Dadaa
Dat riep een buurvrouw tegen haar man, toen ze de woning verliet. Tegenwoordig wordt het gewone maar korte dag soms verlengt tot da-aag, (do-si..), nu dus vervangen door da-daa (fa-mi
). Zoals je ziet heb ik tussen haakje geprobeerd de juiste klank weer te geven, hoewel ik geen instrument heb om het te testen, dat terzijde.
Een mens vraagt zich toch af waar het allemaal vandaan komt. Dada, is voor zover ik weet een van de eerste woordje die een kind kan zeggen, tezamen met mama en papa. Terwijl we vroeger zegden, dag jan of dag mieke zeggen we dus nu, dadaa hoeven we de naam er niet meer bij te zeggen, het past voor iedereen , wat gemakkelijk is, en het klinkt liefelijk.
Verkleuterde taal wordt nog al eens gebruikt tegen een kleuter die nog moet leren spreken. Ik heb dan ook veel respect voor de kleuter, die een taaltje hoort van moujoumejoumejoume, of de variant jamajamajamajama of nog dadadadadada toch nog behoorlijk Nederlands leert.
Waar ik ook danig plezier in heb, ik heb nogal wat kinderen in de buurt, dat de ouders tegen elkaar het Brugse dialect spreken, en met een vernederlandste versie ervan zicht tot de kinderen richten; het type van de opvoedende ouder, die het beter voor zijn kind wil, niets op aan te merken natuurlijk, maar het is wel komiek.
Niet alleen is de gesproken taal aan het verkleuteren, maar ook de geschreven taal is naar mijn gevoel danig op zijn terugweg. Vroeger schreef ik aan Jan Beste Jan of als het een vrouw was bijvoorbeeld Lieve of Liefste Mieke. Dat Beste of Lieve is nu te slijmerig, het moet zijn He Jan of Hoy Mieke. Direct voor zn raap zeg maar.
Ik vraag mij af of kinderen op school eigenlijk nog wel leren schrijven, of correct leren spreken. Taal is toch bij uitstek de manier om respectvol met elkaar om te gaan. Taal heeft een waaier van mogelijkheden, maar taalgevoeligheid moet men aanleren.
Ik zie kinderen toch niet echt respectvol met elkaar omgaan, hoe brutaler hoe beter en dat vertaalt zich ook naar volwassenen toe. Nu moet ik oppassen om niet te preken, ik ben zelf ook wel eens brutaal of scherp uit de hoek gekomen, en gelukkig kunnen we dat via taal en zonder vuisten, maar dan wist ik wel dat dit niet hoorde. Zegt men nog wel eens tegen een kind
dat hoort en dat hoort niet?. En als een kind vraagt, waarom niet kunnen we dan iets meer vertellen dan daarom niet.
Taal is wel een levende materie en zal altijd onderhevig zijn aan verandering, maar versimpeling of verkleutering is toch geen goede zaak. Wie geen inspanning kan doen voor zijn taal, doet ook geen inspanning voor zichzelf en zal nooit ontdekken hoe een geslaagde inspanning gelukkig maakt.
Vroeger, toen de dieren nog spraken, zei men met de hoed in de hand komt men door heel het land. Men bedoelde wie beleefd en hoffelijk is, die kan het ver brengen.. Vandaag zou ik zeggen, een goed taalgebruik is een opstap in de maatschappij.
|