Ik ben Everaert Albert, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Awbeir (Eeklo's voor Albert).
Ik ben een man en woon in Eeklo (België) en mijn beroep is ...bloggen.
Ik ben geboren op 11/02/1948 en ben nu dus 76 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: mijn blog, foto's, computer, fietsen...
Na een vliegtuigspotter (Jörgen) en een treinspotter (Willy) is
er hier nu ook een bootspotter (Dirk).
Er bestaat een LPG - tanker met de naam Eeklo
en met de links die u onderaan het artikel vind
kan men veel ontdekken van dit schip en nog vele andere.
Er werden sedert 1978 twee schepen met de naam “Eeklo” in de vaart gebracht.
Een ervan werd inmiddels gesloopt en zoals men weet bestaat Boelwerf al lang niet meer.
Wat een verlies aan kennis en vaardigheden. “Gewone” arbeiders uit Temse en het Waasland konden een hoogtechnologisch zeeschip bouwen… Die kennis is voorgoed verdwenen met de sluiting van de werf “om economische redenen”, ongelooflijk jammer maar helaas…
Bijzonder interessant is de site met de actuele positie van het schip. Je kunt zelfs inzoomen op bvb de dokken in Antwerpen om te zien welke schepen daar actueel liggen.
hierbij de link naar de LPG-tanker "EEKLO".
Klik verder op "TOON live kaart", en je ziet de actuele positie van het schip (ligt thans voor anker in St. Brides Bay, zuidwest Engeland, Ierse zee).
Op diezelfde site zijn ook alle andere schepen in de buurt zichtbaar, even uitzoomen en aanklikken op de pijltjesindicatoren en je ziet dadelijk de steekkaart van het betrokken schip, vaarroute, snelheid,bestemming,... Iets om je op een regenachtige weekenddag eventjes mee te amuseren?
Bijgevoegd nog enkele linken, onder andere naar een vroeger schip met dezelfde naam "EEKLO", een bulk carrier gebouwd in 1978 op de Boelwerf in Temse.
Schip werd helaas verschroot in 2003, weliswaar reeds onder andere naam.
Zou mooi zijn moest het huidig schip eens bezocht kunnen worden indien aangemeerd in Antwerpen, Vlissingen of Zeebrugge...
Dat een archief over een aantal naslagwerken en historische uitgaven moet beschikken, ligt voor de hand. In de grote leeszaal De Smet vindt de bezoeker dus verscheidene meters klappers, woordenboeken en veel gebruikte geschiedenisboeken.
Daarnaast schaften de archivarissen Achiel de Vos en Erik De Smet al vanaf de jaren tachtig een beperkt aantal standaardwerken aan voor de geschiedenis van Eeklo en omgeving. Meer was ook niet nodig, omdat het Heemkundig (thans Historisch) Genootschap van het Meetjesland vrijwel systematisch dit soort boeken bijhield. Aanvankelijk stonden die in rekken bij een bestuurslid, maar de snelle aangroei verplichtte de vereniging uit te zien naar een ruimer en voor lange tijd verzekerd onderkomen. En dat werd het Eeklose Stadsarchief.
Op het stadhuis namen de bibliotheek en de tijdschriftencollecties, samen toen zo’n 25 meter, één van de acht rekken boven de raadszaal in; het eigen boekenbezit van het archief , niet meer dan een paar meter, kon in één kast in het leeszaaltje. Bij de verhuizing naar de Industrielaan werden de twee boekenreeksen samengevoegd in één sectie, terwijl de tijdschriften in een andere terechtkwamen. Na de onvermijdelijke installatieproblemen kon daarop gewerkt worden aan een (digitale) inventaris.
Het hele systeem moest grondig herbekeken worden toen in 2007 ook de Eeklose V.V.V. zijn collecties onder het beheer van het Stadsarchief plaatste: die bracht namelijk niet alleen enkele meters tijdschriften mee, maar ook een bijna twintig meter grote boekenverzameling. Begin 2010 viel in overleg de beslissing om ook die te integreren in het systeem.
Deze werken zitten momenteel al in de laatste fase. Er is nu een kleine “bibliotheek van Meetjeslandse auteurs”, waarin publicaties van streekgenoten op de meest uiteenlopende terreinen worden bijgehouden. Wat betrekking heeft op (lokale) geschiedenis, folklore, politiek en maatschappij vond een onderkomen in een stilaan indrukwekkende archiefbibliotheek van bijna veertig meter.
Anders dan in de klassieke bibliotheken hebben de boeken hier geen eigen nummer, er zit alleen een etiket in met een aanduiding van de plank waarop zij thuis horen. De indeling daarvan is concentrisch: Eeklo, Meetjesland, Vlaanderen, België, Geschiedenis algemeen, andere domeinen. Omdat elke plank hooguit één meter boeken kan herbergen, is een gezochte band vrij snel terug te vinden, en nieuwe titels en delen van reeksen kunnen probleemloos worden bijgezet. Is een plank vol, dan wordt achteraan onder dezelfde naam een nieuwe voorzien. De verdere aanvullingen staan dan wel meters verderop, maar vormen één geheel in de inventaris.
Deze digitale inventaris wordt natuurlijk de kern van het systeem. Ook de inbrenger van elk boek staat erin aangeduid. Op die manier kunnen de betrokken verenigingen op elk moment met een paar klikken hun eigen verzameling overzien.
Dat in onze samenleving het beeld steeds vaker de tekst verdringt, kan in zowat elke periodieke publicatie vastgesteld worden. Het ligt dus voor de hand dat menig bezoeker van het Stadsarchief niet alleen documenten wil zien, maar ook op zoek is naar illustratiemateriaal.
De basis voor een fotoverzameling werd al gelegd eind jaren tachtig , toen de zeventien medewerkers van ‘Eeklo 750 jaar’ honderden opnamen bij elkaar brachten. Vele daarvan, origineel of afdruk, belandden achteraf in het Stadsarchief, waar toenmalig archivaris Erik De Smet ze in een drietal dozen verzamelde. Maar echt gebruikt werden ze daarna niet.
De belangrijkste stap vooruit was ongetwijfeld de opkomst van de opneembare cd in de laatste jaren van de 20ste eeuw. Hij deed zijn intrede in het archief eind 2001. Aanleiding was de stapel fotoalbums die Rita Van Hoecke bij de opzoekingen voor haar boek over Ten Doorn in het kloosterarchief had aangetroffen. Echtgenoot Freddy Pille scande die massaal in voor de eerste vier cd’s van de SATD-reeks (Schaduwarchief Ten Doorn). Vóór de overbrenging van dat archief naar het Generalaat in Gent kon deze reeks aangevuld worden met scans van zowat alle belangrijke documenten uit het klooster. In de tussentijd waren ook al “wereldlijke” cd’s samengesteld, o.a. over het stadhuis, de India Jute en het gesloopte huis Baudts in de Stationsstraat.
Een nieuwe impuls kwam er via de groeiende verkoopsites op het internet, waar enkele archiefbezoekers geregeld Eeklose ansichtkaarten konden aanschaffen. Hun collecties werden prompt ingescand, ze werden bestudeerd in ‘De Eeklose Dobbelgebakkene’ en uiteraard op cd gezet. Voorlopig eindresultaat: meer dan 1300 kaarten op 32 cd’s, gerangschikt per straat. Samen met de meer dan 800 ansichtkaarten van Ten Doorn (10 cd’s) vormen zij een unieke documentatiecollectie.
Daarop volgde een ware lawine. Willy Hamerlynck en Willy Buyck fotografeerden bijna volledig het beschermde oude kerkhof , zerk na zerk. Frederik De Cockers boek over de Eeklose textielsector resulteerde in cd’s over zowat elke grote fabriek in de stad, er kwamen uitgebreide reeksen over de St.-Vinentius- en de Paterskerk, en uit de bouwaanvragen kwamen ettelijke duizenden privé-foto’s te voorschijn, verzameld op 86 cd’s.
Op deze manier legde ons Stadsarchief in tien jaar tijd op meer dan 250 cd’s zo”n twintigduizend foto’s vast. De omstreden houdbaarheid van de drager speelt daarbij niet meer zo’n grote rol: enerzijds staat de verzameling op speciale professionele cd’s met lange levensduur, en anderzijds hebben bijna alle leden van het archiefteam thuis kopieën in hun kast staan. De kans dat een schijfje onherstelbaar verloren gaat, is dus miniem.
In de komende jaren zal de reeks uitgebreid moeten worden met scans van een groot aantal archiefstukken die in de dramatische jaren op de zolder van het Vredegerecht onherstelbare waterschade opliepen. Het archief werd nu eenmaal niet altijd gewaardeerd en gekoesterd zoals tegenwoordig …
De archiefbezoekers, toch doorgaans van een beginnende of ver gevorderde derde leeftijd, kunnen er niet meer omheen: zonder enige informatica zijn de meeste bronnen slechts moeizaam en na behoorlijk wat tijdverlies toegankelijk. En de klasserings- en opzoekmogelijkheden zijn zonder meer opzienbarend.
Het Eeklose stadsarchief zag al in de jaren negentig de noodzaak ervan in, door de “boekenpest”: vanaf ca. 1840 werd het papier vervaardigd van houtvezel in plaats van lompen, en het daarin aanwezige ligniet vreet het papier in zowat een eeuw op. Vooral het goedkope krantenpapier is fel onderhevig aan dit proces. Voor de uitgebreide collecties lokale bladen is het dus meer dan alarm geblazen.
In eerste instantie werd gedacht aan microfilm, waarop alle bewaard gebleven jaargangen tot 1930 werden vastgelegd. Die zijn dus voorlopig gered, maar leesapparaten zijn schaars geworden, en je kan van de oudere toestellen niet kopiëren of fotograferen. De aanschaf van nieuwe is een waagstuk: hoelang zullen de passende lampen en andere vervangstukken nog beschikbaar zijn?
Cd, dvd en USB-sticks bieden mogelijkheden, afgezien van hun nog altijd omstreden houdbaarheid. Ons Stadsarchief koos al bijna tien jaar geleden voor deze weg en kan nu prat gaan op een D(igitaal)-collectie van zo’n 260 schijfjes. Het grootste deel daarvan is gevuld met foto’s, waarover wij het een andere keer zullen hebben. Maar ook alle parochieregisters (1609-1796) en burgerlijke stand (1796-1899) zijn nu snel op de computers te raadplegen. Ook de oude land- of kadasterboeken zitten op schijfjes, net als de registers op de boedelinventarissen (“staten van goed”), de openbare verkopingen en recent de affiches uit W.O. I.
Het intikken kost vanzelfsprekend een niet te tellen aantal werkuren, maar bespaart er nog meer. Zo is het niet meer nodig personenregisters aan te maken, aangezien elke naam via de zoekfunctie kan worden teruggevonden, een ongelooflijke luxe bij omvangrijke projecten als bijvoorbeeld de bewoningstabellen.
De OCR- of letterherkenningstechniek maakt het mogelijk foto’s of scans van oude teksten om te zetten in Word-tekstbestanden, waarna die met de al genoemde zoekfuncties doorzocht kunnen worden. Dit is al gerealiseerd voor de 270 pagina’s tellende inventaris van de verkopingen 1530-1700. Heel wat genealogen kijken uit naar het ogenblik waarop de zevenduizend pagina’s van het tijdschrift De Eik op deze manier toegankelijk worden.
Er is op digitaal gebied dus al heel wat gerealiseerd in ons Stadsarchief. Het blijft wel aftasten, verkennen en proberen te voorzien waar nog omwentelingen kunnen gebeuren. Zo maakte het archiefteam twintig jaar geleden een verkeerde keuze door de data in drie kolommen in te tikken: om op datum te kunnen zoeken moet hij in één kolom staan. Met de nieuwe technieken is zo’n omzetting te realiseren, maar voor bestanden tussen de vijf- en zevenendertigduizend regels is dat geen sinecure …
Dit is nog een uitloper van de Kampioenenviering van vrijdag.
Het was namelijk ook de laatste presentatie van de bekende
Louis De Pelsmaeker.
Mark Van Hamme, hier met Louis op de foto, geeft
hieronder een korte beschrijving van de carrière van Louis.
Op vrijdag, 28 februari 2014 nam Louis De Pelsmaeker afscheid als actief sportjournalist ter gelegenheid van de kampioenenhulde in Eeklo.
Daarmee kwam een einde aan een loopbaan die begon op 14-jarige leeftijd. Aanvankelijk als ‘hulpje’ van vader Remi, die zelf menig stukje sportgeschiedenis neerschreef in onder meer dagblad Het Volk. Maar Louis zou de loopbaan van vader ver overstijgen. Reeds in 1959 trok hij voor het eerst naar de Ronde van Frankrijk. In totaal zou hij dertien keer in het zog van de allergrootste kampioenen door Frankrijk trekken. Als wielerjournalist volgde hij halfweg de jaren zeventig Fred De Bruyne op als tv-commentator bij de toenmalige BRT. Dit samen met Mark Van Lombeek. Maar Louis was veel meer dan enkel maar een wielerjournalist. Zo maakte hij liefst negen Olympische Spelen mee en drie Wereldbekers voetbal. Zijn ruime kijk op de sport dreef hem ook naar de minder bekende sporten, zoals onder meer de paardenrennen in Waregem.
Het hoogtepunt van Louis De Pelsmaeker als sportjournalist vond plaats in februari 1976, toen hij in het verre Puerto Rico als enige Belgische journalist een interview kon afnemen van de grootste bokser aller tijden, Mohammed Ali. Die bokste toen tegen de Vlaamse leeuw Jean-Pierre Coopman en won ook op overtuigende wijze.
Voor de kampioenenhulde in Eeklo was het een grote meerwaarde om op dergelijke vakman ieder jaar weer opnieuw te kunnen beroep doen. Het zal niet gemakkelijk zijn om hem op een waardige manier te vervangen.
zijzelf staat tweede van links boven met zwarte trui,
ook nog De crop Lieve-leiding...Ria Van de Walle ... Martine de Witte...Caroline Blomme...Greet Matthijs...Zwanckaert Marleen... Mia Grijp(nu actrice)...Monique de Sutter...Mouton Greta(of Gerda)..... Matthijs Denise...Carmen Mouton ....Marleen de Schuyter... Ysebaert Marleen ....Gerda Boute.