2.6.4.4 Jan en Joke; deel van Jezus plan om mensen te redden uit moeilijkheden door eigen toedoen en door toedoen van anderen
De domme diefstalletjes van Leontien van Oosterlaak Wat leuk van de week, die kaart van Jan en Joke. De idee hè? Een samenwoning omzetten in een huwelijk. Juist zij. Het gebeurt natuurlijk wel meer, maar van hen had ik het tot voor kort nooit verwacht. Ik zag ze van de week nog, plaagde: Zeg Jo; trouw je nog in het wit ook? En weet je, wat ze zei? Reken maar van yes. Het was stil aan de kassa, er was even tijd voor een praatje. Ik zei, totaal verbouwereerd: Maar Joke; dat kan toch helemaal niet. Iedereen weet, dat je twee jaar samen hebt gewoond. Sommigen weten, dat je daarvoor jaren met een ander was. En dan in het wit! Voor mij mag het hoor, maar een heleboel mensen zullen zich bescheuren. Luister, zei ze: Het was vroeger mijn ideaal om in het wit te trouwen. Ik heb gehuild bij het idee, dat het niet meer kon. Maar nu is Jezus in mijn leven gekomen. Hij maakt alle dingen nieuw (Op. 21:5). Ik heb gebroken met wat er in mijn leven verkeerd was. Dat is van mij genomen. Ik heb er niets meer mee te maken. Dus: in het wit om van Hem te getuigen. Hij heeft immers de superwaskracht, die jullie niet hebben in al jullie rekken, om schoon te maken, wat vuil was (1 Joh. 1:7).
Nu zullen jullie zeggen: Praten jullie zo vertrouwelijk met elkaar? Ja; sinds die geschiedenis met het tientje, dat ze teruggaf (2.5.8.4), is alles tussen ons veranderd. Ik wist, dat zij het mij door de neus had geboord, maar wat zij niet weet, was dat ik mijn baas soms ook wel wat lichter maakte. Die nacht, nadat zij dat tientje achterovergedrukt had, heb ik het zo te kwaad gehad. Ik zag opeens, dat ik terugkreeg, wat ik zelf deed (Hos. 8:7). Ik was een bedriegster, die ook weer bedrogen werd. Ik ben van schrik met mijn kruimeldiefstallen opgehouden. En een paar weken later was er een controle vanwege het hoofdkantoor. Een andere caissière werd betrapt en ik kreeg een pluimpje als de eerlijke Leontien.
Begrijp je nu mijn verwarring, toen zij dat tientje nog terug kwam brengen ook. Later zijn we vriendinnen geworden. Zij vertelde frank en vrij van haar geloof. Ik heb er verder over nagedacht: dan is er misschien echt wel een God, Die me liefheeft, Die me laat schrikken en zo laat ophouden met stelen. Maar dat andere meisje dan, dat tegen de lamp liep. Had God die dan niet lief? Daar kwam ik niet uit. En ook niet uit de volgende gedachtegang: misschien zou ik het allemaal eens aan mijn baas moeten vertellen, net zoals Joke bij mij opbiechtte. Nee, dat doe ik niet. Wat voor haar gemakkelijk was, is voor mij moeilijk; mijn baan kan er mee gemoeid zijn. Nee; dat potje laat ik maar dicht. Maar in ieder geval: Joke in het wit. Wildeman Jan in een gedistingeerde grijze smoking. Dat moet ik zien!
Hoe aan Piet en Ans Willems nu eindelijk eens niet de zwarte piet werd toegeschoven Wel; dat gaat een reis worden: woensdag 3 februari. Ik had mijn wagen volgeladen: met de vier kinderen behoorlijk vroeg in de auto naar Amsterdam. Ik heb al een stadsplattegrond gekocht om direct de weg te kunnen vinden. Het is gewoon feest bij ons. Ans loopt de hele dag te zingen. Zo even riep ze nog: Piet, ben je ook zo blij! Onze Joke, die de Heer heeft gevonden en Jan ook en nu die fijne orde van een huwelijk. Het kan haast niet waar zijn. En toch: er zijn slechte tijden en er zijn goede tijden (Pr. 3:. Dit wordt een goede tijd. Nu ze gaan trouwen, krijgen ze misschien ook wel durf om te denken aan kinderen krijgen. Dan worden we nog opa en oma ook!
Ik gun het haar zo. In de afgelopen jaren was er soms veel bitterheid in de beker, die wij in dienst van de Heer hadden te drinken (Matth. 26:39). We hebben jaren als oudsten gewerkt in een gemeente vol met balsturige, vreemde mensen, die onze kinderen choqueerden. Zo is Joke eigenlijk weggegaan en later Gerard. Monica stond ook al op het punt om te verkassen. Toen kwam er in die gemeente opeens een scheuring. Geloof me of niet: Ans en ik kregen de zwarte piet toegeschoven. Het was onze schuld, zei men. Dat was al eens eerder gebeurd. Wij zeggen wel eens zuinigjes tegen elkaar: Het zal onze bediening wel zijn om telkens als de zondebok de woestijn in te worden gestuurd (Lev. 16:21). Ditmaal echter draaide het zo vreemd, dat wij opeens overal uitgediend waren. Zo zout hadden we het toch nog nooit gegeten. Maar: we zijn ook hierdoor heen gekomen. Na eerst een tijdje treuren en wonden likken, zijn we begonnen, ons gezin meer aandacht te geven en familiebanden aan te halen. Monica vond de sfeer zo verbeterd, dat ze thuis bleef. Gerard kwam weer thuis wonen. Met Joke echter werd de verbinding nooit meer hersteld. Goed; ze wipte nog vrij geregeld aan zonder Jan dan maar contact van hart tot hart was er niet. Wel bleef ze een band houden met haar jongste broer. God is echter God; na zuur volgt zoet, te beginnen met dat telefoongesprek (2.5.8.6). Nog even over die abrupte beëindiging van ons gemeentewerk; eigenlijk een blessing in disguise.
Weet je, ik heb me nog een hele tijd schuldig gevoeld, omdat ik niet meer zoveel voor de Heer deed als in de tijd, dat ik oudste was. Tot de idee bovenkwam, dat God niet wilde, dat ik mijzelf ging beschuldigen. Ik leerde de toestand te aanvaarden zoals die nu eenmaal was (Job 2:10). Dat was goed voor mijn gezondheid. Ik leerde alles, wat me dwars zat, nog meer aan God toe te vertrouwen (Ps. 37:5).
Tot op de dag van vandaag bid ik om weer een nieuwe vorm van activiteit voor Jezus. Ik zoek er ook echt naar. Het komt je niet aangevlogen. Ik klop op Gods deur, want de weg naar een nieuwe bediening ligt niet zonder meer open (Luk. 11:9). Treuren om het feit, dat ik buiten spel ben gezet, doe ik echter niet meer. Samen met Ans houd ik lange vakanties; de verhouding met de kinderen en verdere familie is verbeterd. Eigenlijk zijn dit dagen van voorspoed, waarin wij genieten van het goede (Pr. 9:9). En 3 februari: het is weer één van die fijne hoogtepunten, die we gaan meemaken.
Wij zijn door deze gebeurtenissenreeks zo getroost. Het is net, of de Heer ons toelacht: Pechvogeltjes, onderhondjes: Ik vergeet jullie niet.