Damiaanactie spoorde in 2004 ruim 231.335 nieuwe patiënten op
BRUSSEL (KerkNet/Damiaanactie) - 'Grootste Belg' pater Damiaan blijft de inspiratie voor de Damiaanactie. Dat was ook het voorbije campagneweekend van de Damiaanactie, duidelijk te merken. Op verschillende plaatsen werden de traditionele stiften verkocht en de campagne was, onder meer met een opvallende reclamespot, de voorbije dagen ook nadrukkelijk aanwezig in de media. Rigo Peeters van Damiaanactie toont zich in een eerste reactie erg tevreden over het voorbije campagneweekend. De actie zou tien procent meer hebben opgebracht dan vorig jaar: "Ik heb de indruk dat de fierheid rond Damiaan als 'Grootste Belg' de actie ten goede komt (.) De medewerkers voelen zich daardoor gesterkt en ze worden ook goed ontvangen door de mensen." Dit jaar werd speciaal aandacht gevraagd voor India. Tijdens het campagneweekend werd eens te meer benadrukt dat 40 euro volstaat om een lepra- of tuberculosepatiënt te genezen. "Met dat bedrag kunnen medische teams van Damiaanactie een zieke o psporen en genezen, een leprapatiënt die verschrikkelijke verminkingen besparen, een tuberculosepatiënt het leven redden (.) In beide gevallen kan men hoop en menswaardigheid teruggeven aan een patiënt en zijn familie."
Sinds 1964
Pater Damiaans bezorgdheid voor melaatsen lag in 1964 aan de basis van de Damiaanactie. "Dit voorbeeld van Damiaan verplicht ons bij Damiaanactie om de juiste koers aan te houden. Damiaanactie blijft zich aldus inzetten voor de armsten, ongeacht hun godsdienst, hun huidskleur, hun nationaliteit. Damiaanactie vecht, soms in zeer moeilijke omstandigheden, om de meest behoeftigen te verzorgen", aldus de organisatie. Sinds haar oprichting werden al miljoenen zieken genezen, in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. In niet geringe mate dankzij de vrijgevigheid van de Belgische bevolking. Ons land zorgt elk jaar voor de helft van de benodigde fondsen. Dat stelt de organisatie ook in staat haar onafhankelijkheid te bewaren. De droom van de Damiaanactie is ooit overbodig te worden, maar daar is ze nog lang niet aan toe: "Tuberculose maakt nog jaarlijks 8 à 10 miljoen slachtoffers, hiervan sterven er 2 miljoen (elke 15 seconden sterft er 1 patiënt!). Lepra teistert meer dan 400.000 personen per jaar. Medische teams van Damiaanactie zijn dagelijks in de weer om nieuwe patiënten op te sporen en ze te verzorgen. In 2004 werden er 231.335 nieuwe patiënten opgespoord en behandeld: 60.836 leprapatiënten, 168.428 tuberculosepatiënten en 2.071 leismaniasis-patiënten (ook berglepra genoemd)."
Leprabestrijding in India
Tot op vandaag komt nog steeds het merendeel van de opgespoorde en behandelde patiënten uit India, het land dat het meest geteisterd wordt door deze eeuwenoude ziekte. Daarom was het als het ware vanzelfsprekend dat opnieuw gekozen werd voor India: "Het jonge meisje op de campagneaffiche heet Abineya en woont in Zuid-India. De grote vlek op haar wang is een symptoom van lepra. Abineya werd op tijd ontdekt door de medische teams en kan zo de reddende behandeling op tijd starten. Kostprijs van deze behandeling? 40 euro!"
Dankzij u
In het spoor van Pater Damiaan kan iedereen een beetje 'Grootste Belg' worden. Dat kan onder meer ook door een gift over te maken op rekeningnummer 000-0000075-75 van de Damiaanactie. Giften van 30 euro of meer geven recht op een fiscaal attest. Meer info: Damiaanactie, Leopold II-laan 263 in 1081 Brussel, website: www.damiaanactie.be.
Publicatie van een encycliek is niet uitzonderlijk!
PUBLICATIE VAN ENCYCLIEK IS NIET UITZONDERLIJK
BRUSSEL (KerkNet/CWN) - Vandaag publiceerde paus Benedictus XVI zijn eerste encycliek. Naar de publicatie werd met grote belangstelling uitgekeken, omdat het de eerste encycliek is van de paus. Toch is de publicatie van een encycliek niet zo uitzonderlijk. Paus Joannes Paulus II publiceerde er tijdens zijn lange pontificaat niet minder dan veertien en in de loop van de kerkgeschiedenis werden er al 294 gepubliceerd sinds Benedictus XIV, die paus was van 1740 tot 1758.
Rondzendbrief
De term encycliek is ontleend aan het Grieks en betekent circulaire of rondschrijven. Het officieel, meestal in het Latijn gesteld, pauselijke schrijven richt zich in eerste instantie tot de bisschoppen uit de hele wereld of in enkele gevallen van een bepaalde regio. De encycliek richt zich tot de katholieke wereld (bittere encyclicae) of het episcopaat van een bepaald land (epistolae encyclicae). Centraal staan belangrijke aangelegenheden "van godsdienstige of morele aard" of daarmee samenhangende vraagstukken. In ruime zin, en vooral sinds paus Johannes XXIII, is het een schrijven gericht aan alle gelovigen en 'mensen van goede wil'.
Titel
De titel van de encycliek wordt steeds ontleend aan de eerste woorden van de officiële tekst. De officiële versie van de encycliek wordt afgekondigd in het Latijn, behalve in de uitzonderlijke gevallen waarin de paus zich tot de gelovigen van een bepaald land richt. Dat was onder meer het geval met de oorlogsencycliek 'Mit brennender Sorge' (1937) van paus Pius XI. De uitspraken in een encycliek zijn niet onfeilbaar, maar volgens de Constitutie over de Kerk van Vaticanum II, nr. 25, vragen ze wel gehoorzaamheid van de katholieke gelovigen.
294 encyclieken
Op een uitzondering na hebben al pausen uit de recente kerkgeschiedenis zich veelvuldig van dit medium bedient. Alleen paus Joannes Paulus I publiceerde geen encycliek omdat zijn 33 dagen tellend pontificaat daarvoor te kort was. Maar Joannes Paulus II schreef er veertien. Toch is hij lang geen recordhouder, ondanks het feit dat er in de recente geschiedenis wellicht geen paus meer schreef dan hij. Paus Pius XII (1939-1958) schreef liefst 41 encyclieken. Andere veelschrijvers waren Pius IX (1846-1878) met 38 encyclieken, Pius XI (1922-1939) met 32 encyclieken en Pius X (1902-1914) met 16. Paus Benedictus XIV die algemeen als de auteur van de eerste encycliek beschouwd wordt, schreef er dertien, Johannes XXIII (1958-1963) 8 en Paulus VI schreef er 7. De bekendste encyclieken zijn 'Rerum novarum' (1891) van paus Leo XIII die de basis legde voor de sociale leer van de katholieke Kerk, 'Quadragesimo anno' (1931) van Paus Pius XI, 'Mit brennender Sorge' (1937) van Pius XI, 'Populorum progressio' (1967) en 'Humanae vitae' (1968) van Paulus VI, 'Redemptor hominis' (1979), 'Veritatis splendor' (1993), 'Ut unum sint' (1995) en 'Fides et ratio' (1998) van Joannes Paulus II. De meest omstreden is wellicht 'Humanae vitae', waarin Paulus VI de traditionele leer van de katholieke Kerk verdedigde tegen het opkomend gebruik van voorbehoedsmiddelen.
'DEUS CARITAS EST' - ENCYCLIEK VAN PAUS BENEDICTUS XVI
Voorstelling en commentaar door Eric de Beukelaer, woordvoerder van de bisschoppen van België
Een nieuwe stijl
Een encycliek (letterlijk: rondschrijven) is een document van de paus waarin hij zijn onderricht over een welbepaald punt met een zekere plechtstatigheid uiteenzet. Een encycliek valt niet onder pauselijke onfeilbaarheid, maar vraagt als uiting van het hoogste kerkelijke leergezag wel gehoorzaamheid van de katholieke gelovigen. De stijl maakt de man. De 14 encyclieken van Joannes Paulus II - van Redemptor hominis' (1979) tot Eccelsia de Eucharistia (2003) - waren uitgesponnen meditaties waarin de paus een onderwerp behandelde door het vanuit alle invalshoeken te bestuderen. Zijn opvolger Benedictus XVI is een Duitse theoloog van de hoogste rang. En dat is zijn encycliek dan ook aan te zien. Rechtlijnig en in een toegankelijke taal behandelt hij zijn onderwerp, met tussendoor een citaat van de filosoof Friedrich Nietzsche, een dialoog tussen René Descartes en Gassendi, maar net zo goed een vers van de klassieke dichter Vergilius of een van de kerkvaders. Bij momente n wordt de pedagoog ook verteller. Zo vertelt hij over het drama van keizer Julius, die het christelijke geloof verwierp omdat hij het verantwoordelijk achtte voor de dood van zijn vader en broer (nr. 24).
"Liefde, liefde. !" over 'Eros' en 'Agape'
Vanaf de eerste paragraaf leidt Benedictus XVI de lezer naar de kern van zijn onderwerp: 'God is liefde' (uit de eerste brief van Johannes, hoofdstuk 4 vers 16). Die liefde vormt het zwaartepunt van elk christelijk leven, lees van elk mensenleven. De paus voegt eraan toe: 'In een wereld waarin de naam van God soms wordt verbonden met wraak of zelfs met de plicht tot haat en geweld, is dit een boodschap met een grote actualiteitswaarde en een heel concrete betekenis.' (nr.1) Hij voegt eraan toe: 'Het begrip liefde is vandaag een van de meest gebruikte en ook een van de meest verkwanselde woorden geworden. Een woord waaraan wij de meest uiteenlopende betekenissen geven.' (nr.2) Het archetype van de liefde is die, die man en vrouw voor elkaar over hebben. Die passionele liefde noemden de Grieken 'eros. Sinds de verlichtingsfilosofen wordt de Kerk als het tegenovergestelde van dat type liefde voorgesteld: 'Maakt de Kerk, met al haar geboden en verboden, het mooiste dat het leven te bieden heeft voor ons dan niet bitter? Richt zij geen verbodsborden op uitgerekend daar waar de door de Schepper voorziene vreugde ons een geluksgevoel aanbiedt, dat ons een voorsmaak geeft van iets goddelijks? (nr.3) 'Niet zelden wordt het christendom uit het verleden vandaag verweten een tegenstander te zijn van de lichamelijkheid; inderdaad, er heeft altijd al een tendens in die richting bestaan. Maar de manier waarop we vandaag getuige zijn van de verheerlijking van het lichaam is bedrieglijk.' (nr.5) Benedictus XVI herinnert eraan dat 'eros' zijn plaats moet krijgen in het leven. Maar om naar het geluk te leiden, mag 'eros' zich niet tevreden stellen met het zoeken naar een kortstondig plezier. 'Eros heeft nood aan discipline, aan uitzuivering, om de mens niet het plezier van een moment te geven, maar een zekere voorsmaak van het hoogtepunt van het menselijke bestaan, van de schoonheid waarnaar elk wezen streeft.' (nr.4) Om daarin te slagen wordt 'eros ' geroepen naar een spirituele eenheid. Op die manier ontmoet hij een ander aspect van de liefde: de 'agapè'. 'Dat begrip drukt de ervaring van de liefde uit die dan een echte ontdekking van de andere wordt en op die manier het tot dan toe duidelijk overheersende egoïstische karakter overstijgt. De liefde wordt nu zorg van en voor de ander. Ze zoekt niet langer zichzelf - de onderdompeling in de roes van het geluk - maar integendeel, het welzijn van de beminde ander.' (nr.6)
'Eros' en 'agapè' zijn de twee facetten van de liefde en kunnen niet van elkaar gescheiden worden. 'In feite laten eros en agapè - de 'stijgende en de 'dalende' liefde - zich nooit volledig van elkaar scheiden. Hoe meer beide liefdesvormen, zelfs in de meest uiteenlopende dimensies, hun juiste eenheid vinden in die unieke werkelijkheid van de liefde, des te meer maakt de ware aard van de liefde in het algemeen zich waar. Ook al is de eros aanvankelijk vooral sensueel en 'dalend' - de fascinatie voor de grote belofte van het geluk - als hij daarna dichter bij de ander komt, zal hij zich steeds minder vragen stellen over zichzelf en steeds meer het geluk van de ander zoeken. Hij zal zich steeds meer bekommeren om de ander, hij zal zichzelf geven en hij zal verlangen er te zijn voor de ander. Dat is het moment waarop de agapè zich in hem nestelt; zoniet vervalt de eros en verliest hij zijn ware aard. Anderzijds kan de mens ook niet uitsluitend in de belangeloze, 'stijgende' l iefde leven. Hij kan niet alleen maar geven, hij moet ook krijgen. Wie liefde wil geven, moet er ook terugkrijgen als een gave.' (nr.7)
Deze visie op de liefde, tegelijk 'eros' en 'agapè', wordt geïllustreerd in de Bijbel: 'Vooral de profeten Hosea en Ezechiël hebben die passionele liefde van God voor zijn volk beschreven in gedurfde erotische beelden. De relatie van God met Israël wordt geïllustreerd door de metaforen van verloving en huwelijk.' (nr.9) In Jezus Christus krijgt die liefde een gezicht. 'Als Jezus in zijn parabels spreekt over de herder die op zoek gaat naar het verloren schaap, over de vrouw op zoek naar de drachme, over de vader die zijn verloren gewaande zoon tegemoet loopt en hem omhelst, dan gaat het niet alleen over woorden, maar om de verklaring van zijn eigen zijn en handelen. In zijn dood op het kruis vindt de ommekeer van God tegen zichzelf plaats, waarin Hij zichzelf geeft om de mens op te tillen en te redden. Dat is de liefde in zijn meest radicale vorm.' (nr. 12)
De liefde voor God en de liefde voor de mens zijn één
Een christen mag nooit de liefde voor God scheiden van de liefde voor zijn naaste. Benedictus XVI: 'Een eucharistie die zich niet vertaalt in een concrete praktijk van de liefde, beknot zichzelf.' (nr.14) 'De liefde voor God en de liefde voor de naaste baseren zich op elkaar: in het allerkleinste ontmoeten we Jezus zelf en in Jezus ontmoeten we God.' (nr.15) Van bij haar oorsprong probeert de Kerk die liefde voor de naaste te beleven in verbondenheid met de liefde voor God: 'De liefde beoefenen ten aanzien van weduwen en wezen, van gevangenen, van zieken en van al wie op de een of andere manier in nood zijn, behoort tot zijn essentie en dat op dezelfde manier als de dienst van de sacramenten en de verkondiging van het evangelie.' (nr.22) Aan de critici van de liefdadigheidsactiviteiten van de Kerk schrijft de paus: 'Sinds de 19de eeuw heeft men bezwaren opgeworpen tegen de liefdadigheidswerken van de Kerk. Bezwaren die vervolgens nadrukkelijk zijn ontwikkeld, met n ame door het marxistische denken. De armen, zegt men, zouden geen behoefte hebben aan werken van naastenliefde, maar eerder aan gerechtigheid. De werken van liefdadigheid - de aalmoezen - zouden in werkelijkheid voor de rijken een manier zijn om zich te onttrekken aan de instelling van de gerechtigheid en om vrede te hebben met hun geweten, om hun posities te behouden en om de armen te beroven van hun rechten. In plaats van door middel van die verschillende werken van naastenliefde bij te dragen aan het behoud van de bestaande levensomstandigheden, zou men beter een rechtvaardige ordening creëren, waarin iedereen zijn rechtmatige deel van de goederen ontvangt en dus niemand nog nood zou hebben aan liefdadigheid. In die argumentatie steekt, het moet toegegeven, iets waars maar tegelijk ook heel wat foutiefs. Het is zeker dat de fundamentele norm voor de staat het zoeken naar gerechtigheid moet zijn en dat het doel van een sociale orde erin bestaat iedereen, in respect voor he t principe van de subsidiariteit, zijn deel van het algemene welzijn te garanderen. Maar dat is wat de christelijke leer over de staat en de sociale leer van de Kerk altijd al hebben onderstreept.' (nr. 26)
Iedereen heeft zijn rol te spelen, aldus de paus. Een meer rechtvaardige samenleving scheppen is niet de allereerste verantwoordelijkheid van de Kerk: 'De Kerk kan noch moet de politieke strijd voor de uitbouw van een zo rechtvaardig mogelijke samenleving leiden. Zij mag noch moet zich in de plaats stellen van de staat. Maar ze mag en kan ook niet aan de kant blijven staan in de strijd voor gerechtigheid.' In dat domein is het vooral de rol van de Kerk de gewetens wakker te schudden. 'Daar is de plaats van de katholieke sociale leer: zij wil de Kerk geen macht toekennen over de staat. Zij wil zelfs aan hen die haar geloof niet delen geen perspectieven en levenswijzen opdringen die haar toebehoren. Zij wil eenvoudigweg bijdragen tot de uitzuivering van het redelijke en haar bijdrage leveren om ervoor te zorgen dat wat rechtvaardig is hier en nu kan worden erkend en gerealiseerd.' (nr. 28)
De Kerk heeft daarentegen wel de plicht de samenleving de 'dienst van de liefde' aan te bieden. 'Er zal altijd lijden zijn dat troost en hulp vereist. Er zal altijd eenzaamheid zijn. Net zo goed als er altijd situaties van materiële nood zullen zijn waarvoor hulp onontbeerlijk blijft, in de zin van een concrete liefde voor de naaste. De staat die iedereen van alles wil voorzien, die alles in zich opslorpt, wordt uiteindelijk een bureaucratische instantie die niet het essentiële kan verzekeren waaraan de lijdende mens - elke mens - nood heeft: de persoonlijke en liefdevolle toewijding. Wij hebben geen nood aan een staat die alles regelt en domineert, maar integendeel aan een staat die, in de lijn van het principe van subsidiariteit, de initiatieven, die uit de verschillende sociale krachten ontstaan en die spontaneïteit en nabijheid met de mensen die nood hebben aan hulp voorstaan, gul erkent en steunt.' (nr.28) Op dat domein heeft de Kerk een directe rol te spelen. 'De liefdadigheidsorganisaties van de Kerk vormen integendeel haar 'opus proprium', een taak eigen aan haar wezen, waaraan ze niet op een marginale manier meewerkt, maar waar ze handelt als rechtstreeks verantwoordelijk subject door te doen wat beantwoordt aan haar aard.' (nr. 29)
Die caritas, die 'dienst van de liefde', is een individuele verantwoordelijkheid voor elke christen, maar net zo goed een collectieve opdracht voor de Kerk: 'Het programma van de christen - het programma van de barmhartige Samaritaan, het programma van Jezus - is een "hart dat ziet". Dat hart ziet waar de liefde nodig is en handelt in overeenstemming ermee. Het spreekt vanzelf dat als de caritatieve activiteit door de Kerk als een gemeenschapsinitiatief wordt opgenomen, die spontaneïteit van het individu moet worden aangevuld met programma's, vooruitzichten en vormen van samenwerking met gelijkaardige instellingen.' (nr.31) De liefde is gratis en belangeloos. De paus waarschuwt dat naastenliefde er niet is om mensen op een of andere manier te 'recupereren': 'Naastenliefde mag geen middel zijn ten dienst van wat men vandaag proselitisme noemt. De liefde is gratis. Ze wordt niet gebruikt om andere doelstellingen te bereiken (.) Wie de naastenliefde beoefent in naam van d e Kerk zal nooit proberen het geloof van de Kerk op te leggen aan anderen. Hij weet dat de liefde, in haar puurheid en gratuïteit, de beste getuigenis is van de God waarin wij geloven en die ons aanzet lief te hebben. De christen weet wanneer het tijd is om over God te spreken en wanneer het beter is om over Hem te zwijgen en niks anders dan liefde te laten spreken.' (nr.31)
BRUSSEL (KerkNet/KatholiekNederland) - "Met zijn eerste encycliek 'Deus caritas est' reikt paus Benedictus XVI ons een onvoorstelbaar rijk en diepgravend document aan. Hij toont zich daarmee een geestelijk leider en denker van wereldformaat." Dat zegt de Nederlandse kardinaal Simonis in een eerste reactie op de encycliek. De aartsbisschop van Utrecht en voorzitter van de Nederlandse Bisschoppenconferentie vindt Deus caritas est ('God is liefde') een geschikt Valentijnscadeau. "Menigeen had misschien een uiteenzetting verwacht over de Kerk of over een morele kwestie. Door zijn keuze diepgaand te reflecteren over de liefde, leidt paus Benedictus ons op een authentieke wijze naar het hart van het christelijk geloof: de God die liefde ís." De Nederlandse kardinaal wijst erop dat de encycliek in een toegankelijke taal geschreven is: "Deus caritas est is een document dat intensieve bestudering en bespreking verdient en hopelijk zullen velen, ook in Ne derland, dat gaan doen." Aan een Nederlandse vertaling wordt momenteel gewerkt.
BRUSSEL (KerkNet/CWN/AP/RadVat/LA.Times) - Om 12 uur werd in Rome de eerste encycliek 'Deus Caritas est' van paus Benedictus door kardinaal Renato Raffaele Martino, aartsbisschop William Joseph Levada en de Duitse aartsbisschop en Cor Unum-voorzitter Paul Josef Cordes voorgesteld. Volgens de meeste waarnemers plaatst de paus zich hier mee in de lijn van zijn voorganger paus Joannes Paulus II, al legt hij ook enkele duidelijke eigen accenten. Radio Vaticaan zei vanmiddag in een eerste reactie dat deze encycliek duidelijk niet de beleidsverklaring is geworden voor dit pontificaat zoals velen verwacht hadden. "In de plaats daarvan biedt de paus ons een verrassende, bijna intieme meditatie over de liefde in al haar vormen". Volgens Radio Vaticaan draagt vooral het eerste deel van deze encycliek de stempel van de nieuwe paus."Hier worden Nietzsche en Descartes, Vergilius en Plato geciteerd". In het tweede deel wordt voornamelijk geciteerd uit oudere teksten. Radio Vaticaan wijst ook op een detail: Moeder Theresa wordt in de twee delen van de encycliek meermaals genoemd. Volgens Radio Vaticaan kan men de encycliek kort als volgt samenvatten: "De liefde is mogelijk en als beeld van God zijn we ertoe in staat". "Deze encycliek draagt als ondertitel aan alle christenen. Hij eindigt net als bij paus Joannes Paulus II met een gebed tot Maria".
Continuïteit
Veel Vaticanwatchers en kerkelijke verantwoordelijken benadrukken dat het thema van deze encycliek, 'God is Liefde', duidelijk in het verlengde ligt van het denken en het pleidooi van bij het begin van het pontificaat van deze paus. De encycliek maakt ook duidelijk dat de paus veel meer is dan de scherprechter die hij moest zijn, toen hij nog prefect was van de Congregatie van de Geloofsleer. "Deze paus is een theoloog en nu ook een universele herder", zei kardinaal Francis George, de aartsbisschop van Chicago, gisteren. "De encycliek handelt over een bijzonder pastoraal thema. Het toont een kant van hem die er altijd al geweest is, maar die hij in zijn vroegere werk misschien niet zo sterk kon uitdrukken". Volgens kardinaal Francis George ligt de grote verdienste van deze encycliek vooral in het feit dat hij de band legt tussen dingen die gescheiden lijken: "De paus legt ons uit dat de verschillende vormen van liefde - eros en agape, menselijk en goddelijk - niet onverzoe nbaar zijn, maar verenigd zijn in Gods liefde".
Onverwacht
Cor Unum-voorzitter Josef Cordes noemt het thema van deze encycliek "onverwacht en zelfs verbazend". Volgens hem zou men van de voormalige prefect van de Congregatie van de Geloofsleer verwachten dat hij een controversieel dogmatisch thema zou aansnijden: "Maar in de plaats daarvan koos paus Benedictus een thema dat, vanuit zijn visie, de belangrijkste pastorale noden van zijn volk aanbelangt". Aartsbisschop Paul Josef Cordes zei ook dat paus Joannes Paulus II al met het schrijven van een encycliek over de caritatieve inzet van de katholieke Kerk begonnen was: "Paus Benedictus XVI herneemt dat thema, maar vanuit een eigen invalshoek". Volgens kardinaal Kasper, de voorzitter van de Pauselijke Raad voor de Christelijke Eenheid, is deze encycliek ook 'oecumenisch'. Hij onderstreept dat de publicatie van de encycliek samenvalt met het einde van de Gebedsweek voor de Christelijke Eenheid."Dat is geen toeval. Ik denk dat de paus dit zo gewild heeft".
Verkenning
Ook in de Los Angeles Times wordt vooral benadrukt dat dit de eerste encycliek is van de paus: "Hij biedt een verkenning van de goddelijke liefde". De krant wijst erop dat de encycliek ook bij kerkelijke verantwoordelijken verbazing gewekt heeft "omdat hij alles behalve controversieel is". Andere media wijzen erop dat de paus in deze encycliek spreekt over de zorg voor weduwen, zieken en wezen, die evenzeer tot de zending van de Kerk behoren als de viering van de sacramenten of de verkondiging van het Evangelie. Toch benadrukt de paus dat het de taak van de politici, en niet van de Kerk, is om de samenleving vorm te geven. Kerkelijke medewerkers mogen hun werk ook nooit misbruiken om te bekeren of een bepaalde ideologie door te drukken.
Kardinaal Danneels over de nieuwe encycliek: mooi en sereen!
KARDINAAL DANNEELS OVER ENCYCLIEK: MOOI EN SEREEN EXPOSE
MECHELEN (KerkNet) - Kardinaal Godfried Danneels vindt 'Deus caritas est', de eerste encycliek van paus Benedictus XVI, een mooi en sereen exposé. Het is geen programmaverklaring noch een kerkpolitieke uiteenzetting, maar een rustige en evenwichtige uiteenzetting over de betekenis van de christelijke liefde.
In het eerste deel staat de paus stil bij de liefde waar onze tijd de mond vol van heeft, maar waarvan de betekenis tegelijk gedevalueerd wordt. Hij beschrijft de liefde tot God en de liefde tot de mensen.
In het tweede deel beschrijft de paus de uitdrukking van die christelijke liefde in de caritas. De Kerk is, aldus de paus, wezenlijk caritatief en hij geeft een overzicht van wat de Kerk op dit gebied gedaan heeft.
Geloven is belachelijk, zeggen ze. Open brief aan kerkverlaters
"Geloven is belachelijk, zeggen ze. Open brief aan kerkverlaters!"
OPEN BRIEF AAN KERKVERLATERS
LEUVEN (KerkNet/DF) - Morgen donderdag 26 januari 2006 verschijnt bij Davidsfonds/Leuven het boek 'Geloven is achterlijk, zeggen ze. Open brief aan kerkverlaters' van Mark Van de Voorde. De auteur is vooral bekend omdat hij jarenlang hoofdredacteur was van Kerk + Leven. Daarna werd hij adviseur van Vlaams minister-president Yves Leterme. Geloof? Het is een traditie. Een erfstuk dat enkel bij grote familiegebeurtenissen - een geboorte, een huwelijk, een uitvaart - wordt bovengehaald. Niemand weet waarvoor het dient, maar het wordt wel bewaard. Geloof? Daar praat je niet over. Je doet alsof je er niets mee te maken hebt. Het is privé, want een beetje onwelvoeglijk. Net alsof religie in de westerse samenleving seks heeft vervangen als gesprekstaboe. Maar mensen zitten er wel mee, met hun levensvragen. Geloof? Het staat meer en meer in de belangstelling. 'God is overal' kopt een krant. In praatprogramma's bekent een BV al eens dat hij in 'I ets' gelooft. Iets: de naam moet nog ingevuld worden, maar het verlangen is er. Wordt God binnenkort een Bekende Verschijning, een BV? Geloven is achterlijk, zeggen ze is een brutaal boekje van een auteur die veel risico loopt, want wie verdedigt vandaag het geloof? Kerkverlaters, twijfelaars, ontmoedigden en zinzoekers zullen er weerwerk en uitdagende stof tot nadenken in vinden. Auteur Mark Van de Voorde schreef ook mee aan 'Vergrijzing & verkleuring. Uitdagingen bij het samenleven' van Yves Leterme. Mark Van de Voorde, 'Geloven is achterlijk', Davidsfonds, Leuven, 2006, 14,95 euro, ISBN 90 5826 389 4.
BRUSSEL (KerkNet/WCC/ChristianToday) - Een werkgroep van de Wereldraad van Kerken heeft een nieuw document opgesteld dat alle standpunten en visies van de raad over de globalisering samenvat vanaf 1998. Het synthetische, zes pagina's tellende document kreeg de titel 'Agape - Een oproep tot liefde en actie'. Dit document moet een baanbrekende rol spelen bij de komende negende algemene vergadering van de Wereldraad van Kerken, die in februari in het Braziliaanse Porte Allegre plaatsheeft.
Agape 'AGAPE' werd gevormd uit de beginletters van 'Alternative Globalisation adressing peoples and earth'. Het document roept Kerken wereldwijd op zich samen in te zetten voor het ombuigen van de economische onrechtvaardigheid. Volgens de initiatiefnemers zijn de voorstellen in wezen niet anders dan de verdere uitwerking van het denkproces dat al tijdens de vorige assemblee van 1998 in Harare op gang kwam. "Daarna vonden er ruime consultaties plaats in de Kerken, sociale bewegingen en oecumenische overlegorganen, met name in de Wereldbond van Gereformeerde Kerken, de Lutherse Wereldfederatie en de Conferentie van Europese kerken (CEK)."
Achtergronddocument Alle bevindingen werden verzameld in een zestig pagina's tellend achtergronddocument dat dezelfde titel krijgt. Dat moet vooral fungeren als studiegids voor seminaries of discussiegroepen. Het document besteedt bijzondere aandacht aan de tragedies die veroorzaakt werden door de economische globalisering en veranderingen. Volgens dat rapport bezit de rijkste 20% van de wereldbevolking ruim 83% van de rijkdom van de aarde, de volgende 20% bezit 11% en de resterende 60% nauwelijks 6%. Het rapport spreekt in dat verband over de 'champagneglas economie'. Het rapport levert ook felle kritiek op de onaanvaardbare niveaus van armoede, die het gevolg zijn van dat economisch model. Rogate Mshana, verantwoordelijke van het WCC programma tegen economische onrechtvaardigheid: "Agape, een oproep tot liefde en actie, moet Kerken wereldwijd aansporen zich te buigen over de complexe vragen die betrekking hebben op economische rechtvaardigheid, di e de belangrijkste uitdaging van onze tijd is."
Bij het doopsel van Ella, zij "die zweert bij God"! en haar pleegouders Vèronique en Luci
Effetagebed
, ik zegen je ogen,
dat je er veel mensen graag mee zou mogen zien,
vooral ooit de allerliefste van je leven, levenslang.
Ik zegen je oren,
dat je er op tijd lieve woorden mee moogt horen,
woorden van bemoediging wanneer je het kwaad hebt,
woorden van troost wanneer je verdriet hebt,
woorden van bewondering wanneer je het goed gedaan hebt,
en dat je er ook mee zou mogen horen het hulpgeroep van de mensen rondom jou,
vooral het geluidloze.
Ik zegen je mond,
dat je er lief mee zou mogen zijn, lief en teder,
dat je er woorden van kracht en troost en bewondering mee zou mogen spreken en
dat je er veel mee zou mogen lachen.
Ik zegen je handen,
dat je ze zou mogen sluiten om degenen van wie je houdt,
dat er meer mee zou mogen genezen dan kwetsen, meer mee zou mogen strelen dan striemen en
dat je ze ook op tijd zou mogen opendoen om het beste weg te geven van jezelf.
Ik zegen je voeten,
dat je ermee zou mogen gaan naar de plaatsen waar je graag naartoe gaat en waar de mensen je graag zien komen,
maar dat er ook mee zou mogen gaan naar de plaatsen waar je niet graag naartoe gaat,
maar waar de mensen je nodig hebben.
Ik zegen heel je lichaam, dat het een teken mag zijn van liefde en tederheid voor heel veel mensen, maar vooral voor de allerliefste van je leven, levenslang.