Daar zit je dan met Klankvol, uitgerekend met Klankvol in één gedachte. Gelukkig wél allebei in een afzonderlijke 'overweging'. Toch, allebei: projectbegeleider. Nu ja, het is niet ónjuist. Ook híj is, op zijn beklagenswaardige, jammerlijke manier een 'projectbegeleider'.
Maar wát een verschil; wíj, de 'getrouwen'-onder leiding van 'de Onuitsprekelijke'- houden de mens wég van de plek, waar hij niet hóórt. Nérgens hoort hij, arrogant beest dat hij is. Tussen de koeien en de honden is zijn plaats, daar beneden zelfs. Waar doet echter dat walgelijke wezen een greep naar?! Naar de wereld van de geest; dáár probeert hij binnen te komen onder leiding van de 'vervaarlijke tegenstander'.
Wíj helden van de waarheid- duwen hem terug: aan óns moet hij ondergeschikt blijven. Wat doet Klankvol?! Hij promoot die mens. Als de armzalige kruiper, die hij is, wíl hij niets liever dan ondergeschikt worden áán de mens. En de energie, die hij met zijn brainstormgroep dáárin stopt ongelooflijk huiveringwekkend. In zijn geborneerdheid, in zijn vechten voor een kwáde, verloren zaak, is hij zo doortrapt en gemeen slim.
Ja; die strijd in Amsterdam hè; in het Jan- en Joke-segment van mijn sector.
Ilona Verhoeven: een belangrijke overwinning. Het versterkte denkteam is er in geslaagd haar in veiiligheid te brengen. Een heel knappe prestatie van Wreedworg. Hij heeft wél het zwaarste wapen, dat wij hebben, in de strijd moeten brengen. Er is een soort mensen aan het groeien, dat zich bewust wil bedienen van óns. Zij hebben wel onze kánt gekozen, maar niet als onze sláven. Soms lijkt het wel, of zij onze méésters zijn (1.5.5.). Dan kunnen wij gewoon maar opdraven op hún wens (Op. 13:13). Zij wachten nog op hun grote leider, óók een méns (Op. 13:11)!
Wanneer díe komt zal er een soort coöperatie ontstaan. Wij zullen dan toch mensen moeten aanvaarden in een soort machtspositie (Op. 13:2-12), níet als onze marionetten. Maar ja, dat zijn beslissingen op het hoogste niveau (Op. 13:2) het zou mij nu ook te ver voeren om daar breed op in te gaan.
Kort en goed; de vijand heeft mensen op aarde vól gemaakt met zijn geest. Er zijn nu ook mensen op het slagveld, vol met ónze geest (Op. 13:15).
De vijand laat zijn gemeente, zijn leger groeien. Onze grote Meester heeft óók een gemeente, óók een leger (Op. 13:15). En iemand uit dat leger heeft Ilona geworven als rekruut. Prima werk. Klankvol dacht haar te hebben gewonnen, maar hij heeft ze juist tégen gekregen. Hij zal lól van haar gaan beleven. Merkwaardig was zijn wat aarzelende opstelling. Toen ze weggeleid werd, keken hij en zijn team bedremmeld toe. Ik had wat meer actie verwacht.
En verder:
Jan Donker: houd je niet tegen op dit ogenblik. Wreedworg wil hem ooit eens laten vallen door middel van die dochter van Vonk. Dat is echter een plan, dat járen in beslag gaat nemen. En Klankvol heeft al kans gezien om Joke een hint te geven.
Ik ga nu eerst de frontberichten maar eens verzamelen en comprimeren tot een memo. Het gevolg van mijn onvoorzichtigheid is, dat ik geregeld op rapport moet bij Olieglad, die veel van mijn macht heeft ingepikt. Een snertkarwei: men kan de zaak wel wat geflatteerd voorstellen, maar hij loopt daar niet in het memo dus maar.
Ab en Nel van Baan: Onder duidelijk vuuroverwicht hebben wij ons hier teruggetrokken. De knechten van Klankvol onder leiding van Denkdurf hadden Ab in een positie gebracht dat hij Jan wel móest ontmoeten. Het werd een naar gesprek. Jan is een kwade kracht aan het worden. Joke sleepte Nel door ons leuke plan rondom die vergeten afspraak heen. Er was een verschrikkelijk trommelvuur van gebeden. Daardoor werd linie na linie even vrij snel doorbroken. Rot, heel rot om het te moeten toegeven, maar Ab en Nel zijn door de bocht gegaan. Definitief verloren positie ach, wat heet definitief. Toch jammer, dat wij dit punt althans voor het ogenblik- moesten prijsgeven.
Lien Smid: ze had nóóit naar Spanje mogen gaan. Onze krachten dáár kenden het geval niet voldoende. Zij konden geen tegenspel bieden, toen de coördinatie in het vijandelijke kamp zo gesmeerd verliep. Wéér die gebeden rondom haar. Dáárdoor was de samenwerking bij de overkant zo prima. De verraders in Spanje hadden een sluitend plan uitgewerkt met die Erik. Welk perspectief hij misschien eens ooit biedt nu bracht hij in ieder geval trammelant.
Ook in dit geval staan wij op verlies.
Wout en Suzan de Waal: zij horen niet in dit segment, nauwelijks in de sector. Zij wáren al in het Klankvolkamp, maar konden worden ingedeeld bij de 'ongevaarlijken'. Maar door allerlei contacten met 'de valse kant' zijn ze bezig, gevaarlijk te worden.
Carla van Zoelen en Kees Ruitenbeek: verdeelde resultaten. Kees is vast in onze handen. Mooi uit de omsingeling door Klankvol bevrijd. Die kréég al greep! Maar wíj hebben deze jongen als een brandhout uit het vuur gerukt. Over hem behoeven wij ons nooit, nooit meer zorg te maken. Die loopt wel met vaste tred als safe zondaar het pad naar het rijk van onze-vader-hier-beneden.
Maar Carla, stomme, gekke, gefrustreerde Carla; een hoop van die 'Christenen nieuwe stijl' er om heen en maar bidden en maar hand opleggen en de jammerbarende naam maar noemen we hebben een heel vers regiment aan de reserves moeten onttrekken! Veel van onze werkers moesten met verlof, sommigen werden voor lange tijd uitgeschakeld (Luc. 8:31), verschillenden hadden gewoon frontkolder (Matt. 8:29) Carla ging óók in de vernieling.
Leontien van Oosterlaak: fijn werk van Slijmsluw met zijn stoottroep. Brachten haar in contact met Karel. Die heeft een zeldzaam vermogen om op de goede ogenblikken de verkeerde dingen te zeggen. Een uitstekende confrontatie! Een goede nazorg ook,m et een prima, nauwelijks geïnfecteerd exemplaar uit haar milieu. Hinderlijk tegenspel van Jan. Maar toch een zaak, die over kan naar het opbergsysteem: redelijk gemakkelijke gevallen.
Karel Hartog: Liet zich goed gebruiken in de zaak Leontien. De vijand besteedt echter een overtrokken aandacht aan deze slappeling. Typisch mismanagement: vermorsen van energie op onbegrijpelijke schaal. Laat hem nota bene coachen door Niels en Lucy de Jong.
Hoe bestáát het: deze zeer agressieve, verbeten commando's inzetten voor dit zachte ei. Wel, ze doen maar: laat hun topkrachten maar bezig zijn. Karel, die wie is nou Kárel! Klankvol draaft zich ook al het vuur uit de sloffen. Moedigt hem aan om naar bepaalde kringen toe te gaan. Maakt hem opmerkzaam op een baan de uitslover.
Wanneer de vijand energie verspilt aan een volslagen onbenul, doet kip-zonder-kop Klankvol dapper mee. Voorlopig zit Karel 'daarginds'. Maar dat doet mij nu helemaal níets. Ze mogen hem hebben: die non valeur.
Tja, en dan Jan Donker nog eens hè. Ik moet zeggen, we hadden een verrassing voor hem. Rond dat ontslag hadden wij toch iets áárdigs opgebouwd. Maar hij snééd er doorheen. Nog even dacht ik:
"Ja, daar gaat ie."
Toen hij thuiskwam, dat gejammer tegen Joke: gaaf, heel gaaf.
Maar zíj weer met haar bidden; en alles, wat zij verder nog in petto had; een spelletje, beetje verwennen, raad geven, liefkozen. O, die vermaledijde 'zachte krachten': om éng van te worden. Nee, voorlopig is hij onbereikbaar. We blijven alert, maar moeten betere tijden afwachten.
Joke: ik mag ronduit zeggen:
"Een regelrechte rámp, die meid."
De vijand zet haar overal in.
Er gaan onzerzijds berichten naar Zeeuws Vlaanderen en Friesland om te waarschuwen, dat zij er aankomt. Het hélpt niet; onze troepen daar worden overklast door de regionale verraders, die een briefing van Klankvol hebben gehad. Ina komt in haar klauwen en Astrid. De situatie rond die twee wordt duidelijk slechter.
Wel, dat wás het: snikken en grimlachjes, maar: wij géven partij. De vijand heeft een zware aanval ingezet. Klankvol heeft oneerlijk veel versterking gehad. Maar de inzet van mijn overbezette strijdmacht is totaal: wij houden stand!
De mens blijft een lastig wezen met peilloze afgronden, waaruit de meest vervelende verwikkelingen kunnen ópkolken. In die troep zwelgen Klankvol en zijn gang. Wij getrouwen- worden er dikwijls onaangenaam door verast.
Daarom moet je zo'n memo ook met een ruime voorzichtigheidsmarge nemen. Neem nu bij Leontien de term 'nauwelijks geïnfecteerd' ik vóel het: Olieglad gaat mij daarop pakken:
"Zo dácht je dat. Laat mij je dan zeggen, dat jouw ondergeschikten honderdmaal beter Rob hadden kunnen nemen dan Richard."