Wat ben ik toch blij, dat ik toen de goede keus deed. Die strijd van toen om die eis van God te verwerken. Eindelijk, de doorbraak: het belijden: Het is goed, o Almachtige, laat het nieuwe wezen dan meer boven ons geplaatst worden Toen: de vreselijke scheiding van de geesten en de vernieling van de planeet. Daarna de opbouw, de uiteindelijke schepping van de mens; zijn val en daarna de steeds op en neer golvende strijd om de mens. Ik heb de mensen leren liefhebben, steeds meer. Altijd maar door trachtte ik het vertrapte overeind te helpen. Wat heb ik meegestreden om toen aan die jonge priesteres in Zuid-Amerika het licht te brengen. Wat een overwinning om die ziel vanuit dat vernederde, vernietigde, verkoolde lichaam te mogen brengen in de veiligheid (1.8.4). God wil de mensen met zijn Heilige Geest geestelijk bevruchten, Hij wil hen heel maken en heerlijk. Ik heb geleerd, hetzelfde te willen als God. Zij boven ons. Zij kinderen, wij bedienden. Het doet geen pijn meer, de gedachte veroorzaakt vreugd. Maar: het lukte niet. Het bleef bij een overwinning hier, een victorie daar. Algehele verloedering konden wij voorkomen, meer ook niet. De basis voor de tegenaanval echter bleef. Jezus kwam, zag en overwon. Ik heb zijn strijd kunnen volgen, adembenemend, onvoorstelbaar. Ik heb die strijd kunnen waarnemen, totdat de nacht zich drie uur lang spreidde over dat gedeelte, dat niet te bevatten was. Toen die woorden: Het is volbracht Daarna werd alles anders. Het werd: veel nederlagen, eeuwen van neergang, maar toch: een steeds groeiend leger van mensen, die gingen ontdekken, wie ze waren in Christus. We winnen we winnen; ik begin aanvoerders te ontdekken onder die zich bewust wordende mensen, officieren voor onze engelen-detachementen.
Al eeuwen lang heb ik als werkgebied een sector van een grote stad in een land met de mensennaam: Nederland. Schreeuwschrik is de agent van satan in dat gebied. Een heel harde jongen met geslepen raadgevers, adviesbureaus in menigte, verbindingslieden, rechtstreeks met de districtscommandopost; kortom: de duivelse greep op die hele frontsector is prima georganiseerd. Wij engelen echter, winnen ook daar aan kracht. Dat blijkt op dit ogenblik in een segment vol met aardige jongelui vol sluimerende mogelijkheden. Er is daar een vrouw, die uitgesproken officierskwaliteiten heeft: Ilona Verhoeven. Maar ze zou ook officier kunnen worden in het tegenleger, dat de duivel aan het vormen is. Daarom is de strijd om haar ziel ook zo verbeten. Echter: voor Lien Smid zetten we ons toch ook hard in en Carla van Zoelen ligt ons al even na aan het hart.
Ik heb ze zo lief: Kees Ruitenbeek en Leontien van Oosterlaak en al die anderen. En ik weet, dat via al mijn helpers, raadgevers en verbindingslieden de liefde van God en Jezus uitgaat naar Helma Huigen en Jeroen Westhoven en Corry Bakker. En op dat belangrijke, heerlijke front bereikten we toch een penetratie !!! Jan Donker en Joke Willems waren de meest bereikbaren. Hun ouders baden onophoudelijk, krachtig, volhardend. Op de draagkracht van die gebeden kamen we soms vlakbij. Toen maakte de vijand die grove fout hij bracht ze voortijdig tot wanhoop en in hun diepe angst werden ze toegankelijk voor de krachten van Gods licht en liefde. Het hele veld is nu in beweging: we hebben zelfs toegang tot Ilonas brein. Voortdurend vergaderen we in juichstemming. Het schadeherstel bij Jan en Joke vordert goed; alleen die hartstocht bij hem voor vrouwen; die sluimert nu, maar dat blijft goed uitkijken.
Bij Lien en Helma en Carla is het eerste renovatiewerk gestart, rond Ilona is de strijd fel, maar de vijandelijke linies liggen zwaar onder vuur. O; ik ben zo blij; nu al; al die kostelijke mensen te zien veredelen; wat zal dat dadelijk worden, wanneer Gods rijk barstensvol loopt met koningen, wanneer elk engelenregiment volledig van mensenkader is voorzien. En: we gaan op pad naar steeds groter vreugde.