Ik ben Everaert Albert, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Awbeir (Eeklo's voor Albert).
Ik ben een man en woon in Eeklo (Belgiƫ) en mijn beroep is ...bloggen.
Ik ben geboren op 11/02/1948 en ben nu dus 76 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: mijn blog, foto's, computer, fietsen...
Zowat een jaar geleden haalde het Algemeen Rijksarchief Brussel de landelijke pers met een oproep om de affiches uit de Eerste Wereldoorlog van de ondergang te redden. Die werden inderdaad gedrukt op oorlogspapier van zeer bedenkelijke kwaliteit, dat ook nog eens boordevol zuur zit.
Dat de Brusselse archivaris op de bijgaande foto een Eekloos exemplaar in de hand hield, was meer dan symbolisch. Eeklo beschikt namelijk over liefst twee zeer uitgebreide collecties. In het Stadsarchief zitten al zolang iedereen zich kan herinneren vier grote mappen, met in totaal zo'n zevenhonderd stuks; bij de verhuizing van de V.V.V. kwam daar een even omvangrijke verzameling bij.
Het inkijken ervan was tot nu toe geen eenvoudige zaak. De stedelijke collectie zit namelijk opgevouwen. Het broze papier telkens weer openleggen is zeker niet aangewezen. De V.V.V.-exemplaren liggen gebundeld in enkele tientallen rollen, en ook daarin is zoeken geen sinecure.
De oplossing ligt voor de hand: een klapper. Digitaal natuurlijk,want dan kan je in een paar tellen de affiches chronologisch of thematisch rangschikken. De praktijk is wat minder eenvoudig. Op een (gelukkig beperkt) aantal is geen datum te bespeuren, en enkele tientallen andere bevatten drie of vier, sommige zelfs vijf mededelingen van uiteenlopende aard. Het vroeg dus enige tijd om een methodiek uit te dokteren.
Momenteel is de archiefreeks volledig doorgenomen en ingetikt. Vervelende vaststelling: waarschijnlijk al in de jaren zestig werden de affiches met een anilinepotlood genummerd, en diverse nummers ontbreken. De tol van jarenlang slordig omspringen met dit unieke erfgoed, dat tot de verhuizing in 2006 voor het grijpen lag op de stadhuiszolder …
Wat in de ene verzameling ontbreekt, zit met een beetje geluk wel in de andere. Maar op de V.V.V.-rollen heeft op dit ogenblik niemand al een goede kijk. Nu 2014 in zicht komt, zal het archiefteam zeer binnenkort zijn aandacht verleggen naar deze unieke getuigenissen. De affiches moeten een van de blikvangers worden van de grootschalige tentoonstelling die Stadsarchief en V.V.V. op touw willen zetten.
Afgezien daarvan blijft natuurlijk de vraag hoe wij de stukken voor de komende generaties in stand gaan houden. Inscannen is niet de meest aangewezen methode. Wegens hun grootte kan dit alleen in de toestellen die voor het kopiëren van plans gebruikt worden, maar daarin worden ze op een cilinder getrokken en gaan ze onvermijdelijk scheuren. Fotograferen heeft dit probleem niet, maar met honderden gevouwen en opgerolde vellen wordt dit een hele klus.
Een tussenoplossing zou het inscannen in stukken kunnen zijn, die dan in de computer naadloos samengevoegd kunnen worden. Nog een stuk bewerkelijker, maar met het fors uitgebreide archiefteam misschien wel haalbaar. We hebben tenslotte nog bijna drie jaar tot de herdenking …
Vooraan in de Boelare is men nog volop bezig met de riolering te leggen. Men is ver op het einde van de straat gekomen. De wagens die de uitgedolven aarde komen ophalen kunnen de Boelare niet meer in en staan met hun neus in de Molenstraat.
Aan de andere kant is er terug een groot stuk dichtgedaan en doet men al het mogelijk om met het lange weekend voor de deur het gemakkelijker te maken de horeca zaken te bereiken.
Vrachtwagens brengen verharding aan die door een schepmachine wordt plat getrokken en met een wals wordt alles vast gereden.
Om deze foto te nemen stond ik ter hoogte van de Zilverstraat en ziet men dat de Boelare tot aan daar terug dicht gemaakt is. Toch wel mooi werk van de mannen van Aswebo.
In de Boelare gaat men steeds verder met het afwerken van de voetpaden en de parkeerstroken. Men is nu tot voorbij de Teirlinckstraat gekomen.
Als we van de bovenste foto ons omdraaien zien we dit beeld. We staan hier op het kruispunt met de A.Van Ackerstraat en zien dat het eerste stuk al dicht gemaakt is.
Deze morgen hebben we een bezoek gebracht aan de bloemenmarkt op de Eeklose Markt. De eerste indruk is dat er iedere keer meer kraampjes bijkomen en dat er veel volk was.
Het zal wel zijn omdat ik in Eeklo geboren ben maar ik vind het Stadhuis, het Belfort, de Kerk en het Rootjen altijd een mooie achtergrond als er foto's moeten genomen worden op de Markt.
Het Seniorenorkest was ook terug van de partij en zaten nu goed overdekt tegen de regen. Alleen, de regen bleef achterwege en was het langs de ene kant wel spijtig dat het terraszeil niet verder open kon.
Ook konden de kinderen kennismaken met de schilderkunst. Soms staat men wel verbaasd wat die kinderen al kunnen maken.
Een mooie bloem, een gezellige babbel en contente mensen. Had het nu enkele graden warmer geweest had het misschien nog beter geweest. Dat zal voor de volgende keer zijn. Mocht het aan mij liggen moet men geen jaar wachten om terug een bloemenmarkt in te richten.
De voorbije week deed ik een verkenning van het nieuwe fiets-en wandelpad op de oude spoorwegbedding. Zoals men kan zien heeft men nieuwe grachten aangelegd om de afwatering goed te laten verlopen. We starten in de Schaapsdreef.
Hier zijn we ongeveer de helft van het pad en is de gracht nu aan de rechtse kant. In de verte hebben we de Magermansdreef.
Als we bijna aan de Magermansdreef zijn hebben we een mooie S-bocht. De gracht is doorgetrokken tot aan de straat.
Hier zijn we al de Antwerpse Heirweg gekruist en is dit het laatste stuk tot aan de Oostveldstraat.
Dit is het einde van de weg en de auto die men ziet rijdt in de Oostveldstraat. Hier moeten nog enkele aanpassingen gebeuren en zullen de twee bomen waarschijnlijk nog weg moeten.
Hier ziet men beter waar men juist uitkomt in de Oostveldstraat. Op de achtergrond ziet men het vroegere 'routehuisje' staan.
Tot zover de verkenning van het nieuwe pad in aanleg. Want laat het duidelijk zijn: het nieuwe fietspad is nog NIET open verklaard en is op sommige plaatsen slecht berijdbaar!
Bij zijn verhuizing naar de Industrielaan kreeg het Stadsarchief als “welkomstgeschenk” o.a. zo’n twaalf meter dozen met de bouwaanvragen 1944 - 1962 toegeschoven . Omdat de wetgeving in dat laatste jaar grondig veranderd was, waren deze 1730 dossiers voor de dienst Ruimtelijke Ordening namelijk nog slechts van beperkt belang. Het Stadsarchief zit bovendien slechts een paar meter verderop, zodat overmaking de meest praktische oplossing was.
Meer dan een jaar lang bleven deze dozen praktisch onaangeroerd in de afdeling P(atrimonium) van het depot De Vos staan. De toegang was ook niet gemakkelijk: er bestond wel een lijst van de bouwdossiers, maar die bevatte alleen een chronologische opsomming, volgens de datum van het indienen van de aanvraag. Zoeken naar een aanvrager of een adres was dus een geduldwerkje, als je geen benaderende datum had.
Dat zoekwerk werd erg tijdrovend toen zich de ene na de andere koper van een oud huis aanmeldde met de vraag of het bouwplan van hun aankoop niet bewaard was gebleven. Volgens de nieuwste wetgeving moet namelijk al bij een kleine verbouwing (een raam met andere afmetingen bij voorbeeld) een volledig plattegrond met alle afmetingen worden voorgelegd. Is het origineel niet meer voorhanden, dan moet een architect worden aangesproken, en die werkt uiteraard niet gratis …
Toen het archiefteam er midden 2010 twee vrijwilligers bij kreeg, kon de digitalisering van de lijsten meteen aangepakt worden. Yolande Audenaert tikte de lijsten 1929-1962 in de computer in, een karwei van ruim 130 pagina’s; Chris De Crop verwerkte de bouwvergunningen, die vanaf het jaar 1931 de catastrofale opruiming in de Technische Dienst hebben overleefd. Deze vergunningen zijn van groot belang, omdat ook de aanvragen 1931-1943 bij deze schoonmaak verloren zijn gegaan. In veel gevallen zit daar ook nog een plattegrond bij.
Als het werk voltooid is – wellicht nog in de eerste helft van 2011 -, kunnen de beschikbare dossiers van de gebouwen van de laatste tachtig jaar met een paar toetsaanslagen opgespoord worden: tot 1962 op het Stadsarchief, daarna bij Ruimtelijke Ordening.
Maar eer het zover is, moeten nog heel wat hindernissen uit de weg geruimd worden. Vóór de oorlog was het bijvoorbeeld gebruikelijk dat de aannemer voor de bouwaanvraag zorgde, en zeer dikwijls vinden wij zijn naam in het vakje van de bouwheer. De huisnummers durven in Eeklo nogal eens veranderen, en bij nieuwbouw staat er in de plannen natuurlijk nog geen. En dan is er nog de ellende van de steeds wisselende straatbenamingen: wie daar niet mee vertrouwd is, zoekt zich te pletter naar een Eeklose Heldenlaan, Vlaanderenstraat , Brugsche Straat of Nieuwstraat. Die zijn dan nog terug te vinden, maar wat doe je met een aanduiding als “langs de grote baan, tegenover kilometerpaal 77” … ?
Mocht er echt nog iemand zijn die twijfelt als de werken in de Boelare wel nodig waren kan hier misschien wel overtuigd worden van wel. Dit zijn maar enkele van de honderden meters buizen die vervangen zijn.
Ter info: tot op vandaag werden er op de werken reeds 2.133 meter rioolbuizen aangelegd. Met de huisaansluitingen bij komt men aan 5.363 meter riolering in een straat die 880 m lang is. Met de drainage erbij komt men aan een totaal van 6.563 meter.
Zoals hier al aangekondigd begint men deze week met de afbraak van de voorste vleugel van de school De Meidoorn.
Op dit zicht vanaf de speelplaats kan men zien dat de ontmanteling er ver op zit. Vandaag werden de laatste ramen verwijderd.
Dit beeld zal dus niet meer te zien zijn in de Zuidmoerstraat. Het zal wennen zijn maar als ik eerlijk mag zijn, heel mooi is dat toch niet. Heeft iemand een idee wanneer dit gebouw gezet is?
Gezellige bedoening deze morgen bij de Lentereceptie van de zondagsmarkt op het Kaaiken. Alleen jammer dat het weer niet echt wil meewerken, meer zon had het nog beter gemaakt. André Dellaert (links op de onderste foto) maakt het al 23 jaar mee dat hier de zondagvoormiddag een markt wordt georganiseerd.
Dat een archief over een aantal naslagwerken en historische uitgaven moet beschikken, ligt voor de hand. In de grote leeszaal De Smet vindt de bezoeker dus verscheidene meters klappers, woordenboeken en veel gebruikte geschiedenisboeken.
Daarnaast schaften de archivarissen Achiel de Vos en Erik De Smet al vanaf de jaren tachtig een beperkt aantal standaardwerken aan voor de geschiedenis van Eeklo en omgeving. Meer was ook niet nodig, omdat het Heemkundig (thans Historisch) Genootschap van het Meetjesland vrijwel systematisch dit soort boeken bijhield. Aanvankelijk stonden die in rekken bij een bestuurslid, maar de snelle aangroei verplichtte de vereniging uit te zien naar een ruimer en voor lange tijd verzekerd onderkomen. En dat werd het Eeklose Stadsarchief.
Op het stadhuis namen de bibliotheek en de tijdschriftencollecties, samen toen zo’n 25 meter, één van de acht rekken boven de raadszaal in; het eigen boekenbezit van het archief , niet meer dan een paar meter, kon in één kast in het leeszaaltje. Bij de verhuizing naar de Industrielaan werden de twee boekenreeksen samengevoegd in één sectie, terwijl de tijdschriften in een andere terechtkwamen. Na de onvermijdelijke installatieproblemen kon daarop gewerkt worden aan een (digitale) inventaris.
Het hele systeem moest grondig herbekeken worden toen in 2007 ook de Eeklose V.V.V. zijn collecties onder het beheer van het Stadsarchief plaatste: die bracht namelijk niet alleen enkele meters tijdschriften mee, maar ook een bijna twintig meter grote boekenverzameling. Begin 2010 viel in overleg de beslissing om ook die te integreren in het systeem.
Deze werken zitten momenteel al in de laatste fase. Er is nu een kleine “bibliotheek van Meetjeslandse auteurs”, waarin publicaties van streekgenoten op de meest uiteenlopende terreinen worden bijgehouden. Wat betrekking heeft op (lokale) geschiedenis, folklore, politiek en maatschappij vond een onderkomen in een stilaan indrukwekkende archiefbibliotheek van bijna veertig meter.
Anders dan in de klassieke bibliotheken hebben de boeken hier geen eigen nummer, er zit alleen een etiket in met een aanduiding van de plank waarop zij thuis horen. De indeling daarvan is concentrisch: Eeklo, Meetjesland, Vlaanderen, België, Geschiedenis algemeen, andere domeinen. Omdat elke plank hooguit één meter boeken kan herbergen, is een gezochte band vrij snel terug te vinden, en nieuwe titels en delen van reeksen kunnen probleemloos worden bijgezet. Is een plank vol, dan wordt achteraan onder dezelfde naam een nieuwe voorzien. Den verdere aanvullingen staan dan wel meters verderop, maar vormen één geheel in de inventaris.
Deze digitale inventaris wordt natuurlijk de kern van het systeem. Ook de inbrenger van elk boek staat erin aangeduid. Op die manier kunnen de betrokken verenigingen op elk moment met een paar klikken hun eigen verzameling overzien.
Schijnbaar geen paasvakantie voor de werklieden van de werken op Boelare - Blommekens. Men is nu volop bezig met het aanleggen van de parkeerstroken aan de pare huisnummer kant.
Dat in onze samenleving het beeld steeds vaker de tekst verdringt, kan in zowat elke periodieke publicatie vastgesteld worden. Het ligt dus voor de hand dat menig bezoeker van het Stadsarchief niet alleen documenten wil zien, maar ook op zoek is naar illustratiemateriaal.
De basis voor een fotoverzameling werd al gelegd eind jaren tachtig , toen de zeventien medewerkers van ‘Eeklo 750 jaar’ honderden opnamen bij elkaar brachten. Vele daarvan, origineel of afdruk, belandden achteraf in het Stadsarchief, waar toenmalig archivaris Erik De Smet ze in een drietal dozen verzamelde. Maar echt gebruikt werden ze daarna niet.
De belangrijkste stap vooruit was ongetwijfeld de opkomst van de opneembare cd in de laatste jaren van de 20ste eeuw. Hij deed zijn intrede in het archief eind 2001. Aanleiding was de stapel fotoalbums die Rita Van Hoecke bij de opzoekingen voor haar boek over Ten Doorn in het kloosterarchief had aangetroffen. Echtgenoot Freddy Pille scande die massaal in voor de eerste vier cd’s van de SATD-reeks (Schaduwarchief Ten Doorn). Vóór de overbrenging van dat archief naar het Generalaat in Gent kon deze reeks aangevuld worden met scans van zowat alle belangrijke documenten uit het klooster. In de tussentijd waren ook al “wereldlijke” cd’s samengesteld, o.a. over het stadhuis, de India Jute en het gesloopte huis Baudts in de Stationsstraat.
Een nieuwe impuls kwam er via de groeiende verkoopsites op het internet, waar enkele archiefbezoekers geregeld Eeklose ansichtkaarten konden aanschaffen. Hun collecties werden prompt ingescand, ze werden bestudeerd in ‘De Eeklose Dobbelgebakkene’ en uiteraard op cd gezet. Voorlopig eindresultaat: meer dan 1300 kaarten op 32 cd’s, gerangschikt per straat. Samen met de meer dan 800 ansichtkaarten van Ten Doorn (10 cd’s) vormen zij een unieke documentatiecollectie.
Daarop volgde een ware lawine. Willy Hamerlynck en Willy Buyck fotografeerden bijna volledig het beschermde oude kerkhof , zerk na zerk. Frederik De Cockers boek over de Eeklose textielsector resulteerde in cd’s over zowat elke grote fabriek in de stad, er kwamen uitgebreide reeksen over de St.-Vinentius- en de Paterskerk, en uit de bouwaanvragen kwamen ettelijke duizenden privé-foto’s te voorschijn, verzameld op 86 cd’s.
Op deze manier legde ons Stadsarchief in tien jaar tijd op meer dan 250 cd’s zo”n twintigduizend foto’s vast. De omstreden houdbaarheid van de drager speelt daarbij niet meer zo’n grote rol: enerzijds staat de verzameling op speciale professionele cd’s met lange levensduur, en anderzijds hebben bijna alle leden van het archiefteam thuis kopieën in hun kast staan. De kans dat een schijfje onherstelbaar verloren gaat, is dus miniem.
In de komende jaren zal de reeks uitgebreid moeten worden met scans van een groot aantal archiefstukken die in de dramatische jaren op de zolder van het Vredegerecht onherstelbare waterschade opliepen. Het archief werd nu eenmaal niet altijd gewaardeerd en gekoesterd zoals tegenwoordig …
Deze week heeft men al goed verder gedaan aan het fietspad dat komt op de oude spoorwegbedding. Vandaag was men bezig aan het stuk tussen de Klinkaartstraat en de Magermansdreef.
De archiefbezoekers, toch doorgaans van een beginnende of ver gevorderde derde leeftijd, kunnen er niet meer omheen: zonder enige informatica zijn de meeste bronnen slechts moeizaam en na behoorlijk wat tijdverlies toegankelijk. En de klasserings- en opzoekmogelijkheden zijn zonder meer opzienbarend.
Het Eeklose stadsarchief zag al in de jaren negentig de noodzaak ervan in, door de “boekenpest”: vanaf ca. 1840 werd het papier vervaardigd van houtvezel in plaats van lompen, en het daarin aanwezige ligniet vreet het papier in zowat een eeuw op. Vooral het goedkope krantenpapier is fel onderhevig aan dit proces. Voor de uitgebreide collecties lokale bladen is het dus meer dan alarm geblazen.
In eerste instantie werd gedacht aan microfilm, waarop alle bewaard gebleven jaargangen tot 1930 werden vastgelegd. Die zijn dus voorlopig gered, maar leesapparaten zijn schaars geworden, en je kan van de oudere toestellen niet kopiëren of fotograferen. De aanschaf van nieuwe is een waagstuk: hoelang zullen de passende lampen en andere vervangstukken nog beschikbaar zijn?
Cd, dvd en USB-sticks bieden mogelijkheden, afgezien van hun nog altijd omstreden houdbaarheid. Ons Stadsarchief koos al bijna tien jaar geleden voor deze weg en kan nu prat gaan op een D(igitaal)-collectie van zo’n 260 schijfjes. Het grootste deel daarvan is gevuld met foto’s, waarover wij het een andere keer zullen hebben. Maar ook alle parochieregisters (1609-1796) en burgerlijke stand (1796-1899) zijn nu snel op de computers te raadplegen. Ook de oude land- of kadasterboeken zitten op schijfjes, net als de registers op de boedelinventarissen (“staten van goed”), de openbare verkopingen en recent de affiches uit W.O. I.
Het intikken kost vanzelfsprekend een niet te tellen aantal werkuren, maar bespaart er nog meer. Zo is het niet meer nodig personenregisters aan te maken, aangezien elke naam via de zoekfunctie kan worden teruggevonden – een ongelooflijke luxe bij omvangrijke projecten als bijvoorbeeld de bewoningstabellen.
De OCR- of letterherkenningstechniek maakt het mogelijk foto’s of scans van oude teksten om te zetten in Word-tekstbestanden, waarna die met de al genoemde zoekfuncties doorzocht kunnen worden. Dit is al gerealiseerd voor de 270 pagina’s tellende inventaris van de verkopingen 1530-1700. Heel wat genealogen kijken uit naar het ogenblik waarop de zevenduizend pagina’s van het tijdschrift De Eik op deze manier toegankelijk worden.
Er is op digitaal gebied dus al heel wat gerealiseerd in ons Stadsarchief. Het blijft wel aftasten, verkennen en proberen te voorzien waar nog omwentelingen kunnen gebeuren. Zo maakte het archiefteam twintig jaar geleden een verkeerde keuze door de data in drie kolommen in te tikken: om op datum te kunnen zoeken moet hij in één kolom staan. Met de nieuwe technieken is zo’n omzetting te realiseren, maar voor bestanden tussen de vijf- en zevenendertigduizend regels is dat geen sinecure …
De oude fontein, die op het Van Hoorebeke plein komt, terug opzetten zal nog een sereieus puzzelwerk worden zo te zien. Maar we zijn er zeker van dat alles goed komt.
Men gaat dieper in de grond aan de Boelare. Toch lijkt het er op dat men een andere strategie gebruikt want voordien werd alle opgegraven grond direct weggevoerd. Zoals u ziet blijft de aarde nu liggen.
Met mondjesmaat wordt er verder gedaan aan het pad op de oude spoorbedding. De foto's zijn genomen vanuit de Magermansdreef. Men ziet de kraan in de verte en dat is alles wat hier aan het werk is. Op de achtergrond ziet men de Schaapsdreef.