Ik ben Everaert Albert, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Awbeir (Eeklo's voor Albert).
Ik ben een man en woon in Eeklo (België) en mijn beroep is ...bloggen.
Ik ben geboren op 11/02/1948 en ben nu dus 77 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: mijn blog, foto's, computer, fietsen...
Chronologisch verhaal waar Eeklo werkelijk onder de knoet zat van den Duits tijdens de eerste wereldoorlog!!
In ons O-L-Vrouw Ten Doorn instituut werden in den beginne onze Belgische soldaten verzorgd. Maar als den Duits ingekwartierd was werden zij hier verzorgd. Eeklo werd etappe gebied. De Duitse frontsoldaten kwamen van den IJzer terug naar Eeklo om tot rust te komen. Zodra ze terug in orde waren moesten ze terug naar het front. Het was hier komen en gaan.
Het vredegerecht werd een passbureau. Als je als Eeklonaar naar een andere gemeente moest dan moest je hier toelating vragen. Hiervoor moest je heel dikwijls de scheldtirrades ondergaan van de Duitse bevelhebber. Men noemde hem 'Pietje Snot'. Zo bang hij was van zijn oversten hoe ruwer behandelde hij de bezoeker! Steevast riep hij: 'Hebben zie gold' want hij was hebzuchtig dat had geen naam! Gaf je wat geld dan raakte je vlugger aan je reispas!
Chronologisch verhaal waar Eeklo werkelijk onder de knoet zat van den Duits tijdens de eerste wereldoorlog!!
Een voorteken daar ieder paardenhouder zijn paard moest afstaan aan het Belgische leger op 1 augustus 1914. Wat erg paarden die naar het front moesten. Krijgt men ze ooit nog levend terug?
Onze burgerwacht stond paraat om een afsluiting te vormen vanaf de kledingzaak van Arthur Jocqué (nu Leffe café)tot aan het koetsenbedrijf Oscar Walry (latere Unic). Ze gingen den Duits tegenhouden met diligence, een kerre en met nen wagen. Dat ging onze showgroep nooit lukken tegen de veel beter getrainde en gewapende Duitse soldaten!! Maar dapper waren ze zeker ze konden toch proberen nietwaar?
De vorige groepsfoto van onze burgerwacht werd op deze plaats gemaakt. Op het terrein achter de kleuterschool den Unief gelegen in een zijstraat van de Teirlinckstraat. Op deze plaats was de schietstand en lokaal van de burgerwacht.
Het werkterrein van Virginie Verbiest was hoofdzakelijk Eeklo, maar zij trok ook naar Balgerhoeke en Adegem (Kruipuit, Veldekens, Staalijzer, Akker, Moerwege...) en enige keren naar Sint-Laureins (Eerstestraat, Kruisstraat...) of Lembeke (Eeklostraat, Antwerpseheirweg,...) Waarschoot (Jagerspad, Dam...) en Ursel.
Zij kwam in huis bij elke rang en stand van de bevolking en zo vermeldt zij dikwijls: Rolwagen, schippers (vaart), leurders, foorwagen, op logement of vluchtelingen, waarbij zij de standplaats, de stad van oorsprong en/of het bevallingsadres vermeldt.
Kinderen komen niet op commando en baxters ter bespoediging van de geboorte bestonden nog niet. Daardoor moest zij door weer en ontij, dag en nacht, winter en zomer ter beschikking staan van de Eeklose bevolking, en dat alles te voet of met haar fiets, soms tot vier bevallingen per dag! Het woordje 'stress' bestond toen nog niet voor zo'n druk en onregelmatig leven.
Virginie Verbiest was een rijzige persoon (1,69 m groot) en werd bemind en geëerd door de Eeklose bevolking omwille van haar vakbekwaamheid, plichtsbesef en sociaal medevoelen. Zo zocht zij ook soelaas voor de noodlijdende gezinnen en ging dikwijls aankloppen bij de toenmalige burgemeester Pussemier voor zijn minder bedeelde stadsgenoten. Op een keer had hij er genoeg van en vond dat het nu al welletjes was, want dat zijn onderdanen kweekten lijk de konijnen en dat hij daar toch niet altijd moest voor opdraaien. Virginie (Veurge in de volksmond) replikeerde ja, Mijnheer de Burgemeester, ze kunnen toch niet allemaal trouwen als ze de leeftijd om kinderen te krijgen gepasseerd zijn (hij was gehuwd op 60-jarige leeftijd) en bekwam toch steun.
Boerderij die tot het gesticht behoorde. De mannen die gezond waren boerden zodat er eten op tafel kwam voor alle bewoners. Deze boerderij lag dicht in de buurt van 'Het Koerken' (verbinding met de Cocuytstraat en die dus uitkomt op de H.Hart site) Bakkerij en schoenmakerij. Lag dicht bij de boerderij.
Het kasteeltje of paviljoen van Karel Stroo. Gezien vanaf de weilanden aan de Moeie. Op deze weilanden kwam later de eerste kraamkliniek, ons moederhuis waar vele Eeklose kinderen ter wereld kwamen!
Hier het paviljoen van Karel Stroo. Hier bracht hij ook lepralijders naar toe om ze te laten verzorgen door zijn zusters. Je ziet de grote tuin en soort park voor zijn paviljoen. Dit paviljoen stond in de buurt waar nu het kinderdagverblijf staat. Nu staat voor deze plaats een soort bosje van verwilderde struiken en bomen. Vroeger was dit een pareltje van het gesticht!! Nostalgie alom.
Mecenas Karel Stroo stierf in zijn paviljoen in nabijheid van zijn dierbare zusters in het jaar 1873. Zoals het in die tijd paste werden voorname mensen op een zondagmiddag om 15 u begraven en dit op 26 januari 1873. Hij ligt begraven in de neo-gotische grafkapel op de stedelijke begraafplaats. En ligt samen bij vele zusters begraven die hem hielpen met zijn liefdadigheidswerk. Zeker is dat hij aan de basis lag van de kerkelijke structuur van onze stad. En tevens de basis was met zijn gesticht tot de H.Hartkliniek die uitgroeide tot AZ Alma. Karel Stroo werd meestal Ridder Karel Stroo genoemd daar hij verscheidene ridderlijke onderscheidingen ontving voor zijn goede werken. Kortom vrienden terug een stukje Eeklose nostalgie die we best niet vergeten.
(Jan Martens) Bronnen: Mijn verhaal ontstond door delen uit volgende werken tehalen: 1-De burgemeesters van Eeklo sinds 1830 (auteur Willy De Zutter) 2-Het Eeklo van toen (auteur Staf De Roo en Erik De Smet 3-Foto's uit eigen archief.
Bronvermelding: Eeklo in oude foto's Deel 1 Auteurs Staf De Roo en Paul Wallaert
De "Vrienden uit de Kaaie Negen" in 1930. De "Kaaie Negen" waren een rij van negen huisjes in de Raverschootstraat die iets dieper lagen dan de straat, alsof ze aan een kade gebouwd waren. Een van de bekendste figuren van de "Kaaie negen" was onze Lotsen Zee.
De eerste vrouw op de foto Polle Leeme kon naar verluidt ontzettend hard roepen. Wanneer haar man, August Lippens (bijgenaamd Gust den Deele en laatste op de foto), niet thuis was voor het middageten en enkele honderden meter verder stond te "tateren", hoorde hij haar zonder problemen tot ginder roepen dat het eten klaar was.
Lotsen Zee staat vierde van links op de foto.
(Jan Martens)
Dit zijn de huisjes waar er op deze foto al een paar afgebroken zijn.
"Café de la Plume d'or", ooit de "De Gouden Pluim". Deze naam kwam ook tot stand omwille dat dit het eerste café was in Eeklo waar de Eeklonaar zijn duivensport uitoefende!!
Dit was ook al de naam 200 jaar geleden, toen Jan Baptist Rodrigos hier in 1820 een herberg ging exploiteren. Na een paar jaar ruilde de familie Rodrigos "De Gouden Pluim" voor de "staminee" in de kelderverdieping van het stadhuis.
In de loop van de 19e eeuw stonden achtereenvolgens Antoon Bouckaert, Ivo De Vos en de weduwe van Edmond Estourgies achter de tapkast van "De Gouden Pluim".
In 1893 opende Bekaert-Goethals hier een kruidenierszaak.
Zeer lang verdween de herberg uit het stadsbeeld niet, want omstreeks 1898 hield Louise de Vos hier weer het "Café de la Plume d'or".
De eigenzinnigaards was een hechte vriendengroep die haar activiteiten beperkte tot het supporteren voor KFC Eeklo. De naam die ze zichzelf gaven, hadden ze zeker niet gestolen. Velen hadden inderdaad een zeer eigenzinnig karakter en een hoogst kritische kijk op hun geliefde voetbalploeg. Nieuwe leden, de meeste leden waren oud-voetballers van de feecee, moesten door de medeleden worden voorgesteld en aanvaard.
Als echte betweters bespraken ze meer de fouten en gebreken dan de kwaliteiten van de spelers. Ze verzamelden met hun vlag bij de ingang van het terrein aan de Gentsesteenweg om dan in groep binnen te gaan en de match te volgen. Ze gingen ook vaak mee op verplaatsing en huurden dan een bestelwagen met banken erin en later een autobus.
De eigenzinnigaards hadden hun lokaal in De Gouden Pluim op de Markt, waar ze tweemaal per jaar een feestbanket organiseerden. Tot de jaren zestig stond er nog geen kantine naast het voetbalterrein en moesten de supporters de doorstane emoties gaan dorrspoelen in cafés in de buurt van het station. Café Maldegem (hoek Zuidmoerstraat), café De Vos (Koningin Astridplein) en café du Nord (Staionsstraat) waren de uitverkoren herbergen van de Eigenzinnigaards. De meesten waren stevige drinkebroers die niet alleen na de wedstrijd hun vaste cafés bezochten, maar ook nog eens de maandagavond weer op post waren.
Ook een eendagsreisje of uitstap stond jaarlijks op het programma. Een zieke vriend werd steeds bezocht door een kleine delegatie.
Het gezelschap bestond uit kleine en min of meer welgestelde zelfstandigen, evenals een aantal bedienden uit de plaatselijke nijverheid. Hoewel niemand actief met politiek bezig was, hadden de meesten toch duidelijk liberale sympathieën.
De voorzitter van het gezelschap was Jules De Smet, een smid uit de Moeie, die steevast Jules uit de Smesse genoemd werd. Hij was een stevig gebouwde man die van nature een onbetwist gezag uitstraalde en wiens woorden nooit tegenspraak opriepen. De ongeveer 25 leden lieten zich op het einde van de jaren veertig op foto vereeuwigen.
V.l.n.r.: eerste rij (zittend) Jules Goethals (bijgenaamd Peet Vodde), Ernest Vrombaut, Jules De Smet, Henri Van Vooren, Albert Wulffaert (bijgenaamd 't Rostjen) en Alfons Vrombaut.
Tweede rij: Maurice Wulffaert, Evremont De Roo, Gaston Lehoucq, Albert Hoornaert, Remi Cooman, Michel Coddens, Theofiel Van De Veire.
Derde rij: Albert Martens, Leon De Smet, Aimé Vincent, Octaaf De Peser, Edgard Van der Bruggen, Julien De Keyser, Edgard Willems, Edmond Regelbrugge en Richard Coudenys.
Bron: Heemkundige bijdragen uit het Meetjesland.
17de jaargang 2003-4 de trimester pag 183
Auteur: Medestichter KVVV Eeklo en ons oudste bestuurslid Etienne Lampaert.
Gustaaf Joseph De Roover geboren in Eeklo op 26 mei 1888. Zijn vader was baardscheerder in de Collegestraat.
Staf werd geboren met een handicap. Hij had een horrelvoet en strompelde steunend op zijn stok, trekkebenend over de weg. Gustaaf werd zeer katholiek opgevoed. Staf Roovers, zoals hij in de volksmond genoemd werd op 15-jarige leeftijd klokkenluider in de Sint-Vincentiuskerk. Gustaaf stond officieel ingeschreven als knape of kerkbediende als klokkenluider en orgeltrapper op het doksaal. Staf Roovers was meer dan zestig jaar klokken- luider, een lastig werk dat hij vaak niet alleen aankon, want de grootste klok woog 2 600 kg! en diende met vier man geluid te worden. De klokken moesten niet alleen dagelijks geluid worden voor de aanvang van de kerkelijke diensten (missen, vespers, lof en angelus), vaak waren er ook speciale feestdagen, heiligendagen en andere plechtigheden waarvoor de klokken luiden.
Staf was ook orgeltrapper op het doksaal. In die tijd moesten de blaasbalgen die het orgel aanblazen, met mankracht worden bewogen. De orgeltrapper stond boven op de twee blaasbalgen en drukte met zijn ene voet de ene blaasbalg leeg in het orgel, terwijl de andere blaasbalg zich met lucht vulde. Dan verplaatste hij zijn lichaamsgewicht op zijn andere voet en gebeurde het tegenovergestelde. Niet alleen tijdens de kerkelijke diensten, maar ook als de organist wilde oefenen, moest Staf present zijn. Het moet een heel karwei geweest zijn voor de gehandicapte kerkbediende om dagelijks enkele keren de smalle wenteltrap naar het doksaal op en af te gaan om het orgel te trappen en of de klokken te luiden.
Staf was lange tijd rozenkransbidder. Op de vooravond van de begrafenis werd de familie naar de kerk uitgenodigd om voor het zieleheil van de overledene een rozenkrans te bidden, een gebruik dat in de jaren zeventig verdween. De voorbidder las luidop alle gebeden, vijftien maal tien weesgegroeten en onzevaders van de paternoster, gevolgd door enkele litanieën. Het volk bad mee en antwoordde na elke aanroeping van een heilige 'bid voor ons'. Zoals gezegd was Staf De Roover zeer godsvruchtig en klerikaal. Dit engagement trok hij ook politiek door. In verkiezingsperiodes ging hij plakken voor de Katholieke Partij, dan was hij fanatiek 'tjeef'. Hij reed op zijn gemak met zijn zware fiets, beladen met affiches, papemmer en papborstel, Eeklo rond om op toegelaten en niet-toegelaten plaatsen affiches, vooral het kiesnummer van de katholieke lijst te plakken en het verkiezingsplakwerk van andere partijen af te scheuren of te overplakken. In die hoedanigheid liep en reed hij veel op straat, kon je hem overal in de stad ontmoeten en werd hij een bekende Eeklonaar.
Voor en na de Tweede Wereldoorlog was Gustaaf De Roover colporteur van de Eeclonaar. Na de zondagsmissen stond hij aan de uitgang van de kerk om het weekblad te verkopen. Staf De Roover was een doodbrave man. Hij leide een bijna ascetisch leven. Veel luxe permitteerde hij zich niet. In eten en drinken was hij uitermate sober. Wanneer hij het druk had in de kerk, stelde hij zich tevreden met een korst droog brood. In café's was hij nooit te zien.
Komfort, weelde, een gezin kende hij alleen van horen spreken en een vleugje vriendschap vond hij alleen op straat. Op 91-jarige leeftijd overleed Staf. Hij is heengegaan zoals hij op de wereld gekomen is: ongezien en bij zijn afsterven ongelauwerd. Volgens zijn laatste wens werd afscheid genomen in zijn grote kerk en werd hij in Eeklo begraven.
Toenmalig atheneumleraar Marcel Daelemans richtte samen met Piet Gelaude in 1954 BBC Eeklo op. Zevenenvijftig jaar lang was hij stichtend lid van zijn club. Hij was een manusje van alles en maakte wel en wee mee van de basket op de verschillende locaties in de stad.
Het Heldenpark, achter het zwembad, de India Jute, de Yeti en uiteindelijk de sporthal en huidige basketzaal.
Marcel volgde altijd trouw alle thuismatchen van de club van zijn hart. In 1974 kreeg Marcel een stadsmedaille. In 1999 werd hij geridderd in de orde van den Eeclooschen Herbakker (als stichter van de BBC).
Hij lag ook mee aan de basis van de oprichting van de huidige basketzaal in 1991. Die kwam er door toedoen van de toenmalige raad van bestuur. Voorzitter Roger Verbiest, secretaris Marcel Daelemans, penningmeester Jef Lefever en de beheerders toenmalig burgemeester Roni De Waele, dokter Guy Vereeken en Johan Savat. Architect was Luc Verstraete.
Hun namen zijn nu vereeuwigd op een gedenkplaat aan de inkom van de baskethal.
Marcel Daelemans was een graag geziene, heel actieve figuur in de basketbalclub!!
Een van de volksmannen van Eeklo. Geboren in de jaren van de tweede wereldoorlog. Hij stond 50 jaar lang met zijn vrouw op de Meetjeslandse markten om hun kledij aan de man of vrouw te presenteren. En presenteren deed hij met zijn sympathieke stem zoals de beste markt kramers dit kunnen! Steeds onder het volk en op post in hun winkel 'Tricot Mikari' gelegen in de Koning-Albertstraat.
Het gezin Staelens hun kledij winkel gelegen in de Koning-Albertstraat.
De toenmalige succesvolle muziekband 'De Estaccato's hebben jaren hun broodnodige techniek laten verzorgen door deze man. Dit bandje bestond uit volgende muzikanten: Elie Prins (Elie Van De Kerckhove), Jean-Marie Cauwels, Gilbert Corné en Willy Bruggeman. Hun Manager was de vader van Elie Prins, Carlos Van De Kerckhove.
De toen succesvolle band! Van links naar rechts: Eli Prins, Jean Marie Cauwels, Carlos Van De Kerckhove, Gilbert Corné en Willy Bruggeman.
Enkele hobby's had hij ook nog namelijk radio's in elkaar steken en TV-antennes plaatsen. Hij voorzag zowat gans het Meetjesland van een antenne op hun dak.
Om zich eens te ontspannen was hij steevast een uitmuntende danser en pleziermaker op feestjes.
Geen wonder dat onze Kamiel Staelens die ik hier presenteerde een even veelzijdige zoon liet openbloeien.
Zoon Peter Staelens is dan ook een Meetjeslandse performer, acteur, entertainer, presentator die steeds het beste van zichzelf geeft!! Een volledige lijst van wat Peter ooit bracht zou eindeloos zijn.
Een fiere vader die de entertainer microbe deelt met zijn zoon Peter.
Daarom enkele zaken uit die lijst zijn:
Eigen producties: 35 eigen shows
Acteur: 16 keer onder andere in het jaar 2000 met 'Kareltje de keizer' als Albanese huurmoordenaar
Weefgetouw inrichting in de ‘India jute’. Men ziet kinderen staan dus ook hier alom kinderarbeid!!
Stukje textielverleden van onze stad
Eeklo zijn textielverleden! Zie de kwaliteitsvolle kledij en stoffen die door onze uitgebuite textielarbeiders vanaf 1850 afgewerkt werden tegen de allerlaagste lonen. Er waren ongeveer een 28 tal textielsites in onze stad. Ooit begonnen met de eerste site Neelemans op de plaats waar onze politiesite was (witte huis). Later overgenomen door Van Damme. Het contrast met de rijke textielbaron en zijn arbeiders was enorm groot.
Gelukkig kwamen de Gentse socialisten naar Eeklo en het Meetjesland om onze gelaten textielarbeiders een hart onder de riem te steken. Op die manier ontstonden de eerste Eeklose socialisten 'De broederlijke wevers'. Met als gevolg dat de strijd tegen de uitbuiting begon en de andere vakbonden volgden in die vurige strijd. De eerste socialisten kochten 2 huisjes op in de Kerkstraat tegenover de Raamstraat. Daar was hun lokaal later volkshuis 'Germinal'. De textielbaron kwam in opstand door zijn arbeiders buiten te sluiten uit hun bedrijf. Dit waren de lock-outs van 1911 en 1928. Terwijl onze arbeiders niet mochten werken werd het werk gedaan door nog goedkopere landarbeiders uit Aalter. Kunt u zich voorstellen welke taferelen dit opleverde. Toen de strijd van de arbeiders langs alle kanten ook nog eens gedwarsboomd werd door onze Eeklose burgemeester De wachter werd het extra moeilijk! Uiteindelijk leverde de jarenlange strijd het nodige op. Want door de vakbonden kregen wij nu ons vredig leven die we hebben!!
(Jan Martens)
Philip Alfons De Wachter. In die tijd was deze man onze burgemeester. Maar hij verdroeg de opstanden niet. En schakelde meermaals zijn rijkswachters in om de opstanden bloedig te doorbreken.
Hier zie je de eerste echte socialisten ‘De Broederlijke Wevers’ aan het Ledeganckplein. In groep de opstand aangaan tegen de uitbuiting. Lage lonen in het Meetjesland de laagste van heel het land en enorm ellendige werkomstandigheden. Geen verschil in werkritme tussen vrouwen en mannen. Mannen kregen iets meer loon dan de vrouwen. En verdoken kinderarbeid. Bij arbeidsinspectie ging een fluitsignaal en vluchtte de ploegbaas met alle kinderen langs achteren weg!!
De kermis van Eeklo vond normaal plaats de laatste zondag van augustus tot de eerste zondag van september en verliep altijd volgens hetzelfde programma: optredens van de Eeklose muziekverenigingen en koren, "schietingen" door alle schuttersgilden en toneelopvoeringen.
Rond de eeuwwisseling kwam er wel eens een verrassende nieuwigheid op het programma.
In 1889 bijvoorbeeld steeg voor het eerst een luchtballon op.
Een tweede maal gebeurde dat in 1908.
Daarna kwam deze attractie meermaals voor op het kermisprogramma.
Het waren voornamelijk de Fransen Eugène en Louis Godard die in de beginjaren de show kwamen stelen.
Lima Verstraete ooit een Eeklose volksvrouw en wat voor eentje!! Bij madam Lima leerden vele jonge muzikantjes solfègeles en pianoles. Het was de tijd dat we nog geen muziekschool hadden. Lima was zeer muzikaal echt een talent. Ze woonde in een huis in de Prinsenhofstraat. Daar gaf ze op het einde van de gang in een kamertje aan een oude zwarte buffet piano les. Ze verlichtte deze kamer met kaarslicht en er lag altijd een hamer naast haar op een tafeltje. Die hamer was voor de inbrekers zei ze! Ik geef ze daarmee dan n'en tik op ulderen kop!
Zelfs onze topmuzikanten Freddy en Georges Delagaye kregen als jonge broekjes hun notenleer lessen van madame Lima. Georges Delagaye speelde later als trombonist in het orkest van James Last en zijn broer Freddy werd ooit geselecteerd voor het orkest van André Brasseur.
Begin 1900 was Lima Verstraete de eerste vrouwelijke dirigente van de harmonie St.Georges.
Vele Eeklonaars moeten haar kennen. Ze was klein van gestalte haar lichaam iets voorovergebogen en altijd in het zwart gekleed en haar lange grijze haar hield ze samen met een haarspeld. Guitige, levenslustige oogjes en steeds optimistisch en levenslustig. Ze vertoefde heel graag in jong gezelschap in de plaatselijke café's zoals 'De Pluim' en 'De Kabouter' met een glas krüger export.
Toen ze een eind in de tachtig was musiceerde ze samen met het symfonieorkest in de 'Gouden Leeuw'. Daar kon ze tijdens de opvoering zich plots recht stellen en verschillende pupiters omver lopen. Ze zei dan: 'T is hier altijd hetzelfde en ze verdween gewoon.
Haar laatste jaren liep ze dikwijls elke dag met haar vioolkast in Eeklo op de Markt. Want ze vergat meer en meer wanneer het repetitiedag was.
Deze volksvrouw werd 95 jaar oud en uit eerbetoon kreeg een wijkje in Eeklo haar naam: 'Lima Verstraete Hof'
Meer dan 150 jaar was het weekblad 'De Eeclonaer' heel belangrijk in onze stad. Daarom een overzichtsgeschiedenis vanaf het prille begin tot 2008.
Heel precies op 29 april 1849 stichtte vrederechter Pieter Ecrevisse het weekblad op. De Eeclonaer stond voor: Staatkunde, Handel, Wetenschappen, Letterkunde en beschaving. Ecrevisse zocht een drukker en die vond hij bij de rijke brouwersfamilie Ryffranck. Gelegen in de Boelare (latere brouwerij Baele). In 1868 werd dit weekblad verkocht aan redacteur-uitgever Karel De Sutter. Zoon van een koopman in meststoffen en vooral steenkool aan het begin van de Koning-Albertstraat. Zijn zoon Roland nam alles over in 1956. Roland huwde met Anna De Fuster, dochter van een drukker uit Tielt. Roland begon te moderniseren! De drukkerij vestigde zich in de Koning-Albertstraat nr 33-35. Roland werd ook geridderd in onze 'Herbakkersorde'
Zijn zoon Michel werd ook gevormd tot drukker en nam over op een gedreven manier.
Michel De Sutter stichtte ook een weekblad: Meetjesland EXPRES. Met totaal 95.000 exemplaren per week. Hij richtte zelf een distributienet in voor de bedeling, wat geen klein werk was. Daarbij drukte hij Streekboeken en wielerboeken.
Michel vervijfvoudigde het personeel en vertienvoudigde de omzet!
Michel De Sutter werd ook tot ridder geslagen in onze Herbakkersorde.
Kortom dat is echt enig dat een weekblad meer dan 150 jaar bestond!! In de fotoreeks zal je naast de stichters ook de redacteurs zien die jarenlang aan bod kwamen.
Dit waren onder andere August Van Acker, Lucien Lampaert, dokter De Keyser, Luc Soens, Dirk Spittaei, Marc Van Hulle. Ziezo wij geven dit stukje geschiedenis graag mee als KVVV Eeklo.
Onze leuze is ken uw verleden en bekijk steeds de toekomst rooskleurig.
(Jan Martens)
En wie herkent hier de pioniers van de geschreven pers in Eeklo?
De ene schreef de teksten, de andere nam de foto's en de derde drukte alles op papier. Wie zijn zij?
In het interbellum was er een café-chantant 'De Volksvriend'op het Kaaiken. Op de eerste foto stond dit café waar nu het eerste huis staat met boog boven de deur. Enkele huizen voorbij kapper Omeer! Dit zang en muziek café werd uitgebaat door het echtpaar Gaston Van De Genachte-Diana D'Huyvetters. Diana speelde piano en haar man klarinet. In dit café werden alle toen bekende volksliederen in samenzang met de cafégangers gebracht. Zelfs onze marktzanger Lionel Bauwens kwam zich daar dikwijls uitleven! Diana en Gaston vormden zelfs een Eekloos ensemble met plaatselijke muzikanten. Uit dit echtpaar werd een muzikaal talent geboren dirigent Willy Van De Genachte die veel met de paplepel meekreeg! Willy was solist bij de militaire kapel van de Gidsen en in Eeklo jarenlang leraar klarinet en saxofoon aan de academie te Eeklo. Tevens was hij een uitmuntend dirigent van harmonie 'Amicitia'.
(Jan Martens)
(Foto's KVVV)
Irene De Wispelaere en Yvonne Lambrecht waren 12. Foto genomen aan café De Volksvriend waar het iedere dag 'vollen bak' was.
Een paar sfeerfoto's van de vroegere 'Kaaikeskeirmesse'. De stichters van deze kermis gaven in het jaar 1927 een mooie naam aan hun kermis: 'Gebuurtedekenij Steunt Elkander'. Want hun voornaamste doel was om alle mensen die het moeilijk hadden in hun buurt steeds te helpen. Op een van de eerste kermissen zat een verklede beer in een wagon op het station. Daar werd hij met paard en kar opgehaald door bestuur en alle kermisvierders. Velen dachten dat het een echte beer was. Deze stoet liep van het station door de Visstraat doorheen de Zuidmoerstraat om te eindigen eind de Dullaert aan het café met boerderij 'Het Motjen'. Op het eind van de avond was de beer en zijn volgers uitgeput, doodgelukkig en ladderzat!! Ondertussen is deze kermis uitgegroeid met een zondagse rommelmarkt die de grootste van Vlaanderen is!!
(Jan Martens)
(Foto's uit boek: In Vlaanderenland...Vlaams, in 't Meetjesland...Eekloos)
Kunstenares Jeannine van Landschoot werd niet alleen geridderd door onze vereniging maar heeft zelfs de Stadsmedaille ontvangen. Dat is de hoogste onderscheiding van de stad.
Toen ze haar man Patrick Ysebaert leerde kennen, werd ze gestimuleerd om haar talent verder te ontplooien en werd ze een gewaardeerde beeldhouwster.
Haar bekendste beeldhouwwerk is ongetwijfeld het Lotjen aan het stadhuis. Ook de beelden van de Zwangere Vrouw, Keizertje Karel, Yvonne Van Acker, Luc Verstraete en haar eigen man Patrick Ysebaert sieren het straatbeeld van Eeklo. Ook prachtige beelden van Isegrim Den Wolf en haar beeldengroep De Zusters mogen we niet vergeten. Ook een dame die haar stempel drukte in onze stad!!