Ik ben Everaert Albert, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Awbeir (Eeklo's voor Albert).
Ik ben een man en woon in Eeklo (Belgiƫ) en mijn beroep is ...bloggen.
Ik ben geboren op 11/02/1948 en ben nu dus 77 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: mijn blog, foto's, computer, fietsen...
"Zou zijn/haar graf nog bestaan?" Een van de klassieke bezoekersvragen in het Stadsarchief, waarop tot nog toe in veel gevallen een stilte volgde. Het enige bestand met de antwoorden zit in de zoekmachine op het kerkhof zelf, en ook dat geeft soms verstek. Oorzaak: in de vroege 20ste eeuw zijn veel ingrepen niet of onvoldoende genoteerd. Nummers werden gewijzigd, graven verlegd, een enkele maal zelfs het tracé van een wegel veranderd. Voeg daarbij de onvermijdelijke vergissingen, en de puzzle is compleet.
Toen het archiefteam daarover door het stadsbestuur werd aangesproken, was het de bedoeling de bestaande configuratie in kaart te brengen. Een soort atlas, dus. Beperkt in omvang ook, want het moderne gedeelte wordt gedetailleerd en precies bijgehouden. Maar al snel stuitten de betrokken teamleden op moelijkheden. Tijdelijklijke concessies in volle grond werden bij het nummeren aanvankelijk overgeslagen. Wanneer die dan later plaats moesten ruimen voor kelders, doken onderverdelingen met letters op, waarbij de logica vaak helemaal zoek was. Daardoor geven heel wat letter- en cijfercombinaties geen aanduiding van de precieze ligging.
Voor de atlas werd daarom gebruik gemaakt van het huisnummeringsssysteem, dat via even/oneven nummers de juiste kant van de wegel aanwijst, en via de opeenvolging naar de precieze plaats leidt. Bij open ruimten werd gerekend met het grootst mogelijke aantal graven: zo worden in de toekomst letter-toevoegingen vermeden – dat een nummer in de rij wegvalt is geen bezwaar.
Het veldwerk ter plaatse kostte enkele tientallen namiddagen, en zorgde voor een nieuwe reeks obstakels. Zerken waren omgevallen, namen onleesbaar geworden, opschriften beperkt tot vaagheden als "familie x". Een aparte categorie vormden de graven waarop meer foto's zitten dan namen. Nog moeilijker wordt het wanneer nog levende personen al in het marmer staan gebeiteld, of wanneer de personen op de zerk helemaal niet in Eeklo begraven blijken te zijn.
Speurwerk in oude registers bracht in de meeste gevallen klaarheid, en voor wat overbleef kon het team gelukkig rekenen op oud-personeelsleden en steenhouwers, die royaal hun medewerking toezegden. De atlas van het oude kerkhof is na meer dan twee jaar zoekwerk ongeveer voltooid. Volledig foutloos zal hij wel niet zijn, maar de meeste vragen kunnen nu wel beantwoord worden.
Karel Roegiers werd op 11-09-1910 geboren in Eeklo. In 1913, net voor WO1, vertrok Karels vader naar Amerika. Door het uitbreken van WO1 kon Karels moeder met haar drie kinderen maar na reizen in 1920. Haar vierde kind kon niet meereizen omdat hij zijn legerdienst vervulde.
Wanneer Amerika deelnam aan WO2 melde Karel zich vrijwillig aan om in dienst te gaan bij het Amerikaans leger. Op D-day+1 landde Charles met zijn eenheid, 447th AAA AW Bn, op Omaha-Beach. Al vechtend door Frankrijk kwam hij in Luxemburg terecht. Op 16-12-1944 lanceerden de Duitsers een tegenaanval doorheen de Ardennen, beter bekent als het Ardennen offensief. De Amerikaanse linies werden vlug uitgedund en men vroeg vrijwilligers om de linie terug te versterken. Charles melde zich vrijwillig aan. Dit werd echter zijn noodlot. Want op 17-12-1944, de tweede dag van het offensief, werd hij dodelijk getroffen.
Charles werd begraven op de voorlopige Amerikaans Militaire Begraafplaats in Henri Chapelle. In de jaren 1947-48 kregen de nabestaanden van de slachtoffers de kans om hun dierbare te laten begraven op een begraafplaats naar keuze. Charles moeder koos ervoor om haar zoon te laten begraven op het kerkhof van zijn geboorte stad Eeklo. Op 13-08-1948 werd Charles overgebracht naar Eeklo waar hij zijn laatste rustplaats kreeg.
Sedert vorig jaar wordt er nu jaarlijks een herdenking gehouden aan zijn graf door de organisatie AOMDA ( Americans Overseaes Memorial Day Assosiation)
Dit zijn dan de twee slachtoffers die het dichtst betrokken waren bij het spijtig ongeval
met de stoomtrein het voorbije weekend.
Willy Roesbeke nam deze foto ongeveer een half uur voordat het ongeval gebeurde. Langs deze weg wil hij Bert Van De Abeele en Walter Smolders een spoedig herstel toewensen waar wij ons graag bij aansluiten.
Het is inmiddels wel bekend dat ons Stadsarchief mag rekenen op een enthousiaste, twaalfkoppige vrijwilligersploeg. Die is nu een jaar of vijf aan het werk, en kan al terugkijken op een indrukwekkend aantal realisaties.
Omdat de genealogen veruit de belangrijkste bezoekersgroep vormen, werd de burgerlijke stand het eerste project. Alle beschikbare gegevens (1609-1900), al onder archivaris Erik De Smet in vele tientallen bandjes in kaart gebracht, zijn al enkele jaren gelden gebundeld in 21 grote alfabetische registers, vanzelfsprekend ook digitaal beschikbaar. De "staten van goed" (boedelinventarissen bij erfenissen), in de vorige eeuw de tweede pijler voor stamboomonderzoek, kregen een digitaal jasje en een gedetailleerd personenregister.
Maar het archiefteam wilde meer. Moest de genealoog het destijds zien klaar te spelen met deze twee bronnen, momenteel liggen er nog een tiental andere voor hem klaar: 1. Met de vier uitgegeven (deels gereconstrueerde) landboeken zijn grondbezit, pachten en de precieze woonplaats terug te vinden. 2. Van de zeer informatieve stadsrekeningen is de hele periode 1565-1680 uitgegeven en becommentarieerd, ook met registers. 3. De bewijsstukken bij deze rekeningen, boordevol personengegevens, zijn geïnventariseerd voor de jaren 1618-1650 en 1740-1796. 4. De belastinglijsten zijn volledig geschematiseerd, zodat zij info kunnen verschaffen over iemands verblijf in onze stad. 5. Combinatie van deze lijsten met de landboeken had "bewoningstabellen" als resultaat, in feite adresboeken uit vorige eeuwen. 6. Een omvangrijk register van "wettelijke passeringen" (verkopingen van onroerend goed) verschaft info over grondbezit en transacties. Beschikbaar voor de periode 1537-1735. 7. Een gelijkaardig register voor verkopingen van roerend goed ('vendities') biedt ons een blik in het dagelijkse leven. 8. Het oude register van 'enkwesten' (verhoren door de politie) van Willy Hamerlynck werd aangevuld met een band adviezen van geraadpleegde advocaten. 9. Voor de 15de en 16de eeuw, waaruit voor Eeklo alleen stadsrekeningen bewaard zijn, is een volledige personenindex klaargestoomd. 10. Kleinere realisaties zijn o.a. een register van de conscriptie (dienstplicht in de Franse tijd), de uitgave van de werken van de eerste lokale geschiedschrijvers E. Neelemans en A. Van Acker, archiefinventarissen De basisuitrusting voor het archief is hiermee al meer dan bereikt. Het archiefteam kan zich dus nu toeleggen op "luxe-ingangen", werkinstrumenten voor de bezoeker waar de meeste archieven alleen maar van kunnen dromen ...
Dit is alles wat er overschiet van het bosje op de Dam, naast de Peugeot garage. Alle gerooide bomen zijn door de hakselaar in houtschilfers gemaakt. Zou er hier op gebouwen worden?
Fanatieke emancipatieverdedigers zullen zich ongetwijfeld ergeren aan de mentaliteit van het Ancien Regime. Van elke honderd persoonsnamen in de documenten van toen zijn er meer dan vijfennegentig van mannen, en van de vijf vrouwen worden er meestal nog een paar omschreven als "de huisvrouw van ..".
Deze documenten weerspiegelen volledig de toenmalige opvattingen over de maatschappij, waarin de beruchte drie k's (keuken – kerk – kinderen) primeerden. Bestuurlijke functies (stadsbestuur, rechtbank, ..) in vrouwenhanden waren ondenkbaar.
Een vervelend gevolg hiervan is dat wij dikwijls weten dat een man getrouwd was maar niet met wie. Landboeken en belastinglijsten zijn een bijna volledig mannelijke aangelegenheid. De parochieregisters lossen dit probleem maar gedeeltelijk op: zij beperken zich in veel gevallen tot de voornaam van de vrouw, waren dikwijls slordig bijgehouden, zitten vol hiaten en beginnen in het Meetjesland soms opvallend laat.
Gelukkig is er een bijkomende bron, waarin de echtgenotes bijna systematisch genoteerd werden: de "wettelijke passeringen" of verkopingen van onroerende goederen. Heel vaak waren die het gevolg van erfenissen, en op dit gebied had de vrouw wel gelijke rechten. Aan deze bronnen besteedt ons Stadsarchief dan ook heel wat tijd. Het overleden duo Willy Hamerlynck en Erik De Smet bracht de periode 1537-1700 in kaart, het omvangrijke deel 1700-1735 ligt zo goed als klaar.
Op die manier kan het Stadsarchief het sexisme van toen al een flink stuk wegwerken. Niettemin moeten ook nu soms keuzes worden gemaakt. Op welke manier rangschik je bijvoorbeeld de huwelijken alfabetisch? De gekozen oplossing – op de bruidegom en pas via een computercommando op de bruid – zal niet iedereen bevallen, maar is het meest werkbaar gebleken.
Ook in de latere eeuwen ontstaan af en toe problemen, met aanduidingen als "de familie X." De overvloedig beschikbare persoonlijke documenten brengen zo goed als altijd uitsluitsel. Echte problemen zullen pas ontstaan door de nieuwe wet die de kans biedt, kinderen de naam van de moeder te geven. De huidige archiefgeneratie krijgt daar gelukkig niet meer mee te maken.
Nog tot en met donderdag is aannemer Taveirne bezig met het onderstoppen en nivelleren van de nieuw gelegde sporen van het SCM, eens dit werk voorbij is kan de keuring door Infrabel gebeuren , daarna kan het spoor terug in gebruik genomen worden voor reizigersverkeer.
Enkele foto's van Luc De Poortere die samen met zijn zoon een cockpit
samen heeft gestoken van een Airbus 320.
Alles is op ware afmetingen nagemaakt.
Deze cockpit staat in een daarvoor speciaal gebouwd tuinhuis.
Zij hebben er tesamen zo een vijf jaar aan gewerkt.
Om deze cockpit te laten werken, zijn er vijf computers nodig. Zo kan men bijvoorbeeld (simultaan via internet) opstijgen in Zaventem, en landen bv. in Madrid. Mits de nodige toelatingen van grondradar en zo verder. Er zijn inmiddels al piloten komen oefenen.