Noord-Europeanen eten dagelijks maaltijden, rijk aan beschermende voedingsmiddelen. Zo zijn magere eiwitten ideaal voor je gewicht, bevorderen vezels de spijsvertering en stoelgang, beschermen anti-oxidanten (spruitjes en kolen) tegen veroudering en beperken onverzadigde vetzuren het ontwikkelen van hart-en vaatziekten.

Het klimaat is bijzonder gunstig voor groenten die onder de grond groeien, waardoor ze zich optimaal kunnen ontwikkelen. Wortelen, aardappelen, rode bieten en verschillende bloemsoorten bevatten vitaminen, mineralen en vezels die noodzakelijk zijn om een winter te doorstaan.

Hieronder vind je twee typsiche producten:
Brood:
Niet zomaar een wit stokbrood maar ‘Vollkornbrot’ is een donkerbruine, bijna zwarte broodsoort, gemaakt op basis van tarwe en rogge. Het vezelgehalte bedraagt tot 8,5 à 12%, wat 4 keer hoger is dan het gehalte in wit brood.

Vis:
In Scandinavische landen worden zowel vetrijke (zalm, haring) als magere vissoorten (kabeljauw, tonijn) gegeten. Vetrijke vissoorten bevatten een aanzienlijke hoeveelheid omega-3-vetzuren. Deze zijn belangrijk om je gewicht onder controle te houden maar beschermen eveneens je hart en voorkomen depressies. Deze vetten bevorderen ook de communicatie tussen de neuronen in de hersenen. Magere vissoorten geven een verzadigd gevoel zonder dat je meer begint te wegen.


Amandine De Paepe
bron; nieuwsblad.be