Ik ben Everaert Albert, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Awbeir (Eeklo's voor Albert).
Ik ben een man en woon in Eeklo (Belgiƫ) en mijn beroep is ...bloggen.
Ik ben geboren op 11/02/1948 en ben nu dus 76 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: mijn blog, foto's, computer, fietsen...
Toen de bevolking had vernomen dat de eerste geallieerden in aantocht waren en dat de Duitsers waren gevlucht, werden de straten gevuld met een uitbundige menigte. De Belgische vlag werd opnieuw gehesen en het volk troepte samen op de Markt. De vreugde onder de burgers sloeg echter al gauw om.
Nog voor de eerste Canadese soldaat het centrum binnenkwam, maakte woede zich meester van de menigte. De volkswoede richtte zich tegen collaborateurs en Duitsgezinden. Hun huizen werden opengebroken, geplunderd en in brand gestoken. Anderen, die niet waren gevlucht, werden aangehouden, opgeleid en in de Werkmanskring vastgehouden. De Witte Brigade ging de hele dag door met aanhoudingen. De gearresteerden werden in de rijkswachtkazerne ondervraagd door leden van het Geheim Leger, en er werden rapporten opgemaakt over de ‘zwarten’. In totaal werden een vijftigtal mensen aangehouden en vijfendertig huizen geplunderd en vernield. Voor de beschrijving van deze gebeurtenissen gebruiken we in wat volgt uittreksels uit het dagboek van Léon Minne:
Plots slaat de feestvreugde om in een uitbarsting van opgekropte volkswoede. Een paar groepen , de Belgische vlag opkop, doorlopen de straten en beginnen aan de vernieling van de huizen en goederen van « der zwarten «
Iets later worden de meubels van Baillu buitengesmeten en te midden van de straat wordt er een vuur omstoken. Om 12 uur worden de ruiten van Marcel De Vreese uitgesmeten met de stenen welke van de toren gevallen waren. (De kerktoren was beschoten geweest door de Canadezen omdat men dacht dat er Duitse waarnemers in de toren zaten . Vele menschen zijn min of meer als krankzinnigen te werk gegaan. Overal wordt vernietigd en verbrand: bij Edgard De Latter, De Meyer, Jozef De Latter, Lacaeyse, A. Van Zandijcke, De Boever, enz. enz. Te midden van de markt staat een man met harmonica de Brabançonne te spelen en Tipperary, vrouwen en meisjes dansen als bezetenen. De plunderingen en brandstapels volgen elkander op: Wijfels, Edg. De Vliegher en nog vele andere komen aan de beurt. Een bende met de belgische vlag aan de kop en met knuppels gewapend doorloopen de straten; ook ziet men vele jongelingen rond lopen met Belgische armband, pistolen, mitrailletten en geweren gewapend, dit is de ‘Witte Brigade’. Zeer vele van de zoo gezegde ‘Zwarten’ worden door de witte brigade gearresteerd en werden in de rijkswachtkazerne ondervraagd . In totaal werden een vijftigtal mensen aangehouden en vijfendertig huizen geplunderd en vernield.
(info: Luc Vandevelde)
De vernieling bij E. De Latter in de Stationsstraat.
We komen toch nog eens terug naar het seinhuis. De foto is van het huidige seinhuis welke in het station is gevestigd. Zoals u kan zien is er geen vergelijking meer met het oude seinhuis
waar nog met grote hendels moest gewerkt worden.
Nu gebeurd alles elektronisch.
Mooie foto van hoe het Eeklose station er vroeger bij lag.
Rechts boven ziet men het gebouw van de psychiatrie en het begin van de Oostveldstraat.
De straat in het midden is het K.Astridplein waar achteraan de bocht naar de Stationsstraat.
Links vooraan is de Zuidmoerstraat. In het midden de gebouwen van het station met vooraan de goederenloods.
Rechts boven de garage waar het onderhoud van de treinen en wagons gebeurde.
Men kan zien hoeveel sporen er toen nog lagen aan het Eeklose station in 1945.
- Ha, Achiel, waddister mee ui gebeurt? Ge blinkt gelijk nen graan andzjuun?
- Ja Lowie, ‘k zij ne kêer noar Riatjen geweest in den Boeloare.
- Riatjen? Wien is dadde?
- Ewew, daddis da Tuuneejsies madamken dat op den hoek van den Boeloare en de Meulestroate nen welnes gemoakt heet.
- Nen welnes, Achiel? Waddis dadde?
- Ewew, doar keunde a nogal een beetjen loaten goan, zille vent. Da begint mee een massazjeken van top toe têen, tan moede in azô een hettne kot kruip’n woar dadde begint te zwêet’n dat den dôom uit ui ôoren komt en tan meugde in de jakoezie!
- Wa moek mij doar bij vôorenstew’n, bij nen jakoezie?
- Ewew, daddis een grôote badkuipe en da woatere broebelt awtijd moar. Da’s gelijk thuis, os ge in a bad een scheetje loat, moar doar rieket betere!
- En da madamken die da boelken openhewt, hêet Riatjen?
- Joat, kijk, ‘k hè een koartjen meegepakt: Riad Nazjiba!
- Ja Achiel, ’t zit doar wa tôope hé, in den Boeloare? Aw da schôon vowk?
- Ge meugt gerust zijn Lowie, den burgemêestre weet wew woarom dat hij hier een appartementjen gekocht heet.
- Pak nui Dafneetjen Oars. Os dedie teeng’n mij zegt: ‘Moeje ne kêer van mijn krokitjes proev’n’, ewew, tan zoe’k gôow dienen frietex opeet’n!
- En wa pejzde van Neeleken? Van de Witte Zwoane?
- Ja Achiel, doar èk ôok een beuntjen vôor’n zille, een gôole boale tsewfs!
- En doar neefest, Peetratjen van den Arguus: dedie zegt awtijd ‘pannekoeksken’ teeng’n mij.
- Joas zekere, Achiel? Ik goa doar ôok geirne, ’t is allêene moar spijtig dajnze doar nen openen keukene hèn.
- Ja woarom, Lowie?
- Ewew, Peetratjen heure vent stoat awtijd moar vies te kijk’n ozzek mee heur een klapken stoan te doen. ‘k Pejze dat hij een beetjen tsjaloes is?
- ‘k Pejzet ôok, daddis spijtig hé?
- Joat Achiel, en weete wat datter nog spijtig is? Da Lieveken van Dekkers vertrokk’n is uit den Boeloare. Ge weet wew, da schôon kind mee heur wit kopken hoar uit de parfuumerie Carin Spreej?
- Ah deddie? Ja doar gingek veele binn’n met ons Irma achter heur favoriet riekwoatere.
- Nen Sjanel numéro vijve, Achiel?
- Nieje, Lowie, nen zeejvnenvôortig ewve! Ode kolonje!
- Owver riekwoatere gesprook’n: wa vinde van de zusterkes an den overkant?
- Weunder nonnekes in den Boeloare, Lowie?
- Gêen nonnekes, gij wiepedej, moar twie gezusters: Anjaten en Véronieksken van da boetieksken ‘Mooi’.
- Ja daddis doar ôok de moeite, allêene, ze moen da manneken mee zijn boartjen uit awderen winkel hewwen.
- Frankietjen, wiwde zegg’n? Moar doar goan ze gêen last nemêer van hèn, zille!
- Ah nêeje? Hoe kommet?
- Frankietjen goa noar Holliewoet! Vôor mee te doen in nen seksfielme!
- Frankietjen in nen seksfielme? ‘k Meuge der nie an pejz’n! Wukkenen fielme goat dat zijn, Lowie?
- Os ge zijn kopken hoar ziet, moede toch nie twijfelen: ’t vijftig tinten grijs!
Een van de bijzonderste collecties van het SAE vormen de zogenaamde 'Bewijsstukken bij de rekeningen' van het Ancien Regime. Het gebeurt namelijk niet zo vaak dat een dergelijk wijdlopige reeks in haar volle omvang bewaard is gebleven. De oudste velletjes dateren van 1618, en vanaf 1635 zijn de bundels zowat volledig.
Tot zo'n twintig jaar geleden bleven deze stukken onaangeroerd. De aanblik is inderdaad niet erg uitnodigend: uitrafelende en gescheurde bladen, goedkoop papier in alle formaten, beschreven in alle mogelijke en zelfs onmogelijke handschriften. Maar in feite vormen zij een onuitputtelijke goudmijn. Iedereen die in de 17de of de 18de eeuw voor de stad iets geleverd of gepresteerd had, moest namelijk zijn rekening indienen en tekenen voor ontvangst.
Op die manier krijgen wij uitgebreide informatie over prijzen en lonen, gebruikte materialen bij herstellingen, passerende troepen enz., alles veel gedetailleerder dan in de stadsrekeningen zelf. Daarin staat bijvoorbeeld alleen het globale bedrag dat een herbergier voor soldatenvertering in rekening bracht, maar in zijn bewijsstuk staan de data, het aantal soldaten, hun regiment en de hun verstrekte dranken en spijzen. Genealogen kunnen er met enig geluk ook de handtekeningen van hun voorouders in vinden.
De bewijsstukken informeren ons ook precies over de bevoegdheden en de activiteiten van de stedelijke ambtenaren. Wij lezen er onder andere waar de betrokkenen naartoe gestuurd werden en met welke opdracht.
Pijnpunt is natuurlijk de hoge drempel, door de soms zwaar te ontcijferen hanenpoten. De inventarisering is ook nog niet ver gevorderd. In de jaren negentig bezorgde de huidige stadsarchivaris een index voor de jaren 1618-1650, samen met een tweedelige teksteditie van de belangrijke stukken. De jaren 1750-1796 zijn het enige resultaat van het Habsburg project dat in samenwerking met wijlen Erik De Smet was opgezet, maar door diens overlijden niet van de grond kwam.
.
Er blijven dus nog zo'n honderd jaar onontgonnen. Nu het achtkoppige vrijwilligersteam werk begint te maken van de stadsrekeningen na 1650, is de kans groot dat ook deze bronnen binnen afzienbare tijd toegankelijk worden gemaakt.
Tot voor enkele jaren verscheen in het weekblad Taptoe Meetjesland regelmatig de rubriek ‘Kaffeeklap’, in het Eeklose dialect geschreven door Marc Van Hulle. De reeks werd plots stopgezet, maar de goesting van de auteur om verder in zijn moedertaal, het Eekloos, te blijven schrijven is gebleven. ‘Toen Awbeir me vroeg om af en toe eens een Eekloos stukje te schrijven voor zijn blog, heb ik niet geaarzeld’, zegt Marc Van Hulle. ‘Ik weet dat Awbeir dezelfde liefde voor zijn stad koestert als ik en ik volg al jaren met veel respect zijn goedgestoffeerde blog. Met ‘Tussen pot en pinte’, de nieuwe naam van de oorspronkelijke ‘Kaffeeklap’ wordt die misschien nog een beetje meer Eekloos. Veel leesplezier, alvast. En misschien een tip: als je de tekst niet onmiddellijk begrijpt, lees hem dan luidop. Dat helpt, net als nen goeien dreupele erbij…’
Tussen pot en pinte
Eeklônoare van ’t Joar!
- Moar wie damme doar hèn: Achiel! Daddis ôok wew lange leen!
- Joat Lowie, ‘k weetet, moar nui zijme hier were! Irma keunt er were teengne da’k af en toe ne kêer een pintjen komme drink’n.
- Ja vent, dat doe mij plezier! Pakt a moar nen gloajznen boterham op mijn kost’n!
- Merci Lowie, merci. Moar ’t moe mij van ’t herte dat allemoale veele veranderd is sinds onzen loasten babbele.
- Oedadde, Achiel, waddis ter veranderd? ’t Rijen nog awtijd evenveel otto’s in den binn’n, d’er wordt nog awtijd gezoagd op den gemeenteroad, zjuust de fécé speel wa betere…
- Nêeje, Lowie, ik pejze an die jonge gast’n. De CD&V-jongeren, damme zegg’n.
- De CD&V-jongeren? Zijn dat de kleine tsjeejv’n, Achiel?
- Joat. Allez, ’t is te zegg’n, zô kleine zijn ze nui ôok were niet. Os ge Blomme, de vôorzittere, pakt: da manneken is zekers twie meters grôot en weegt garantie honderd kilo, drôoge an den hoak!
- Ja, moar wa schiwter doar nui mee?
- Ewew: die jonge gast’n hên awderen Eeklônoare van ’t joar gekoz’n: Henk Fiecent, ge weet wew, de zeune van Raf, de moartleidere geweest. En de schôonzeune van mêester De Zuttere, die vôor ’t Vowksken schrijfdege?
- ‘k Hent geleejz’n. Daddis toch een schôone keujze? Henk hee toch die nieuwe klinieke van Awma an de Ringboane gezet?
- Kweetet Lowie, moar ik begrijpe da toch nie goed zille.
- Woarom nie, Achiel?
- Ewew: die klène tsjeejv’n, da zijn allemoaw jongens en mèskes van een joar of twintig. En dan ister doar een lijstjen mee meugelijke kannidoat’n vôor awderen Eeklônoare van ’t Joar. En wie stoater doar op?
- ‘k Zoet nie weet’n, Achiel.
- Vôor te beginn’n: Pascalleken Noassens en Dafneetjen Oars. Da zijn toch twie pronte kien’n, hé Lowie? Ze keun’n bowvnandien nog goe kook’n ôok, wa moe nen vent mêer hèn? Moar die jonge keirels van de tsjeejv’n kiez’n doar nie vôorne! Moar die mèskes zijn nie betere zille, want wie stond er nog op awder lijstjen: Djosh Lasjden en Michaël Vrijmoed!
- Wiendadde, Achiel? Vrijmoed kennek, daddis den dienen van de vellefabrieke, hé?
- Nêeje Lowie, Vrijmoed hee een sterrenrestoran in Gent en ’t is ôok een schôon ventjen! En dienen Djosh Lasjden moakt alle joar’n van zijn ôore op Tomorrowland, ge weet wew, da festivaw woar dan d’Aorme Kloar’n noartoe goan? Ewew, ôok de mèskes van de kleine tsjeejv’n hèn doar nie vôore gekoz’n. Z’hèn den ewsten angeduid en ‘k durve wett’n dat hij nog nie keun kook’n ôok…
- Woarom hejnze dat tan gedoan, Achiel?
- ‘k Pejze dakket weetek: ’t woart den êenigsten van de vijwve die vrêed kontent woart mee die lôolijke foajze dien de klène tsjeejv’n an de winnoare gav’n…
Foto die waarschijnlijk bij de start is genomen. Op de achtergrond zien we volgens mij de kantine van voetbalclub SK Eeklo
die onlangs is afgebrand en waar ik hier vorige week (05/02) foto's van plaatste.
De man links is dokter Brys, in het midden zien we mevrouw dokter De Keyser en naast haar 'meester' Georges De Martelaere welke de meeste foto's nam van deze reeks Te Voet door 't Meetjesland.
Zondag 1 februari, nam Shari deel aan het BK & VK meerkamp indoor. Een 5-kamp dus en zowel voor de Vlaams als voor de Belgische titelstrijd lagen de eerste twee plaatsen op voorhand vast met de deelname van Hanne Maudens en Noor Vidts. Voor de rest leken de atleten aan elkaar gewaagd, misschien dat de Waalse Sarah Leonard, een hoogspringtalent, wel eens de beste papieren zou hebben om ook op het Belgische podium te staan.
Na een lange dag kregen we gelijk, maar wat meer was, Shari pakte een onverhoopte 4e plaats op het BK en werd 3e in het Vlaamse eindklassement, ondanks dat het er na het kogelstoten niet bijster goed uitzag.