopus gekookt was heb ik een deel in de diepvriezer gestopt. De octopusarmpjes wel overgoten met hun kookvocht vooraleer te bevriezen. Alle dagen gans de week octopus op het menu, dat is ook niet alles. En er was veel.

    Deze octopusarmen heb ik daarna in schijfjes gesneden en gemengd met wat kruiderij en olie. Voor de veiligheid heb ik geen verse kruiden gebruikt zoals sjalot, look of peterselie. Omdat die verse kruiden na enkele dagen marineren soms niet meer smakelijk zijn.

    Lookpoeder dan maar, korianderbolletjes, een beetje tabasco of “piment d’ Espelette” die daar in de kast toch maar staat rond te slingeren. In plaats van citroen heb ik een snuifje citroenzuur gebruikt. Dan kun je dergelijke bereiding zonder probleem een week goed houden in een gewone koelkast. Uiteraard ook peper en zout en een beetje gedroogde basilicum. Als je dit zelf wil doen, kijk dan in je kruidenkast en beslis zelf maar.

    Ook geen ui gebruikt maar een beetje “nigella”, geen zaadjes van Lawson, maar zwarte zaadjes uit een flesje die sterk naar ui smaken en geuren.

    Ook weer een beetje sla, wat octopus, een stukje tomaat of wat kerstomaatjes, misschien wat blokjes fetakaas en wat wil je nog meer…??? ( Het eeuwige leven, schijnt het antwoord te zijn…)

    Toen bovenstaande tekst af was kreeg ik een telefoontje van Luc, dat de molsla gearriveerd was.

    Twee zeer lange planten in een cellofaanverpakking. Speciaal aangevoerd van Mabru, de groothandelsmarkt in Brussel.

    Het is zelfs zover die ie al bijna verteerd is!

    De sla in stukjes gesneden van om en nabij een viertal centimeter, ik heb er geen lat naast gelegd, een handvol gerookte spekreepjes gebakken in een beetje olijfolie, dan de sla er bij, een paar keer omgegooid en dan een scheut gewone azijn er over gesprenkeld.

    Gewone witte azijn, omdat ik op dit ogenblik geen andere heb….

    Een restje Turks brood erbij en de lunch was weeral in orde…


    18-04-2009, 00:00 Geschreven door Nicolay  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (6 Stemmen)
    Categorie:Kaas
    11-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Paaseieren
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Naar aloude traditie brengen de paasklokken op paaszaterdag chocolade eieren.

    Nochtans blijkt dit in Frankrijk de paashaas te zijn die zich van dezelfde taak kwijt en in Duitsland kan het een vos of een haan of een kip zijn…

    Ze brengen allemaal eieren, in chocolade of niet, symbolen van vruchtbaarheid en nieuw leven.

    Maar ik heb de indruk dat de paastradities verloren aan het gaan zijn. De twee weken voorafgaand aan Kerstmis en Nieuwjaar heb ik dit jaar (vorig jaar) bij de tweehonderd vragen gekregen: hoe moet ik dit of dat maken ?

    Nu voor Pasen : niets, totaal niets !

    En ik wou iets schrijven over een typisch gerecht voor Pasen… Maar er bestaat blijkbaar niet veel…

    In Frankrijk maken ze nu jonge geitjes klaar. Daarmee denk ik dat ik hier niet veel succes zal oogsten. Ze, de fransoozen, kennen ook een paaspaté dat een soort groot vogelnestje is. Een gehaktbrood van goede kwaliteit gevuld met hardgekookte eieren. Ook niet veel soeps dus…

    In Italië heb je de “Pannetone”…maar dat is met kerstmis... Met Pasen maken ze hetzelfde brood en noemen het dan colomba. Paasduiven in plaats van een paasklokken?

    Wat blijft er dan nog over? Eieren, of wat dacht je ?

    Eieren zijn ongeveer het goedkoopste voedingsmiddel dat verkrijgbaar is.

    Een voedingsmiddel dat veel eiwitten bevat, ook vetten maar spijtig genoeg ook cholesterol. Na hersenen de grootste bron van cholestorol.

    Er bestaan wel “Colombuseieren” die minder cholesterol zouden bevatten.

    Het klopt wel dat eieren veel cholesterol bevatten. Eén ei bevat gemiddeld 333 mg cholesterol. Momenteel is er een richtlijn van cardiologen om maximum 250 mg per dag cholesterol op te nemen via de voeding. Dat betekent dat je eigenlijk niet meer dan 1 ei per dag zou mogen eten. Mensen die een te hoog cholesterolgehalte in het bloed hebben, wordt wel eens afgeraden om eieren te eten. Toch zijn eieren een volwaardig voedingsmiddel en bevatten niet te veel vet, zodat ze eigenlijk een prima alternatief zijn voor vlees of vis.

    Toch is het geen slecht idee om af en toe eieren te eten omdat zij in onze Westerse voeding één van de belangrijkste natuurlijke bronnen van vitamine A zijn.

    Normaal eten we eieren niet rauw, behalve kerels als Tom Boonen en ander coureurs die rauwe eieren in donker bier kieperen en deze cocktail dan in één teug uitdrinken. En de Amerikanen, als ze een zware avond gehad hebben nemen ’s morgens een “prairie oyster”, om terug op hun plooi te komen. Oesters op de prairie…. Een rauwe eierdooier gekruid met Engelse saus en tabasco, soms met een geut brandy erbij. Te nuttigen zonder de dooier te breken.

    Ter zijde, voor de amateurs, met prairie oysters worden ook de teelballen van een kalf bedoeld.

    We zullen even schooltje spelen en eerst eens kijken wat er allemaal met eieren kan gemaakt worden. Welke bereidingen er kunnen gemaakt worden.

    Rauw : zie Tom Boonen en konsoorten.

    Gekookt: zacht, tussenin en hard.

    Gekookt : zonder de schaal, dat wordt dan een gepocheerd ei.

    Gebakken: als een omelet of als spiegelei.

    Gebakken in veel vet of olie. Gefrituurd als het ware.

    Gaar gemaakt in een vormpje.

    Verwerkt in ontelbare gerechten zoals, soepen, gebak, nagerechten en sausen…

    Over een ei koken, vooral zacht koken heb ik het hier vroeger reeds gehad en ga dat dus niet herhalen. Lees hier en hier.

    Een ei pocheren, dit wil zeggen koken in water met azijn maar zonder de schaal, staat hier te lezen in het lang en in het breed.

    Hetzelfde kan men doen met een ei, niet in water maar in hete olie dat heet dan een gefruit ei.

    In de Angelsaksische landen een gewone manier van doen.

    Hier worden de eitjes gebakken in een pan, in boter en de dooier moet vloeibaar blijven. Paardenogen noemt men ze ook wel. De Angelsaksers hebben het dan over een “egg, sunny side up”

    Volgens de klassieke normen klopt onze bereiding niet. Maar dat is haarklieverij….

    Maar het zal je lot maar wezen dat je als leerling kok afgewezen wordt door een of andere dikkenekkerige Franse chef die vindt dat je het fout doet… Ons moeder heeft mij dat zo geleerd wordt dan niet aanvaard als excuus.

    Je moet een porseleinen schoteltje, lichtjes beboteren en de bodem bestrooien met fijn zout en peper, daarop breek je dan één of twee eieren. Het schaaltje gaat nu op het vuur, niet op een vlam maar op een ouderwets fornuis ( of hypermodern) met kookplaat en het eiwit mag nu voorzichtig stollen. Dan gaat er een omgekeerd kommetje over het ei en nu mag het een minuutje of zo wat de oven in om het volledige ei te verwarmen en om het eiwitvlies dat op de dooier ligt te laten stollen.

    Als je nu ergens gaat solliciteren en je wordt niet aanvaard wegens het niet kunnen maken van een spiegelei…. Zeg dan niet dat je het niet wist!

    Een andere manier om eieren klaar te maken die we bijna nooit meer zien gebeuren is het “ei in cocotte”. Een cocotte is en klein kommetje met bijpassend dekseltje. Een mooi voorbeeldje van een cocotte staat hier op dit blog als “favicon” voor de titel van elke post.

    Er bestaat er een gezegde: op elk potje past een dekseltje. Bij de Fransen noemt men een vrouwtje waar veel dekseltjes op passen daarom ook een cocotte… une cocotte.

    Om daar iets speciaals van te maken worden de potjes ingesmeerd met boter, er worden allerhande garnituurtjes ingelegd zoals spekjes, of aspergepunten of kippenlevertjes, ik noem zo maar wat… en daarop wordt dan voorzichtig een ei gebroken. Het dekseltje gaat nu op het cocotje en de potjes gaan in de oven in een bain-marie. De dooier moet ook weer vloeibaar blijven. Regelmatig controleren want deze bereiding lukt niet met de chronometer naast de oven. Een oven denkt nog steeds niet en weet niet wanneer het ei juist “à point” is.

    Als afwerking wordt er nu een lekje bijpassende saus op het ei geschept. ( Eerst het dekseltje van het potje halen, niet vergeten…)

    Over omeletten heb ik hier vroeger ook reeds geschreven maar wisten jullie dat er ook zoete omeletten bestaan die als dessert kunnen gegeven worden?

    Legden wij ook geen omelet tussen onze “bokes” met bruine suiker??? Als je daarmee naar school moest, kwamen er ’s middags donkerbruin doorweekte boterhammen uit de brooddoos… maar lekker jongens. Nog een banaan daarna…!

    Och dit is misschien allemaal wat vergane glorie maar alles komt ooit wel terug…

    Een schuimomelet is zoiets. De eiwitten worden eerst tot schuim geklopt en dan worden de dooiers er onder gemengd. De omelet moet zeer voorzichtig gebakken worden en daarna dubbel geplooid. Dan gaat ze in de oven om verder gaar te worden. Terwijl zwelt ze nog wat op. Ze souffleert!

    Net voor het opdienen wordt ze royaal bestoven met bloemsuiker.

    Omelet met confituur is ook zo een ouwe… een gewone omelet dubbel geplooid en daarin een rijkelijke portie kersen of aardbeienconfituur.

    Dergelijke omeletten moeten zeer “baveuse” gehouden worden. Baveuse komt van het Franse werkwoord “baver”, wat zoveel betekent als “kwijlen” of zeveren. In verstaanbare taal betekent dit dat de omelet niet volledig doorbakken mag zijn. Ttz.. Nog een beetje snotterig…

    Vroeger in school kregen we dat nog regelmatig. Juist voor het doorgeven werd er dan een dikke laag poedersuiker op de omelet gestrooid. Met een gloeiend gemaakte pook werden er dan ruitvormige figuren in de suiker gebrand.

    ( Voor de jongskes : een pook is een lang stuk metaal dat gebruikt werd om in de kolenstoof te “koteren”… heeft verder niets te maken met de pook in jullie Ferrari of op de nintendo…)

    Tijdens het zoeken naar foto’s op het internet kwam ik een prachtige foto tegen van een eiergerecht dat ik vroeger ook wel eens las in kookboeken, genre “Libelle” of “Margriet”.

    Maar let op. In een van mijn grote chique Chinese kookboeken komt deze bereiding ook voor. Thee-eieren.

    Hiervoor worden hardgekookte eieren een tweede keer gekookt in sterke zwarte thee. Eerst worden de eieren met de hand over een hard oppervlak gerold zodat de schaal breekt zonder los te laten.

    Daarna worden de eitjes een twintigtal minuten in hete thee gelegd. Na deze kooktijd blijven ze nog gans de nacht in de thee afkoelen. Als ze dan gepeld worden krijgt men dit prachtige effect. In hoeverre de diëtisten gelukkig zijn met deze manier van bereiden weet ik niet maar perfect is ze zeker niet… Toch zijn er nog veel Chinezen over hoor…

    Ik heb dit ooit gemaakt, dikwijls zelfs. Het was in Afrika, daar moet je, je plan trekken met eenvoudige grondstoffen en toch proberen er wat origineel mee aan te vangen.

    De eieren werden zo gebruikt op een koud buffet. Als iemand naar de naam vroeg zegden we dat het “saka-wakka-eieren” waren.

    Sakka wakka is de naam in het Rwandees van een “kiekendief” een grote roofvogel die daar overvloedig voorkomt. ( Milan, in het Frans…)

    11-04-2009, 00:00 Geschreven door Nicolay  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (20 Stemmen)
    Categorie:Eieren
    04-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Diverse diversen

    Het is nog eens gelukt. Mijn lijst met “reeds gegeten paddenstoelen” is weer één exemplaar rijker geworden. Nu staat die dus op nummer eenentachtig.

    Zeer toevallig ontdekte ik de paddenstoel in de Carrefour. Gewoon weggestopt tussen de andere groenten. De rayonchef die er bij stond kende de paddenstoel niet en ik trouwens ook niet. Het gevolg was, dat een “onweerstaanbare drang” mij verplichte om de paddenstoel te kopen, ondanks dat er geen prijs op stond. De chef wou eerst nog eens gaan kijken voor mij maar ondertussen heb ik al geleerd dat als je zoiets vind, je dat ook moet kopen, direct, ter plekke, zonder twijfelen. Prijs heeft op zo een moment geen belang! ( Kapitalist !!!)

    Anders krijg je daar later spijt of berouw van… bittere tranen komen er wel niet bij pas, maar het zou kunnen. Zo heb ik eens twintig jaar gewacht vooraleer ik een bepaalde soort nog eens vond.

    Hakurai – take, zo stond op de verpakking, bleek de onbekende te heten. ‘Take’, betekent paddenstoel in het Japans, of toch zoiets... het blijkt dus weer te gaan over een paddenstoel die in Japan ontwikkeld is, of werd want ondertussen worden veel van die vreemde paddenstoelen ook in Nederland gekweekt.

    Uiteindelijk, want ik ben reeds de prijs vergeten, denk ik dat één grote paddenstoelhoed, tussen de zes en de zeven euro gekost heeft.. Maar het was de moeite waard.

    De paddenstoel krimpt niets en smaakt goed. Ik heb hem gewoon in schijfjes gesneden en gebakken in wat boter of toch iets in die aard. Om de echte smaak te proeven moet daar verder niets bij.

    Het was een hoed van één paddenstoel van een mij totaal ongekende soort. De eerste indruk doet denken aan de dikke hoed van een oesterzwam, maar de structuur was anders. Op het internet was er bijna niets over te vinden.

    Sinds één april, en dat is geen grap moet ik er dan verplicht aan toevoegen, is de vangst van Oosterscheldekreeft toegelaten. Dit tot half juni of zoiets …

    Op aanraden van de uitgever van het boek waar ik nu als weken mee bezig ben zou ik een stukje aan de teksten moeten toevoegen over Oosterscheldekreeft. ( Het is gewoon omdat hij graag kreeft eet vermoed ik …)

    Maar… ik ken(de) niets van Oosterschelde kreeften. Canadese, Europese, Noorse, Schotse en Bretonse kreeften, dat ken ik wel maar dat is vermoedelijk allemaal één pot nat. Die Oosterscheldekreeften, dat is iets speciaals. Zeggen de Hollanders toch.

    Het zijn kruisingen tussen Canadese en Noorse kreeften of het zijn mutanten… Ik weet het niet. Als kenmerk zouden ze meer blauw zijn dan de andere, vooral aan hun scharen?

    Is er iemand in de zaal die daar meer over weet ?

    Wie mij enige nuttige inlichtingen kan verschaffen zal ik verblijden met een prentje van de Heilige Antonius van Padua…

    Op mijn website “Keukentheorie” staat reeds enkele jaren een fantastische kemel met twee bulten.

    Ik heb daar verklaard dat de scharen van Noorse kreeften met houten pennen vastgezet zijn en de scharen van Canadese kreeften met elastieken rond hun scharen.

    Sinds 1988 zou het niet meer gedaan worden, die houten pennen in die arme kreeften hun scharen prikken…

    Dan heb ik nog een zwaar probleem!

    Heeft er iemand een foto van zuring. Zurkel…

    Ik moet dringend een foto hebben van zuring, weer voor dat boek, en nergens in het Antwerpse is er een blaadje zuring, zo groot als een postzegel te vinden, die de naam waardig is. Natuurlijk, op Linkeroever of de konijnenwei, groeit die wel ergens in het wild maar ik moet zuring hebben zoals die in de winkel verkocht wordt.

    Een ultieme poging om een foto te laten maken in Brugge is fout gelopen.

    In West-Vlaanderen is er veel meer kans om zuring te vinden. Naar het schijnt en volgens welingelichte bron, wordt 50% van de totale zuringconsumptie in ons land in West-Vlaanderen genuttigd. Vooral door het grote verbruik der zurkelpatatten, de taatjespap en de kerremelkstampers door de inheemse bevolking…

    Weten jullie dat het woord’ julienne” in relatie staat met zuring, ofte zurkel dus? Ik zal dat eens uitleggen op mijn ander blog.

    Verder mis ik nog veel foto’s hoor. Vooral foto’s van planten.

    Waarschijnlijk omdat het veel te vroeg is op het jaar voor verse kruiden. En niet alles wordt ingevoerd.

    Molsla is er zo één.

    Dat zijn “pissebloemen” die voor de winter afgedekt worden met een bloempot of een plank en dan als bleke sprieterige plant opschieten. Die wordt dan gegeten als molsla. Oorspronkelijk werden alleen de jonge frisse groene bleke blaadjes geplukt die onder de molshopen groeiden. De sla is alleen maar goed als hij afkomstig is een van een plant die nog niet in bloei staat.

    Ook lavas, citroenmelisse, majoraan en inlands bonenkruid staan nog op mijn verlanglijstje.

    Mocht er iemand foto’s hebben van die kruiden. Mooie duidelijke foto’s, dan mag hij of zij mij die altijd laten geworden … ( Chic hé…)

    Een prentje van Sint Antonius van Padua… Eventueel een foto van moeder Theresa…

    Of mocht er iemand mededelen dat er lavas of dergelijke in zijn tuin groeit… laat maar weten.

    De foto’s moeten wel aan een paar eisen voldoen. Ze moeten liefst een afmeting hebben van minimum 2048 op 1536 pixels, JPEG. De ideale resolutie zou 300 DPI zijn maar geen enkele huis, tuin en keukencamera die zo ingesteld staat. Trouwens dat laatste heeft weinig belang.( 72 DPI is reeds OK)

    Een voorbeeldje zie je hiernaast hoe zo een fotootje er moet uitzien of zou moeten uitzien. Geen achtergrond en als het kan zoveel mogelijk details zichtbaar. Hiernaast is een Chinese broccoli te zien... dit is slecht een voorbeeld !

    Nu leef ik verder op hoop.

    04-04-2009, 00:00 Geschreven door Nicolay  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (9 Stemmen)
    Categorie:Diversen
    28-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Warmoes
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Tijdens mijn speurtochten naar speciale groenten, kruiden en vissen ben ik op een groente gestoten die nogal eens omschreven wordt als : vergeten groente.

    Ik heb problemen met die uitdrukking! Sommige groenten zijn hier bij ons misschien in de vergeethoek geraakt maar daarom elders niet. Alles wat nu omschreven wordt als vergeten groenten, zoals aardpeer of topinamboer, pastinaak, peterseliewortel, kervelwortel en witte schorseneer of haverwortel, kardoen, warmoes of snijbiet, daar is niets vergeten aan.

    Die groenten zijn altijd blijven bestaan. Alleen hier werden ze niet meer gekweekt … Waarom ? Economische redenen, onvoldoende opbrengst? Daardoor kende men deze groenten niet meer maar nu plots komen deze vergeten groenten terug aan bod.

    Ik wil het hebben over warmoes…

    Ook dat is zo een groente die door velen niet meer gekend is. Nochtans toen ik zeventien jaar was ( en dat is al lang geleden) heb ik met die groente voor de eerste keer kennis gemaakt en gegeten. Het was wel in Zwitserland. Later ook in Frankrijk…

    In alle landen rondom ons was die groente gekend en werd die groente gegeten en gekweekt maar hier werd ze vergeten.

    Het woord warmoes, een zeer oud woord, komt waarschijnlijk van een samentrekking van warm + moes.

    Daar staat “warm” voor gekookt, gaar gemaakt, en “moes” duidt op groente. Het woord moes kennen we nog in de samenstelling: moestuin!

    In de moestuin groeit warmoes… en de persoon die warmoes kweekt is een warmoezenier !

    Daardoor vindt men nu nog in vele steden straten die warmoesstraat of warmoezenierstraat heten. Daar woonden de tuinders die de groenten kweekten die dienden om verkocht te worden aan de stedelingen. Dit was alleen zo in de steden, want in de dorpen of gehuchten kweekte men zijn warmoes zelf.

    Wat is warmoes nu?

    De Nederlanders noemen het snijbiet. Dat verklaart reeds veel.

    Warmoes is inderdaad een bietenvariëteit. Dezelfde bieten die aan de koeien gevoederd worden of de suikerbiet die ons de suiker levert of de rode biet… die door de Nederland dan weer kroten genoemd worden.

    Toch schijnt er een klein verschil te bestaan tussen snijbiet en warmoes. De warmoes heeft dikke brede bladstelen en de snijbiet heeft meer smalle stelen en wordt vooral gekweekt en gegeten om het blad.

    De groente kan allerlei kleuren hebben. Groen is de meest voorkomende kleur, maar ook rode, bleekgroene en gele varianten komen voor. Op sommige plaatsen wordt de warmoes zelfs gebruikt als decoratieve plant, om zijn mooie kleuren.

    Terwijl zijn hier reeds drie namen gevallen voor hetzelfde product: warmoes, snijbiet, kroot…biet…

    Als we in het Frans gaan snuffelen blijkt deze plant: “bette” te heten. Dat is duidelijk een andere vorm van “biet”, of “beet” zoals men hier in vele dialecten zegt.

    Maar veel meer word het woord “blette” gebruikt, ook “blede”. Waar die “L” plotseling vandaan komt ? Om het nog wat ingewikkelder te maken: des cardes. En poirée en joutte of jotte, allemaal hetzelfde.

    De “cardes” duidt op de brede bladribben en stengels van de plant en die “poirée” daar kan ik mij niets anders bij inbeelden dan dat dit een foutieve verbastering is van ons Nederlandse woord “porei”… de jotte komt seffens nog…

    Daarmee is de hele plant nu omschreven. Biet !

    Ik weet niet hoe het in jullie streek zit maar hier in Antwerpen is de warmoes alleen te vinden op de markt bij de vreemdelingen of in enkele biowinkels. Misschien dat een enkele vooruitstrevende Delhaize de groente wel eens wil verkopen ?

    Meestal worden de bladeren los verkocht per gewicht maar soms is de plant nog op zijn geheel zoals op de foto.

    Maar nu: iedereen leest deze rubriek op zoek naar een receptje. De rest mijn gezever nemen ze er wel bij en zeggen of schrijven dan, om mij een beetje te paaien dat het wel leerrijk is…

    Weten jullie dat er in België een echt streekgerecht bestaat met snijbiet?

    In Vlaanderen totaal, of toch bijna totaal onbekend. In Wallonië een paradepaardje.

    De “tarte al djote” van Nijvel. Nivelles pour les Flamands…! (Jotte, weet je nog?)

    Om eerlijk te zijn ik ken het gerecht ook niet. Het schijnt trouwens vooral verkocht te worden door bakkers of patissiers en in de lokale taveernes en restaurants.

    Het is een dunne taart gemaakt van gistdeeg, brooddeeg om juist te zijn, gevuld met een mengsel van gehakte warmoes, kervel of peterselie, eieren en een soort mij volledig onbekende kaas. De "Boulette de Nivelles".

    Het recept is hier te lezen. In het Nederlands.

    In de Provençe, bij ons ook niet zo gekend, is een taart met snijbiet zeer populair. Een deegbodem, gevuld met gekookte bladeren van snijbiet en eieren. Bij gebrek aan snijbiet wordt ook spinazie gebruikt.

    In Nice maakt men er zelfs een zoete versie van. Met pijnboompitten en rozijnen.

    In bijna alle beschrijvingen van de groente wordt de grote gelijkenis, vooral in smaak beschreven, van warmoes met spinazie.

    Ik vind dat niet, maar dat is weeral persoonlijk.

    Ik associeer bieten, dus ook warmoes, met koeien! En bietenbladeren smaken naar koeieneten en niet naar spinazie ! Spinazie is lekker!

    Maar ik overdrijf. De warmoes wordt verdeeld in twee delen, de stelen en de bladeren.

    De stelen zijn het betere product en de bladeren worden verwerkt zoals spinazie. Daar komt het op neer. Dus voor de bereiding van de bladeren: neem het kookboek van de boerinnenbond op bladzijde negenendertig en lees daar hoe spinazie moet klaargemaakt worden. De bladeren van warmoes moeten wel een ietsje langer koken. De nodige bangmakerij van hoeveel oxaalzuur er in de groene bladeren zit en dat er even veel nitraten in voorkomen als in spinazie, sla dat maar over. Volgend jaar komt er wel een geleerde perfesser van de universiteit van Harvard die zal komen beweren dat bietenbladeren goed zijn tegen dementie….

    Waar was ik weer over bezig ?

    Toen ik in de Dordogne werkte, zeer lang geleden, niet op de plaats waar ik nu werk, vonden de autochtonen dat er geen lekkere soep kon gemaakt worden zonder dat er een handvol bietenbladeren in verwerkt werden. Dus dat is ook een tip.

    De bladstelen daar kan men ook diverse kanten mee uit.

    Gewoon koken, op zijn Frans, niet te gaar, en serveren met een vinaigrette. Echt Belgisch is dat niet maar als je dat hier serveert met mayonaise zal het er wel in gaan.

    ( En een hardgekookt ei)

    De stelen in kleinere stukjes snijden en mengen met een witte saus. Ik durf dit bijna niet meer te schrijven want dan wordt ik beschouwd als een oubollig fossiel maar ik trek mij daar niets van aan. Zolang het maar lekker is. Of gebruik dikke vette room dat is nog lekkerder.

    Snijbietenstelen in witte saus? Meng nog wat kaas onder de saus en dan hebben we een “gratin van snijbiet” op voorwaarde dat de schotel in de oven gegratineerd wordt.

    In de oude keuken werden de stengels gestoofd in vleesjus.

    Voor diegenen die het wat “nieuwer” willen: kieper de zooi in de wok en wok ze dan beetgaar en drup er wat sojasaus over. Dan zijn we ook weer goed bezig. Behalve het werkwoord “wokken”, dat bestaat niet ! ’t is maar da get weet! Wokken is het meervoud van één wok!

    Roerbakken mevrouw, meneer ! Ik roerbak, jij roerbakt, hij roerbakt altijd als hij thee drinkt, enz… en wij bakken roer.

    Bietenstengels in tomatensaus. Het lijkt mij een ietsje minder aantrekkelijk maar waarom niet? Met gehaktballetjes?

    Mocht je ergens warmoes vinden, de aankoop ervan zal je zeker niet tot het failliet leiden.

    De plantje hier bovenaan heeft mij exact vijfenveertig cent gekocht.

    Hier in Antwerpen te koop bij elke Turkse of Marokkaanse groentenboer….

    28-03-2009, 00:00 Geschreven door Nicolay  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (47 Stemmen)
    Categorie:Groenten
    21-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hopscheuten

    Ik zal maar direct waarschuwen; als jullie familienaam niet klinkt als Rockefeller, Rothschild of Onassis, of je had Fortis of KBC aandelen, dan heeft het niet veel zin om verder te lezen.

    Ik wil het hebben over hopscheuten. Ook hoppescheuten, of hoppekeesten genoemd naargelang de streek. Het witte goud zou ook niet slecht zijn.

    Weken reeds ben ik op zoek naar speciale grondstoffen vooral groenten en paddenstoelen, om er foto’s van te maken. Later wel meer daarover.

    Vermits het nu het seizoen is van de hoppescheuten verkeerde ik ook in de blijde veronderstelling dat ik nog wel een foto van hoppescheuten zou kunnen maken voor het einde van de maand maart. Dat is de datum die zo wat de deadline betekent om foto’s in te leveren, want men moet ook eens beginnen met het drukken van het boek.

    Dus naar een vriend getrokken die een goed voorziene groenteafdeling in zijn winkel heeft en gevraagd of ik een beetje hoppescheuten kon bekomen …voor de foto. Desnoods wilde ik ze ook wel kopen !

    Ik zal het kort houden. Er zijn geen hoppescheuten te verkrijgen was de grote conclusie. Te vroeg op het seizoen, het is te koud geweest enzovoorts.

    Uiteindelijk lukte het dan toch. Een collega, medeauteur die niet Rothschild of dergelijke heet, ging zich in Poperinge bezatten aan hopscheuten gedurende vorig weekend. Aldus heb ik uiteindelijk toch een eigen foto kunnen bekomen.

    Hoppescheuten zijn de jonge scheutjes van de hoppeplant. Dezelfde plant die op het einde van de zomer de hop, de hopbellen, levert die gebruikt worden bij de bierbrouwerij.. En dames, het zijn alleen de vrouwelijke bloemetjes die de nodige “lupiline” leveren om aan het bier zijn aangename bitter smaak te bezorgen.

    Dat is waarschijnlijk dus ook de reden waarom mannen allerlei vrouwelijke eigenschappen krijgen als ze te veel bier gedronken hebben.( Ze kunnen niet fatsoenlijk meer met een auto rijden, beginnen ruzie te zoeken, krijgen hoofdpijn en verbrassen al hun geld en dergelijke. Mocht je het nog niet weten…)

    De hop is een doorlevende plant maar in het najaar sterft het groene bovengrondse gedeelte af en in het voorjaar maakt de plant scheutjes waaruit de nieuwe plant opgroeit.

    Wie er ooit op het idee gekomen is om deze scheuten te gaan eten, ik weet het niet, want die is hoogstwaarschijnlijk reeds lang dood: de Romeinen kenden blijkbaar reeds hoppescheuten. Maar of dat verhaaltje waar is….?

    Toen ik vroeger met de trein naar school reed, naar Koksijde, kon je de hopvelden zien liggen tussen Brussel en Aalst. Blijkbaar hoge telefoonpalen waartussen draden gespannen waren, de hoppeplanten slingerden zich daarlangs omhoog. Nu zie je daar niets meer van.

    In Poperinge en omstreken bestaat er nog een hopcultuur. Daar spreken ze ook over hommel. Dat is de hop. Maar de autochtonen aldaar spreken dan ook een hele andere taal dan wij.

    Later werkte ik in een restaurant in Aalst en in het voorjaar stonden daar hoppescheuten op het menu… Dat was ongeveer de laatste keer denk ik dat ik hoppescheutjes van dichtbij gezien heb.

    In oude receptenboeken vind je soms nog recepten met hopscheuten die dan zeer dikwijls “op zijn Antwerps” genoemd worden. Waarom, ra, ra…? Hier in Antwerpen heb ik nog nooit van een hoppescheut gehoord, laat staan, er een gezien.

    Het meest merkwaardige is dat er in die recepten over hopscheuten geschreven wordt alsof het over ajuinen of patatten gaat… Gehaktballen met hopscheuten, las ik ooit in een Hollands kookboek. ( Dat vertelt veel over de kennis van de schrijfster, want meestal zijn het schrijfsters…) Zelfs in de de “Répertoire de la Cuisine” wordt bij “garniture Anversoise” opgegeven dat dit bestaat uit tarteletjes gevuld met hopscheuten in room en daarbij komen natuuraardappelen. Die aardappelen dat kennen ze hier…

    Na een bladzijde zaniken en zeveren ben ik nu eindelijk gekomen tot het punt waartoe ik wilde komen: de prijs…!

    Vroeger zullen ze wel minder gekost hebben dan nu maar op dit ogenblik wordt er 130 tot 140 euro betaald voor één kilo hopscheuten. Deze prijs is de groothandelsprijs. Wat de kleinhandel er voor vraagt is mij totaal onbekend.

    De prijs wordt gerechtvaardigd door de hoge kosten voor het zoeken en verzamelen van de scheutjes. Er bestaat wel een systeem waarbij de scheuten geforceerd vervroegd opschieten, maar het plukken blijft handwerk dat steeds geschied in zeer ongunstige koude omstandigheden.

    Een normale portie per persoon bedraagt vijftig gram, dat is dus nog steeds 6,5 tot 7 euro voor één portietje waaraan je jezelf zeker niet zal overeten. Je moet er ook nog rekening mee houden dat er een kleine 20 procent verlies is na het schoonmaken van de scheuten.

    Dus een “Gepocheerd ei op zijn Antwerps” zal heel wat meer gaan kosten dan “ne kleine me stoofvlees en majoneis…)

    Mocht je nu toch, na het winnen van de lotto of om zijn Lief ( met hoofdletter, insiders snappen de grap wel) te imponeren, eens hoppescheuten willen klaar maken…. Wat dan ?

    Breek de eventuele harde wortelstukjes er af. De scheuten gelijken wat op asperges maar dan in het klein. Soms met enkele donkere vlekjes op de scheuten. Ook hier kan de voet een beetje hard zijn zoals bij de asperges.

    Spoel ze goed omdat er een beetje aarde durft aan hangen en kook ze gewoon gaar in lichtjes gezouten water. Hoelang ? Een paar minuutjes. Proef af en toe eens een stukje, niet te veel want dan blijft er niets meer over!

    De meest klassieke en daarom ook beste manier bestaat er in om de scheutjes af te werken met een licht roomsausje of met een zeer lichte kerriesaus, deze laatste ook op roombasis.

    Als voorgerecht wordt er zeer dikwijls een gepocheerd ei met de scheuten geserveerd. Zo heeft men maar amper enkele lepeltjes saus nodig omdat de vloeibare eierdooier als uitermate lekkere saus fungeert! Daarvoor moet gebruik gemaakt worden van zeer verse eitjes van echte kippen die nog buiten op het neerhof kunnen rondscharrelen.

    Natuurlijk kunnen de hoppescheuten ook aanzien worden als een groente bij een stukje vlees of vis. Als vlees zal dan voornamelijk wit vlees zoals kalfsvlees of zwezerik gebruikt worden. Bij vis voornamelijk de duurdere vissen zoals tarbot en tong….

    Als je het breed hebt laat je het lang hangen, zei ons moeder altijd…!

    Ook dan bij zo een vlees of visbereiding dient men er rekening mee te houden dat er geen al te scherp of sterk smakende toevoegingen mogen gebruikt worden. De smaak van hoppescheuten is subtiel, lichtjes bitter. Die smaak moet niet overtroefd worden door scherpe specerijen of sterk smakende sausen.

    Als drank zou in plaats van witte wijn bier kunnen geserveerd worden. Een sterk gehopt bier zoals het Hommelbier.

    Ik het reeds opgezocht voor degenen die geen hommelbier kennen:

    Hommelbier is e streekbier uut Poperienge. 't Is ebrouwn deur brouwery Van Eecke ut Watou. Hommelbier bestoat sedert 1980. In d'uutsproake ôor je de H vaneigns nie, menschn vroagn en ommelbier of en ommeltje.

    Wuk is 't?

    In Hommelbier zittn d'r drie sôortn Poperiengschn ommel. 't Bier et e fyn aroma en e frische, lichtjes bittere smoake. 't Alcoolpercentoage van Hommelbier is 7,5%. Je ku 't koopn in flesjes van 25 e 75 santeliters, of in voatn van 30 liters.

    Oe moe je 't bewoarn e drienkn?

    * Bewoart de flesschn rechte in e kelder of in e frigo die nie ol te koud stoat.

    * Hommelbier is e bier da nog nagist in de flessche. Om die gistloage op de fong van de flesche ni round te roern, moe je Hommelbier verzichtjes en in êne ki uutschienkn.

    * Ideoale temperateure om te schienkn is 6 tout 8 groadn.

    Dit artikel ierbovn es geschreevn in 't Poperiengs, en da zou best ozô bluuvn.

    Met intense medewerking van de West-Vlaamse Wikipedia.

    21-03-2009, 00:00 Geschreven door Nicolay  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (17 Stemmen)
    Categorie:Groenten
    14-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Linzen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Linzen zijn peulvruchten die behalve bij vegetariërs en geitenwollensokkenjongens en meisjes nauwelijks bekend zijn dacht ik.

    Roep maar als het niet waar is.

    Raar is dat toch!

    Er zijn culturen waar het feest is als er linzen op het menu staan. Ik herinner mij nog de tijd toen ik in Spanje werkte. Het lievelingsgerecht voor het personeel toen, waren linzen met ribbetjes. Costillas con lentejas… Alhoewel, biefstuk met frieten aten ze ook graag…

    Tussen haakjes, de linzen zouden hier al niet erg in de smaak vallen maar de ribbetjes zeker niet. Er werden gedroogde, half ranzige ribben voor dat gerecht gebruikt. Ook voor de soep.

    Elke plattelandswinkel verkocht die costilla’s, gezouten varkensribben, de beentjes dus, opgehangen aan het plafond van de winkel tussen de hammen en daar werden ze stilaan ranzig en sloegen ze wit uit door het zout.

    De Spanjaarden waren er zot van, en ik werd zot van die Spanjaarden. Zeker van Anita, die stond in de keuken aan de afwas en ze wilde mij bekeren tot goede getuige van Jehova en bracht mij de beginselen bij van de vogeltjesdans… ’t Is niet gelukt, geen van beide.

    Maar ’t gaat over linzen.

    Ik heb ooit eens het geluk gehad om te eten in de “Villa Lorraine”. Wat aten we daar bij één of andere kipbereiding? Linzen…

    In Italië eet men rond Nieuwjaar “zampone” met linzen. De linzen symboliseren hier veel geld, dus veel geluk voor het volgende jaar. ( Maar dat is steeds afwachten)

    In India en Nepal, wat eet men daar, de allerarmsten? Dhal !…. Dat zijn linzen.

    In Frankrijk hebben ze een soort linzen met een “appelation controlée”, zoals de wijn. Maar het gaat wel over linzen. De groene linzen van “Le puy”, "Les lentilles vertes du Puy", qui vous garantissent l'A.O.C. De prijs is er dan ook naar. Daar lukken de Fransen wonderlijk goed in om iets gewoons zo op te blazen en te verpakken in een decoratief cellofaanzakje dat het plotseling een wonderlijk object wordt dat daarom ook veel moet kosten. Een flesje château Lafitte voor 2000 euro is daar zo een voorbeeld van.

    Linzen worden in verband gebracht met Ezaü, zodanig dat bereidingen met linzen in de klassieke Franse keuken naar “ezaü” genoemd worden of werden, want die periode is daar ook stilaan aan het voorbijgaan.

    Wie naar de nonnekensschool geweest is kent nog wel het verhaal van Ezaü die zijn eerstgeborenerecht verkocht voor een bord linzensoep. Ik kan mij er niet direct iets bij voorstellen. Er hing nog iets van een ezelskaakbeen in mijn hoofd maar dat blijkt uit een ander verhaal van Suske en Wiske te komen. Of was ’t Kain en Abel?

    Daarom heb ik het voor alle veiligheid, om jullie geen leugens te vertellen maar even opgezocht.

    Genesis 25:29
    En Jakob had een kooksel gekookt; en Ezau kwam uit het veld, en was moede.

    Genesis 25:30
    En Ezau zeide tot Jakob: Laat mij toch slorpen van dat rode, dat rode daar, want ik ben moede; daarom heeft men zijn naam genoemd Edom.

    Genesis 25:32
    En Ezau zeide: Zie, ik ga sterven; en waartoe mij dan de eerstgeboorte?

    Genesis 25:34
    En Jakob gaf aan Ezau brood, en het linzenkooksel; en hij at en dronk, en hij stond op en ging heen; alzo verachtte Ezau de eerstgeboorte.

    Dit is slechts een deel uit een spannend verhaal over liegen en bedriegen… Het Oude Testament genoemd.

    Maar let er eens op dat er gesproken wordt over “dat rode”…!

    Linzen, degenen die ze kennen, kennen linzen doorgaans als donkere lensvormige zaadjes. Als je ze zou pellen zie je aan de binnenkant de oranje kernen. Onder die vorm worden ze verkocht als oranje linzen maar in feite zijn het gepelde linzen. Maar let op, er bestaan ook oranje linzen, evenals zwarte linzen, groene linzen, bruine en grijze linzen en misschien nog wel enkele andere kleurtjes meer…

    Bemerk ook dat het woord, lens, een lens zoals in ons oog en in ons digitaal fotoapparaat, zo genoemd is naar de vorm van een lins. De zaden zitten verpakt per twee in kleine peulen.

    De meeste linzen worden geteeld in Azië en Turkije.

    Om een recept te geven:

    Linzensoep.

    Zeer simpel. Linzen moeten niet geweekt worden. Wel is het best om ze eerst te spoelen want er zit misschien wel wat stof van onbekende oorsprong tussen de linsjes. Doe dit in een zeef onder de kraan. Een groot voordeel: ze moeten niet geweekt worden!

    Zet linzen, zoals alle andere peulvruchten op in koud water. Zonder zout.

    Als het linzen zijn van goede kwaliteit, dus niet te oud, zullen ze snel gaar zijn. Een twintigtal minuten kooktijd is soms al voldoende. Overjaarse linzen hebben wat meer tijd nodig. Terwijl de linzen koken, stoof je wat fijngesneden groenten aan in een beetje vetstof. Dat mag alles zijn. Boter, margarine en niet te vergeten, reuzel of spekvet. Als groente is ook alles bruikbaar. Meestal kijk ik dan in de koelkast wat er nog voorradig is, en dat wordt het dan. Linzensoep en linzen in het algemeen worden veel gegeten door vegetariërs, dus voor die veggie jongens en meisjes, geen spek of spekvet in de soep …!

    Maar dat weten zij instinctief…!

    Of zoals ik ook wel doe: gebruik soepgroenten die reeds klaar gesneden en gestoofd in de diepvriezer zitten. Zeer handig maar gebruik geen voorgesneden ”verse” soepgroenten want dat is meestal rommel!

    Giet de kokende linzen bij de groente of andersom en laat verder koken tot de linzen gaar zijn. Voeg nu peper en zout toe of een bouillonblokje. ( Groente of vlees)

    Het grote nadeel is nu: die soep heeft geen kleur om te aanzien. Bruin, grijs, mottig !

    En daar zit het probleem denk ik. Er niet smakelijk uitzien nodigt ook niet uit tot eten. Het oog wil ook wat, is reeds een oud gezegde dat de Chinezen al kenden.

    Een voordeel is dan weer: als je die oranje linzen gebruikt ziet de soep er reeds heel wat smakelijker uit. En nog een voordeel, je wordt er niet winderig van.

    Behalve soep kan er nog wel wat anders van gemaakt worden:

    Linzenpaté bijvoorbeeld.

    Ingrediënten:

    200 gram linzen

    1 wortel

    2 stengels prei

    1 eetl koudgeperste olijfolie

    1 teentje knoflook

    sojasaus (naar smaak)

    1 eetl fijngehakte peterselie

    snufje bonenkruid

    snufje tijm

    1 laurierblad

    peper

    Bereiding: Kook de linzen samen met tijm, laurier en bonenkruid ongeveer 30 minuten in een hoeveelheid water dat een drievoud is van het volume van de linzen. Snij de prei en de wortel. Verwarm olie en fruit de knoflook. Voeg prei, wortel en een beetje water toe. Stoof de groenten gaar. Giet het water nadien af. Laat de gare linzen uitlekken. Meng de linzen door de gare groenten.

    Mix alle ingrediënten (exclusief peterselie, sojasaus en peper) fijn. Voeg sojasaus en peper toe volgens eigen smaak. Roer de peterselie erdoor. Serveer dit koud.

    Zoals jullie kunnen zien heb ik dit recept gewoon gepikt van het internet, dat spaart heel wat tikwerk uit!

    ( En als je dat bonenkruid niet vindt, laat het dan maar…)

    Destijds in de “Villa” was het een roomsausje met linzen bij een portie gepocheerde kip. Het waren wel de groene linzen van “Le Puy” die ze gebruikt hebben, die koken niet stuk.

    De gewone bruine linzen en de oranje exemplaren koken gemakkelijk tot moes. Daarom ook zijn ze zo geschikt om er soep van te maken.

    Met bovenstaande heb ik weer eens geprobeerd om een klein beetje bij te dragen aan de bestrijding van de crisis, want wat nog een voordeel is, linzen kosten niet veel. Twee euro voor een pak van een kilo, bij de Turk. Daar kan je soep van koken voor twintig personen, probeer dat maar eens met blikje Unox.

    14-03-2009, 00:00 Geschreven door Nicolay  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (19 Stemmen)
    Categorie:Groenten
    07-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Shoarma, pita, kebab
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Tot vanmorgen was ik vast van plan om iets te schrijven over tapa’s, de over het paard getilde hapjes. Zelfs boterhammen met hesp worden nu ook al tapa’s genoemd. En een bierworstje bij een pint is ook een tapa....

    Maar volgende week meer daarover, denk ik toch, misschien loopt er terwijl wel een mooi fee voor mijn voeten die iets nieuws bij heeft.

    Wat is er gebeurd?

    Deze, dezelfde, morgen viel er een tijdschrift in de bus (met veel lawaai) dat bestemd is voor de slagers. Omdat de hoofdredacteur van dit tijdschrift mij welgezind is krijg ik het ook (bijna) elke maand... en valt dan het met veel lawaai in de brievenbus.

    En wat stond er te lezen? Een prachtartikel over pita, shoarma en kebab.

    Vorige woensdag hadden ze het op het de TV, programma Volt bij één, er nog over.

    Naar het schijnt is er niemand, of toch niet veel, die het verschil kennen tussen de drie genoemde gerechten.

    Ik zeker niet. Al die snelle happen zijn niet aan mij besteed alhoewel ik dat best wel wil eten en soms zelfs lekker vind. Hoe lang het geleden is dat ik nog zo een pitatoestand gegeten heb, ik zou het begot niet weten... het was nog vorige eeuw denk ik. En een hamburger...???

    Daarom, om het niet te vergeten heb ik de tapa’s even gelaten voor wat ze waard zijn en zal het nu eerst over pita en andere gelijkaardige toestanden gaan.

    Zoals het hoort heb ik eerst beleefd aan de uitgeverij en mijnheer de hoofdredacteur gevraagd of ik het stukje mocht overnemen...en...

    Het resultaat staat hier onder te lezen. Ik heb het wel een beetje bijgeschaafd omdat het geschreven is voor slagers. En de meeste lezers hier zijn dat zeker niet.

    Food&Meat. De slager, maandelijks magazine voor slagers en supermarktslagers.

    Uitgeverij Evoluon, Wielsbeke.

    Shoarma, kebab, pita, ... Ken jij het verschil?

    Babylonische spraakverwarring

    Je zou eens een kleine rondvraag kunnen lanceren onder je kennissen. Wie kent het verschil tussen shoarma, pita of kebab? Sommigen zullen het brood vernoemen, anderen het vlees en de looksaus en de groentjes. Maar laten we toch eerst even alles op een rij zetten en kort even overlopen wat nu eigenlijk precies het verschil is tussen kebab, döner kebab, pita en shoarma. Het gaat zowel bij shoarma als kebab om een gerecht dat bestaat uit gegrild vlees met brood. Bovendien zijn het allebei gegrilde maaltijden waarvan in het Midden-Oosten, Turkije en Griekenland verschillende varianten bestaan. Wat al deze varianten nog gemeen hebben, is dat ze draaiend aan een spies worden gegrild. Döner kebab wordt tenslotte meestal met Turks brood geserveerd terwijl bij shoarma eerder een plat pitabroodje hoort.

    Over Kebab

    Volgens de officiële Turkse spelling schrijf je 'Kebap' met een 'p' dus, maar dit doet niets af aan de Nederlandse uitspraak. De naam 'kebab' betekent eigenlijk 'gebakken vlees'. Oorspronkelijk is kebab een Turks vleesgerecht. Stukken rauw vlees worden gemarineerd, aan spiesen geregen en geroosterd. Deze gegrilde brochettes worden ook aangeduid met 'sis kebab'. Soms wordt tijdens de bereiding het vlees ook gemalen en vermengd met kruiden en groenten. Naast lamsvlees, gebruikt men kip, kalkoen en vaak ook kalfsvlees. Het is een ongeschreven regel dat voor een echte kebab varkensvlees taboe is. En het gebruikte vlees mag niet te mager zijn. Voor de bereiding van kebab bestaat trouwens niet echt een standaard, ook niet voor de kruiden. Het is wel meestal een mix van gehakt vlees; bijvoorbeeld lams- en rundgehakt of kip- en kalfsvlees.

    Over Döner kebab

    Het woord 'döner' duidt op het feit dat het vlees al draaiend wordt geroosterd. De oorspronkelijke döner bestaat uit een staaf die afwisselend belegd was met laagjes gekruid vlees en (jawel) vet. Precies dit vet zorgt ervoor dat het vlees krokant geroosterd wordt en geeft het gerecht een extra deugdelijke smaak. Na het roosteren worden met een scherp mes laagjes afgesneden van de lap samengesteld vlees. Dit 'bladervlees' zoals sommigen het noemen wordt ook vaak vervangen door gehakt vlees. Het gehakte döner vlees is veelal rundvlees.

    Dönervlees kan gemaakt zijn van lamsvlees, kalkoen, kalfsvlees, kip of rundvlees en wordt met andere kruiden gemarineerd dan shoarma. Vaak wordt bij de bereiding melk gebruikt. Dit geeft het vlees een specifieke smaak en maakt het zacht.

    Over shoarma

    De oorsprong van de shoarma is Turks. In Limburg heeft men dankzij de vele Turkse gastarbeiders sinds de jaren '70 al een mooie traditie kunnen opbouwen rond shoarma. In Vlaanderen zagen we de eerste shoarmazaken pas tien jaar later verschijnen. In België wordt voor shoarma vaak varkensvlees gebruikt. Meestal gaat het dan om vlees uit de nek dat iets vetter is en meer geschikt is om te roosteren. Traditioneel duidt het woord 'shoarma' op het verticaal opgestelde spit waaraan vlees wordt geroosterd. Dit vlees wordt eerst (rauw) in dunne lappen gesneden, vervolgens gemarineerd en op elkaar gestapeld aan het spit. Na het roosteren snijdt men dunne plakjes vlees af. Naast varkensvlees, wordt voor shoarma ook kippenvlees, kalkoenvlees, lams- of rundvlees gebruikt.

    Over Pita

    De meeste mensen gebruiken de aanduiding 'pita' voor een gerecht. Het gaat dan om een plat rond broodje gevuld met shoarma of kebab, groenten en saus (vaak looksaus). Dit klopt niet helemaal want eigenlijk is pita enkel de naam van een rond ongerezen broodje met een diameter van 12 tot 15 cm en een vrij zachte korst. Het is een eenvoudig recept. Er komen enkel meel, gist, water en zout aan te pas; Tijdens het bakken -traditioneel op een platte steen bolt het broodje een beetje op waardoor een holte ontstaat in het broodje. En voor de volledigheid; ga je bij een Turkse zaak langs om een 'pita' dan krijg je een gegist stuk brood en geen plat brood. In zaken met een Arabische, Libanese of Israëlische uitbater zal wel het platte pita brood worden geserveerd.

    Over dürüm

    Het woord dürüm betekent 'opgerold' in het Turks. Dit platte brood heeft de vorm en het uitzicht van een bleke pannenkoek of een zachte tortilla. Het wordt gevuld met shoarma of kebab, vlees, groenten en eventueel een saus. Nadien rolt men het op. Het wordt ook zo gegeten. Dürüm koop je meestal in diepvries of vacuüm verpakt. Deze verpakkingen zorgen voor een lange houdbaarheid.

    En nog iets over groenten en saus

    Traditioneel hoort bij shoarma of kebab een stevige portie looksaus, maar dat kan op z'n Belgisch net zo goed mayonaise zijn. Andere mogelijkheden zijn: vinaigrette, yoghurtsaus

    en het klassieke gamma frituursausen. En tot slot nog even iets over de groenten die je bij shoarma of kebab serveert. Dat is vaak een mengeling van fijngesneden rauwkost en opgelegde pepers. De groentemix kan bestaan uit sla, ui, witte kool, wortelen, tomaten, paprika en maïs.

    Wil je nu thuis snel een pita maken, dat zal niet zo vlot gaan. Deze gerechten vragen een voorbereiding en voor één of twee pita’s is er echt niet aan te beginnen. Het loont de moeite niet.

    De supermarkten bieden in reepjes gesneden vlees aan dat reeds gekruid is. Ook dat is meestal varkensvlees en zoals reeds vermeld, varkensvlees is zeker niet “halal”.

    Wil je het wat beter doen, neem dan het vlees naar je keuze, bij voorkeur lamsvlees. Gebruik liefst de stukken die wat vetter zijn, voor de goede smaak Schouder bijvoorbeeld.

    De kruiden worden verkocht onder de naam pitakruiden of shoarmakruiden of nog wel enkele andere gelijkaardige benamingen. Maar niet overal zal je die kruiden vlot vinden. Probeer daarom eens om ze zelf samen te stellen.

    Wat absoluut nodig is voor dit soort kruiding is komijn of karwij. Dikwijls aangeduid als kummel. Het zijn twee verschillende kruiden maar de smaak is bijna gelijk.

    Daarbij kan je een schepje kerriepoeder, een schepje paprikapoeder en wat lookpoeder doen en dan en dan ben je al heel goed bezig...

    Ook wat oregano of tijm zal de smaak verbeteren... Dit zijn zaken waarmee men moet experimenteren. Eerst eens proberen, dan verbeteren of aanpassen om uiteindelijk een bijna perfect resultaat te bekomen.

    Meng het vlees met de kruiden en een beetje olie en laat de smaak er in trekken. Minstens een half uurtje zou ik zeggen. Laat ze ook niet te lang staan

    Vermits jullie thuis geen verticaal spit hebben, dat vermoed ik toch, is er maar één mogelijkheid: het vlees zo snel mogelijk bakken in een zeer hete pan met kleine beetjes tegelijk. Anders gaat het vlees koken.

    De broden of broodjes verwarm je terwijl in de oven of in een broodrooster.

    Peuter een broodje open langs de zijkant, vul op met een handvol gesneden groenten en schep er wat vlees in.

    Voila, we zijn er. Moeilijker is dat niet.

    Sausjes maak je door wat mayonaise uit een potje te mengen met een beetje lookpoeder en een lekje water om de saus te verslappen. Of yoghurt in plaats van mayonaise voor degen die denken dat ze op regiem staan. Mayonaise en ketchup is naar het schijnt ook lekker. Ik zou het niet weten.

    Nu rest je nog om een groot servet rond je hals te knopen want gegarandeerd valt al de inhoud van dat broodje, liefst met veel saus op je spiksplinternieuwe outfit van Armani... of Versace...

    07-03-2009, 00:00 Geschreven door Nicolay  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (33 Stemmen)
    Categorie:Vlees divers
    28-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tuinbonen

    Ik ben nog steeds druk in de weer aan “ons” boek over warenkennis. Nu is het fotojacht...

    We hebben reeds enkele honderden foto’s maar er ontbreken er nog veel. Er ligt hier een lijst voor mijn neus, met reeds vele zwarte doorhalingen op maar nu kan ik geen groentewinkel meer voorbij zonder zorgvuldig te kijken wat er in de rekken ligt.

    Mochten er als ergens hoppescheuten te vinden, ik bedoel te koop zijn, laat het eens weten...alstublieft...! Het is blijkbaar nog zeer vroeg op het seizoen. Het blijkt meer een laat seizoen te zijn voor de hoppescheuten. Met Valentijn zouden de eerste er al moeten geweest zijn.

    De laatste weken ben ik niet uit de Turkse groentewinkels weg te slaan, daar vind je altijd wel iets speciaals. Zo onder andere tuinbonen. Des fèves pour les Français. Les fèves des marais.

    In België en ook elders worden deze bonen dikwijls labbonen genoemd.

    Tuinbonen worden bijna altijd vers gegeten. Sommige variëteiten worden gedroogd en meel van tuinbonen wordt gemengd met broodbloem als een meelverbeteraar.

    Tuinbonen behoren niet tot de groep van de gewone bonen. Ze zijn een lid van de wikkefamilie. Normaal worden alleen de bonen gegeten, niet de peulen. De bonen zelf zijn omhuld met een taai vlies, maar ook dit vlies wordt verwijderd.

    Dubbel doppen, noemt men dit in Nederland.

    Nochtans als de peulen jong zijn en de boontjes nog maar half ontwikkeld, kunnen ze volledig gegeten worden. De snij- of breukvlakken worden wel snel zwart. Onder andere in couscous worden tuinbonen op die manier gebruikt. Tuinbonen komen ook gedroogd op de markt, in de Turkse winkels bijvoorbeeld en ze kunnen dan verwerkt worden in stevige stoofschotels. Zoals onze welbekende witte bonen.

    Bevolkingsgroepen die veel tuinbonen eten, zoals in sommige Zuid-Amerikaanse landen wel het geval kan zijn, kunnen er een vorm van bloedarmoede aan overhouden, eveneens door het inademen van het stuifmeel van tuinbonen. De ziekte treedt vooral op als de bonen rauw of te kort gekookt gegeten worden. Hier in Europa, zeker in België, hoeven we ons daar geen zorgen over te maken. Wij eten geen tuinbonen !

    Jonge dubbelgedopte tuinbonen met wat room gestoofd of tot een puree verwerkt, smaken nochtans heerlijk.

    Maar het probleem is dat dergelijke bonen hier praktisch nooit aangeboden worden. Je moet er echt voor naar de Turkse of Marokkaanse groenteboer gaan om ze te vinden. En mispak je niet, de prijs lijkt redelijk maar reken maar dat je met een kilo bonen amper voldoende hebt voor twee tot drie persoenen. En er is veel werk aan!

    Eerst moeten de bonen uit hun schelp gehaald worden. Dus vingernagel op de naadvan de boon en openrijten maar. De bonen er uit wippen. Natuurlijk kun je er op je luie kont gaan bijzitten maar het blijft een saaie bedoening. Dan het dubbeldoppen. Prachtig woord vind ik dat ! Dubbeldoppen... ( Twee keer gaan doppen voor die van RVA...)

    Lees verder !

    Kieper de gepelde boontjes nu in een pot met kokend water en laat ze er een minuutje in. Giet het water weg en spoel de bonen met koud water. Doe dit gewoon onder de kraan in een zeef.

    Maak nu een gaatje in de buitenste pel van de boon. Wie dit niet kent begrijpt het ook niet maar je zal zien dat er een dik vel rond een mooie frisgroen kern zit. Knijp er even op en de kern “floept” er zo uit. Nu zijn we er.

    Bedroevend hoe weinig er maar over blijft van de oorspronkelijke hoeveelheid gevulde peulen. Maar het loont het geld en de moeite.

    De boontje, de kernen dus, zijn zeer snel gaar. Twee drie minuutjes meekoken in een saus is reeds voldoende.

    Wat kun je er nu mee aanvangen?

    Mengen met fijne stoofgerechten. Bij een kalfsstoofpotje onder andere. Ook bij lamstoverij, op grootmoeders wijze...? In een blanquette? Enz...

    Persoonlijk stoof ik ze gewoon in een bodempje room. Ik moet dan ook niet op mijn lijn letten. Die is toch naar de knoppen! Gewoon wat zout er bij, een paar minuutjes inkoken en je verkrijgt een echt heerlijke bereiding. Met een klont goede boter verkrijg je hetzelfde resultaat.

    Heb je de boontjes te lang laten koken?. Laat ze dan nog even verder koken en roer ze met een klopper, een garde, een fouet, ... tot puree. Je hebt er zelfs geen roerzeef voor nodig.

    Mocht je ooit ergens op een groentemarkt of tuincentrum inlands bonenkruid vinden, koop dat dan, al is het maar voor één keer. Nu is het nog iets te vroeg op het seizoen. In de zomer moet het wel ergens te vinden zijn.

    Dit bonenkruid is een plantje dat in sommige dialecten ook wel zoiets als “keule of kuile” genoemd wordt. Versnipper het kruid en meng een beetje ervan met de tuinbonen.

    Verwar dit eenjarig kruid niet met het gedroogde Franse bonenkruid, sariette. Met dit Franse kruid is er niets aan de hand maar het smaakt compleet anders.

    Beide kruiden bevatten waarschijnlijk een stof die helpt bij de vertering van de bonen. Maar die tuinboontjes geven minder darmproblemen dan de klassieke witte boon. Ikzelf heb zeer weke darmpkes... (?) en heb er weinig last van maar dat betekent niets. Ieder mens is anders!

    Gelukkig maar.

    In alle recepten lees je dat de bonen dus moeten gedopt worden.

    Een van de eerste keren dat ik met dit soort bonen in contact kwam was in Algerije.

    Tijdens de zomermaanden werden de bonen gebruikt in de couscous. Zonder ze te pellen. De buitenste groene peul bleef er aan. Op de snij of breukvlakken werden de bonen zeer snel zwart, maar na het koken was deze zwarte kleur verdwenen. Voor de avontuurlijken, probeer eens.

    Mijn keukenmeid, Zohara kookte ze, in stukken gesneden, gewoon in water en zover ik weet is er niemand dood van gevallen.

    Kortom, een groente om eens te proberen.

    In sommige diepvriesdiscounts worden de reeds gedopte maar niet gekookte tuinbonen verkocht aan een vrij lage prijs. Probeer eens. Ik meen er gezien te hebben bij O’Cool.

    Als ik het niet vergeet zal ik zelf eens gaan kijken. Als ik ooit eens vijf minuten tijd heb.

    Nog snel even van het web gepikt :

    Tuinbonen, labbonen, Roomse bonen, paardenbonen, wollewantjes… Deze eenjarige peulgewassen luisteren naar vele namen en hebben een lange geschiedenis achter de rug. Je zou ze zelfs de pioniers onder de geteelde groenten kunnen noemen. De oorspronkelijke Latijnse naam is Vicia faba, wat vrij vertaald betekent dat het een boon van de soort Wikke betreft. De naam Wikke is afgeleid van wikkelen: deze planten houden zich namelijk met hun ranken vast aan naburige planten.

    28-02-2009, 00:00 Geschreven door Nicolay  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (22 Stemmen)
    Categorie:Groenten
    21-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Portobello

    Al meerdere keren heb ik hier aangehaald dat ik reeds tachtig soorten paddenstoelen gegeten heb. Tot gisteren. Er schoot plotseling een vonk over, tachtig, dat klopt niet, eenentachtig zijn het er ondertussen geworden...

    Maar ik heb geen gelijk.

    Het begon zo:

    Ik ben weer bezig aan een boek : wat gebruik je in de keuken ? Dat is de titel !

    Het boek over mayonaise komt ook nog, geen nood...

    En er komen er nog meer... lees verder...

    Dus het boek met titel: wat gebruik je in de keuken is een boek over “warenkennis”, een beetje mijn sterke kant. Het behoort bij een serie van drie boeken die bestemd zijn voor het onderwijs. We zijn met een zestal ( of meer ) scholen bezig aan deze serie. Ik heb zowat de leiding genomen over de samenstelling van dit deel. Volgende week gaan we aan de lay-out beginnen. Het zal waarschijnlijk klaar, gereed gedrukt zijn, einde mei. Dan horen jullie er natuurlijk wel over.

    Reeds enkele weken geleden zijn we samen met een beroepsfotograaf, Joris Luyten, foto’s gaan maken van diverse producten, vooral groenten en fruit in een wereldberoemde groothandel in Wommelgem...! ( Hanos HGC)

    Ondanks dat er toen iets van ergens in de buurt van driehonderdzestig foto’s gemaakt zijn ontbreken er nog vele foto’s. Ikzelf had reeds wat foto van vissen en andere speciale zaken...Resultaat, ik mag nu verder doen; zoek maar uit wat er nog ontbreekt en maak er foto’s van, daar waar mogelijk. Van het internet halen is er niet bij. De kwaliteit van de foto’s voor boeken moet aan hoge eisen voldoen. En dat is trouwens diefstal, soms toch...

    Om het kort te houden, onder andere had ik nog geen foto van boerenkool en andijvie.

    Op de koop toe bleek de Colruyt geen andijvie te hebben en zelfs niet in Delhaize te vinden...

    Vorige woensdag wou ik toch naar Nederland en waar kun je beter andijvie en boerenkool kopen dan in Nederland? Zelfs in het kleinste boerengat!

    In Waalwijk zullen ze niet graag horen dat ik ze nu vergelijk met een boerengat...!

    Dus bij groenteboer ... naam vergeten... ( zo heet hij niet ...!) in Waalwijk, een krop of struik, hoe noem je dat, andijvie gekocht en een lading bladeren van boerenkool. Een hele plant was er niet, het was te laat op het seizoen, zo legde de vriendelijk verkoper mij uit. Zeker nadat ik hem verteld had dat ik helemaal van België kwam om bij hem andijvie te komen kopen.

    Ik heb hem niet verteld dat wij in België de boerenkool aan de konijnen opvoeren en nadien het konijn opeten.

    Terwijl ik zo nog wat rondkeek in de zeer nette winkel: wat lag daar speciaal te wachten op mij? Twee reuze portobello paddenstoelen in een schaaltje. Het was toen dat ik plotseling dacht dat de portobello nog niet op mijn lijstje stond van “reeds gegeten paddenstoelen”. Later bleek dit fout te zijn.

    Portobello’s zijn in België natuurlijk ook te koop maar deze twee hoedjes waren echt twee prachtexemplaren. De Nederlanders staan bekend als prima paddenstoelenkwekers!

    De kool was lekker. Piet konijn zou ze ook wel gelust hebben. Ik heb er geen stamppot van gemaakt maar gewoon een kwartiertje gestoofd met wat spekjes, een bodempje water en er stiekem een snuifje muskaat over uit gestrooid. ( Mijn vrouw lust dat niet, maar wat niet weet, ook niet deert ...!)

    Uiteraard heb ik er eerst een foto van gemaakt. Van de kool, niet van mijn vrouw..!

    De andijvie is ’s anderendaags dezelfde weg opgegaan.

    En nu komt de rol van de andijvie voor de dag.

    Dit lijkt wel een toneelstuk te zijn voor drie personages: de andijvie, de boerenkool en de portobello.

    Ikzelf speel seffens mee.

    De andijvie lag netjes op de keukentafel uitgespreid, klaar voor de foto, toen de bel ging.

    Tweede acte ...

    Er zullen wel enkelen onder jullie zijn die de site reeds kenden : keukengeheim.com...!

    Een site die nogal wat ruchtbaarheid kreeg toen ze opgestart werd, zowel op radio als regionale TV, als kranten. De site waar je bijna onmiddellijk een antwoord kreeg op een keukenprobleem. Stuur je vraag in, en hoogstens twee uur nadien zat het antwoord in je mailbox... en was te lezen op de site....!

    Ik schrijf dit in de verleden tijd want het noodlot heeft toegeslagen, de bezieler van de website is plotseling overleden... Sam Khaldi... is zijn naam.

    Hoe het verder verlopen is doet er hier verder niet toe maar het resultaat is dat ik vanaf 1 maart de dienst zal overnemen.

    Op de koop toe had Sam Khaldi een overeenkomst met een uitgeverij dat hij diverse boeken zou schrijven met diverse tips voor de keuken. De Kookgeheim-boeken..!

    Deel drie komt op één maart uit. Schaal en schelpdieren...

    De andere delen mag ik nu ook schrijven. Toch minstens een vijftal...

    Ik heb voorzichtig geprobeerd om aan mijn vrouw uit te leggen dat er serieus wat werk op mij lag te wachten, dat ik dat weliswaar zelf over mijn hoofd had gehaald, maar dat ....enz...

    Zo blijf je bezig man...heeft ze gezegd... Ik ga nu lunchen in Brussel met mijn vriendin, we eten maar een garnaalkroketje, dus zorg er voor dat er vanavond iets volumineuzer op tafel komt. À propos, morgen komt mijn andere vriendin eten, die eet graag lasagne. Zorg jij dan voor een lasagne voor morgen... ? En vergeet vanavond de vuilnisbak niet buiten te zetten...tot straks... Terwijl het stormde dat de dakpannen in de buurt rondvlogen...!

    Op het ogenblik dat de andijvie op de keukentafel lag ging de bel dus...

    De fotograaf was daar, die zou een fotootje van mij komen maken om op de site, kookgeheim, te zetten. Het enige dat ik zo direct bij de hand had om voor mijn borst te houden als versiering was die Hollandse andijvie. Hier te zien.

    Daar is ook heel de versere uitleg te vinden.

    En wat heeft mijn vrouw die avond gegeten? En ik ook. Gevulde portobello en Turkse dürums met houmus... Die houmus had ik ook nodig voor een foto. Bijna alles wat hier nu op tafel komt wordt eerst gefotografeerd...

    Die houmus is een gerechtje dat uit de Libanese keuken komt. Gekookte kikkererwten, door een zeef gewreven en gemengd met “tahin”. Een pasta van sesamzaadjes. Te koop bij de Turkse kruidenier. Mengen met olijfolie, gehakte look, citroensap, peper en zout. Alzo verkrijgt men een witte pasta die versierd wordt door er enkele druppels olijfolie over uit te gieten en er een wolkje paprikapoeder over uit te strooien.

    De dürums, een soort pannenkoekachtige deeglappen worden bij diezelfde Turk verkocht. Zij, de Turken dus, maken er een pizza-achtige bereiding van...

    Ik heb die dingen regelmatig in de schapraai liggen. Goede broodvervangers, voor als de bakker weer eens op skiverlof is...

    De portobello’s had ik voordien nog nooit klaar gemaakt. Het werd dus een natte vinger recept.

    Eigenlijk zien die paddenstoelenhoeden er niet smakelijk uit. Volledig zwart aan de onderzijde... Eerst dacht ik dat het een aparte soort was, daarom ook nummer éénentachtig, maar het is een variant van de bruine kastanjechampignon. De Psaliotta bisporus.

    Uiteindelijk is het dus een gewone champignon maar dan een grote.

    Goed, ik heb de hoeden eerst even aangebakken in wat margarine, god vergeve me, en die werd als een spons door die hoeden opgezogen....

    Dan een vulsel gemaakt met een rauwe bal gehakt die nog in de diepvriezer zat. ( Soms heb ik daar zo een voorraadje voor mijzelf, in geval ik eens alleen thuis ben... vrouwlief ( nadruk op de eerste lettergreep) eet dat dus niet... een gestoofde sjalot erbij gedaan en een snuifje van dit en een snuifje van dat uit de kruidenkast ( vergifkast). Vraag me niet meer wat, dat weet ik niet meer, gebruik maar wat je lekker vind... Nog een ei in dit mengsel gedaan en goed gekneed. Het werd zo een kliederige brij.

    Daarmee de reeds gekleurde hoeden opgevuld en ze dan zeker een half uur in de oven gezet.

    Toen het vulsel gaar was, je voelt dat als het vlees vast wordt, er een zware greep geraspte kaas over uitgestrooid en gewacht tot deze kaas een beetje bruin kleurde...

    Oh, ja, de boerenkool paste er wel niet perfect bij maar het resultaat was best eetbaar....

    Het totale menu met dürum, houmus, portobello een boerenkool viel zelfs vrij zwaar uit.

    ’s Anderendaags las ik op het blog van mijn vrouw’s vriendin:



    Maar er is zo iets van, zij die vrij zijn van zonde, zij werpen de eerste steen...

    21-02-2009, 00:00 Geschreven door Nicolay  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (22 Stemmen)
    Categorie:Paddenstoelen
    14-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.'t Zal me worst wezen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Vorige donderdag ook vol spanning zitten kijken naar het einde van de belevenissen van de familie Vangenechten... ? Van vlees en bloed !

    Nu heeft de helft van Vlaanderen ook eens gezien hoe het er in een slagerij aan toe gaat. Het was echter dan echt...

    Waarschijnlijk zijn er ook weer een recordaantal meisjes van dertien, met metalen constructies in hun mond, nu definitief vegetariër geworden.

    Hedde gezien hoe da ze worsten maken... vies hé... en ocharme die bambi die ze daar in gedraaid hebben...Ik eet nooit geen vlees meer.

    En die koe die nu nog rond loopt met een reebokkenoor in haar gat! Of ergens anders. Ze hebben niet laten zien waar die polies dat oor nu juist ingefoefeld heeft...

    Nu kwam ik deze morgen, echt waar puur toeval, door de gemeente Dessel gereden en ik ben als een echt ramptoerist via een klein ommetje, daar achter de kerk eens een kijkje gaan nemen.

    De kraampjes waren weg, de witte lijnen van de koers waren weg.... Er lagen geen bananenschillen meer op het trottoir...geen pensengeur meer. Ze hebben hard gewerkt vorige nacht. De pensen waren uitverkocht en er stond nu een lieve vreemde madam in de slagerij tussen de bloemen...

    Meestal zit ik in de auto na te denken, wat ik nu weer eens ga schrijven op dit blog... In de gemeente Dessel kreeg ik dan de inval : worst zal het wezen... met of zonder bambi.

    Ik heb hier ooit eens een stukje geschreven over Bambi en een specialist heeft mij er toen attent op gemaakt dat Bambi geen reebok is maar een damhertje... hiermee is deze fout dan rechtgezet.

    Worst is een vleessoort die stiefmoederlijk benaderd wordt. Hebben jullie al eens een menukaart gezien met daarop : gegrilde zelfgemaakte worst van ons varkentje op een bedje van jonge bloemkoolscheutjes in roomsaus begeleid door heerlijke zalfachtige patatjes... ? Nee toch!

    Bedoeld wordt hier, bloemkolen met worst en puree. Eerste les in de inburgeringcursus voor allochtonen, hoofdstuk 1, Vlaamse gastronomie!

    Daarentegen, in de internaten, gemeenschapsrestauratie en gaarkeukens is het al worst wat de klok slaat. Naar het schijnt zou kardinaal Van Roey, destijds geantwoord hebben op de vraag of hij graag worst met bloemkool eet: da’s manneke !

    Worst is een begrip dat eigenlijk zeer breed is.

    We hebben : verse worst, gedroogde worst en gekookte worst. Er zullen nog wel enkele worstsoorten meer bestaan waar ook ik geen benul van heb. Een slang is uiteindelijk ook een worst ...op poten. En de dashond ?

    Als verse worst hebben we de boerenworst, de breugelworst, de chipolataworst, de varkensworst, de Ardense worst, de huisgemaakte worst, de gemengde worst.... Welke worsten de Vangenechten’s allemaal uitvinden. Veel fantasie hebben ze wel.

    Boerenworst heb ik liever niet, geef mij maar worst van ’t varken.

    Chipolata is een dunne braadworst, waarom die dun moet zijn blijft mij een raadsel. Het woord “chipolata” duid op uien. Een worst met uien. Van het Italiaanse woord “cipolla”, worst met uien wordt alzo: chipolata..

    Iets wat minder bekend is in onze contreien is de “crépinette”. Een Frans woord voor een soort worst. Crépinette was de lievelingskost van Napoleon. Zo heb ik mij toch laten wijsmaken want hij heeft het mij zelf niet verteld.

    Bij een gewone worst kunnen we ons niet veel fantasietjes voorstellen. Worst is worst ? Van ’t kalf, van ’t varken, van de koe... Maar crépinette kan gemaakt worden van, van alles en nog wat. De lievelingscrépinettes van Napoleon waren gemaakt van patrijzenvlees, met truffel, naar het schijnt, want hij heeft het mij ....enz..

    Als je het woordenboek Frans – Nederlands even openslaat en zoekt naar “crépine” zal je daar vinden, als het een goed woordenboekboek is: darmvlies of darmnet van een varken of kalf...

    Het is inderdaad een netachtige vetstructuur, een vlies, zeer groot in oppervlakte dat onze en het varken zijn ingewanden samenhoudt. De slagers gebruiken het veel om op potten paté te leggen. Meestal bij boerenpaté. Waarom die een darmnet krijgen weet ik ook niet ..!

    Seffens wat meer over die crepinettes.

    Waarom wordt er worst gemaakt? Vandaag kennen wij allemaal malse biefstukjes, tournedos en entrecotes maar dat is niet altijd zo geweest.

    In vroegere tijden moest een koe eerst flink wat kalveren voortgebracht hebben en een stier werd verondersteld om daar flink zijn medewerking aan te verlenen. Nadat hij de ploeg getrokken had mocht ie ook wel een verzetje... maar ... als Bella niet zo goed meer te been was na haar dertiende kind en Arie niet goed meer van grond kon, letterlijk dan, dan pas werden ze afgeschreven en veranderd in worst. Van biefstuk was er geen sprake... Zelfs met een vals gebit was Bella en Arie hun vlees niet te bijten. Nadat het vier uur gekookt was, dan misschien wel.

    Er kon wel worst van gemaakt worden.... Het vlees “voorkauwen” en dan was het probleem opgelost. Wie er ooit op het lumineuze idee gekomen is om dat gehakte vlees in een darm te proppen, moet een slim manneke of vrouwke geweest zijn. De Fransen waren blijkbaar iets minder slim want die gebruikten een darmnet en noemden hun worsten dan maar “crépinette”.

    Door het grote toerisme kennen de Fransen nu ook saucissen, af en toe komt daar ook wel eens een Duitser voorbij, enz ... Frankfurters, Wieners, Knacki’s en saucisse à griller, behoren nu ook tot het Franse culinaire erfgoed...

    Voor een crépinette neemt men dus gehakt vlees, dit kan echt allerlei zijn, men maakt een mengsel naar keuze van varken, kip, kalkoen, noem het maar. Daar mag weer eens allerlei bij gemengd worden. Uien, look, truffel, ei, champignons, je fantasie is de limiet... Nu verpak je dit vleesmengsel in een lapje darmnet. Oorspronkelijk had een crepinette het uitzicht van een platte worst maar steeds meer krijgt ze nu het model van een hamburger.

    Normaal wordt de crepinette gegrild. Maar natuurlijk kan ze ook gebakken worden.

    Darmnet ligt nu niet direct in de toonbank van de Carrefour ten toon. Maar bestel het aan de slager en die heeft het wel, kostprijs: bijna niets!

    En wat eten we daarbij is een veelgestelde vraag...?

    Wat dacht je van appelmoes? Vreselijk....maar een verplicht nummertje in Nederland!

    Rode kool, alle andere koolsoorten, vooral met bloemkool in witte saus is worst een Belgisch nationaal gerecht geweest. Nu is dat pizza en spaghetti geworden.

    Stoemp, stamppot dus, van worteltjes, kolen, spinazie, noem het maar.

    Als aardappelen, bloempatatten, pureeaardappelen, gestoofde aardappelen met ajuin... Allemaal stevige Vlaamse kost.

    De worsten bij Vangenechten waren bloedworsten, beulingen, zeggen ze in Antwerpen.

    De bloedworst is een kookworst volgens hoofdstuk 4: bloedbereidingen van het “Handboek van den modernen slager”, uitgave 1946.

    Dat er reebok in bloedworst zou gedaan worden is een dichterlijke vrijheid van de makers van het vlees en bloed programma. Voor zover ik weet wordt er bijna geen worst gemaakt van wild. Toch geen verse of bloedworst. Trouwens de reebok die ze daar toonden heb ik waarschijnlijk vroeger al eens zien rondlopen, samen met vele andere in een mooie tuin dicht bij de E34 in Retie...

    Af en toe vindt je wel eens een worst, een droge worst dan, een saucisson, van everzwijn, hert of ezel. Maar of die laatste een wilde ezel was, wordt er niet bij vermeld.

    Zoals het woord zelf zegt wordt er in bloedworst ook bloed verwerkt. Een gebruik dat in veel landen in ere gehouden wordt, tot in China toe.

    Dit heeft met drie zaken te maken; niets laten verloren gaan, men dacht dat bloed zeer voedzaam was en vergeet niet, iemands bloed drinken geeft je de macht over het slachtoffer.

    Ik zou daar nu wel mee opletten, niets laten verloren gaan? Er wordt meer van een dier weggegooid dan dat er van opgegeten wordt. Bloed is niet voedzaam: ons lichaam is niet in staat om het te verteren en iemands bloed drinken geeft geen macht meer over die persoon maar een zitting voor het hof van assisen, de aanklacht : kannibalisme.

    Een typisch Antwerpse worst is de “gezoden worst”.... In verstaanbaar Nederlands betekent dit “gekookte worst”. Ik dacht dat het een vergeten gerecht was. Tijdens mijn jeugdjaren zag ik het wel eens liggen bij de slager. Witte worsten in een stenen terrine, volledig ondergedompeld in een heldere gelei. Sommigen denken dat het witte pensen zijn, maar dat zijn ze niet, het zijn werkelijk gekookte worsten, bereid volgens een speciaal recept, die gekookt worden in een gelei. Mochten er zijn die het recept willen. Hetzelfde slagerijvakboek geeft het originele recept nog op. Men neme 96 kilogram, vet varkensvleesch, enz...

    De worst kan zowel koud als warm gegeten worden, met mosterd. Als warme bereiding wordt de warme gelei mee opgelepeld.

    Wie kent de “Lokerse paardenworst”? Een echt lokaal gerecht. Een gekookte worst, gemaakt van paardenvlees en opgediend in een tomatensaus. Bizar...!

    Het woord beuling roept bij sommige lezers wel eens vragen op. What the hell are ... ?

    Beuling is een oud woord voor “darmen”. Onze buik en iedereen’s buik zit vol met beulingen.

    Alle worsten worden afgevuld in darmen, in beulingen dus. Ook iets raars is het feit dat bijna iedereen walgt van ingewanden...behalve als worst in een darm afgevuld is... Wat zijn darmen ook alweer ?

    Rare jongens die ...

    Droge worst, is ook door iedereen gekend maar het maken ervan wordt overgelaten aan specialisten. Het is trouwens niet eenvoudig, echt specialistenwerk. In de warme keuken komt droge worst ook niet aan bod. Wel bij het aperitief, als hors d’oeuvre, onder een brug in Parijs bij een fles pinard en een korst oud brood...

    Saucisson, salami, droge worst, boulogne, “bloende” in Gent, ‘t zijn allemaal droge worsten.

    De boulogne is een droge worst die oorspronkelijk gemaakt werd van paardenvlees. Kwatongen beweren dat er meer ezel in gedraaid werd dan paardenvlees. Kangoeroe wordt er ook van verdacht om zich af en toe in droge worstjes of Milanese salami te verschuilen.

    Droge worst maken schijnt nu in Nederland een “hype” te zijn. Iedereen houdt er zich bezig met allerlei vlees door de “porkert” te draaien in de hoop om een betere worst te bekomen dan wat de gemiddelde slager hem aanbied. Moeilijk lijkt mij dat niet...!

    Ik lees dikwijls dat ze worst gemaakt hebben maar ik lees niet zo dikwijls dat ze ook worst gegeten hebben.

    Nou; ’t zal mij worst wezen...!

    En alles heeft een einde, behalve een worst: die heeft er twee...!

    14-02-2009, 00:00 Geschreven door Nicolay  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (27 Stemmen)
    Categorie:Vlees divers
    07-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oei, de mayonaise mislukt !
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Reeds lang loop ik rond met het idee om een boek te schrijven over mayonaise.

    De meeste verklaren mij voor zot maar dat ben ik terwijl reeds langer gewoon.

    Niet langer geleden dan vorige maandag heb ik toevallig weer eens les gegeven...en...

    Maar laat mij beginnen bij het begin.

    Voor het boek over mayonaise heb ik ooit vier bladzijden klaar gehad maar heb ze dan maar in de prullenmand gedeponeerd. Nu moet ik ze opnieuw schrijven natuurlijk. Maar ik zal dan niet opnieuw beginnen bij mijn geboorte want daar weet ik echt nog veel te weinig van. Misschien bij de periode van het eerste leerjaar want op zesjarige leeftijd wist ik reeds hoe mayonaise gemaakt wordt.

    Je neemt een diep bord, doet daar een eierdooier in, giet daar enige druppels azijn bij en een snuifje peper en zout en niet te vergeten, een schepje mosterd.

    Dan neem je twee vorken tegelijk in je hand en je begint te roeren. Als alles goed gemengd is giet je er olie bij, druppelsgewijs en als de mayonaise “pakt” mag de olie er vlugger bij gegoten worden.

    Voila, één minuut later hebben we een bord vol mayonaise.

    De olie was toen verpakt in een glazen fles met een kurk er op. In de kurk moesten dan eerst twee gietkanaaltjes gesneden worden. Een groot kanaal en een fijnere gleuf om de lucht door te laten.

    De olie die we toen gebruikten was arachideolie, ondertussen ook gekend als pindaolie of aardnotenolie. Onze tante Roos deed ook “kruidnoot” in de mayonaise, zij vond dat lekker.

    Smaken en goestingen verschillen natuurlijk.

    Veel later nadat ik de hotelschool doorgesparteld was hoorde ik cowboyverhalen over mayonaise die mislukte als hij door vrouwen gemaakt werd. Het bleek alleen maar te gebeuren tijdens de periode dat de vrouwen menstrueerden, hun regels of hun vodden hadden zoals dat ook wel eens genoemd wordt. Zelfs de nabijheid van menstruerende vrouwen was reeds voldoende. Nou, moe !

    Zelf had ik daar niet zo veel last van en die verhaaltjes werden door mij dan ook afgevoerd als zijnde praat voor de vaak.

    Toch bleef het verhaal telkens opnieuw de kop opsteken: vrouwen kunnen of mogen geen mayonaise maken tijdens hun menstruatieperiode. Evenmin kunnen of mogen ze niet meewerken bij de varkensslacht, het wecken van groenten of het confituur maken want alles zou dan hopeloos mislukken. Bokalen geweckte groenten gaan terug open, de pensen worden zuur, het vlees wordt ranzig en de confituur wordt blijft lopend.

    Hier gebeurt het iets minder vaak maar ook in Frankrijk mogen de vrouwen tijdens de periode dat de rode vlag staat niet in de kelders komen waar de wijn gemaakt wordt of opgeslagen ligt. ( Een wijnboer heeft me later verteld dat dit een prachtig excuus is om met de vrienden een goed glas te gaan drinken in de kelder. De vrouw durft dan toch niet komen om te kijken wat ze aan het doen zijn...)

    De periode dat ik dan zelf ging les geven werd daar wel over gepraat met de collega’s en alles werd toen afgedaan als bijgeloof, “wijvenpraat” of flauwe kul.

    Zeer betrouwbare bronnen beaamden onze ideeën. Zever in pakskes....!

    Een leraar aan de hotelschool van Lokeren heeft ooit twintig menstruerende meisjes mayonaise laten maken, nadat hij het voorgedaan had en alle twintig mayonaises waren gelukt. Né !

    Omdat ik dat boek wil schrijven ben ik nu bezig met mij goed te documenteren en proeven allerhande te doen in verband met mayonaise.

    Op mijn blogs is daar hier en daar ook wel iets van terug te vinden.

    Onmiddellijk wil ik nu reeds, het algemeen aanvaarde idee, dat alle ingrediënten bij het maken van mayonaise dezelfde temperatuur moeten hebben, weerleggen. Het is zelfs beter om te werken met de ingrediënten op een redelijk lage temperatuur, dertien graden is ideaal !

    De grote boosdoener van het mislukken van mayonaise is de gebruikte soort olie!

    Destijds tot de jaren zestig werd er allen maar arachideolie of olijfolie gebruikt...

    Wil je het risico lopen dat de mayonaise mislukt ? Gebruik dan arachide of olijfolie...

    Daar zit het probleem!

    Verder ga ik geen uitleg geven want dan krijg ik mijn boek niet meer verkocht!

    Na alle opzoekingen over mayonaise heb ik een heel pak informatie bij mekaar geharkt. Alleen hoe de mayonaise fabrieksmatig gemaakt wordt, daar was ik tot vorige maandag nog niet achter gekomen. Twee jaar heeft het ongeveer geduurd vooraleer het er van gekomen is dat ik een fabriek mocht bezoeken om te kijken hoe het daar in zijn werk gaat.

    Vorige maandag is het dan gelukt. Met de nodige voorspraak en met een schriftelijk garantieformulier op zak, dat ik niet van plan ben een eigen mayonaisefabriek op te starten, mocht ik bij de firma Heinz in Turnhout een kijkje gaan nemen.

    Lekker door de sneeuw naar Turnhout gereden, dat was ook eens wat anders dan gewoonlijk, ook even gekeken of Jan en zijn meute hondjes niet in het bos rondliepen, maar ze waren er niet.

    Naast een machine die ketchup maakte en die een herrie van alle duivels verkocht, stond een glimmende grote ballonvormige inox container, volledig gesloten maar verbonden met allerlei buizen en slangen. De laatste slang was verbonden met een plastic container op wieltjes waarin het eindproduct verzameld werd.

    Het is zeer eenvoudig, de mayonaise werd er gemaakt zoals thuis, alleen waren de hoeveelheden een ietsje groter. Tijdens het half uur dat ik gekeken heb werd er exact duizend kilo mayonaise gemaakt. Dag en nacht zes dagen op zeven werkte de roermachine ...

    Ook werd er behoorlijk wat suiker in de mayonaise gedraaid. Voor de internationale markt naar het schijnt.

    In een confituurketel waar 1800 kilo abrikozen aan het veranderen waren in confituur heb ik ook eens mogen kijken. Maar dit doet hier verder niets ter zake.

    Deze rondleiding werd gegeven door een dame en ondanks alle lawaai in de fabriek hebben we tot een beetje kunnen praten. Onder andere over het productieproces zelf en hoe ik het probeer duidelijk te maken aan de cursisten en dat ik dan telkenmale probeer te weerleggen dat mayonaise niet mislukt omdat de maakster ongesteld is....

    Plotseling kwam er een vermanende blik in haar ogen: mijnheer zegde ze, dat is wel waar !!!

    Godver... stijl achterover ging ik, sloeg bleek uit en was compleet van mijn melk... zoiets in die aard toch ongeveer.

    Nu verwoeste die dame hier in één keer de kennis waar ik vijftig jaar over gedaan heb om die op te bouwen !

    Ja zegde ze, we hebben dat hier verschillende keren geprobeerd. Drie dames, twee ongesteld en één niet, mayonaise maken en twee mislukken. Als zij het enkele dagen later opnieuw proberen, geen probleem meer....

    Als er ook al een god mag bestaan dan zijn die zijn wegen inderdaad ondoorgrondelijk.

    Woensdag denk, heb ik naar de regionale radio van de VRT, Oost Vlaanderen gebeld om te vragen of de uitzending over die twintig meisjes nog ergens op band staat. Ik kreeg een vriendelijk vrouw, weer een vrouw, aan de lijn die zelf zeer graag kookt en die begon met ten stelligste te beweren dat bij haar ook de mayonaise mislukte toen zij vroeger nog haar regels kreeg. Zij was dus eveneens niet meer van de jongste.

    In de hotelschool van Lokeren zijn ze nu ook op zoek naar iemand die zich die uitzending van destijds nog herinnert.

    Vorige maandag, na de mayonaise uitstap in Turnhout, belde mijn goede vriend Harry dat hij dringend nood had aan iemand die kon komen les geven. Hij beloofde hemel op aarde plus enkele flessen wijn, bovenop een hoge gage als ik alstemblieft toch wou komen.

    Twaalf personen waren er aanwezig waarvan minstens de helft vrouwen maar we hebben geen mayonaise gemaakt. Dus geen probleem. Bij navraag wie er van de twaalf, mayonaise kan maken gewoon met de hand geroerd, waren het er juist geteld drie....

    Ik denk dat ik maar vlug aan dat boek ga beginnen.

    Mijn vrouw kan geen poot koken maar zij beweert dat ze mayonaise kan maken. Alleen, ik heb het nog nooit gezien...Bij haar is de periode van de “vapeurkes” ook al enige tijd voorbij.

    Nu een vraag aan de dames lezeressen, willen jullie hier een reactie op geven, hoe was dat bij jullie ? De mannen mogen ook reageren maar hou het wel een beetje deftig ! Die mop over die kerel die een complete vissersuitrusting, plus een auto, plus een aanhangwagentje kocht, ken ik al !

    Doe dit bij de reacties alsjeblieft en zet daar geen prentjes bij, dat is echt niet nodig!

    De beste reacties worden beloond met een potteke zelfgemaakte mayonaise van Heinz!


    07-02-2009, 00:00 Geschreven door Nicolay  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (40 Stemmen)
    Categorie:Sausen
    30-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Won ton !
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Niet te verwarren met Won ton ton..., het groepje van destijds, met Bea Van der Maat als zangeres. Zij zong toen “I lie and I cheat”...

    Zo gaan we hier niet beginnen maar serieuze praat vertellen...

    Bijvoorbeeld wonton’s maken...

    Misschien kennen jullie het wel, bij de meeste betere Chinezen die een restaurant uitbaten staat het wel ergens op de kaart. Meestal als een soep. Wontonsoep !

    Soms wordt het ook geschreven als “hon ton”, “hun tun”, “wan tan”, “nummer 24” en er bestaan nog wel enkele andere mogelijke schrijfwijzen meer. Dat heb je zo als je probeert een taal te schrijven met andere lettertekens dan de oorspronkelijke. Zo klinkt het in het Chinees: 韩元吨 ... dat hoop ik toch... In het Engels vertaald tot : dumplings. En wat zijn nu dumplings ?

    Ooit gehoord van ravioli? Die zouden origineel van Italiaanse afkomst zijn. Maar ondertussen weten we al lang dat Marco Polo na zijn reis door China in Italië diverse nieuwe gerechten heeft geïntroduceerd. Zo onder andere gevulde deegkussentjes. Wonton zullen de Chinezen ze genoemd hebben. Ravioli is het in het Italiaans geworden!

    Wij gaan eens proberen om dat zelf te maken. Moeilijk is het niet.

    Het enige probleem zal zijn om de deeglapjes te vinden. De wonton worden gemaakt van kleine vierkante of ronde deegplakjes van ongeveer tien centimeter bij tien. Die zijn te koop in Aziatische supermarkten, ook in de grote supermarkten en bij O’Cool, in de diepvriesafdeling. In een pakje zitten ongeveer 40 velletjes.

    In Nederland zullen de toko’s dat wel hebben.

    Anders maak je zelf noedeldeeg. Dus meel van harde tarwe met ei. Eén ei voor honderd gram meel, goed kneden en uitrollen met de pastamachine. De deeglapjes lichtjes bestrooien met zetmeel ( aardappelmeel) om te beletten dat ze aan mekaar gaan kleven. Nadien in vierkantjes snijden van ongeveer 10 x 10.

    Lees hier meer over pasta maken...

    Nu hebben we ook nog een vulling nodig.

    Er zijn vele mogelijkheden, laten we beginnen met de meest eenvoudige.

    We nemen gewoon varkensgehakt, gekocht bij de slager. Met 250 gram maak je al wat hoor !.

    Dan een grote handvol fijngehakte groente, zoals prei bijvoorbeeld, paksoi, Chinese kool, geraspte wortel, een mengsel hiervan of alles wat maar ter beschikking is. Nog een stukje gehakte gember en een teentje knoflook er bij en we zijn er.

    Meng de gehakte groenten met een klein greepje zout. Wacht nu een paar minuten en neem de groenten in je hand en nijp...! Ongelooflijk hoeveel vocht daar uit komt...

    Deze droog geknepen groenten mengen we nu met vlees. Wil je er ook nog een drupje sojasaus aan toevoegen, OK. Meng alles nu grondig en nu hebben we een soort vlees-groente gehakt.

    Als je ergens zo een typisch Chinees plat mes kan kopen. Doen!. De Chineesjes snijden daar alles mee, zelfs kippen uitbenen kunnen zij met degelijk mes, dat meer op een hakmes gelijkt.

    Ook kunnen ze er gehakt mee maken.

    Wij zeggen nogal snel, stop alles in de cutter of in de foodprocessor, die maakt er wel gehakt van maar als je geen foodprocessor hebt... het Chinese mes brengt dan de oplossing.

    Vlees op een plank, hakken maar en regelmatig alles bijeen schrapen en plat kloppen met de platte kant van het mes. Enkele minuten hakken en je verkrijgt de mooiste plakkerige vleesfarce die er is. Voeg nu een beetje zout toe klop en hak en meng nog eens goed en je verkrijgt een stevige vulling, geschikt voor de wontons. ( Het zout doet een binding ontstaan)

    Hetzelfde kunnen we doen met rauwe reuzengarnalen, scampi zoals wij zeggen. Eerst pellen, het darmpje er uit peuteren en dan met het mes plat kloppen en hakken. Een beetke zout op het garnalengehakt strooien een nog wat verwerken. Het resultaat wordt dan een garnalenpasta waarmee we ook weer wonton’s kunnen vullen. Meng wel eerst wat gehakte groente met dit visachtig gehakt en let op met zout..! Er zit al zout in het gehakt !

    Met kip of kalkoen, idem dito!

    Dit alles lukt ook in een foodprocessor natuurlijk.

    Met visvlees gaat het uiteraard ook. Neem wijtingfilet om te beginnen. Dat is goedkoop en het verwerkt zeer goed.

    Ook kunnen we nog de vulling, “speciaal”, maken. Dit betekent dat je alle resten van het vorige bij mekaar kiepert en daar de “speciale” wontons mee vult.

    Nu nemen we een wontonvelletje en leggen er een klein nootje van ons gehakt in. De randen met een vochtig penseeltje ( of vinger) wat nat maken en de randen van de wontons samen dicht knijpen.

    Dit kan op vele manieren gedaan worden, zorg er voor dat het een elegante sluiting wordt en niet zo een verfromfraaid bolletje...

    Leg de wontons nadien op een droge doek op een schotel. Als ze niet op een doek liggen zullen ze vast plakken aan de schotel waar ze op liggen ! Zorg er ook voor dat ze mekaar niet raken.

    Voordien hebben we gezorgd voor een ketel sterke bouillon, van kip bijvoorbeeld.

    Kook hiervoor een kip, misschien een soepkip, met een ui, een wortel en enige gemberschijfjes. Zwarte peper en zout. Laat de bouillon zachtjes trekken, anders zal ie troebel worden. Het vlees van de kip kan later wel voor wat anders gebruikt worden. ( Kip curry, ik zeg zo maar wat.)

    Of doe zoals de Chinezen en koop in de winkel om het hoekje, bouillontabletten van de wereldberoemde firma Knorr. Neem dan wel de tabletten met Chinese smaak... Knoll dus ...!

    Maak de bouillon af met een extra scheut sherry, saké of Chinese keukenwijn. Mocht je dat in huis hebben doe er dan een snuif E 621 in, dat is een smaakversterker, vé-tsin genoemd of ajinomoto... een product dat sinds enige tijd gebombardeerd is tot de vijfde smaak : umami !

    Nu moeten de wontons nog gaar gemaakt worden.

    Toen ik destijds les volgde in Chinees koken werd daar een hele show bij opgevoerd...

    Eerst een grote platte pan gevuld met water aan de kook brengen. Dan de wontons er in en wachten tot het water opnieuw aan de kook kwam. Dan een beetje koud water toevoegen om het kookproces te stoppen. Tot drie keer toe dit ritueel herhalen...

    Volgens juffrouw Tjoeng Tjoeng was dat om de vulling gaar te krijgen zonder dat het deeg te gaar zou worden... In ieder geval zijn de hapjes na hoogstens enkele minuten gaar.

    Nu rest ons nog om een paar sprietje groene ui, bosui, lenteui, pijpajuin of hoe je die dingen ook wil noemen, in ringetjes te snijden.

    Een schep bouillon in een kom, zes stuks of meer wontons er in en bestrooien met gesneden groene ui....

    Nu nuttigen met zo een Chinees lepeltje en slurpen maar.... dan een boerke laten... burp!

    En opletten die dingen zijn heet !!!

    Deze soepjes worden normaal niet als soep opgediend maar worden gegeten als snack... zoals bij ons een hamburger of hotdog. Van hotdog, zonder de “hot”, hebben de Chinezen ook kaas gegeten hoor... Men neme één...dog...

    Toen we destijds in Korea werkten deden we regelmatig de verplaatsing van Taegu naar Seoul met de bus, en terug. Zoek zelf maar uit waar dat ligt ... ( Kaart van Korea)

    De rit duurde drie uur of iets in die buurt en behalve aan de stopplaatsen stopte de bus één keer aan een wegrestaurant waar alle reizigers een sanitaire stop konden verrichten en tevens de inwendige mens konden versterken. Een wontonsoepje was één van de favoriete snacks.

    Het duurde exact tien minuten om de veertig reizigers van de bus naar het toilet te sturen en een soepje te laten eten...

    De wontons werden klaar gemaakt in een lopende band systeem. Het was een machine die de deegvellen vulde met een propje vulling, daarna vielen dfe gevormde deegpakketjes in een lange goot gevuld met kokend heet water en aan het einde daarvan werden ze door een dikke Koreaanse matrone er uit gevist. Eén schep in een kom, één schep bouillon, wat onbestemd groen er over en dan had je nog drie minuten tijd om de kom soep leeg te maken...

    Hoe het er in de toiletten aan toe ging zal ik hier liever niet beschrijven.

    Dan allemaal terug de bus in. Het verteringsproces kon beginnen.

    Terug nu naar onze eigen keuken. De wontons kunnen ook gefrituurd worden. Een scheut zuurzoete saus er bij of sojasaus. Dan wordt het een klein voorgerechtje, of een snack.

    Kijk hier naar een paar foto’s.

    Indien de wontons gestoomd worden behoren ze tot het assortiment van de “dim sum”.

    Het is een aangenaam experiment om dergelijke hapjes klaar te maken. Maak een dunne deeglap, stop er wat vulling in, sluit af tot een hapklaar brokje en maak het geheel gaar op één of andere manier. Gekookt, gebakken, gefrituurd... telkenmale zal het resultaat anders en verrassend zijn.

    Dit is nog steeds geschreven in de optiek van : alle centen op ....na Nieuwjaar!

    Wontons kosten bijna niets maar vergen veel werk om ze te maken... Toch kun je er je eigen fantasie volledig in kwijt...!

    30-01-2009, 00:00 Geschreven door Nicolay  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (22 Stemmen)
    Categorie:Vreemde keukens
    24-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Biscuittaart
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Dit stukje is reeds verschenen in het nu ter ziele gegane tijdschrift PASC@L.

    Toen had ik beloofd aan de hoofdredactrice dat ik het niet zou publiceren in mijn blogs tot na een latere datum. Die datum is nu gekomen, Pasc@l bestaat niet meer...

    Ook dacht ik dat er een nieuw maandblad, “Daarom” zou uitkomen op 22 januari maar alles blijkt uit die hoek ook nog zeer windstil te zijn...

    Dus om mij nu werk te besparen en om geen geleverde inspanning verloren te laten gaan, dit artikeltje over het maken van een taart. Geen oude taart maar een verse, een taart die voor alle gelegenheden kan dienen. Alleen de afwerking, de versiering, bepaalt uiteindelijk wat voor soort taart het zal worden. Om het niet al te moeilijk te maken zullen we daarom een biscuit gebak maken.

    Hiervoor hebben we eieren, suiker, bloem en een beetje boter nodig.

    Bijvoorbeeld, voor 200 gram eieren heb je 100 gram suiker nodig en 100 gram bloem. Dit mag je vermenigvuldigen met een factor X zoveel keer je maar wil. Hier moet nog wel een klein beetje gesmolten maar niet hete boter bij. Bij bovenstaande hoeveelheid is ongeveer 50 gram voldoende. Maar die boter hoeft zelfs niet. Als je ze dus vergeet of te weinig gebruikt, geen probleem... Mocht er ook nog ergens een zakje vanillesuiker in de kast liggen. Dat kan er ook bij. Maar mocht je het vergeten of niet hebben...idem dito... als de boter.

    Nu het echte werk !

    Voor een taartvorm van een twintigtal centimeter doormeter heb je toch wel een viertal eieren nodig. Een ei weegt steeds 50 gram. Dat is standaard, de kippen hebben dat zo geleerd op school. Voor vier eieren hebben we 4 x 50 = 200 gram, ook 100 gram suiker en honderd gram bloem nodig. De vijftig gram gesmolten boter en het zakje vanillesuiker zijn een optie.

    Die eieren moeten nu samen met de suiker en een viertal eetlepels water opgeklopt worden tot een zeer luchtig schuim. De vanillesuiker mag er nu reeds bij. Normaal wordt dit gedaan in een grote kom die boven een pot met kokend water staat. Het schuim dat door het kloppen ontstaat wordt dan zeer luchtig... Maar het kan zelfs koud, zonder verwarming gebeuren. Het kloppen kan met armkracht gedaan worden maar dat is pas echt paardenwerk. Nochtans onze grootmoeders deden het ook zo...! Een Kenwood of een eenvoudige klopmachine verlicht het werk aanzienlijk.

    Indien je de eieren opgeklopt hebt volgens de warme methode, dus boven het hete water, dan moet er verder geklopt worden tot de massa terug afgekoeld is.

    Het uiteindelijk resultaat is een grote kom vol met een zeer luchtig bleekgeel zoet eierschuim.

    De boter hebben we ondertussen gesmolten en terug laten afkoelen maar ze moet nog vloeibaar zijn..., we gieten eerst de boter over het eierschuim uit en nu zetten we een zeefje klaar boven de pot met schuim. De bloem gaat nu in dit zeefje. Nu gaan we met soepele losse bewegingen de bloem die door de zeef valt mengen met de eieren en de boter. Roer er niet te lang of te veel in want het schuim zal dan verminderen in volume en daardoor droger en taaier worden na het bakken.

    Om te bakken wordt traditioneel een springvorm gebruikt, maar nu kan men beter een taartvorm kopen met anti-kleeflaag. Toch is het beter om zelfs deze moderne vormen even in te smeren met boter.

    Biscuitbeslag heeft de slechte gewoonte om vast te kleven aan de vorm. Daarom ook dat men vroeger die springvormen gebruikte. Daaruit loste het gebak bijna vanzelf.

    Nu het beslag overbrengen in een bakvorm naar keuze maar zorg er wel voor om deze niet te hoog te vullen. Hoogstens voor de helft vullen.

    Schuif in een oven van ongeveer 175 °C. Laat de ovendeur de eerste twintig minuten gesloten. Nadien mag je eens vlug gaan piepen in de oven... na een dertigtal minuten kan je eens controleren of het gebak gaar is. Dit wordt meestal gedaan met een breinaald. Maar alleen vraag ik me af waar je vandaag nog een breinaald vindt.

    ( Toen mijn vrouw dit destijds las was haar opmerking : daar zoudt gij nog van verschieten manneke ! Weet gij wel hoeveel priemen ik hier heb ?... Ik zou het niet weten...)

    Maar met een satéstokje gaat het ook. De naald of het pennetje komt droog uit het gebak als het voldoende gaar is. Dit kan toch wel een half uur tot zelfs drie kwartier duren.

    Laat daarna het gebak een paar minuten afkoelen in de vorm en ontvorm hem dan op een rooster. Zo een cirkelvormig taartrooster.

    Laat dit gebak nu enkele uren afkoelen. Daardoor wordt het wat vaster.

    Eerst gaan we een chocoladevulling maken. Kook hiervoor 100 gram room en als die kookt doen we er 200 gram in stukjes gesneden donkere chocolade bij. Van het vuur weg goed roeren met een klopper, de chocolade zal nu smelten en vormt een dikke vloeibare pasta. Laat een beetje bekoelen.

    Terwijl snijden we een paar ananasschijven uit blik in kleine stukjes.

    De biscuit snijden we ook in twee of drie schijven. Doe dit met een groot zaagmes.

    Leg deze taartcirkels op tafel en nu gaan we ze dopen met ananassap. Hier mag indien gewenst ook een scheutje zoete likeur aan toegevoegd worden, het is toch voor een verjaardag ! Dit bevochtigen doe je best met een borsteltje. Het is ook niet de bedoeling om de taart volledig te doorweken. Gewoon een beetje vochtig maken. Smeer de chocolademassa, niet te dik op de biscuitcirkels en strooi de stukjes ananas op de chocolade. Probeer nu om de deegcirkels terug op mekaar te leggen zodat ze er weer als een normale taart uit ziet.

    Leg de taart nu op een cirkelvormig stukje karton, je weet wel, zoals bij de taartenbakker... Dat is de enige manier om nadien de taart nog te kunnen manipuleren. De taart op de ene hand, gesteund door dat kartonnetje, het mes om te smeren in de andere ...

    De resterende chocolademassa strijken we nu met behulp van een groot mes rond de zijkanten van de taart. Het allerlaatste restje komt bovenop.

    Zet de taart even op een koele plaats maar liever niet in de koelkast.

    Daarna kan ze verder versierd worden naar eigen smaak.

    De zijkanten zijn hier beplakt met chocoladeplaatjes die gemaakt zijn door witte “dekchocolade”, couverture in ‘t Vlaams, te smelten en druppelsgewijs uit te gieten op een stukje siliconenpapier en zo te laten opstijven. Mits wat zoekwerk zijn dergelijke chocolade plakken ook wel te vinden in de handel. Ook kan de zijkant versierd worden zoals vroeger met geroosterde gebruinde amandelen of met “brésillienne”.. of chocoladehagelslag, waarom niet, maar dat is “out” !

    De bovenkant van de taart wordt versierd naar eigen godsvrucht en vermogen...

    Bijvoorbeeld, de destijds zo bekende kerststronk werd met dit soort gebak gemaakt. Of de “roll Suisse” oftewel Zwitserse rol. Een gebakje dat nu naar de vergeethoek verdoemd werd...

    Daarvoor wordt het beslag dun uitgesmeerd op een bakblik in een laagje van hoogstens één centimeter dik. Dit blik moet eerst bekleed worden met een geboterd boterpapier. Het bakken gaat zeer vlug, enkele minuten. Tien minuten ten hoogste.

    Nadien wordt het dunne gebak terwijl het nog warm is opgerold met behulp van een vochtig gemaakte zuivere doek opgerold. De rol laat men dan even rusten.

    Nadien kan die terug open gerold worden en besmeerd worden met confituur, of boterroom.

    Dan terug oprollen.

    Dit laatste vooral voor de kerststronk, maar dat worden dan geen vijgen na Pasen maar taart na kerstmis.

    24-01-2009, 00:00 Geschreven door Nicolay  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (27 Stemmen)
    Categorie:Bakken
    17-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boekweitpannenkoeken
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    In mijn ander blog heb ik melding gemaakt van het feit dat ik nu thuis opgescheept zit met een massa granen waar ik niet veel kan mee doen. Zo ook een groot handvol boekweit.

    Wat doe je daar nu mee ? Aan de kippen geven? Wij hebben geen kippen...

    Boekweit komt van het eenjarige plantengeslacht ‘Fagopyrum’een plant die zaden oplevert die de vorm hebben van kleine beukennootjes vandaar de naam “boekweit” = beukentarwe. Natuurkundig gezien valt boekweit niet onder de granen, maar soms wordt boekweit er toch onder gerekend, de voedingswaarde is sterk vergelijkbaar.

    Boekweit heeft een nootachtige smaak en is licht verteerbaar. Wordt veel gebruikt voor boekweit pannenkoeken en blinis. Dit was de wetenschappelijke uitleg.

    Vorige dinsdag was ik soep een het maken, dinsdag is soepdag hier, want dan komt de poetsvrouw en het is nu een traditie geworden dat de jongedame dan ’s middags een kommetje soep mee eet. Twee kommetjes, want ze mag zichzelf bedienen...

    Toen wilde ik de boekweit in de soep kiepen, kwestie van er van af te zijn. Maar even voordien had in een zelfgeschreven tekst gelezen dat men van boekweit ook kiemen kan maken... Maar heel zeker ben ik daar niet van, en ben het nog altijd niet, dus toch eerst eens proberen, ’t was het moment. De soep werd dan maar gebonden met een aardappel... de koordjes waren op.

    De boekweit in een beetje water te week gezet en enkele uren nadien reeds, kwam er een verdacht schuim, nu enkele blaasjes toch, boven drijven. Zoiets belooft nooit veel goeds. Dus boekweit naar de koelkast verwezen! Gistende producten houden niet van afkoeling.

    Dan de boekweit vergeten natuurlijk...

    ‘s Anderdaags, geen brood meer... de noodoplossing bestaat er dan dikwijls in om snel enkele pannenkoeken te bakken, dat is lekker, je wordt daar behoorlijk dik van en het is rap gedaan, als je maar met zijn tweeën bent tenminste.

    Dus snel een portie pannenkoekenbeslag gaan maken en: wat staart er mij aan vanuit die koelkast ? Boekweit ! Geweekte boekweit.

    Dan, de truc met de gele sojabonen indachtig, de staafmixer er in en na vijf seconden had ik een soort vloeibaar deegje dat reeds sterk aan pannenkoekenbeslag deed denken. Er zaten geen vlokjes of brokjes of velletjes in, het was een vrij egale blanke vloeibare massa geworden. Ik heb ze zelfs niet door een zeef gegoten.

    Maar boekweit bevat geen gluten. Dit is een moeilijke theorie maar dat betekent dat je met boekweit alleen, geen behoorlijk deeg of beslag kan maken. Dus nog een schep gewone bloem er bij gedaan, een ei, en een snufje zout en dan melk tot de juiste dikte voor het beslag verkregen was. .... puur nattevingerwerk... Eerst eens gekeken met een klein proefbakseltje of het beslag voldoende stevigheid had... en geen probleem, het bakte zeer mooi....

    Zo hebben wij boekweitpannenkoeken gegeten met een witloofslaatje er bij en kleine brokjes fetakaas... Rare combinatie ? Dat is mogelijk maar behalve twee dode muizen was er verder niets anders meer te vinden in die koelkast... en zoals reeds vermeld was het brood ook op !

    We hadden elk drie pannenkoekjes en de laatste daarvan hebben we gegeten met kandijsiroop van Candico... lekker, jongens en meisjes... dat verdreef de smaak van die zoute feta...

    Vroeger hadden we een kennis, zeg maar een vriendin, die in Antwerpen een pannenkoekenrestaurant uitbaatte. Zij bakte ook “gewone” pannenkoeken en boekweitpannenkoeken, met een vulling daar in, onvoorstelbaar... wat daar allemaal als vulling in een pannenkoek verwerkt werd. Zoet, zout tot savooistoemp toe!

    Met appeltjes, rozijnen, noem het maar, alles was mogelijk...

    Het was trouwens die vriendin, waarmee we door de Antwerpse Pelgrimsstraat wandelden, toen we onze Spaanse vriend Manolo, terug herontdekten. Dat is het eerste verhaal dat ik ooit, jaaaaren geleden in de andere blog geschreven heb. Een fantastisch maar droevig eindigend verhaal.

    Boekweitpannenkoeken zijn in feite een wijd verbreid fenomeen.

    Blinis bijvoorbeeld, dat zijn kleine boekweitpannenkoekjes. Ze liggen nu in de supermarkt te koop om geserveerd te worden met gerookte vissen en met (nep)kaviaar en zure room...

    Die dingen uit de supermarkt zijn uiteraard smaakloos en ze zelf maken is doodsimpel.

    Dan heb je wel boekweitmeel nodig. Nu ook overal te koop in de betere supermarkt zoals dat heet.

    Gebruik wel half witte gewone bloem en de ander helft boekweitbloem. Neem van elk enkele soeplepels, doe daar een snuifje zout in en een ei en roer er melk bij tot er een beslagje ontstaat dat de juiste dikte heeft... Om echt goed te zijn moet er gist in het deeg verwerkt worden: gebruik dan een snuifje van die korrelgist of een grote snuif bakpoeder. Met echte gist krijg je het beste resultaat. Laat dan staan, desnoods twee uur, tot de zaak aan het bubbelen gaat en bak dan kleine pannenkoekjes van hoogstens een tiental centimeter doormeter. Dit gaat goed als je een metalen ring in de flensjespan legt! En altijd eerst een proefje bakken ... dat is ook waarom ik nooit geen recept opgeef zoals sommige lezers hier wel eens vragen. Waarom hebben we toch hersens gekregen ? Ik weet het niet hoor !

    Zo een blini stamt uit de oude Russische keuken waar ongelooflijk veel gezopen werd voor men aan tafel ging. Er is trouwens nog steeds niet veel veranderd...

    In een kamer of zaal apart werd eerst het “aperitief” geschonken, men bediende er zichzelf en daarbij werden dan allerlei hapjes gegoten, onder andere blinis... met echte kaviaar en gerookte steur en vissenkuit, een woord dat ik nu bijna niet meer durf uitspreken...

    In Limburg, “de Limburg” zeggen ze in Antwerpen, omdat men ook “de Congo” zegt... bakken of bakten ze vroeger, en nu ook nog wel, boekweitpannenkoeken.

    Met spek en stroop ! Als ontbijt, met een borrel er bij...

    In de echte oude trant werden ze gemaakt met botermelk, het deeg mocht dan de ganse nacht rusten en begon zo een beetje spontaan te gisten, of was het wat anders ...?

    Dat soort pannenkoeken werd naar het veld gedragen, naar de werkers aldaar en die aten de pannenkoeken tussen hun brood... wie sprak daar van “de Congo” ?

    Nee, de Limburgse spekkoeken mogen er zijn, met stroop van Vrolingen er dik op gesmeerd !

    De Bretoense grote vlaaien van pannenkoeken... geflambeerd met Grand-Marnier...

    Bij ons niet zo gekend maar op veel Franse markten staat er een kraampje waar “ Les crêpes Bretonnes” verkocht worden op een kartonnen bordje.... de toeristen kennen ze wel, want het is niet alleen in Bretagne dat deze flensjes gekend zijn.

    Bretagne is de streek waar veel boekweit verbouwd werd, misschien nu ook nog. Daarom bakken ze daar de pannenkoeken met boekweitmeel. Boekweit groeit op schrale grond, zoals de zandgrond van Noord Limburg...

    Nog een paar receptjes, twee voor hetzelfde geld :

    Gevulde pannenkoekjes met kaas en ham.

    Bak hiervoor een aantal pannenkoeken, zonder suiker of vanillesmaak. Eentje per persoon is meestal voldoende want het gerecht valt nogal zwaar uit.

    Een eenvoudig recept bestaat uit 250 gram meel ( naar keuze gewoon of half boekweit, half gewone bloem), een halve liter melk, drie eieren en een snuf zout. Eventueel een beetje muskaatnoot. Roer hiervan een glad beslag en laat dit een uur rusten. Roer er op het laatst een scheutje olie door.

    Maak hiervan pannenkoekjes.

    Laat de pannenkoeken afkoelen. Maak een hoeveelheid goed dikke kaassaus zoals voor kaaskroketten. Dus maak een roux met 50 gram vetstof en voeg daar ongeveer 60 gram bloem aan toe, laat de roux een tijdje “bakken” en giet er dan een halve liter melk bij. Zorg dat er geen klontertjes in komen en laat de saus minstens 10 minuten zachtjes doorkoken, al roerend uiteraard als je geen verbrande saus wil hebben... Dan kruiden met peper, zout en muskaatnoot. Proeven !

    Voeg er dan één eierdooier bij die gemengd is met een paar eetlepels room en laat het geheel goed doorwarmen. Voeg er nu 150 gram goed smakende geraspte kaas bij en roer van het vuur weg tot de kaas gesmolten is. Voila, de vulling is klaar!

    Doe nu een schep van de kaasmassa op een pannenkoek en plooi die dubbel. Nu hebben we dus een halve maan.

    Deze flensjes kunnen reeds zo gegeten worden als een warm voorgerecht. Ze mogen ook afkoelen en daarna opgewarmd worden in de oven. Hou er dan wel rekening mee dat de pannenkoeken durven uitdrogen. Daarom giet ik er steeds een beetje room rond en strooi er nog wat kaas over.

    De pannenkoek kan ook gepaneerd worden en gebakken in de frituur. Smeer dan eerst wat geklopt ei binnen in de pannenkoek om het zaakje te doen sluiten. Snij ook de randen een beetje bij tot een mooie ronde vorm ontstaat. Doe dit met een uitsteekvorm. Dergelijk gevulde flensjes worden nog steeds verkocht in de diepvries, als ik mij niet vergis door de firma Findus.

    Opdienen met een slaatje en indien gewild een beetje gefruite peterselie. Mocht je grote honger hebben mag je ook blokjes of stukjes of reepjes gekookte of gerookte ham mengen met de kaassaus. Bij gebrek aan ham kunnen ook fijne reepjes gerookt en uitgebakken spek gebruikt worden. Gebruik wel een ham met veel smaak, zeker als het om gekookte ham gaat, want de meeste hammen van tegenwoordig smaken naar niet veel meer. Met spek opletten voor het zout! Niet te veel.

    Hetzelfde kan gedaan worden met gelijk welke dikke ragout, zoals bijvoorbeeld het vulsel voor vol-au-vent. Elke stevige dikke saus met stukjes van dit of en dat er in... kip, champignons, gekookt ei, laat je fantasie maar werken...

    Bij gebrek aan fantasie, verkruimelde fetakaas en witloofsla !

    Wat ik ga doen met de gort die er nog staat zal ik later wel eens laten weten...

    17-01-2009, 00:00 Geschreven door Nicolay  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (22 Stemmen)
    Categorie:Zo maar recepten
    10-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Blinde vinken
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Gisteren hebben we vogels zonder kop gegeten.

    Eerst was ze nogal inschikkelijk toen ik haar vertelde dat ik blinde vinken zou klaarmaken. Ze was gans de dag op stap geweest en dan zijn de vrouwen al eens wat gemakkelijker bij hun thuiskomst... maar aan het einde van de rit was vrouwlief niet tevreden...

    Mijn eega weigert pertinent alle vlees te eten dat je niet aan de haak kunt hangen. Zo drukt zij zelf het toch uit. Aan muskaatnoot heeft ze ook een hekel, ze beweert zelfs dat ze er ziek van wordt. ( Maar dat is niet waar, ‘k heb het al eens stiekem uitgetest !)

    Maar kortom, een vogel zonder kop kan niet aan de haak hangen, en d’er zit muskaatnoot in...

    Zelfs met gebakken witloof er bij en champignons in de saus en verse gekookte patatjes...

    Geen genade...

    En zeggen dat loze vinken of vogels zonder kop vroeger zondagskost was...

    ‘k Zie me nog altijd staan wachten bij de slager, zijn naam ben ik vergeten maar hij had een glanzende kaalkop...en hij had altijd een bebloede schort aan en hij deed eerst met iedereen een “klapke” vooraleer hij zijn klanten bediende....

    En wa moet het veur aa zijn menneke !

    Draa blinde vinken...mijnheer den beenhouwer... want ik wist als ik beleefd was en met twee woorden sprak, er een snoepje uit de bokaal op de toonbank naar mij toe zou komen.

    De kale slager zette zich dan aan het werk. Hij sneed drie dunne lapjes van een enorme klomp kalfsvlees, klopte die dan met een vervaarlijk groot hakmes een beetje plat en legde op elk van de lapjes een rolletje gehakt.

    Dan rolde hij vlees en gehakt tot een soort worstje. Daarna sneed hij nog drie fijne reepjes van iets wit’s. Toen wist ik niet wat het was. Nu wel: vet rugspek van het varken. Op elk pakketje legde hij dan zo een reepje spek. Boven zijn werktafel, de kapblok, iets waar nu iedereen ijverig naar op zoek is om zo een ding in zijn woonkamer te zetten, hing een rolletje garendraad. Hij stak dan één eindje van de draad in zijn mond, om het beter vast te kunnen houden, want hij had allebei zijn handen nodig om de worstjes, met spekreepje, tot een keurige pakketjes samen te binden.

    Ik ben nooit op het idee gekomen om eens na te meten hoeveel draad hij nodig had om zo een vink samen te binden, hoeveel een meter was, wist ik toen toch niet.

    Nadat de vrouw van de slager het klamme briefje van twintig frank had aangenomen, kreeg ik het gegeerde snoepje, een roodwit geruit pakje met de vinken en daarna op zondagmiddag was het feest....! De slagersvrouw moest elke keer roepen dat ik het kleingeld niet mocht vergeten...!

    Wat ik nu gekocht heb, geleek er maar van ver op. Gemaakt van rundvlees, een reepje gewoon spek er rond gedraaid maar één positief punt; er was geen kilometer touw rond gedraaid. Er was gewoon geen touw.

    Uiteindelijk kwam ik tot de constatatie dat het in feite bollen gehakt waren, ingepakt in een flinterdun lapje rundvlees. Vier op een rij, in een zwart plastic doosje en zonder snoepje.

    Mijn wisselgeld was ik ook niet vergeten...

    Nu denk ik dat bijna alle gangbare benamingen opgenoemd geweest zijn. Blinde vinken, loze vinken, vogels zonder kop. Hieronder zal ik een receptje geven van Cauderlier, de grote Gentse traiteur van twee eeuwen geleden. Zo spreekt hij over “kiekens zonder kop”. Waar heb ik dat nog gehoord ?

    “Paupiettes de boeuf” noemt hij dat in het Frans, de toenmalige voertaal van de bourgeoisie.

    Inderdaad de Fransen spreken over “des paupiettes” als ze dergelijke rolletjes bedoelen.

    Maar zij kennen eveneens het woord ”oiseaux sans tête” en “alouettes sans tête”, leeuweriken zonder kop...

    Voor de jeugdige lezer: een leeuwerik is een vogel, met kop! Vroeger in lang vervlogen tijden hoorden we in de zomer de roep van de leeuwerik, die ,,een sprankelende zang ten gehore brengt terwijl hij recht omhoog vliegt tot hoog in de hemel, waar hij luid zingend en bijna onzichtbaar voor het blote oog blijft zweven om ten slotte almaar zingend naar de aarde terug te keren''.

    Op traditionele wijze worden ze klaar gemaakt door de vogels eerst een beetje kleur te geven in gebruinde boter. Er worden gesneden uien bijgevoegd, water, laurierbladeren, peper en zout, nog een en ander voor wie een speciaal smaakje wilt en dan stoven maar, onder deksel. Af en toe eens controleren en als het vlees lang genoeg gestoofd heeft, een uurtje of zoiets, dan de saus binden met aardappelzetmeel. Ik heb er ook champignons bijgedaan omdat vrouwlief graag champignons eet...

    Laat die champignons dan niet gans de tijd meestoven maar voeg die er pas op het einde bij. Anders zullen ze gegarandeerd veranderen in soepele stukjes rubber.

    Als je op Franse sites zoekt naar “alouettes sans tête” krijg je te lezen dat dit gerecht een specialiteit is van de stad Nice... ! In plaats van gehakt stoppen ze er een stukje spek in dat eerst behandeld werd met gehakte peterselie en knoflook. Uiteraard gaan er ook tomaten bij... het zou anders niet Zuid Frans zijn...

    Een variant die ik in Frankrijk trouwens regelmatig maak gaat als volgt:

    Een plakje dun gesneden kalfsvlees beleggen met een sneetje boerenham. Ik bedoel, ham van het varken van de boer ... jambon de pays..! Dan daarop een dun worstje gehakt dat aangemaakt werd met ei, gehakte knoflook en basilicum en dan alles samen oprollen. Om daar touwtjes rond te binden heb ik geen tijd en ook geen goesting. Ik steek er gewoon één of twee halve tandenstokers in, dat werkt ook prima.

    Dan hetzelfde, eerst even kleuren boven op het vuur, daarna een tiental minuutjes, ik heb het nooit gechronometreerd, in oven. We serveren dat met een coulis van dikke vleestomaten en verse pasta... tagliatelli...

    De rolletje snij ik dwars in plakjes zodat er een mooie tekening ontstaan in de kleine sneetjes.

    We noemen dat dan , “involtini à la Romana”, dat klinkt chiquer dan “loze vinken”, maar uiteindelijk is dat hetzelfde...!

    Klik eens op de foto...je zult dan zien dat de “schrijfhand” juist bezig is met: involtini ... te schrijven.

    Nu nog een echt recept, dat van Cauderlier. Wie is Cauderlier, lees hier!

    Kiekens zonder kop (Paupiettes de boeuf )

    'Neem eene sneê mager rundvleesch wegende 1/2 kilo,en een sneê kalfsbil hebbende ten naasten bij hetzelfde gewicht. Deze sneden moeten tegendraads afgesneden worden, en nagenoeg maar één centimeter dikte hebben. Neem 3/10 kilo (3 vierendeelen ) versch gehakt saucissenvlees; voeg daarbij geweekte broodkruim ter groote van een ei, alsook een heel ei, en kneed alles samen. Bestrooi iedere snee met peper en zout, en leg het saucissenvleesch er

    boven. Rol elke sneê op zich zelve, de einden dunner makende dan het midden. Bind de aldus gevormde kiekens met de einden te spannen, en laat ze lichtelijk in boter bruinen.

    Als ze kleur gekregen hebben, bevochtig ze met 1/2 liter bouillon of water; doe er een half laurierblad in, weinig tijm en eenen gesneden ajuin; dek de kasserol en laat gedurende 1 l/2 uur stoven.

    Breek een weinig bloem in water, doe ze in de saus der kiekens, als mede het sap van eenen citroen, eenige kampernoeliën en een weinig gehakte peterselie.

    Deze schotel is voortreffelijk door de menging van het kalfs- met het rundvleesch. De kampernoeliën en de citroen maken de saus zeer lekker.

    Nu ga ik doen zoals zoveel rijmelaars en een gedichtje op mijn blog zetten in de hoop dat de lezers dan denken dat ik het geschreven heb ...!

    Romeo:

    Julia, Julia

    Ik hoor de zang van de leeuwerik al

    Je weet dat ik vertrekken zal

    Julia, ik moet nu gaan

    Julia:

    Romeo, Romeo

    Welnee, het is de nachtegaal

    En hij zingt mij een heel droef verhaal

    'K wil niet dat je gaat

    Romeo:

    Ik kan toch niet

    Julia:

    Ik wil toch niet

    Romeo en Julia:

    Leven alleen

    Dit was dit een geplagieerd gedicht over de leeuwerik zonder kop ...

    10-01-2009, 00:00 Geschreven door Nicolay  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (24 Stemmen)
    Categorie:Vlees divers
    03-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schraalhans troef
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Zoals voorspeld is mijn ster reeds aan het tanen.

    Beye, beye, nummer één....

    Alle recepten zoekende lezers zitten terug voor de TV naar SOS Piet te kijken, alle elanden, konijnen, rivierdonderpadden, marcassins en langpootmuggen zijn geslacht, gekookt in court-bouillon en tot op het bot afgekloven... Niemand zoekt nog een recept op mijn blogs en mijn puntenklassement daalt nu !

    ’t Was zo voorzien en ’t was ook voorzien dat de portemonnee nu leeg zou zijn en als het nu nog niet is, dan zal het toch voor na de solden zijn ...

    Bovendien heeft 87 procent van de vrouwelijke bevolking van Vlaanderen zich op oudejaarsavond voorgenomen om in 2009 nu eens echt op regiem te gaan en een beetje te vermageren. Ik zal geen namen noemen, maar...!!!

    Om te beginnen, een goedkoop soepje, een paar zelfs !

    Een soepje dat allerlei opgestapelde gifstoffen uit ons lichaam zal verdrijven.

    Een looksoep ! Ook goed tegen de vampiers. Niet te consumeren voor je naar de solden gaat, alhoewel je de winkel dan misschien helemaal voor jouw alleen hebt... ( behalve die dikke Marokkaanse...die blijft, die vindt die geur echt huiselijk )

    Wat hebben we nodig zou Piet zeggen: bijna niets!

    Wat oudbakken brood. Een beetje vetstof, als het kan een beetje eendenvet maar bij gebrek daaraan, olijfolie. Knoflookteentjes, minstens één per persoon maar meer is beter. Zwarte peper en desgewenst een ei.

    Deze soep wordt in de Périgord ook wel eens “thourin” genoemd maar helemaal juist is dat niet. De echte thourin wordt met uien en tomaat gemaakt maar dat doet er hier niet toe.

    In de Provençe noemt men dit soepje “ aïgo bouido” , letterlijk betekent dat : gekookt water.

    Eerst en vooral zorgen we voor het oude brood. Het is natuurlijk zinloos om eerst “oud” brood te gaan maken. In alle keukens werden vroeger de broodresten in een speciale schuif onder in het fornuis bewaard. Daar droogde het brood tot keihard. Dat is wat we nodig hebben.

    Daar halen we dus een stuk oud brood uit en verdelen dit over het aantal kommen die we met soep willen vullen. Het brood mag zowel dun gesneden worden als tot grove brokken verkruimeld. Bij voorkeur wit brood.

    Ook hebben we gezorgd voor de knoflookteentjes. Pellen en in dunne schijfjes snijden. Zo nauw steekt het niet. Laat deze schijfjes nu even glazig worden in een beetje eendenvet of olijfolie. In de Provençe is het olie, in de Périgord gebruikt men eendenvet. Giet er nu een kom water bij per persoon. Een kom water is een ietsje kleiner dan de kom waarin de soep moet opgediend worden.

    Laat koken, voeg zout en zwarte peper toe. De “aïgo bouido” vraagt om enkele blaadjes salie.

    Laat het soepje gedurende een twintigtal minuten zachtjes koken.

    Wat je nu hebt is vettig kokend water met een looksmaak, niets meer, niets minder!

    Doe nu per persoon één eiwit, zo maar met de losse pols uit het ei gegoten er bij, pardoes, recht in de soep.

    Er vormt zich dan onmiddellijk een witte klont met slierten die zich naar alle richtingen in de soep verspreiden... Mocht je het jammer vinden van de dooier die overblijft, kieper die er dan ook maar in. Na nog een minuutje koken is de soep klaar.

    Schep ze uit over het fijngesneden bood in een kom, dergelijke soep eet je uit een kom en niet uit een bord. Strooi er desgewenst nog wat geraspte parmezaankaas of vers gehakte groene kruiden over uit ....

    Probeer maar, je weet niet wat je tot hiertoe in je leven gemist hebt !

    Het is eigenlijk allemaal restverwerking.

    Het oude brood, een eiwit dat overblijft na het maken van bijvoorbeeld een mayonaise...

    Dat is wanneer en waarom dergelijke soepen gemaakt worden. Of als de broeksriem moet aangehaald worden...na de solden.. !

    Laatste detail! Dit is de ideale soep om “chabrot” te doen. Als je kom met soep bijna leeg is, dan giet je er een royale geut rode wijn in. Schud de kom even en slurp de inhoud met het nodige gerucht naar binnen. Daarna de mond afvegen met de achterkant van de hand... en dan een boertje laten... zo weet een mens nog waarom ie leeft...

    Dit soort soepen wordt nog op veel plaatsen gemaakt. Wij zijn aardappeleters maar in de zuiderse landen, waar veel brood gegeten wordt, hebben ze ook veel brood over. Nu gooit men dat brood gewoon weg, een schande, maar destijds werd dat opgebruikt, ’t had geld gekost ! In Griekenland en Italië wordt er een broodsalade van gemaakt..

    In Zuid Spanje heb ik een uitzonderlijk lekkere broodsoep gegeten, ik, wij, gingen daarvoor speciaal naar een restaurantje waarvan ik nu de naam vergeten ben maar ’t het was zo een typisch klein duister restaurantje... De baas heette, Pepe...

    Daar werd het brood eerst gebakken in olijfolie, samen met de look. Dan het water er op en om te eindigen een losgeklopt ei... de soep werd dan opgediend in een kom waaruit de hond nog niet zou willen eten, maar dat deed er niet toe...

    Een tweede gerecht, met veel calorieën dit keer, maar wel lekker en goedkoop: een eierbereiding.

    Het is verwonderlijk hoeveel eieren er vroeger gegeten werden. In alle oudere kookboeken vindt men bladzijden vol met bereidingen voor eieren. In de middeleeuwen plakte men alles aan mekaar met eieren en werden soepen en sausen steeds gebonden met “doders van eiren...”...

    Het gerechtje waarover ik het wil hebben is een oude getrouwe. Vroeger werd dat te pas en ten onpas gemaakt in de hotelscholen: het was goedkoop, vooral dat was van belang, er was veel werk aan en het leverde een smakelijk gerecht op.

    De officiële naam: “des oeufs Chimay”. Eieren uit Chimay ? Wie weet ?

    Als je even google’t op “oeuf Chimay”, komen er verassend veel postings uit die hierover handelen. Eens wordt het gerecht in verband gebracht met de stad Chimay. Er wordt wel bij vermeld dat er geen bier uit Chimay voor gebruikt wordt maar dat je het er wel mag bij drinken.

    Waarschijnlijk is het gerecht al heel oud, van achter de struiken, schrijft iemand er bij...

    Kortom, het gaat als volgt: hardgekookte eieren worden gevuld met een droge duxelles en overgoten met een kaassaus.

    Het geheel wordt daarna gegratineerd. Zo simpel is het !

    Dus kook een hoeveelheid eieren hard. Hoeveel, dat moet je zelf maar weten. Twee eieren als hoofdgerecht, één eitje als voorgerecht?

    Als ze hard gekookt zijn laat je ze afkoelen, snijd ze in de lengte in twee en haal de dooiers er uit. Duw deze dooiers door een zeef of prak ze fijn met een vork.

    Maak nu een duxelles. Een moeilijk woord voor een champignonpuree.

    Hak een deel sjalotten zeer fijn en stoof deze aan in wat boter. Als dat gedaan is hak je twee delen champignons fijn. Dat is veel werk maar met een robot gaat het snel maar worden de paddenstoelen ook snel zwart. Deze nu bij de sjalotten doen en verder aanstoven. Daarom ook de champignons zo laat mogelijk fijn hakken en direct bij de sjalotten voegen. Een scheutje witte wijn zorgt er voor dat dit zwart snel verdwijnt maar het hoeft niet. Kruiden met peper en zout en voeg nu nog een handvolletje gehakte peterselie er bij en de fijn gemaakte dooiers. Zo zie je maar, er wordt wat afgehakt... Mocht de massa niet droog genoeg zijn mag er ook nog een beetje wit broodkruim bij... Dat maakt die “droge” duxelles. Zoals gezegd, het is veel werk.

    Leg de halve eiwitten nu in een geboterde vuurvaste schaal en vul ze op. Doe dit best met een spuitzak maar gewoon met een lepeltje lukt het ook wel. De eieren mogen goed gevuld zijn!

    Nu rest er ons nog om een kaassaus over de eieren te gieten en deze te gratineren.

    Die maak je door een gewone bechamelsaus te mengen met geraspte kaas. Wees niet te zuinig met de kaas.

    Er moet voldoende saus zijn om de eieren te bedekken, ze moeten niet zwemmen in de saus.

    Gebruik Chimay kaas, dan krijgt het gerecht een zinvolle benaming. Strooi een beetje overgehouden kaas over de eieren vooraleer ze te gratineren.

    Dit gratineren kan onder de gril gedaan worden als het gerecht nog warm is. Nadat het afgekoeld is stop je ze in de oven om ze te gratineren.

    Opdienen als voorgerechtje of als hoofdgerecht.

    Van cholesterol hebben we nog nooit gehoord!

    Drink er dus een lekkere Chimay bij.

    03-01-2009, 00:00 Geschreven door Nicolay  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (21 Stemmen)
    Categorie:Zo maar recepten
    27-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn eendje, mijn zoetebekske...















    Vanmorgen schrok ik mij een hoedje, een aap, een bult en een ongeluk. Alle vier tegelijk en in die volgorde...

    Ik sta op nummer één met dit blog....!

    Nu, de mensen die voordien op één stonden moeten zich nog niet direct in de Schelde of onder de trein gooien, dit is maar een tijdelijk verschijnsel. Alle jaren is dat zo!

    Na Driekoningen, ze eten dan worstenbrood in Antwerpen, komt alles terug in de plooi.

    Deze periode is iedereen, maar dan ook iedereen, op zoek naar gerechten om met kerstmis of Nieuwjaar op tafel te brengen.... daarom! Daarom komen ze op de culinaire blogs terecht.

    ( Wacht nog even, die “daarom” krijgt nog een staartje, misschien een eendenstaartje...)

     

    Herten, reebokken, everzwijnen, kalkoenen, zowel als in het water zwemmend gedierte zal weer in alle mogelijke vormen ter tafel gevoerd worden...in naam van het nieuwe 2009 !

     

    Daarom ook heb ik vorige weken een paar typegerechten aangehaald, geschikt voor de feesttafel. Vandaag, wordt dit de laatste keer, daarna komt het nieuwe jaar, het geld is dan op. Het is nu al recessie en de broeksriem zal dan aangehaald moeten worden. Trouwens alle dames zullen dan ook weer hoogdringend willen vermageren... Maar ik ben de inleiding voor volgende week nu reeds aan het vrijgeven...

     

    Vandaag nog één gerecht, het laatste, dat best op een feesttafel, met oudejaarsavond bijvoorbeeld, op tafel mag verschijnen : een eendje...

    Maar laat ons er gewoon een eendenborst van maken of eendenborsten, voor de mannen...

     

    De eendenborsten, zie je wel, zijn altijd te koop, niet specifiek voor Nieuwjaar. Maar ze behoren toch nog steeds tot het feestelijke. Wie eet er nu gewoon op dinsdagavond, de vierentwintigste maart 2009, eendenborst, niemand toch ?

     

    Eend en sinaasappel, dat is één van de echte, oude trouwe klassiekers.

    We maken er, een ietsje aangepaste versie van. Oorspronkelijk werd deze eend gemaakt met sinaasappel omdat sinaasappel toen nog vrij onbekend was en dus een luxeproduct. Ik spreek nu wel over de jaren zeventienhonderd en een klets.

    De zure smaak van sinaasappel verdoezelde het vette van de eend, en het was gewoon lekker !

     

    Naar een hele eend moet je nu met een vergrootglas zoeken, maar erg is dat niet want, eend is vet, de billen zijn taai en de borsten liggen toch zo maar in elke supermarkt te koop. Je mag er zelfs aankomen.. zonder een draai om je oren te krijgen... van de woerd. Dat is het mannetje van de eend!

    De eendenborst die we nu kopen is een bijproduct van de foie gras productie. De eendjes hebben eerst hun lever afgegeven. De borst is een nevenbusiness  voor de kweker.

     

    Kom we kopen eendenborsten. Voor grote eters heb je een halve nodig. Dus één borst voor twee personen... ( Ik zal er geen opmerkingen meer over maken ..)

     

    Zoals bij alle borsten is het ook hier het vet dat het uitzicht van de borst bepaalt.

    Het zijn vooral de vrouwen die eendenborst veel te vet vinden.

    Maar, en nu serieus.., we halen dat vet er af, een liposuctie als het ware ...

     

    Het vet is gemakkelijke verwijderbaar. Probeer maar, een stevig mes, stop dat onder die dikke vetlaag, trek en snijd tegelijkertijd en na een minuutje moet die dikke vetlaag er af zijn.

    Voor de amateurs mag het vet er ook aanblijven. Dan moet het vel wel kruisvormig ingesneden worden. Ruitjes van ongeveer twee centimeter zijde.

    Die vetlaag gaan we eerst uitbakken in een gewone braadpan. Snijd het vel in reepjes, dwars tegen de draad, dus stukjes van zo een zestal centimeter lang en één centimeter breed en laat die zachtjes uitsmelten in een braadpan. Stilaan komt dan alle vet vrij en het vel zal ook veranderen in “kaantjes”.  Bewaar het uitgesmolten vet in een kommetje voor later gebruik.

    De kaantjes kunnen extra op smaak gebracht worden met een paar druppels sojasaus...

     

    Nu houden we een stuk vlees over dat op een dikke biefstuk gelijkt. De rest laat zich al raden!

     

    Er zijn twee mogelijkheden om er een zoet eendje van te maken. Natuurlijk zijn er wel meer.

     

    Maar eend met sinaasappelsaus en eend met ananas, dat gaan we nu maken.

    De eend met ananas is het eenvoudigste. En toch zeer lekker.

     

    Wat hebben we nodig : een ananas, eendenborst, suiker, een beetje gember indien gewenst, sojasaus en nog wat klein gepruts...

     

    Schil de ananas en verwijder de harde kern. Snijd de helft van de ananas in kleine dobbelsteentjes. Kook deze blokjes met ongeveer evenveel suiker tot confituur. Dit betekent gewoon, een tiental minuutjes samen koken... De andere helft in regelmatige plakjes snijden.

    Kruid de eendenborsten, zonder vel of met vel, met peper en zout, niet te veel zout, want de sojasaus is reeds sterk gezouten. Bak de borstjes, velkant eerst, als die er nog is, tot ze mooi bruin zijn. Maak ze verder gaar in de oven of de pan, het vlees mag voor deze bereiding (bijna) doorbakken zijn. Een viertal minuten aan weerszijden is goed. Leg ze opzij.

     

    Dit kan al uren op voorhand gedaan worden en dat is tijd gewonnen.

    Iedereen zit nu aan tafel, mes en vork in de aanslag, servet onder de kin te wachten.

     

    De eendenborst nu terug opwarmen, bakken zelfs, in de ananasconfituur, samen met een klontje boter of andere vetstof....  Oppassen voor verbranding. Een scheut sojasaus bijvoegen, tot een mooi donkerbruine saus ontstaat, er de eendenborsten uithalen en warm houden. De saus aanlengen met kippenfond (van Knorr), een klein lekje azijn en op smaak brengen met peper en zout. Binden met aangeroerd zetmeel indien je dit nodig acht.

    De overige ananas eerst even opwarmen in boter en straks bij de eend serveren.

    De eendenfilet dwars in schuine schijfjes snijden en overgieten met de saus. Iedereen krijgt dan een viertal sneetjes en er blijven nog wat “tjoepkes” over. Voor later of voor Fikkie.

     

    Wat eten we daarbij ? Rijst. Thaise rijst of basmati. Nummel 45…

     

     

    Voor de sinaasappelversie gaat het een ietsje anders. De bereiding zal ook veel minder zoet zijn .

    Daarvoor hebben we uiteraard sinaasappelen nodig. Geen probleem natuurlijk.

    Toch werd de “canard à l’orange” origineel met bittere sinaasappelen (pomerans)  gemaakt. Een soort die nu bijna onvindbaar is. Het is eveneens een beetje te vroeg op het seizoen om ze te vinden. Het is hetzelfde soort appelsienen waarmee de fameuze, lekkere Britse, bittere “orange marmelade” gemaakt word.

     

    Bij gebrek aan beters nemen we een gewone dagdagelijkse appelsien van bij Jef achter het hoekje...

     

    We hebben nodig :

    §         1/2 liter demi-glacesaus

    §         donkere karamel gemaakt met 100 gram suiker

    §         4 sinaasappelen

    §         één koffielepeltje tomatenpuree

    §         1 klein glaasje Cognac of sinaasappellikeur zijnde Grand-Marnier

    §         1/2 deciliter witte wijnazijn

    §         1 deciliter witte wijn of meer.

    §         2 of 3 eendenborsten, voorgebakken

     

    Verwijder van één sinaasappel de oranje schil met een dunschiller en snijd deze schil in fijne (reepjes) julienne. Blancheer (dwz, opzetten in koud water, aan de kook brengen, één minuutje koken, afgieten en spoelen met koud water).

     

    Bereid een donkere, bruine saus, een demi-glace saus. Dit kan best gedaan worden met een commercieel product. De echte restaurantbereiding vergt uren werk. Zowel Knorr als Maggi brengen dergelijke producten op de markt onder de naam “Kalfsfond” of “basis voor bruine saus”.

     

    Pers de sinaasappel uit en verdeel de overige sinaasappelen in partjes.

    Blus de braadpan van de eendenfilet met witte wijn . Kook los.

     

    Bereid op voorhand een donkere karamel met de suiker en blus deze met een klein scheutje azijn. Let op voor spatten!

     

    Meng de demi-glace met de deglaçage van de eend en met het sinaasappelsap, de karamel en een klein koffielepeltje tomatenpuree. Breng aan de kook en breng op smaak met peper en zout, laat nog een kwartiertje verder koken, voeg de cognac toe en giet door een zeef.

     

    Stel de dikte van de saus op punt door eventueel meer sinaasappelsap of witte wijn toe te voegen. Of bind ze bij met een beetje bruine sausbinder. Voeg de julienne van de schillen toe. Maar let op: de saus wordt bitter na langere tijd (s‘ anderendaags) na het toevoegen van de schilletjes.

     

    Dat heb ik weer eens goed aan boord gelegd vind ik, door een bestaand recept, wel geschreven door mezelf, gewoon te kopiëren. Dat ’s weer zoveel minuten uitgespaard.

     

    Deze eend word ook in plakjes gesneden geserveerd, overgoten met de saus en een paar opgewarmde stukjes sinaasappel er naast als versiering en eveneens rijst. Maar het mogen ook kroketjes zijn of hele fijne frietjes...

     

    Nog vragen ?

    Geen vragen ?

     

    Mijn beste wensen dan voor 2009 !

     

    Tot volgend jaar dan, same time, same station...

    27-12-2008, 00:00 Geschreven door Nicolay  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (14 Stemmen)
    Categorie:Gevogelte
    20-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Omelette Sibérienne
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Na alle vorige gerechten, die hieronder te lezen staan, blijkt bij controle dat er nog een dessertje ontbreekt.

    Soepjes, een gerecht met tongrolletje, en een kalkoen werden reeds geofferd op het kerstaltaar.

    Nog het dessert ontbreekt.

    Liefst één met zo min mogelijk werk en iets dat op voorhand kan gemaakt worden... werd gevraagd.

    Gans de week heb ik mijn hoofd lopen breken, waardoor een nu een barst in zit, wat is in godsnaam een goede oplossing???

    Desserten maken is veel werk, te moeilijk om maken omdat het te ingewikkeld is, je hebt er veel “gerief” voor nodig, er kruipt veel tijd in de bereiding, ze zijn dikwijls veel te zwaar en vooral als je als kok mee aan tafel zit, dat dessert komt altijd als laatste en dan wegen de loodjes reeds zwaar.

    Vermits ik maar één recept kan kiezen dacht ik aan een oude getrouwe die je nergens meer ziet, de “Omelette Sibérienne”. Afgezaagd !

    Doch we gaan er een vernieuwde versie van maken...en op voorhand klaar te zetten met niet al te veel werk.

    Belangrijkste toestellen die je nodig zult hebben :

    Een diepvriezer

    Een klopmachine maar met de hand gaat het ook.

    Het grootste werk kan je op voorhand doen, dus die klopmachine is eventueel wel ergens te leen... als je er zelf geen hebt.

    Verder heb je roomijs nodig en biscuit. Dunne plakken biscuit.

    We gaan onszelf niet in het zweet werken maar gebruik maken van de commercie. De lokale middenstand mag ook wat verdienen. Bestel bij de pasteibakker achter de hoek een plak biscuitgebak. Zo maar droogweg, geen afwerking... Twee centimeter dik...ongeveer...

    Eventueel te vervangen door een cake die je nadien in plakken snijdt.

    Mocht diezelfde patissier ook roomijs verkopen, schaf jezelf dan bij hem de benodigde hoeveelheid aan. Anders kan je die kopen in de supermarkt maar dat is steeds van dat bubbelijs, meer lucht dan wat anders en dat smelt zeer snel... liever een ambachtelijk ijs dus ! Met één liter ijs kun je, afhankelijk van de grootte van de porties, minstens een twaalftal personen van ijs voorzien, zelfs zestien. We hebben maar één bolletje ijs per persoon nodig. Of meer, maar dat moet je zelf weten...!

    De hoeveelheden die moet je zelf maar berekenen en zorg ook voor een uitsteekvorm. Een doormeter van 10 centimeter is ongeveer goed. Bij gebrek hieraan lukt het ook wel met een, uiteraard, leeg conservenblik waar zowel bodem als deksel uit gesneden zijn...

    Neem nu de lap biscuit of de plakken cake. Steek hieruit rondjes. Zoveel rondjes als er personen aan tafel zullen zitten. Plus enkele meer, je weet maar nooit!

    Leg deze op een plaat die in de diepvriezer gaat. Dit laatste is zeer belangrijk. Het zou niet de eerste keer zijn dat er op het cruciale moment tot de ontdekking gekomen wordt dat de diepvriezer net een ietsje te klein is. Of de plaat te groot.

    Dus bedek de plaat met een vel bakpapier of boterpapier. Leg de rondjes er op. Er moet een beetje ruimte overblijven tussen elk rondje biscuit of cake.

    Nu gaan we een méringue maken. Dat is gewoon stevig opgeklopt eiwitschuim.

    Per eiwit wordt ongeveer dertig gram fijne suiker genomen. Hoeveel eiwitten heb je nu nodig? Dat wordt een beetje natte vingerenwerk. Met vijf, zes eiwitten kom je al redelijk ver, voldoende voor een tien tot twaalftal omeletjes. Zorg er wel voor dat de eiwitten zeer zuiver zijn. Weeg de suiker op voorhand af. Neem fijne suiker ( S2 van Tienen, bijvoorbeeld) en geen bloemsuiker, daar zit zetmeel in en die zal er voor zorgen dat de eiwitten slecht opkomen.

    Begin met de eiwitten op te kloppen met een paar eetlepels van de suiker. Laat de machine traag kloppen en vermeerder de snelheid stilaan. Dat gaat vrij vlug hoor, na een tijdje heb je een massa schuim. Voeg nu de suiker toe, al kloppend, beetje per beetje, traagjes dus... Laat de machine nog enkele minuten goed doorkloppen. Nu zit er een soort witte kleverige stukadoorsplaaster in de kom.

    Nu snel verder werken en op elk schijfje biscuit een bolletje roomijs leggen.

    Misschien moet je daarvoor wel eerst een ijsschepper kopen ?..

    Doe de meringue in een grote spuitzak met een zeer grove spuitmond en bedek ieder bolletje ijs met een laagje eiwitschuim. ( Desnoods eerst eens trainen met een pingpongballetje en bruine zeep, op een boterham ?)

    Je kan spuiten in een spiraalvorm, of streepjes van onder naar boven spuiten ...of verzin zelf maar wat. Zorg er wel voor dat er nergens gaatjes te bespeuren zijn.

    Zo, de plaat met schuimpjes mag en moet nu in de diepvriezer. Desnoods drie weken... daar zit ‘em nu het voordeel, dit kan perfect op voorhand gedaan worden.

    Jingle bells, Jingle bells, en we gaan nog niet naar huis...

    Nu nadert het ogenblik dat de omeletjes op tafel moeten komen.

    Zorg eerst voor diverse vruchtjes... Rood fruit of enkele exotische vruchten. De markten worden er door overstroomd tijdens de eindejaarsperiode.

    Physalis, sterfruit, baby-ananasjes, dat zijn zeer decoratieve vruchten die meer moeten dienen als decor...

    Een paar aardbeien en kiwi’s voor de kleur, kijk maar wat er te koop is.

    Maak eerst al deze vruchten etensklaar en zet ze in de koelkast.

    Nu nog een sausje. Engelse room, crème Anglaise pour les Francophones, een coulis ( vruchtensaus) van frambozen of een andere lekker smakende vrucht. Een chocoladesausje? Allemaal te koop in de betere supermarkt of desgewenst zelf te maken. ( recept op aanvraag..)

    Zet nu de fles met likeur klaar, alhoewel dit niet echt moet... maar ’t is feest en BOB rijdt !

    Zorg er voor dat alle bordjes klaar staan op de keukentafel. Schik de vruchten zo elegant en frivool mogelijk op de borden. Doe zelfs de saus er al bij. Druppel een beetje zoete likeur op de vruchten, desgewenst.

    Schuif nu de omeletjes in een zeer hete oven. Maak je geen zorgen, het ijs zal niet smelten, dat zit mooi geïsoleerd door het onderlaagje van biscuit en de schuimlaag er rondom. Dus het verblijf in de oven mag echt een paar minuten duren. De schuimpjes krijgen nu een mooi bruin korstje, of zwart als je ze te lang in de oven laat, dus regelmatig controleren.

    Nu de omeletjes op de serveerborden leggen en let er daarbij op om ze niet met de vingers aan te raken, dat plakt enorm en de bruine laag zou kunnen beschadigd worden! Schep ze er daarom op met een spatel.

    Nu nog een plasje saus er op en ..opdienen!

    Vrolijk kerstfeest.... aan iedereen.

    ( En vreten op aarde, enzovoorts...)

    Op keukenverhalen een recept over hazenrug !

    20-12-2008, 00:00 Geschreven door Nicolay  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (23 Stemmen)
    Categorie:Nagerechten
    13-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nog wat soepjes
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Wat ik geleerd heb van de huidige Belgische politiekers, ’t is niet veel, maar: je moet je verantwoordelijkheid nemen. Als ze drie zinnen uitspeken is er minstens één keer bij dat zij hun verantwoordelijk zullen nemen.

    Wel ik ook !

    Ik heb beloofd om nog eens wat over soepen te schrijven, ik neem mijn verantwoordelijkheid, en ik doe het !

    De doorsnee Vlaming, en niet alleen Vlamingen, eten nog steeds graag hun soepke bij een maaltijd. Zelfs met een Kerst of Nieuwjaarsmenu mag daar absoluut een soep bij zijn.

    Voor de kok of kin van dienst is dit ook een voordeel, een soep kan op voorhand klaar gemaakt worden. Sommigen vragen zelfs of ze de soep in de diepvriezer kunnen stoppen,

    Zo kunnen ze nu reeds aan de slag.

    Dat gaat, natuurlijk, maar voor gebonden soepen moet men toch wel een beetje oppassen, de binding zou kunnen kapot gaan.

    We zullen eens overlopen welk soort soepen in aanmerking komen om bij een feestmaaltijd opgediend te worden.

    Roomsoepen, tomatenroomsoep ( met ballekes) is nog steeds de natte droom van vele...

    Een bisque, maar dat is niet zo simpel.

    Consommé’s voor als het chique moet.

    Er zijn nog andere mogelijkheden maar hier komen we al ver mee.

    Roomsoepen. Dit zijn meestal verfijnde groentesoepen die afgewerkt worden met room.

    Vanmiddag liep ik nog eventjes over de markt, ’t was wreed koud, ‘k ben niet lang gebleven maar toch lang genoeg om ergens een kraam te ontdekken waar ze asperges uit Peru verkochten voor één euro vijftig cent, per bot... Wel, om er een soep van te maken kan dat niet slecht zijn. Of ze anders ook goed voor zijn dat zal ik morgen weten.

    De favoriete soepen zijn nog steeds aspergeroomsoep, tomatenroomsoep, broccoli, komkommer en noem maar op, soep...

    Om zo een soep te maken, verpruts geen massa groenten aan de soep, zorg er voor dat ze haar naam eer aandoet en naar de groente smaakt die ze als naam gekregen heeft!

    Om een goede soep te maken heb je een goede bouillon nodig. Zo eenvoudig is dat. Voor soep is een gevogeltebouillon ideaal. Die is vrij neutraal van smaak en zal geen overheersende smaak geven.

    Als het is voor een feestelijke soep, maak dan eerst een sterke bouillon van een oude soepkip, met enige groente daarbij, een kruidenbosje en laat dat lang genoeg trekken. Een uurtje of twee.

    Van het overblijvende kippenkadaver kan nadien nog van alles gemaakt worden. Slaatjes, videekes, enz...

    Nu nemen we de groente in kwestie, asperges, broccoli, champignons, komkommer... en misschien enkele uien of één als het maar voor een beetje is...

    Van de groente halen we eerst een bergje mooie stukjes, het garnituur, er af. Van de asperges zijn dat de topjes. Van de broccoli een paar mooie roosjes, van de komkommer mooie stukjes, netjes of decoratief gesneden...

    Al de rest van de groente voegen we bij de bouillon, samen met eventueel een beetje gestoofde uien of wit van prei. Niets meer ! Laat koken tot de groenten gaar zijn. Normaal is dit gepiept binnen de twintig minuten.

    De stukjes groentegarnituur koken we apart gaar in een pannetje met water en zout.

    Als de soep gaar is gaan we ze mixen of door een ouderwetse passe- vite, een roerzeef, draaien.

    Nu zeer belangrijk, giet de soep door een fijne zeef. Daardoor verdwijnen alle vezeltjes en draadjes en harde stukjes. Wrijf de soep door de zeef met de onderkant van een pollepel. Dat is het verschil tussen een gewone soep en een klasse soep !

    Nu nog eens proeven aan de soep, peper en zout waarschijnlijk en laat je niet verleiden door daar allerlei kruiderijen zoals kerriepoeder, paprikapoeder of dergelijke in te gooien... Een goede roomsoep smaakt naar de groente waarvan ze gemaakt is en niet naar kruiderijen.

    Nu rest ons nog om de soep te binden. Dit kan met allerlei.

    Zelf gemaakte roux, roux uit een pakje, aangeroerde maïzena, enzovoorts.

    Indien je de soep wil invriezen, bindt de soep dan nu nog niet, doe dit op het laatste ogenblik. Een paar minuten voor het opdienen, tijdens het diepvriezen ontbinden de meeste van deze bindmiddelen... Zelf gemaakte roux blijft het langste stabiel...

    Nu rest er ons nog om de garnituur bij de soep te voegen, desgewenst mét het kookvocht als de soep nogal dik is. De room gaat er nu ook bij. Een goede verhouding is één deciliter room voor één liter soep.

    En één liter soep is absoluut voldoende voor drie personen, ook als nonkel Jules mee aan tafel zit !

    Voor tomatensoep gaat het ongeveer hetzelfde. Gebruik wel bliktomaten of tomatenpuree. Als garnituur neem je stukjes verse “geconcasseerde” tomaat. En ballekens als de klein mannen dat willen, of de vaders...

    Voor een champignonroomsoep zijn echt zéééér verse champignons nodig, anders wordt de soep onherroepelijk grijs, zelfs zwart.

    Nog een laatste iets, voor de foefelaars.

    Als je echt niet veel tijd hebt, of je hebt niet voldoende”goesting”. Neem dan een commercieel gemaakte soep van goede kwaliteit en voeg daar een vers garnituur aan toe.

    Welke pakjessoep van goede kwaliteit is, dat weet ik niet.

    Als je niet op de calorieën moet letten kan er een room en eierdooiermengsel bij de soep gevoegd worden. Dan hebben we een veloutésoep. Bijvoorbeeld een aspergeveloutésoep...!

    Chique, nee ?

    Let hier wel mee op want dat schift zeer gemakkelijk.

    Wil je het een beetje magerder doen maar toch romig, gebruik dan sojaroom...

    Gelijk welke soep mag voor het opdienen bestrooid worden met gehakte groene kruiden, desgewenst alleen peterselie.

    Een bisque is een beetje moeilijker, maar zo moeilijk is het nu ook weer niet.

    Je hebt er schaaldieren voor nodig. Kreeft, voor de kapitaalkrachtigen, levende krab, gamba’s, ongepelde garnalen, naargelang de capaciteit van je portemonnee ...

    Zorg er eerst en vooral voor dat je een deel van het inwendige vlees achterhoudt dat later de garnituur zal worden.

    Neem je grootste machete en hak alle schaaldieren in kleine stukken... bak deze stukken in een braadpan, in zeer hete olie, en dat hoeft geen olijfolie te zijn maar het mag. Als ze mooi rood geworden zijn voeg er dan in stukjes gesneden uien en wortelen bij, bak verder tot alles een zongebruind kleurtje heeft en blus met cognac. Dat resulteert een prachtig vuurwerk, let dus op voor de gordijnen... Blussen met een fles, een goed deel toch, witte wijn en visfumet. Dit laatste is in een onderstaand artikel al eens beschreven. Doe er een schepje tomatenpuree bij. De soep moet rood kleuren ! Die kleur komt niet van de schaaldieren maar van de tomaat..! Nog tijm, laurier en een greepje peperbollen, een goede snuif cayennepeper erbij, maar overdrijf niet, en laat dit nu een twintigtal minuten koken. Ook weer binden op de klassieke manier. Alles daarna door een fijne zeef steken en op smaak brengen.

    Het achtergehouden vlees van de beestjes maken we ook weer apart gaar in een beetje visfumet of een beetje van de soep en voegen dit bij de soep, juist voor het opdienen.

    Een scheut room en een drupje cognac of whisky, werken de soep af...

    Een consommé is hetgeen men vroeger vaak een sterk vleesnat noemde. Watersoep !

    Maar lekker. Het voordeel is dat een consommé niet bezwaart. Men eet er maar een klein beetje van en vroeger dacht men wel dat het een krachtige soep was maar in feite is het gewoon een lekker geparfumeerd water. ( met Chanel N° 5 )

    Ook hier hebben we weer een zeer sterke fond nodig. Van kip, van rund of kalf...

    En een product om die bouillon te klaren. Dat klaren lukt niet in een koffiefilter zoals sommige Hollandse keukenleuteraars en receptenkopieerders durven (over)schrijven.

    Daarvoor hebben we een klarende substantie nodig die bestaat uit vlees, fijn gesneden groente, kruiden en wat eiwit. Foutief wordt dat een clariffe genoemd... Maar daar gaat het nu niet over.

    De koude goed ontvette fond wordt gemengd met die “clariffe” en voorzichtig aan de kook gebracht. Daarna mag het soepje een uurtje of twee trekken en dan zeven we ze door. Het resultaat zal een mooie heldere amberkleurige consommé zijn. Ook hierin gaat een garnituur. Dit kan werkelijk van alles zijn... Stukjes vlees , groente, ei, kaas, deegwaren.... Zelfs stukjes bladgoud voor zij die geen Fortis aandelen hadden...

    Ik weet het, het is allemaal nogal kort beschreven maar indien je meer wil weten stuur dan een mailtje en ik zal wel een antwoord geven. Of plaats je vraag gewoon bij reacties, zonder prentje daarbij. Want wie dat wel doet krijgt geen antwoord !!!

    Hier staan nog links naar soepen ;

    Soepgarnituren

    Eenvoudige soepen

    Soep maken

    Nog soep

    Uiensoep

    Consommé

    Garnalensoepje

    Bisque

    Vissoep

    Dus keuze te over denk ik...

    Geef ook maar een suggestie voor volgende week ! Dat bespaart mij veel denkwerk!

    En voila, ik heb mijn verantwoordelijkheid genomen !


    Kijk ook eens bij keukenverhalen. Er staat een receptje voor hazenstoverij. Hazenpeper.

    13-12-2008, 00:00 Geschreven door Nicolay  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (15 Stemmen)
    Categorie:Soepen
    Foto

    Hoofdpunten blog keukenverhalen
  • Nog een kikker
  • Separatorvlees
  • Amerikaanse worsten.

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Foto

    Gastenboek

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek



    Categorieën
  • Aardappelen (12)
  • Bakken (12)
  • Confituur (13)
  • Culinaire geschiedenis (21)
  • Diversen (97)
  • Dranken (13)
  • Eieren (7)
  • Foie gras (2)
  • Gevogelte (25)
  • Groenten (62)
  • Humor (soms) (16)
  • Kaas (11)
  • Kalfsvlees (3)
  • Konijn (5)
  • Kruiden/specerijen (10)
  • Lamsvlees (6)
  • Meer groenten (7)
  • Nagerechten (35)
  • Paddenstoelen (11)
  • Pasta en rijst (8)
  • Rundvlees (10)
  • Sausen (22)
  • Schaaldieren (16)
  • Schelpdieren (20)
  • Slachtafval (7)
  • Soepen (22)
  • Technieken (22)
  • Varkensvlees (8)
  • Verhalen (42)
  • Visbereidingen (30)
  • Vissen (31)
  • Vlees divers (34)
  • Voorgerechten (15)
  • Vreemde keukens (48)
  • Vruchten (17)
  • Wijn (3)
  • Wild (6)
  • Zo maar recepten (46)

  • Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!