Ik ben Everaert Albert, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Awbeir (Eeklo's voor Albert).
Ik ben een man en woon in Eeklo (Belgiƫ) en mijn beroep is ...bloggen.
Ik ben geboren op 11/02/1948 en ben nu dus 77 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: mijn blog, foto's, computer, fietsen...
In de Opeisingstraat zijn er door de jaren heen al aan meer dan de helft van de huizen veranderingen aangebracht. Ook zijn er al verschillende huizen afgebroken, zoals deze rij vanaf het huis met het rolluik naar beneden.
Het is natuurlijk al een lange tijd want deze oude foto's zijn van het jaar 1986.
Nu ziet het er hier zo uit, ongeveer 30 jaar later.
Binnenzicht in de koekjesfabriek VANHORA ( waar nu de Colruyt gevestigd is ). De foto is waarschijnlijk rond 1939 gemaakt. Aan de lessenaar links zit Louis Rummens de latere Directeur ( hij was ook rekenplichtige en woonde in de Molenstraat ). De persoon rechts met de koekjesdoos in de hand is Cesar Van Poelvoorde, en woonde in de Pussemierstraat r,o, de R.V.H. nu chocolaterie .
Het is inmiddels wel bekend dat ons Stadsarchief mag rekenen op een enthousiaste, twaalfkoppige vrijwilligersploeg. Die is nu een jaar of vijf aan het werk, en kan al terugkijken op een indrukwekkend aantal realisaties.
Omdat de genealogen veruit de belangrijkste bezoekersgroep vormen, werd de burgerlijke stand het eerste project. Alle beschikbare gegevens (1609-1900), al onder archivaris Erik De Smet in vele tientallen bandjes in kaart gebracht, zijn al enkele jaren gelden gebundeld in 21 grote alfabetische registers, vanzelfsprekend ook digitaal beschikbaar. De "staten van goed" (boedelinventarissen bij erfenissen), in de vorige eeuw de tweede pijler voor stamboomonderzoek, kregen een digitaal jasje en een gedetailleerd personenregister.
Maar het archiefteam wilde meer. Moest de genealoog het destijds zien klaar te spelen met deze twee bronnen, momenteel liggen er nog een tiental andere voor hem klaar: 1. Met de vier uitgegeven (deels gereconstrueerde) landboeken zijn grondbezit, pachten en de precieze woonplaats terug te vinden. 2. Van de zeer informatieve stadsrekeningen is de hele periode 1565-1680 uitgegeven en becommentarieerd, ook met registers. 3. De bewijsstukken bij deze rekeningen, boordevol personengegevens, zijn geïnventariseerd voor de jaren 1618-1650 en 1740-1796. 4. De belastinglijsten zijn volledig geschematiseerd, zodat zij info kunnen verschaffen over iemands verblijf in onze stad. 5. Combinatie van deze lijsten met de landboeken had "bewoningstabellen" als resultaat, in feite adresboeken uit vorige eeuwen. 6. Een omvangrijk register van "wettelijke passeringen" (verkopingen van onroerend goed) verschaft info over grondbezit en transacties. Beschikbaar voor de periode 1537-1735. 7. Een gelijkaardig register voor verkopingen van roerend goed ('vendities') biedt ons een blik in het dagelijkse leven. 8. Het oude register van 'enkwesten' (verhoren door de politie) van Willy Hamerlynck werd aangevuld met een band adviezen van geraadpleegde advocaten. 9. Voor de 15de en 16de eeuw, waaruit voor Eeklo alleen stadsrekeningen bewaard zijn, is een volledige personenindex klaargestoomd. 10. Kleinere realisaties zijn o.a. een register van de conscriptie (dienstplicht in de Franse tijd), de uitgave van de werken van de eerste lokale geschiedschrijvers E. Neelemans en A. Van Acker, archiefinventarissen De basisuitrusting voor het archief is hiermee al meer dan bereikt. Het archiefteam kan zich dus nu toeleggen op "luxe-ingangen", werkinstrumenten voor de bezoeker waar de meeste archieven alleen maar van kunnen dromen ...
Dit is alles wat er overschiet van het bosje op de Dam, naast de Peugeot garage. Alle gerooide bomen zijn door de hakselaar in houtschilfers gemaakt. Zou er hier op gebouwen worden?
Fanatieke emancipatieverdedigers zullen zich ongetwijfeld ergeren aan de mentaliteit van het Ancien Regime. Van elke honderd persoonsnamen in de documenten van toen zijn er meer dan vijfennegentig van mannen, en van de vijf vrouwen worden er meestal nog een paar omschreven als "de huisvrouw van ..".
Deze documenten weerspiegelen volledig de toenmalige opvattingen over de maatschappij, waarin de beruchte drie k's (keuken – kerk – kinderen) primeerden. Bestuurlijke functies (stadsbestuur, rechtbank, ..) in vrouwenhanden waren ondenkbaar.
Een vervelend gevolg hiervan is dat wij dikwijls weten dat een man getrouwd was maar niet met wie. Landboeken en belastinglijsten zijn een bijna volledig mannelijke aangelegenheid. De parochieregisters lossen dit probleem maar gedeeltelijk op: zij beperken zich in veel gevallen tot de voornaam van de vrouw, waren dikwijls slordig bijgehouden, zitten vol hiaten en beginnen in het Meetjesland soms opvallend laat.
Gelukkig is er een bijkomende bron, waarin de echtgenotes bijna systematisch genoteerd werden: de "wettelijke passeringen" of verkopingen van onroerende goederen. Heel vaak waren die het gevolg van erfenissen, en op dit gebied had de vrouw wel gelijke rechten. Aan deze bronnen besteedt ons Stadsarchief dan ook heel wat tijd. Het overleden duo Willy Hamerlynck en Erik De Smet bracht de periode 1537-1700 in kaart, het omvangrijke deel 1700-1735 ligt zo goed als klaar.
Op die manier kan het Stadsarchief het sexisme van toen al een flink stuk wegwerken. Niettemin moeten ook nu soms keuzes worden gemaakt. Op welke manier rangschik je bijvoorbeeld de huwelijken alfabetisch? De gekozen oplossing – op de bruidegom en pas via een computercommando op de bruid – zal niet iedereen bevallen, maar is het meest werkbaar gebleken.
Ook in de latere eeuwen ontstaan af en toe problemen, met aanduidingen als "de familie X." De overvloedig beschikbare persoonlijke documenten brengen zo goed als altijd uitsluitsel. Echte problemen zullen pas ontstaan door de nieuwe wet die de kans biedt, kinderen de naam van de moeder te geven. De huidige archiefgeneratie krijgt daar gelukkig niet meer mee te maken.