Er was een aanbieding voor fricassée de poulet, echte boerderijkip uit de Ardèche! Samen met vier kippenpoten voldoende om een voorraadje te maken voor de diepvries. Wij eten de fricassée op brood. Maar het is ook mogelijk om er een hoofdmaaltijd van te maken met b.v. witte rijst.
Er waren Nederlandse champignons, maar die zagen er niet meer zo geweldig uit. Ik heb gekozen voor de Franse champignons de Paris, die met de hand geplukt zijn, waardoor het voetje er nog aanzit. (zie de foto’s/bijlagen)
Verder is er nog nodig:
2 uien, wat bladselderij, prei, winterpeen, een bouquet garni (rozemarijn, tijm, laurier en peterselie), verse zilveruitjes, 1 citroen, boter, 50 gram bloem, 150 ml room, zout naar smaak en witte peper.
Ik bezit een mooie grote ovale braadpan, die in het midden op het fornuis op de langwerpige pit past.
Alle braadstukken en de kippenpoten even aanbraden in de pan. Hiervoor gebruik ik beurre salé, dan hoeft er geen zout meer bij de kip. Verder witte peper gebruiken voor over de kip. Als alles is aangebraden, er 1 liter water bijvoegen, een blokje kippenbouillon toevoegen, het bouquet garni en de gesneden groenten.
Laat de kip met de groenten eerst goed doorkoken, daarna temperen en op een laag vuur drie kwartier met het deksel op de pan laten koken.
De voetjes van de champignons afsnijden en de aarde van de champignons afvegen. Verdeel de grotere champignons in vieren, de kleintjes kunnen er zo bij. Braad ze in een koekenpan met een klontje beurre salé en voeg wat peper toe. Voeg het sap van een citroen toe, hierdoor worden de champignons mooi wit. Schep ze goed om, zodat alle champignons van het citroensap kunnen profiteren. Leg een deksel op de pan en wacht totdat de champignons helemaal onder het vocht staan. Draai het vuur uit.
Smelt een klontje boter in een koekenpan en voeg de schoongemaakte zilveruitjes toe met wat peper. Schep even goed om en voeg wat kippenbouillon toe, zodat de uitjes net onder de bouillon staan. Zet het vuur hoger en schud regelmatig totdat alle vocht is verdwenen, dan zijn de uitjes gaar. Haal ze van het vuur af.
Maak een roux in een pannetje met een anti- aanbak laag. Neem hiervoor 50 gram boter en voeg 50 gram bloem toe. Bak dit even aan, totdat de roux gaar is. Zorg dat de roux mooi blank blijft en haal het pannetje van het vuur.
Na de drie kwartier de kip uit de bouillon halen en laten afkoelen. Haal het vlees van het bot. Verwijder het vel en het kraakbeen. Het vlees in niet te kleine stukken verdelen. De bouillon door een zeef gieten. De groenten en kruiden niet meer gebruiken.
Voeg wat bouillon aan de roux toe, zodat deze nog dik blijft. Het vocht van de champignons toevoegen en de saus zacht laten koken. Wanneer de saus te dik is, nog wat bouillon toevoegen. Voeg tot slot het vlees, de zilveruitjes, de champignons en wat room toe. Breng eventueel nog verder op smaak met zout en peper.
Voor twee personen hebben we voor de diepvries een opbrengst van zes zakjes.