BRUSSEL (KerkNet) Caritas Europa, de Comece, de Commissie voor Migranten in Europa en de Conferentie van Europese Kerken spreken in een gemeenschappelijke brief aan de voorzitters van de Europese instellingen hun bezorgdheid uit over het voorstel voor gemeenschappelijke EU-normen en procedures voor de terugkeer van illegalen. Wij hebben geen enkel bezwaar tegen een gemeenschappelijk Europees beleid, zegt Annalisa Mazzella van Caritas Europa. Volgens de hulporganisatie is het een goede zaak dat er eenvormigheid komt in de regels en procedures en dat de Europese Unie daarbij minimumstandaarden voorschrijft. Tegelijk dringt Caritas aan op een verbetering van het voorstel. Wij maken ons vooral zorgen over het feit dat in het ontwerp de mogelijkheid wordt gelaten om asielzoekers tot achttien maanden op te sluiten alvorens zij het land worden uitgezet. Dat is voor christelijke organisaties onaanvaardbaar. Dit mag nooit vastgelegd worden in een Europese wet. In de gemeenschappelijke brief wordt onder meer gewezen op de kosten van lange detenties en het feit dat deze onnodig en onmenselijk zijn, terwijl zij op geen enkele manier bijdragen tot een meer doeltreffende uitzetting. Mazzella noemt het verbod om na uitzetting binnen een periode van vijf jaar terug te keren naar een van de 27 EU-lidstaten absurd en manifest strijdig met de Vluchtelingenconventie van de Verenigde Naties. Daarin wordt gegarandeerd dat men niet mag teruggestuurd worden, als men vervolging riskeert of daardoor in gevaar gebracht wordt. Er wordt bovendien geen rekening mee gehouden dat de situatie in een land tijdens een periode van vijf jaar ingrijpend kan veranderen.
Er ligt niet alleen een blindedarm in het bed, maar een volledige mens
KARDINAAL LEHMANN UIT KRITIEK OP GEZONDHEIDSSYSTEEM
Kardinaal Lehmann Bron: KerkNet
BRUSSEL (KerkNet/DBC) Kardinaal Lehmann, de voorzitter van de Duitse bisschoppen, heeft kritiek op het Duitse gezondheidssysteem. De kardinaal waarschuwt voor de trend om een behandeling te beperken tot het medisch noodzakelijke. Er ligt niet enkel een blindedarm in bed, maar een volledige mens, aldus Lehmann gevat. De kardinaal stelt vast dat de Duitse overheid in haar gezondheidsbeleid voortdurend van strategie verandert en ook markteconomische motieven daarin in toenemende mate een rol spelen. Daardoor wordt een echt gezondheidsbeleid met een visie op de lange termijn haast onmogelijk. Volgens de Duitse kerkleider moet in ziekenhuizen altijd tijd blijven voor een gesprek.
NEDERLANDSE VERTALING SOCIALE CATECHISMUS IS BELANGRIJK HULPMIDDEL VOOR LEKEN
Bron: Kerknet
BRUSSEL (KerkNet) Met de publicatie van dit compendium beoogde de Pauselijke Raad voor Rechtvaardigheid en Vrede een systematische en volledige voorstelling weliswaar in de vorm van een overzicht van de sociale leer van de Kerk. Lekengelovigen, christelijke gemeenschappen en alle mensen van goede wil beschikken hiermee over een uitstekend hulpmiddel om situaties objectief te analyseren en te verhelderen in het licht van het evangelie. Aan het woord is professor Patrick De Pooter van het Internationaal Kanunnik Triestinstituut in Gent, aanleiding is de voorstelling van de Nederlandse vertaling van het Compendium van de sociale leer van de Kerk. De sociale leer van de Kerk stelt de mens in staat de hedendaagse realiteit te interpreteren en te zoeken naar gepaste wegen voor actie tot bevordering van een integraal en sociaal humanisme. En die realiteit omvat zowel het gezin, de menselijke arbeid en het economische leven, maar evenzeer de politiek, de internationale gemeenschap, het bevorderen van de vrede alsook de bescherming van het milieu. De Poortere is ervan overtuigd dat de Nederlandse vertaling een belangrijke bijdrage zal leveren tot de bevordering van het engagement van de lekengelovigen en verenigingen bij de uitbouw van een beschaving van liefde. Compendium van de sociale leer van de Kerk, Licap, Brussel, 2008, 350 blz., 20 euro, ISBN 978 90 6858 782 1.
PENSIOENEN MOGEN GEEN SLACHTOFFER WORDEN VAN SLECHT BEGROTINGSBELEID
Bron: Kerknet
BRUSSEL (KerkNet) De christelijke gepensioneerdenbeweging OKRA roept de regering op erover te waken dat de pensioenen niet het slachtoffer worden van een slecht begrotingsbeleid. Een budgettair deficit dreigt verregaande gevolgen te hebben voor de pensioenen, aldus woordvoerster Lieve Demeester. Enerzijds kondigde premier Verhofstadt aan dat de marge voor de ondersteuning van de koopkracht in 2008 zeer beperkt zal zijn. Anderzijds brengt het tekort ook de verdere aanleg van financiële reserves voor de toekomstige pensioenen via het Zilverfonds in het gedrang. Er bestaat voor OKRA, trefpunt 55+, geen twijfel over: de (interim-)regering moet in 2008 een strak begrotingsbeleid voeren. Het durven vastleggen van duidelijke prioriteiten is hierbij onontbeerlijk. OKRA eist dat de regering alvast voor de pensioenen prioriteiten vastlegt. De belangrijkste is het vrijwaren van de toekomstige betaalbaarheid van de pensioenen. De overheidsuitgaven voor de wettelijke pensioenen nemen immers toe als gevolg het toenemende aantal ouderen en de verlenging van de pensioenduur. Een andere prioriteit is het stoppen van de systematische verarming op latere leeftijd. Door een gebrekkige welvaartsaanpassing tijdens de voorbije jaren, hinkt het pensioenbedrag steeds meer achter op de welvaart, aldus OKRA. De organisatie eist de verdere opbouw van de financiële pensioenreserves via het Zilverfonds en het welvaartsvast maken van pensioenen, overigens een oude eis. OKRA kijkt met argusogen toe of en hoe deze eisen gerealiseerd worden, klinkt het nog.
Je kan je het niet voorstellen, maar het leven is dikwijls wonderbaarder dan onze fantasie. Om dat te bewijzen wil ik jullie het verhaal vertellen over een zeer vreemd begrafenisverzoek.
Er was eens een jonge dame die het slechte bericht kreeg dat zij nog maar drie maanden te leven had. Haar ziekte was onherroepelijk terminaal. De tijd die haar nog gegeven was gebruikt ze om alles in orde te brengen. Zij kende uit haar vrijwilligerswerk een diaken die veel energie in de rouwbegeleiding stak. Ze vroeg hem om langs te komen zodat alles geregeld was wanneer ze zou overlijden. Mits het akkoord van de pastoor, was het haar wens dat de diaken zou voorgaan in haar begrafenisdienst. Zij vertelde hem wat voor muziek zij wilde horen tijdens de dienst en welke lezingen er gelezen zouden moeten worden. Ze wees de jurk aan die zij wilde dragen en net toen de diaken weg wilden gaan zei ze tegen hem: Er is nog één ding dat ik wil: ik wil tijdens mijn begrafenis een vork in mijn rechterhand houden. Dat vond de diaken een vreemd verzoek: Hoe kom je daar nu bij? Het antwoord van de jonge vrouw was verbazend simpel: Mijn grootmoeder ze altijd: Als het hoofdgerecht geweest is, dan moet je je vork bewaren. Want na het hoofdgerecht komt er iets heel lekkers. Meestal was het taartje of een ijsje. Daarom wil ik in mijn kist opgebaard liggen met een vork in mijn hand. De mensen zullen dat zien en zich afvragen: Wat is er met dat vork? Ik wil hen laten weten: Blijf je vork vasthouden, beste mensen, want het beste moet nog komen. De diaken was ontroerd. Hij wist dat dit misschien de laatste keer was dat hij haar zag. Hij wist ook dat zij veel wijzer was dan hij, of andere mensen die twee maal zou oud waren als zij. Zij had een betere kijk op het hiernamaals dan menig ander. Toen de dag kwam en de mensen om de kist heen liepen hoorde hij ze allemaal zeggen: Wat is er met dat vork? De diaken vertelde toen aan iedereen wat dat vork betekende voor de jong vrouw. Hij kon niet meer stoppen met denken aan dat vork en hij hoopte dat zij eraan moesten blijven denken.
Elke keer als je jouw vork oppakt, bedenk dan: het beste moet nog komen!
De straat zak meestal lang zijn, de trappen steil en de armen wel eens ondankbaar. Jeanne, je zult gauw inzien dat de naastenliefde een veel zwaardere last is om te dragen dan de soepkom en de broodkorf. Maar houd je zachtheid en je glimlach. Het komt er niet alleen op aan om soep en brood te geven, dat kunnen de rijken even goed.
Zij (de armen) zijn je meesters, meesters die soms heel veeleisend kunnen zijn. Dat zul je gauw ondervinden. Hoe afstotelijk en vuil ze ook zijn, hoe onrechtvaardig en grof, je zult hun liefde moeten geven.
Het slechts om je liefde, alleen om je liefde, dat de armen het je zullen vergeven dat je ze brood geeft.
Gesprek tussen mijnheer Vincent en zuster Jeanne uit de film Monsieur Vincent
In het parochieblad las ik een interview met Professor pater Ernest Henau. Hij is ooit zondagonderpastoor geweest in Zandbergen. In dat interview heeft hij het over het religieus analfabetisme. De mensen kennen niets meer van het geloof! Juist! Maar je moet ook de haas gezien hebben. Waar haal ik dat vandaan? Uit een oud koptisch verhaal.
Een oud koptisch verhaal vertelt over twee woestijnvaders. De ene vraagt aan de andere: Hoe komt het toch dat zovelen het monnikenbestaan opgeven? De andere antwoordt: In het monnikenbestaan is het zoals met een hond die achter een haas aan zit. Hij jaagt hem op en blaft zich de longen uit het lijf. Veel andere honden worden door zijn geblaf opgeschrikt en sluiten zich bij hem aan. Ze jagen samen op de haas. Maar dan komt een moment dat de honden die de haas niet te zien hebben gekregen, moe worden. De ene na de andere geeft het op, staakt de jacht en keert naar zijn hok terug. Alleen zij die de haas wel kunnen zien, houden het vol tot het einde.
Met het geloof is het ook een beetje zoals met dat oude verhaal. In de loop van de geschiedenis heeft de kerk heel veel mensen achter zich aan gekregen en meegetrokken in haar zoektocht naar God en Waarheid. Er was een grote christelijke traditie, heette het. Maar vandaag haken velen af, omdat ze nu ook zich met de stroom laten meedrijven zonder te weten waarheen die gaat.
Zij hebben in de drukte van het kerkelijke leven, dat als vanzelfsprekend een beetje samenviel met het maatschappelijke leven, ook nooit de noodzaak gevoeld om zich af te vragen waarheen de reis trok. Ze zaten gewoon mee in de stroom. Maar in de confrontatie met de uitdagingen en de kritiek van onze samenleving blijven alleen zij het spoor volgen die hun geloof gericht houden op Christus, de aanvoerder en de voltooier van ons geloof (Hebr 12, 2). Zij die haas gezien hebben! De blaffende honden zitten vandaag buiten de kerk en lokken de nalopers weg. Tot ook die zich gaan afvragen waarheen de tocht gaat, en moe naar hun hok terugkeren.
Je kan je het niet voorstellen, maar het leven is dikwijls wonderbaarder dan onze fantasie. Om dat te bewijzen wil ik jullie het verhaal vertellen over een zeer vreemd begrafenisverzoek.
Er was eens een jonge dame die het slechte bericht kreeg dat zij nog maar drie maanden te leven had. Haar ziekte was onherroepelijk terminaal. De tijd die haar nog gegeven was gebruikt ze om alles in orde te brengen. Zij kende uit haar vrijwilligerswerk een diaken die veel energie in de rouwbegeleiding stak. Ze vroeg hem om langs te komen zodat alles geregeld was wanneer ze zou overlijden. Mits het akkoord van de pastoor, was het haar wens dat de diaken zou voorgaan in haar begrafenisdienst. Zij vertelde hem wat voor muziek zij wilde horen tijdens de dienst en welke lezingen er gelezen zouden moeten worden. Ze wees de jurk aan die zij wilde dragen en net toen de diaken weg wilden gaan zei ze tegen hem: Er is nog één ding dat ik wil: ik wil tijdens mijn begrafenis een vork in mijn rechterhand houden. Dat vond de diaken een vreemd verzoek: Hoe kom je daar nu bij? Het antwoord van de jonge vrouw was verbazend simpel: Mijn grootmoeder ze altijd: Als het hoofdgerecht geweest is, dan moet je je vork bewaren. Want na het hoofdgerecht komt er iets heel lekkers. Meestal was het taartje of een ijsje. Daarom wil ik in mijn kist opgebaard liggen met een vork in mijn hand. De mensen zullen dat zien en zich afvragen: Wat is er met dat vork? Ik wil hen laten weten: Blijf je vork vasthouden, beste mensen, want het beste moet nog komen. De diaken was ontroerd. Hij wist dat dit misschien de laatste keer was dat hij haar zag. Hij wist ook dat zij veel wijzer was dan hij, of andere mensen die twee maal zou oud waren als zij. Zij had een betere kijk op het hiernamaals dan menig ander. Toen de dag kwam en de mensen om de kist heen liepen hoorde hij ze allemaal zeggen: Wat is er met dat vork? De diaken vertelde toen aan iedereen wat dat vork betekende voor de jong vrouw. Hij kon niet meer stoppen met denken aan dat vork en hij hoopte dat zij eraan moesten blijven denken.
Elke keer als je jouw vork oppakt, bedenk dan: het beste moet nog komen!
Het mysterie van de menswording is de paradox van de liefde
Authentieke christelijke godsdienstfilosofie spreekt volgens Kierkegaard niet over God, maar van de absolute parodox: God die zich op eigen initiatief en uit liefde riskeert aan de mens. Het heeft geen enkele zin iemand te proberen overtuigen van de waarheid van het christendom. Beter is te tonen wat het is: de paradoxale ervaring van de liefde. Om die ervaring tastbaar te maken vertelt Kierkegaard de volgende analogie.
Er was eens een koning die
zielsveel hield van een eenvoudig
volksmeisje. Dolgraag wou de
koning met haar trouwen. Dat
was niet eens zo moeilijk. Want
niemand durfde de koning tegen
te spreken, laat staan tegen te
werken. Iedere staatsman had
ontzag voor de koning en naburige
staten vreesden zijn macht.
Niemand durfde het ook maar aan
hem gelukwensen te onthouden.
Maar op een dag ontwaakte in
het hart van de koning een
angstaanjagende gedachte:
Kan dat volksmeisje ooit de gunst
beantwoorden die ik haar verleen
door met haar te trouwen? Kan ze
wel echt ja of nee zeggen op mijn
verzoek? Zal ze ooit in staat zijn
te vergeten dat ik koning ben en zij
maar een eenvoudig volksmeisje?
Zou ze niet gelukkiger zijn als ze
kan trouwen met een gelijke?
Kortom, zal ze wel gelukkig worden
aan mijn zijde? Maar hoe kan er
gelijkheid groeien tussen mezelf
en een meisje van het volk?
Twee antwoorden zijn mogelijk. Je kunt je voorstellen dat de koning het meisje in de adelstand verheft. De koning tilt als het ware het meisje op zijn niveau. Hij hangt zich over het balkon van zijn paleis en trekt haar zijn koninkrijk binnen. Eenmaal binnen past het meisje zich aan en verwerft ze een nieuwe identiteit. Zo wordt het meisje opgenomen in majesteitelijke kringen. Het meisje moet evenwel een prijs betalen. Ze moet haar afkomst loochenen om te kunnen huwen. Is daarmee echte gelijkheid bereikt? Is de kloof tussen koning en volksmeisje gedicht? Of hebben we dan gewoon te maken met de religieuze variant van Asspoester?
Er is ook een andere optie: de koning daalt neer. Hij mengt zich onder het volk. En natuurlijk gaat overal waar hij komt, de mensenzee uiteen. Is dat genoeg om de weg vrij te maken naar het hart van het meisje? Is afdalen of zich verlagen voldoende? Moet hij niet veeleer, radicaler ook, afstand doen van zijn koningschap? Want als hij zeker wil zijn van haar liefde, dan moet hij haar toch vooral de vrijheid gunnen nee te zeggen. Maar kan het meisje nee zeggen zolang hij koning blijft? Ten slotte is weigeren voor een volksmeisje niet echt een optie als een koning haar een aanzoek doet. A king doesnt take a no for an answer.
Het is dus niet genoeg dat de vorst afdaalt. Alleen als hij erin slaagt als een doorsnee burgerjongen onder de mensen te komen, kan hij zijn geliefde de vrijheid schenken om te kiezen. Alleen die nieuwe geboorte in de stad van mensen de stad van David volgens Lucas kan de liefde vrij spel geven. Hij moet zelf alles achterlaten en het risico van de afwijzing durven te nemen.
De koning kan geen afgezant, geen bode of raadgever uitsturen om haar voor te bereiden op een nieuw leven. Want ook zij kunnen ten langen leste niet verhelpen dat de koning op afstand blijft van het meisje. Alleen de koning zelf kan de voorwaarden scheppen waardoor het meisje echt kan kiezen. De koning moet als gelijke in de wereld van het meisje komen, wil hij haar zijn liefde verklaren en haar vrijheid respecteren. De koning heeft geen keuze. Hij moet afstand doen van zijn koningschap, wil hij zijn liefde voor haar echt een kans geven. Het is de koning en niet het meisje die een prijs moet betalen.
( )
Het mysterie van de menswording is de paradox van de liefde. Stel je eens voor dat God Liefde is. dat hij niet alleen valt voor een stralend volksmeisje, maar voor iedereen. Stel je voor dat God iedere mens bemint, dat de glorie van zijn hele wezen het liefhebben zelf is. Hoe moet hij dan in de wereld komen?
Het kan niet anders dan dat hij gaandeweg de gelijke wordt van de meest nederige. De hoogste moet de laagste worden als Hij werkelijke Liefde is. De oudste en voornaamste moet de jongste worden. Alleen dan maakt iedere mens kans op de volle vrijheid. En is de laagste niet de slaaf, de knecht, de dienaar? Is de minste niet wie moet gehoorzamen? Maar Jezus sprak tot hen: De koningen van de volkeren oefenen heerschappij over hen uit en hun macht doeners laten zich weldoeners noemen. Zo moet gij niet doen, maar wie onder u de voornaamste is, moet als de jongste wezen, en wie bevelen geeft als iemand die dient. Wie is immers de grootste: die aanligt of bedient? Niet hij die aanligt? Welnu, Ik ben onder u als diegenen die bedient (Lc 22, 27).
Is de minste niet de zondares aan de voeten van de Heer? Is de laagste niet zij die met haar tranen de voeten van de Heer wast? En dus, als ook zij wordt bemind en bemind is ze -, dan kan het niet anders dat Jezus, de Leraar, de voeten van zijn leerlingen wast: Gij spreekt mij aan als Leraar en Heer, en dat doet gij terecht, want dat ben Ik. Mar als Ik, de Heer en Leraar, uw voeten heb gewassen, dan behoort ook gij elkaar de voeten te wassen. Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat gij zoudt doen zoals Ik u heb gedaan. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: een dienaar staat niet boeven zijn heer en een gezant niet boven degene die hem gezonden heeft (Joh 13, 1 16).
Als God Liefde is, als Hij onder ons is gekomen wonen, dan moet het als dienaar zijn. Geen koning die zich hult in een mantel van armoede, maar een arme die aanklopt. Geen koningzoon in een gouden wieg, maar een kind in een kribbe. Als God de mens, iedere mens, ten huwelijk wil vragen dan kan Hij van niets wat de mens treft, gespaard blijven. Hij zal honger lijden in de woestijn, dorst hebben tijdens zijn doodsstrijd en diepe vertwijfeling kennen. De Liefde die ernaar verlangt gelijk te zijn aan de geliefde, lijdt. Dat ze alles geeft, is een noodzaak. Want dat is het onpeilbare geheim van Gods liefde, gelijk willen zijn aan de geliefde. Pas dan kan waar zijn wat Christus, de Koning, voorspelt: Ik verzeker jullie, alles wat je voor een van deze minste broeders van Mij hebt gedaan, heb je voor Mij gedaan (Mt 25, 40)
( )
Piet Raes in Tertio, n° 410 411, 8ste jaargang, 19 december 2007, p. 8 - 9
BRUSSEL (KerkNet) Artsen Zonder Grenzen slaagt alarm over de levensomstandigheden van de bevolking in Noord-Kivu. Ontheemde bevolkingsgroepen zijn vaak al jaren op de vlucht en zijn vandaag gewoon compleet uitgeput. Die verhoogde kwetsbaarheid bemoeilijkt niet enkel de toegang tot zorg, maar leidt ook tot ondervoeding en epidemieën, zegt Colette Gadenne van Artsen Zonder Grenzen. Zij onderstreept dat ontheemden niet langer de akkers kunnen bewerken en geen toegang meer hebben tot hun voorraden. Daardoor verliezen ze hun enige bron van inkomsten en raken zij ondervoed. Bovendien woedt in Rutshuru een cholera-epidemie. Lut Beeckmans van Broederlijk Delen bevestigt de alarmerende berichten, ook al wijst zij erop dat de hulp aan deze vluchtelingen momenteel niet centraal staat in de eigen hulpprojecten, ook al wordt terzake samengewerkt met 11.11.11. Kris Berwouts van Broederlijk Delen-partner EURAC, het Europese netwerk voor lobbywerk met betrekking tot Centraal-Afrika, bezocht onlangs de regio. Volgens hem toont de toestand in de regio hoe cruciaal de eenmaking van het leger is. In de Kivu voltrekt zich een militaire confrontatie tussen de rebellen van ex-generaal Laurent Nkunda en het regeringsleger. Het offensief tegen Nkunda lijkt vastgelopen. Er kwam ook een stroom van 400.000 nieuwe vluchtelingen op gang, bovenop diegenen die al op de vlucht gingen. In totaal zijn 700.00 tot 800.000 mensen op de vlucht. Velen moeten in minimale omstandigheden overleven. Meer nog, het vluchtelingenprobleem is nog niet volledig in kaart gebracht. Door de aanhoudende offensieven kan deze vluchtelingenstroom niet tot rust komen. Berwouts schrijft het succes van de verkiezingen in Congo toe aan een tweesporenbeleid, waarbij enerzijds steun was (de verkiezingen waren de duurste ooit en werden haast integraal door het buitenland betaald) en doelgerichte druk op de belangrijkste actoren. Op dezelfde manier moeten we in Congo en de Kivu druk blijven uitoefenen, maar ook waakzaam blijven met betrekking tot het bestuur en mensenrechten. Berwouts wijst op de grote armoede in Congo: Mensen blijven honger lijden. Dat discrediteert ernstig de geloofwaardigheid van de democratisering. Hij onderstreept ook de rol van de illegale ontginning van mineralen in de Kivu. Sommige Congolezen en Rwandezen hebben er alle belang bij dat de huidige toestand blijft aanhouden, zodat de illegale ontginning kan voortgezet worden. De bevolking die op de vlucht is dreigt daarvoor de prijs te betalen.
BRUSSEL (KerkNet/Kipa-Apic) De Braziliaanse bisschop Dom Luiz Flavio Cappio staakt na 24 dagen zijn hongerstaking tegen de plannen voor de omleiding van de rivier Sao Francisco, kort nadat hij in het ziekenhuis werd opgenomen. Tegelijk kondigt hij aan dat hij zijn acties voor de armen voortzet. Mgr. Cappio kondigde het einde van zijn actie van gebed en vasten aan tijdens een eucharistieviering in Sobradinho in deelstaat Bahia. De strijd gaat voort en blijft verankerd in het uiteindelijke fundament: ons geloof in een God van het leven en de georganiseerde actie van de armen. Tegelijk roept de bisschop op tot een grootschalig protest, dat ervoor moet zorgen dat iedereen toegang blijft hebben tot het water van de Sao Franciscorivier.
BRUSSEL (KerkNet) Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Steven Vanackere maakt 1.361.400 euro vrij voor vernieuwende projecten in de thuiszorg. Daarmee wil hij thuiswonende zorgbehoevenden en ouderen meer zorg op maat aanbieden. Tegelijk wil de Vlaamse overheid mantelzorgers beter ondersteunen. De Vlaamse overheid selecteerde 28 projecten in 5 thema's, waaronder ondersteunende telefooncentrales, projecten in Rust en Verzorgingstehuizen, gast- en nachtopvang en onderzoek over gebruik van personenalarmtoestellen. 74.368 euro is bestemd voor de uitbouw van een project van gastopvang in Vlaanderen bij Landelijke Thuiszorg. Volgens Leen Neirinck, zorgmanager van Landelijke Thuiszorg, is de organisatie bijzonder blij met de centen. De projectgelden worden jaarlijks toegekend in het kader van het zorgdecreet. De gastopvang betreft de opvang van mensen in gastgezinnen. In die zin is het te vergelijken met kinderopvang. Meestal zijn het mensen die vereenzaamd of dement zijn, of die kampen met een handicap. Ons project blijft beperkt tot zorgboerderijen, al hopen wij dat er later ook steun komt voor andere vormen van gastopvang. Gastgezinnen kunnen net zo goed gewone gezinnen zijn. Zorgboerderijen bieden niet voor iedereen een oplossing. Landelijke Thuiszorg wil samen met de overheid nagaan hoe deze opvang op de beste manier kan gereglementeerd en gesubsidieerd worden: De Vlaamse overheid erkent weliswaar het principe van die opvang, maar momenteel bestaat daarvoor geen enkele vorm van subsidiëring.
BRUSSEL (KerkNet) Bij Licap is de Nederlandse vertaling verschenen van het Compendium van de sociale leer van de Kerk. De publicatie kwam er dankzij de intensieve samenwerking met UCSIA en het International Institute Canon Triest (IICT). Tot op heden is de sociale leer van de katholieke Kerk verspreid over een zeer groot aantal bronnen. Paus Joannes Paulus II was ervan overtuigd dat de sociale leer oriëntaties biedt voor de aanpak van de actuele en wereldwijde maatschappelijke uitdagingen. Onder zijn impuls heeft de Pauselijke Raad voor Rechtvaardigheid en Vrede de sociale leer gebundeld in één overzichtelijk compendium. Het eerste deel van het compendium somt de vier fundamentele principes van de sociale leer op: de waardigheid van de menselijke persoon, het algemeen welzijn, subsidiariteit en solidariteit. Het tweede deel past deze principes toe op arbeid, ondernemen en economie, maar ook op themas als gezin, politiek en democratie, vrede en internationale ontwikkeling en leefmilieu. Telkens komen de meest relevante theologische, filosofische, morele, culturele en pastorale aspecten aan bod. Het derde deel geeft de ruimte aan voor pastorale actie en lekenengagement. Het is een boek voor gelovigen en alle mensen van goede wil dat inspiratie biedt op het individuele en het collectieve niveau. Compendium van de sociale leer van de Kerk, ISBN 978-90-6858-782-1, verkoopprijs: 20,00 euro (exclusief verzendkosten). Een gecombineerde uitgave van het boek ondersteund door een online editie kost 49,00 euro. De afzonderlijke online versie is beschikbaar aan 35,00 euro. Besteladres: Licap, Guimardstraat 1 in 1040 Brussel, e-mail: info@licap.be, fax: 02 509 97 04 en via de website: www.licap.be.
Cultuur & Toerisme Donderdag 18 oktober 2007 tot donderdag 20 december 2007 terug >
DENKEND GELOVEN: IS ER DOOD NA HET LEVEN?
Lezingenreeks in Kortrijk
Omdat verwijzingen naar de hemel niet meer overtuigen, gaan hedendaagse denkers en kunstenaars op zoek naar antwoorden die mensen van nu troosten en intrigeren. Wat kan iets zichtbaars als film ons over het thema verrijzenis zeggen? Hoe maken klassieke componisten het ongehoorde toch hoorbaar en welke zenuw raakt de popmuziek? Hoe kunnen deze pogingen tot antwoord aansluiten bij wat de Bijbel aantoont?
Programma: 1. 18 oktober: Priester Patrick Perquy brengt enkele uittreksels met commentaar van d onuitgegeven papieren van Paul Ricoeur Avant la mort+ een inleiding op de film Grbavica van Jasmina Zbanic. 2. 8 november: professor Peter Schmidt licht uit de Bijbel enkele aspecten die een rol kunnen spelen in het hedendaagse gesprek over leven en dood. 3. 21 november: professor Guido Vanheeswijck gaat na hoe en waarom onze cultuur voornamelijk wetenschappelijk is geëvolueerd en welke gevolgen die evolutie heeft voor ons spreken over godsdienst en verrijzenis. 4. 6 december: Dokter Ignace Dhert onderzoekt hoe hemel en verrijzenis geloofwaardig kunnen klinken voor nadenkende mensen vandaag. 5. 20 december: Bart Pieters spreekt over muziek als basis van jongerencultuur en dokter Jan Christiaens belicht enkele beklijvende luistervoorbeelden uit de klassieke muziek toe.
De lezingen starten om 20 uur. Kostprijs: 35 euro voor de volledige reeks of 10 euro per avond. Dezelfde cyclus herhaalt zich in het voorjaar van 2008 in het Grootseminarie te Brugge. Electronisch inschrijven voor al deze lezingen is mogelijk via http://pav.kuleuven-kortrijk.be en door storting van het vereiste bedrag op rekening 285-0213329-55 met vermelding van code 400/0000/935.
Nuttige informatie:
Donderdag 20 december 2007 Start: 20u00 KU campus Kortrijk, Kortrijk
BRUSSEL (KerkNet/Fides) De bisschoppen van Guatemala klagen in een gemeenschappelijke verklaring aan dat adoptie in hun land tot een handel verworden is. Mensen verhandelen de levens van jongens en meisjes alsof zij koopwaar zijn, verworven en afgestaan in een netwerk van kinderhandel, aldus de bisschoppen. Volgens hen is de adoptiecrisis symptomatisch voor de waardencrisis in hun land. Zij herinneren eraan dat Guatemala de conventie voor de mensenrechten evenals het akkoord van Den Haag, van mei 2007, ondertekende. Het Congres moet zijn verantwoordelijkheid nemen en een adoptiewet goedkeuren die de rechten van kinderen garandeert. Wij moeten ons streng opstellen tegen de ontsporingen en immorele houding waardoor adoptie tot een handel verworden is, aldus nog de bisschoppen.
SINT-EGIDIUSGEMEENSCHAP JUICHT VN-RESOLUTIE OVER DOODSTRAF TOE
Bron: Sant'egidio
BRUSSEL (KerkNet) Mario Marazziti, woordvoerder van de Sint-Egidiusgemeenschap, noemt de goedkeuring van de VN-resolutie voor een wereldwijd moratorium op de doodstraf een beslissende stap in de uitbouw van het internationale strafrecht, met respect voor ieder menselijk leven. Dit is een mijlpaal, waarbij een nieuwe morele standaard naar voren wordt geschoven, die men internationaal steeds moeilijker naast zich kan neerleggen. Dat sommige landen er al vijftien jaar naar streven om dit besluit mogelijk te maken, maakt de stap des te historischer. Marazziti herinnert er ook aan dat sinds de jaren 1990 meer dan vijftig landen de doodstraf hebben afgeschaft, terwijl elders de toepassing beperkt werd. Dit is een overwinning voor de wereld en het leven en voor de verdediging van de menselijke waardigheid en de mensenrechten.
AFRIKAANSE EN EUROPESE BISSCHOPPEN PROTESTEREN TEGEN HEDENDAAGSE VORMEN SLAVERNIJ
BRUSSEL (KerkNet/FIDES) Slavernij bestaat nog steeds, zij het op subtielere wijze in de behandeling van migranten en migrantenarbeiders, kinderarbeid of vrouwen- en kinderhandel. Dat schrijven Afrikaanse en Europese bisschoppen in een gemeenschappelijke brief naar aanleiding van de top van Europese en Afrikaanse leiders in de Portugese hoofdstad Lissabon. Willen we sociale rechtvaardigheid en een vreedzame integrale ontwikkeling vormgeven in de relaties tussen Europa en Afrika, dan moeten we hedendaagse vormen van slavernij aanpakken. De brief werd opgesteld tijdens de topontmoeting van Afrikaanse en Europese bisschoppen in Ghana, waar bijzondere aandacht was voor de tweehonderdste verjaardag van de afschaffing van de slavernij. De bisschoppen pleiten voor een migratiepact, waarin de regels voor de migratie naar Europa worden vastgelegd, en voor meer vrede en veiligheid evenals een actieve strijd tegen mensenhandel en plundering van de bodemrijkdommen. Ze dringen ook aan op de erkenning van de inbreng van migranten in hun gastlanden evenals op maatregelen om de zogeheten brain drain van hoog opgeleide Afrikanen tegen te gaan.
Samen met een andere diaken ben ik, zeer vroeg in de morgen, naar de kerk gegaan om, wat sommigen de dienst van het onthaal en anderen de ordedienst noemen, te verzekeren. Men moet letten op de gelovigen die binnen komen, en vooral moet men er zeker van zijn dat iedereen naar zijn eigen plaats gaat. De kinderen nemen helemaal vooraan plaats, tenzij de ouders er de voorkeur aan geven ze bij zich te houden. Er is een plaats voorzien voor de jonge mannen en een plaats voor de meisjes, een plaats voor de vrouwen die een baby dragen, een plaats voor de oude vrouwen. Er zijn ook zijn speciale plaatsen voorzien vooraan in de kerk voor de weduwen en de gewijde maagden. De mannen zetten zich allemaal bij elkaar. Soms komen er vreemdelingen aan en die zetten zich om het even waar, omdat zij de gewoonten niet kennen en dat veroorzaakt onrust. Er staan banken in de kerk, maar niet voor iedereen, en daarom moet ik er over waken dat de jongeren de zitplaatsen voor de bejaarde mensen laten.
Vervolgens, eens dat de liturgie van het Woord is begonnen, moet ik door de kerk lopen om er mij er van te vergewissen dat iedereen een goede houding aanneemt. Er zijn altijd mensen die in slaap vallen, en anderen die babbelen of wel zich amuseren met hun buren. Verschillende keren heb ik mannen en jonge mensen die zich in de taverne waanden, moeten buiten zetten, maar gelukkig is dat me deze morgen niet overkomen.
De aandacht wordt gewekt op het ogenblik van de lezing van het Evangelie, dat deze morgen door de diaken uit Rome op doortocht bij ons, met welluidende stem wordt voorgelezen. Hij spreekt vloeiend Grieks, alhoewel het Grieks daarginds sterk achteruit gaat en omdat sedert verscheidene jaren gans de liturgie wordt gevierd in een levende taal, dat wil zeggen in het Latijn.
Na de homilie die, zoals gewoonlijk, ongeveer een uur heeft geduurd, en de wegzending van de catechumenen, heb ik de ambon beklommen om de voorbeden voor te lezen: op elke intentie die ik aankondigde, zag ik degenen voor wie ik uitnodigde te bidden, hun hoofd heffen. Dit gebed, waarin elk zich verantwoordelijk voelt voor allen, smeedt de gemeenschap echt aan elkaar en het is heel betekenisvol dat, volgens onze gewoonte, de voorbeden beëindigd worden met de vredeskus die wie elkaar geven, nadat ik de gebruikelijke formule heb uitgesproken: Heet elkaar welkom en groeten wij elkaar wederzijds. Deze manier van handelen heeft trouwens de diaken uit Rome verwonderd: bij hem wordt de vredeskus gegeven na de communie.
Van de andere kant is er praktisch geen verschil tussen de offeranderituelen zoals zij bij ons worden uitgeoefend en zoals ze worden uitgeoefend in Rome. Alvorens de bisschop en de priester de offeranden van de gelovigen in ontvangst nemen, gieten wij water over hun handen: het is uit eerbied dat zij hun handen wassen op dit moment, alvorens het brood aan te raken dat het lichaam van Christus gaat worden. Wij leggen een deel van de offeranden op zij, die daarna aan de armen zullen worden uitgedeeld, en wij leggen op het altaar alleen maar het brood en de wijn die noodzakelijk zijn voor de eucharistische maaltijd.
Op het ogenblik van de communie nemen vier onder ons de grote bekers gevuld met bloed van de Heer en vergezellen de bisschop en drie priesters die het geconsacreerde brood uitdelen. Wij ondervinden dat niet alle gelovigen in dezelfde school werden gevormd: sommigen nemen de kelk met beiden handen vast, terwijl anderen hem niet durven aanraken; nadat zij het bloed van de Heer hadden ontvangen, heb ik gezien dat verschillenden met hun hand over hun nog vochtige lippen streken en daarmee hun voorhoofd aanraken, hun ogen en hun oren: het schijnt dat het een gewoonte is die iedereen pratikeert in Jeruzalem en Antiochië.
Eens de communie beëindigd,hebben wij de resten van het eucharistische brood en wijn op zij gelegd ter bewaring. Men bewaart het tot de volgende zondag, opdat degenen die in doodsgevaar zouden verkeren of voor diegenen die eenvoudigweg zouden verlangen te communiceren. Zo hebben wij op het einde van de morgen, het lichaam en het bloed van Christus aan een groot aantal zieken gebracht, die niet naar de bijeenkomst hadden kunnen komen.
Deze straten van de stad die ik zo goed ken, en die ik morgen opnieuw ga doorlopen om te hulp te komen aan de leden van Christus die lijden, doorloop ik s zondags graag terwijl ik het lichaam en het bloed van Christus op mij draag. Ik weet niet waarom, maar ik heb dan de indruk dat ik dan reeds stap in de straten van het hemelse Jeruzalem.
Philippe Rouillard in La vie spirituelle, n°juni-jullie, 1969. en daarna overgenomen in Diaconat Aujourdhui.
Ik houd van de zaterdag, omdat het de dag is waarop ik beter dan anders zie hoe het ambt van de dienst en de caritas, die ik gedurende de week heb uitgeoefend, gaat openbarsten in de liturgie, in een feest, in lofzang. De ziektes en het lijden van de mensen, hun lijden en hun vreugden waarvoor ik mij heb ingespannen om ze gedurende zes dagen te delen, ga ik nu getransfigureerd terug vinden in het lijden en de verrijzenis van de Heer die wij elke zondag vieren. De zaterdag, dag van verwachten en van voorbereiding, doet mij diep deze continuïteit begrijpen of eerder nog de eenheid ervan. Ik dacht daar aan, eens te meer, terwijl ik de intenties voor de voorbeden aan het opstellen was, die ik morgen zal naar voor brengen. En ik heb geen gebrek aan stof.
Vanavond heb ik naar de avonddienst[1] bijgewoond. Alle priesters waren aanwezig om het gebed te leiden. De kinderen van het zangkoor zongen psalmen. Ik heb de lamp aangestoken, zeggende zoals gewoonlijk: Dat de genade van onze Heer met u alle zij. Vandaag was de toeloop groot om mij te antwoorden: En met uw geest. Maar er niet altijd zoveel volk aanwezig. Veel te dikwijls wordt deze avonddienst niet of nauwelijks bijgewoond. Het kan toch niet zijn dat dit gebed van heel de gemeenschap, beetje bij beetje het voorrecht (bezit) wordt van de priesters, de diakens en de kinderen van het zangkoor.
[1] In het Frans staat lucernaire; In le Petit Robert lees ik: van Latijn lucerna: lampe. Première partie de lag vigile, office que les premiers chrétiens célébraient, à la lueur des lampes, pendat la nuit du samedi au dimanche.
Zeer vroeg ben ik op ziekenbezoek gegaan, en ik heb ze ingewreven met olie om ze te versterken, terwijl ik tot de Heer bad, die zoveel zieken heeft genezen tijdens zijn verblijf op aarde, en ze ook in hun binnenste heeft versterkt.
Daarna, omdat ik wat vrije tijd had, ben ik terug naar huis gekomen om te lezen en om te bidden. Ik heb uit de bisschoppelijke bibliotheek een boek meegebracht met de titel: Het testament van onze Heer Jezus Christus dat een verzameling is van zeer goed geordende liturgische en kerkrechterlijke teksten. Ik heb er verscheidene hoofdstukken gevonden met betrekking tot diakens, en ik heb volgende uitspraak, die ik mooi vond, genoteerd: de diaken moet het sacrament van de hele Kerk zijn. Spontaan zou ik zon uitspraak op de bisschop hebben toegepast, want van hem hangt heel het leven van de gemeenschap af; maar er over nadenkend denk ik dat zij ook op ons, de diakens, toepasbaar is, omdat ons ambt de uitdrukking (de openbaring) is van heel de gemeenschap en ze ter zelfder tijd doet bestaan. Ik denk ook omdat wij de bedienaars van de eucharistie zijn dat wij kunnen en moeten zijn het sacrament van de hele Kerk. De formule blijft er niet minder raadselachtig uit, zoals het past voor de beste theologische formules.
Ik moet ook, voor mijn plezier, een wijdingsgebed voor een diaken overschrijven, dat in dat boek staat en verdient om aan het nageslacht overgeleverd te worden/
God, schepper van alle grote dingen en bewerker van alle glorie, Vader van Onze Heer Jezus Christus, die gij hebt gezonden om uw wil te volbrengen, opdat het menselijk geslacht zou bevrijd worden, gij hebt ons uw geest verklaard en getoond, uw wijsheid, uw bezoek, uw welbeminde Zoon Jezus Christus, de Heer van het licht, de prins der prinsen en de God van de goden. Zendt de geest van uw genade en van uw spoed??? over deze dienaar die de uwe is om hem te verlenen de vlijt, de rust, de edelmoedigheid, de sterkte om u te behagen. Verleen hem, Heer, een arbeider de zijn van uw wet, zonder verlegenheid, dat het zacht weze, vriend van de wezen, vriend van degene die de godsvrucht beoefenen, vriend van de weduwen, vurig van geest en van vriend van wat goed is.
Twee dingen staan mij aan in dit wijdingsgebed. Van de ene kant is de diaken gezonden naar de mensen, zoals de Heer zelf, om hen te bezoeken in de naam van God en hun zijn Geest en zijn Wijsheid te openbaren. Van de andere kant, de voornaamste genade die voor de diaken moet worden gevraagd, is dat hij vriend zou zijn voor heel de wereld, maar in het bijzonder van degenen die in moeilijkheden verkeren. Mijn rol bestaat er in aan de mensen de liefde die God voor hen heeft te openbaren: daarom ben ik gewijd, en dat het God behage dat ik trouw blijf aan mijn roeping.