verbruikte toekomst
Inhoud blog
  • droomwereld
  • spiegelscherven
  • voor een medemens
  • Lacjeaw
  • verkeerde ochtend
  • nietsnut
  • noma
  • bloemenvrouw
  • maart
  • nostalik
  • schemerschrift
  • vuur
  • zaterdag 21 maart
  • niksniksniks
  • zwerfvuil
  • luchtbelheiligen
  • coiffeur
  • hazenrug
  • speekselgeut
  • zondag vijftien februari tweeduizend en negen
  • wandelstok
  • vraag me af
  • straatsteenCé
  • vrijdag 16 januari 2009
  • lompenvrouw
  • brief
  • rugkeuvel
  • begin 2009
  • simpel
  • vrijdag 26 december 2008
  • ongetiteld
  • ouderschap
  • kil fluistert het weer
  • ongetiteld
  • Dinsdag 15 augustus 2006
  • dinsdag 2 december 2008
  • slapende mens
  • land in
  • amsterdam
  • 25 mei 2006
  • neushoorn
  • parijs
  • zwartwitteveetje
  • ongetiteld
  • zondag 9 november 2008
  • kijken
  • volrond
  • ma
  • heidenspraak
  • neig
  • donderdag 14 oktober 2004
  • dinsdag 11 april 2006
  • zondag 5 oktober 2008
  • blind
  • zondag 9 april 2006
  • zondag 28 september 2008
  • schuw
  • duimreuk
  • mountainbike
  • de laatste mens
  • konijnenvoer
  • demonen
  • bloedneus
  • in opgetroopte hemdsmouwen
  • helaas
  • geur
  • afscheid
  • litteraire droom
  • zondagnacht
  • ietwat verward
  • ze bijt
  • nachtvandaag
  • poken
  • nooit gestopt
  • hoe mijn leven begon
  • roi Albert
  • kilte dampt
  • windstoten
  • hoteldroom
  • flodder
  • papillon
  • tweeling
  • laatste dag
  • zwijg
  • piemonte
  • de lege uitgestrektheid der dingen
  • kostuum
  • onverzonden brief
  • regenboog
  • hoe- hoe ' erkoe
  • vrijheid
  • 1 juni 2008
  • aapneus
  • zeug
  • drie eigenzinnigen
  • katrien
  • ik en de wereld
  • nieuwjaar
  • italië
  • goulash
  • stalen vogels
  • fietstocht
  • ma
  • dertig april 2008
  • aardbei
  • repetitie
  • gele tulp
  • hommel
  • azuurblauwe morgen
  • roofvogel
  • zaterdag twaalf april 2008
  • Brussel
  • droomhuis
  • dampende mest
  • vrijdag 20 augustus 2004
  • schaduw
  • vraag me af
  • hapjetapje
  • bloemenvrouw
  • waterdame
  • caroline
  • mistig
  • donderdag 20 maart 2008
  • vreemd normaal
  • kijk
  • wanhoopsdaad
  • barman
  • dinsdag 4 maart 2008
  • ooit
  • vandaag
  • vandaag
  • verkoudheid
  • geboorte
  • gebroken spiegel
  • verzwegen
  • dinsdag 12 februari 2008
  • naartoe
  • sprekver...
  • sneeuw
  • aftakel
  • konijn
  • lichtwoorden
  • donderdag 24 januari 2008
  • toch
  • theo
  • weetik?
  • duet
  • striem
  • storm
  • geen hout meer
  • maandag 22 mei 2006
  • malschaduw
  • snolwijs
  • mal4
  • mal3
  • mal2
  • mal1
  • volkscafé
  • mosselfriet
  • verstotene
  • kerstavond2007
  • ontbijt
  • dialoog
  • sneeuw
  • vorst
  • evjeke
  • boerweg
  • 2late
  • frietketel
  • ik wil nog wel even
  • woestijnmensen
  • honds
  • onpoeet
  • onnozel
  • weeral hetzelfde
  • zondagsmarkt
  • poker
  • onzin
  • marcel
  • bouwvakkers
  • festijn
  • nog wat tijd
  • pint bier
  • jeke
  • droom1000
  • citeer
  • brunch
  • sjoukroet
  • schouwburg
  • onkruid
  • plvc
  • koeien
  • seizoen
  • witlicht
  • arlette
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    verbruikte toekomst
    05-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.droom 10
    Vannacht sliep ik met tussenpozen in halfwakkere toestand. In mijn halfdroom ontmoette ik mijn nicht en nonkel als personages uit de late jaren zestig.
    Ik herbeleefde de begrafenis van mijn grootvader, ook al was ik toen nog heel jong.
    Terwijl de mensen langs de binnenkoer in een plechtige tristesse naar binnen gingen om de overledene een laatste groet te brengen, hoorde ik mijn grootmoeder ontroostbaar huilen.
    Ik had het lijk ook gezien en was geschrokken van dat wit vertrokken gelaat met ingezakte oogleden. Ik voelde zo de dood in die kamer. Het rook er naar Keuls water.
    Ik werd halfwakker en zag door het dakraam dat het klaar werd. Ik hoorde duizenden vogels als in een concert zingen. Nochtans ben ik halfdoof. Ofwel hoorde ik een zwak signaal dat door mijn gedachten versterkt werd, ofwel werd het door mijn geest geschapen. Ik denk dat het dat laatste was.
    Ik lag nog te dromen, mij ervan bewust zijnde dat ik in bed lag en wakker zou worden. Mijn geest was ijl, mijn lichaam zo licht als lucht.
    Plots begon ik neerwaarts te kantelen en hoorde ik achter mijn rug een geluid dat op een aanraking leek. Het leek zo echt.
    Toch besefte ik dat dit gebeurde tussen droom en wakker zijn.
    Ik besloot om op te staan. Ik trok een short aan en ging buiten zitten kijken naar de blauwe lucht. De zon was opgekomen in koelte van de nacht.
    Ik rookte een sigaret en bleef daar maar zitten. Die droomnevel trok maar langzaam weg.
    Ik voelde me nog een mens van de lege ruimten, een schaduw op een witte steen.
    De nacht had de ochtend geteisterd als het begin van een onechte dag.
    Diezelfde dag, s’avond bij zonsondergang, vertelde mijn vader enthousiast over zijn kindertijd.
    Ze leefden in oorlogstijd en hadden een os.
    Hij vertelde me hoe ze vluchtten en de os lieten slachtten en daarvan het beste stukje vlees overhielden
    en over de zoete melk om te overleven.

    05-07-2007, 23:18 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.snol

    Ik heb in de duisternis een kaars aangestoken. Ze geeft voldoende schrijflicht zolang de wind niet komt aanzetten. Ik heb geluk. Er is geen wind. Alleen die dansende vlam.

    Schrijven in dansend licht met schaduwen op papier. Het heeft iets, zo’n kaarslicht. Niets is zo toevallig en wanordelijk, altijd in beweging, op en af, bijna uitgedoofd en dan weer opflakkerend. Fragiel is die vlam bij het minste beetje zucht voor uitdoven beducht.

    Deze dag heeft veel warmte en licht gebracht. Fijn om de avond bij dit kaarslicht door te brengen. Moederziel alleen met mijn schaduw uit bewegend licht.

    Ver weg wordt nog een straatspel gespeeld voor het slapen gaan, en blaffende honden, ze horen erbij. Zonder menselijk lawaai zou er nog zoveel meer te horen zijn.

     

     

     

    Donderdag 27 mei 2004-05-27

     

    Eigenlijk vind ik je een dwaas maar ik ben blij dat ik je ken. Het is alsof ik je tegenkom op mijn weg en mijn eigen dwaasheid bij jou herken.

               Denk er niet teveel over na want dan wordt die dwaasheid opgeslokt door rede.

    Dan is dat zo.

               Ja, zo is wat is.

    Is wat is?

               Is wat is?

    En wat is niets? Uiteindelijk is niets nog altijd iets omdat we niets willen begrijpen. Niets wordt iets.

               Wat zeg je?

    Het ging over niets.

               Niks?

    Inderdaad, het was niks.

               Hoor jij die muziek?

    Ja, bombastisch en teder.

               Ik wil dansen. Mijn lijf snakt naar beweging.

    Laat ons dansen op devotische muziek en drinken tot we voor een ogenblik verliefd worden.

               Alleen een vreselijke ramp van buitenaf kan ons liefde brengen. Dat is de trieste weerspiegeling van onze wanhoop.

    Sinds ik jaren geleden mijn werk ruilde voor rustig gedoe is er veel veranderd.

    Ik heb veel kleine dingen ontdekt, ook bij mezelf en anderen. De dagen werden een samenhang tussen opkomende zon en zonsondergang. De tijd weerspiegeld in de seizoenen.

    Ik voel me beresterk en toch fragiel gedreven door doodsangst.

    Soms dool ik voor zonsopgang met veel ontzag voor bomen door het bos met ijskoude handen en als de dageraad losbreekt wordt ik dronken van geluk. Het speelt zich af tussen aarde en melkweg. Een verhaal dat nergens toe leidt.

    Af en toe strek ik me in het hoogseizoen uit tussen het onkruid, luisterend naar de wind. Dan kijk ik naar onveranderde sterrenbeelden uit mijn kindertijd.

    Doelloos pruttelen met woorden, op den duur bijeengekit in een zwoersel van weinig betekenis, als een samenraapsel van klanken uit een ongeschreven partituur.

    Het overkomt me steeds meer. Zo was het vandaag gesteld met het onbetekend “ zwoersel “ dat in zeer vroege ochtend aan de ontbijttafel ontstond in het aanschijn van overschot van zwossen van gebakken spek.

    Sindsdien spookt het woord met de regelmaat van barensweeën door mijn hoofd, net zolang tot het uitgespuwd wordt in de vocabulaire van ongekend eufimisme.

    Geplogenschap is dan weer een uitdrukking van het vrouwelijke in mezelf wanneer ik me laat  omringen door verstandige vrouwen.

    Ik heb het opgezocht in een groot woordenboek; de woorden bestonden nog niet. Het stelt me niet teleur. Als men de bal tegen de paal van het doel trapt worden er ook geen punten toegekend  terwijl dat veel moeilijker is dan een doelpunt te maken. De redenering is de logica niet.

    05-07-2007, 22:42 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.droom 10
    Vannacht sliep ik met tussenpozen in halfwakkere toestand. In mijn halfdroom ontmoette ik mijn nicht en nonkel als personages uit de late jaren zestig.
    Ik herbeleefde de begrafenis van mijn grootvader, ook al was ik toen nog heel jong.
    Terwijl de mensen langs de binnenkoer in een plechtige tristesse naar binnen gingen om de overledene een laatste groet te brengen, hoorde ik mijn grootmoeder ontroostbaar huilen.
    Ik had het lijk ook gezien en was geschrokken van dat wit vertrokken gelaat met ingezakte oogleden. Ik voelde zo de dood in die kamer. Het rook er naar Keuls water.
    Ik werd halfwakker en zag door het dakraam dat het klaar werd. Ik hoorde duizenden vogels als in een concert zingen. Nochtans ben ik halfdoof. Ofwel hoorde ik een zwak signaal dat door mijn gedachten versterkt werd, ofwel werd het door mijn geest geschapen. Ik denk dat het dat laatste was.
    Ik lag nog te dromen, mij ervan bewust zijnde dat ik in bed lag en wakker zou worden. Mijn geest was ijl, mijn lichaam zo licht als lucht.
    Plots begon ik neerwaarts te kantelen en hoorde ik achter mijn rug een geluid dat op een aanraking leek. Het leek zo echt.
    Toch besefte ik dat dit gebeurde tussen droom en wakker zijn.
    Ik besloot om op te staan. Ik trok een short aan en ging buiten zitten kijken naar de blauwe lucht. De zon was opgekomen in koelte van de nacht.
    Ik rookte een sigaret en bleef daar maar zitten. Die droomnevel trok maar langzaam weg.
    Ik voelde me nog een mens van de lege ruimten, een schaduw op een witte steen.
    De nacht had de ochtend geteisterd als het begin van een onechte dag.
    Diezelfde dag, s’avond bij zonsondergang, vertelde mijn vader enthousiast over zijn kindertijd.
    Ze leefden in oorlogstijd en hadden een os.
    Hij vertelde me hoe ze vluchtten en de os lieten slachtten en daarvan het beste stukje vlees overhielden
    en over de zoete melk om te overleven.

    05-07-2007, 21:38 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.droom 9
    In Kathmandou was de revolutie net gedaan toen ik er aan kwam. Zij zou later op de dag komen. In afwachting ging ik naar een  jeugdherberg waar ik vroeger al gelogeerd had. De hippies waren teruggekomen. Het was vervallen. Het stonk er naar pis en bovendien was er geen plaats meer.
    Ik plaste in de hall, nam mijn bagage en ging de stad in.
    Het was er druk. De mensen zongen en dansten. Op een plein kwam ik mijn ouders tegen die eveneens op zoek waren naar een logement. Wat doen die hier in Nepal, vroeg ik me af.
    Ik herinnerde me nog een leegstaand huis aan de rand van de stad waar ik op een vorige reis, lang geleden, gewoond had. We gingen er naartoe en moesten eerst hout ruimen dat iemand binnen opgestapeld had. Plots stormde een neushoorn op ons af. We verstopten ons achter een houten wand.
    Dan zag ik haar komen langs een aarden weg. Ze herinnerde zich ook het huis maar had de neushoorn niet gezien. Er loopt hier een neushoorn rond, riep ik. Ze lachte en droeg een kind op haar arm.

    05-07-2007, 21:36 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.droom 8
    Het speelde zich af in een voortdurend veranderende wereld, ook in de tijd.
    Ik had geen keus om in te grijpen. Ik kon alleen maar ondergaan.
    Het begon bij mijn vader die ziek werd. Uit zijn huid liep een pijnlijke
    etter. Het was besmettelijk want mijn moeder kreeg het ook.
    Daarna mijn broer, mijn zus en de mensen om me heen.
    Plots liep ik op een landweg ingesloten door grasweiden. Er draafde een
    paard recht op me af.
    Ik lag me neer op de weg en sloot mijn ogen.
    Het paard kwam naast mij liggen. Ik was bang dat het me zou
    verpletteren, maar het neuriede lieflijk en omhelsde me.
    Dan brak een woeste stier vlakbij door een afspanning.
    Opnieuw sloot ik ineengekrompen mijn ogen en kwam ik in een verouderd
    klaslokaal terecht.
    Mijn medeleerlingen waren jonger dan ik. Ik spijbelde voortdurend en had
    nooit schoenen aan.
    We moesten in een cinemazaal een voorstelling bekijken over een
    torenkraan. De ruimte was immens. De kraan stond er echt.
    Er was geen scherm.
    We moesten aandachtig kijken. Achteraf zouden er vragen over gesteld worden.
    Weeral sloop ik op versleten sokken naar een belendende ruimte.
    Tot mijn verbazing zat daar een vriendin die ik lang geleden niet meer
    gezien had. Ze vroeg of ik karnemelk meegebracht had.
       Ik heb de laatste fles leeggedronken, zei ik.
    Pas dan zag ik de gaatjes in haar huid waaruit etter sijpelde.
    Ik wou terug, maar aan de deuropening gaapte een weidse diepte.

     

    05-07-2007, 21:33 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.droom 7
    We gingen op reis naar het zuiden op een avond in een stad volgebouwd met restaurants. De kelners probeerden op straat klanten binnen te lokken. Er heerste een enorme drukte. We besloten om met ons lichaam over de stad te vliegen waarna we in weiland terecht kwamen. Daar ontmoetten we een eenzaat die een paard bezat in een wei. Telkens als iemand voorbij kwam sprong het paard over de omheining om de voorbijganger te groeten.
    Op een keer was het paard alleen en vonden we de eenzaat in een sloot met zijn bovenlichaam verstijfd. Ze droeg hem op haar schouders. Hij leefde nog maar sprak niet meer. We brachten hem naar het dichtstbijzijnde huis.
    Daarna stonden we in een groot gebouw met veel verdiepen. Beneden waren ze het aan het verbouwen. Mijn vader liep tussen de werklieden en had een leidende rol. Hij was nog jong, feitelijk jonger dan ik. Ze stoomden behangpapier van de muren.
    Ik ging buiten en stak een Cubaanse sigaar op die ik van een vriend gekregen had op een feest. Er was een scheur in de sigaar en het tabaksblad verpulverde in mijn mond.
    Plots besefte ik dat ze verdwenen was. Ik was eenzaam en in paniek, ging op zoek in het groot gebouw maar vond haar niet. In elke kamer waar ik binnen kwam waren de mensen kwaad om mijn onverwacht bezoek. Ik voelde me zeer onderdrukt en had een groot verlangen naar haar. Zonder haar zou ik dit leven niet overleven.
    Dan ging ik naar het huis waar we de eenzaat achter gelaten hadden. Hij leefde nog en zei: ze is hier geweest en is net vertrokken.
    Ik ging buiten en vond het paard.

    05-07-2007, 21:31 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.droom 6
    Kamiel was op een avond schielijk overleden. Ik kende hem beter dan in werkelijkheid. Ik had een beeld gemaakt dat ik hem net te laat als symbool voor onze vriendschap wou schenken.
    Ze hadden zijn lichaam gemummificeerd en opgebaard in een witte heldere kamer.
    Mijn oudste zoon was bij mij, weeral veel jonger dan in werkelijkheid. Deze keer vroeg hij me geen bladgoud meer te eten te geven, maar troostte hij mij in mijn ondraaglijk verdriet.
    Kamiels zus zei me dat ik zijn overblijfsel mocht bewaren nadat iedereen vertrokken was. Zijn ouders keken me bekijvend aan.
    s'Anderendaags was de witte heldere kamer verlaten. Ik wikkelde hem in een linnenzak en bond hem op mijn fiets.
    Ik zeulde hem overal mee en vertelde tegen iedereen die het horen wou: deze mummie was Kamiel, mijn beste vriend.
    Samen met mijn zoon dwaalde ik door onherbergzame gebieden, sliepen we in spelonken en was mijn verdriet verdwenen. Ik probeerde Kamiel zo goed mogelijk te bewaren. En dan onverwacht in een getijdestorm waarvan ik met mijn zoon aan het genieten was, daagden Kamiel zijn ouders op. Ze vroegen of ze hem nog eens mochten bekijken.
    Toen ik de linnenzak open maakte waren er ledematen verdwenen. Ik voelde me diep beschaamd, maar ze vonden het niet erg.

    05-07-2007, 21:21 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.droom 5
    Mijn familie had me verlaten. Ik voerde een anarchistische strijd tegen een uiterst rechtse gemeenschap waarbij mijn broer zich had aangesloten. We leefden op voet van oorlog. Ik was niet alleen. Ik leidde een verzwakt volk dat steeds op de achtergrond bleef. Heel zelden ontmoette ik mijn gezin dat mijn levensstijl afkeurde. Mijn broer speelde een cruciale rol als lid van de tegenstrever. Ik stond op het punt broedermoord te plegen.
    Ik torste voortdurend schuld van afzondering en asociaal gedrag, bestreed de strenge regels van verrechtsing. Soms klauterde ik over een omheining in een veld en werd ik achtervolgd door een stier. Bangelijk was dat!
    Iedereen sliep toen ik in een nacht me wou te slapen leggen. Dan ontmoette ik mijn oudste zoon. We sliepen als twee tegengestelde gemeenschappen buiten, dicht bij elkaar. Mijn zoon was wakker geworden, nog als een kind. Hij vroeg om eten en toen ik vroeg wat hij wilde antwoordde hij: bladgoud.

    05-07-2007, 21:19 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.droom 4
    Ik was met collega’s op werfbezoek. De pas gegoten betonvloer was onstabiel geschoord. Het gebouw was moeilijk toegankelijk.
    Net voor de vergadering kwam iemand vertellen dat er een zwaar onweer op komst was.
    We dachten: de zon schijnt, we hebben tijd.
    Plots kwamen donkere turbulente wolken op ons af.
    We vluchtten naar een lager gelegen plaats en hoorden de wind loeien.
    Het werd donker en ik zag de sterren in de hemel oplichten in flitsende explosies.
    Nadien fietste ik langs grauwe straten met smeltende sneeuw.
    In een vlaag van helderziendheid zag ik een kind omkomen.
    Ik spoedde me naar de plaats waar het ongeluk zich zou voordoen en zag het kind aan de straatkant onbedachtzaam spelen.
    Het liep nog onstabiel met de handjes graaiend in de lucht.
    De weg was glad. Er kwam razendsnel een motor zigzag aangereden. Ik kende die motor. De bestuurder was een vriend van mij. Ik snapte niet wat hem bezielde. Ik stond als aan de grond genageld en kon niets doen.
    Ik heb het niet zien gebeuren want plots stond ik bij dageraad in een verlaten straat. Ook hier lag smeltende sneeuw. Het was de straat waar ik opgegroeid was.
    Het licht brandde beneden in het oudershuis. Ik zag mijn moeder met haar badjas aan ronddwalen.
    Ik maakte mijn fietszakken leeg in de voortuin en reed verder zonder binnen te gaan. Ik was om een of andere reden bang om met haar geconfronteerd te worden, ook al wist ik dat ze ongerust was omdat ik al twee dagen weggebleven was

    05-07-2007, 21:15 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.droom3
    Ik heb  toevallig   een mens vermoord en begraven. De grond waar ik hem begraven heb  is  nog korrelig. Ik had mijn dode beter verbrand of in een beerput gegooid. Maar  nu is  het te laat. Ik heb hem begraven en zou het niet aandurven  om hem opnieuw op te  graven.
    Ik ben bang dat ik hem niet diep  genoeg begraven heb en dat er iemand  voorbij zal komen,  de  uit de grond wasemende stank zal rieken, of  waarschijnlijker  nog, dat een hond het lijk zal opgraven zodat iedereen zal zien  dat  hier een mens begraven werd en mij zal aanwijzen als de vermoedelijke  dader.
    De volgende dag  kom ik terug om te zien of ik  niks verkeerds riek. Op de plaats waar ik hem  begraven heb  leg ik een zware steen. Terwijl mijn  dode stinkend onder de grond  me roerloos kwelt met angst om  betrapt te worden, denk ik aan wat ze mij  verteld had over de dood van haar  moeder.
    Ze zei:  De onwetendheid  over wat na de dood is of niet is, speelt  voor mij geen rol.  De pijn en de angst  ervaren tijdens het langzaam  doodgaan is mijn  grootste angst in het leven. Moest jij er niet meer zijn als  ik  dood ga, wil ik een goeie priester bij mij.
    Ik zei: het overkomt ons allemaal. Als je het  leed ondergaan hebt en de pijn en de  angst voelt als  een  gekwetst dier, hulpeloos en verwonderd voor datgene  waarvan je  wist dat het je ooit overkomen zou, aanvaard je het lot en wordt  je weldra de herinnering bij diegenen die je dierbaar zijn.

    05-07-2007, 21:11 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.droom2
    Vannacht had ik een droom die nog altijd door mijn gedachten klieft
    de oorlog was uitgebroken
    een overheersende oorlog met ongelijke kansen
    ik was oud en zwak
    de hemel had een schaduw die het landschap dreigend overgroeide
    ik kon mijn blik niet meer hernieuwen
    de wolken hadden geen herinneringen meer
    ze smolten als schimmen
    in mijn vlucht met anderen waarvan ik de identiteit niet kan achterhalen, verloor ik mijn schoeisel
    dat maakte me nog hulpelozer dan ik al was
    we kropen door ravijnen in rokend puin
    die ooit straten met huizen waren
    de angst heeft me zelden zo intens bekropen

    Dan werd ik wakker met mijn vingers in haar haren gedompeld
    ze sliep verder
    ik stond op in wakende dagelijksheid
    en zit nu het beeld van mijn droom uit lucht te boetseren
    zou ik opnieuw willen spelen
    mijn jonge schreeuw en ik
    met uitgestoken handen
    zonder hoofd
    in ons lied verzonken
    en uiteindelijk het instrument tot zwijgen heffen

    05-07-2007, 21:07 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.punthoofd
    Ik hecht waarde aan mijn dromen.
    De droom is als een bloot lijf… naakt laat geen verbeelding meer toe. Er is een huis met ruimten die me toebehoren. Ik ben niet alleen.In het huis is een kleine stoffige ruimte vol spinnenwebben. Alleen ik ga daarbinnen. In het huis bevinden zich plaatsen waar verondersteld wordt dat ik die niet betreed. Weelderige ruimten die ik stiekem verken. Verlaten ruimten die onaangeroerd horen te blijven. Onbewoond. Toch is er iemand als ik er niet ben.

    Ze had een vent met een punthoofd die thuis nooit iets zei. Hij was een soort chiroleider, maar dan voor grote mensen.
    Een engagera investa temporaris.
    Ze hadden een baby  niet groter dan een handpalm. Een lelijk verrimpeld ding dat niet eens kon huilen.
    Het was te koud om buiten te komen en binnen was het te warm.
    De godganse dag zat ik met hen opgeschept. Met  hem die nooit iets zei en met haar en die mislukte boreling
    die mij steeds reutelend aanstaarde.
    Op een keer, toen ze het niet zag, duwde ik het ding van de trap en riep: oei, hij is van de trap gevallen.
    Zijn val had een been en een arm afgerukt. Ik was verrukt. Nog enkele minuten en het zou doodbloeden.
    Maar tot mijn verbijstering bloedde het niet eens.
    Zij riep in alle staten: doe toch iets!
    Het is de moeite niet, zei ik aarzelend.
    Toen ze aanstalten maakte om de telefoon te grijpen duwde ik haar eveneens van de trap.
    Haar ledematen lagen overal verspreid.
    Dan kwam onverwacht en zonder kloppen Guy Verhofstad binnen.
    Ze zijn van de trap gevallen, zei ik met bevende stem.
    Guy lachte een speetje bloot en zei: het is niks, ik zal iemand sturen om alles op te ruimen.
    Boven zit er nog iemand met een punthoofd. Die steken we in de stoof, zei ik verrast.



    05-07-2007, 17:23 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    04-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.beaumonde

    9h: Ik maak koffie en kook eieren. Dan komen ze beneden. De nevel blijft klam in de lucht hangen. We gaan naar de luizemarkt aan de Marollen.
    Wil iemand mijn haar knippen? Fantastische zondagmorgen. Iedereen is blij. In het huis hangt een geur van gekookt ei en koffie. Bert zal rijden.
    Voormiddagdrukte op de stoep. De beau monde op middelbare leeftijd. Mannen in lange, nonchalant duur verkreukelde winterjassen, vergezeld van hun geëmancipeerde dames. François, vient voir! Geen enkele plaats in deze stad bezit zoveel contradicties als de rue Blaes met zijn winkels waar onbetaalbaar schoon geëtaleerd wordt, met zijn façades waarachter de marginaliteit onheilspellend roept. De kleine goedkope cafés blijven nog verzoenend bestaan tussen de chiquere bistros zoals ‘de schieve architect’ of ‘Le Royale’. In de zijstraten kom je in de getto’s terecht. Het zijn naburige achterbuurten op de hoek van de straat.
    We eten, we praten over de toekomst. We gaan buiten. We gaan binnen. Binnengeur van wierook en boenwas. Buitengeur van koude uitlaatgassen en odeurtjes van ‘chéries’ zoals die van François.

    ik koop een muts voor haar
    op het goed vallend uit
    als ze niet past, of ze vind ze niet mooi
    doe ik ze wel aan

    De dag is vroeg ten einde. Mijn adem vernevelt in het straatlicht. Er is geen kat op straat. Zelfs geen blaffende hond. Moest het lot ten einde komen zouden er geen getuigen zijn. De televisie gaat aan. Niemand kijkt. Niemand is er voor de aangedane televisie.

    04-07-2007, 13:56 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    03-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.mechel
    zaterdag 31 juni 2007

    20h: ik heb niets om aan te doen. Ondertussen naait ze aan de kraag van een bloese. Ze moet werken vandaag. Het is zaterdag. Vanaf vandaag zijn het solden. Koopjesdag.  Dan heeft ze niks meer om aan te trekken, rafelen mijn kleren uit, verzakt het imperium in de kleerkast.
    Ik vlucht langs welriekende tuinen met hoveniers. Verstand op nul.
    Daarna ga ik tussen links bezaaide akkers en rechts een spoorlijn. Vandaag wordt het nietsnutterij. Nihilistisch bewegen door landschappen die niet zijn wat ze lijken te zijn. Laat het in een schone bespiegeling der dingen zijn. Verloren rijden doe ik zonder moeite. Vandaar dat ik via Brus uren onderweg naar Mechel verbleef. Heerlijk om zo ongestructureerd te dwalen.
    Terwijl ik dit schrijf maak ik tegelijkertijd een stoofpot van konijn klaar en klinkt prettige Afrikaanse muziek door deze ruimte. Nu nog een hevige regenbui.
    In Mechel verbleef ik vanaf een namiddaguur tot laat in de avond.

    foto is onscherp  en jij bent er onherkenbaar op
    irish koffee was lekker en het kledingsstuk paste je goed
    sorry dat ik weeral zo onbereikbaar was
        Onbereikbaar is inderdaad het goeie woord. Was er een bepaalde reden voor?
    Ja.. Er friemelt iets in mijn kop.
        Wormen?


    03-07-2007, 21:34 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    02-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.als het nog koed was
    als passant
    onderweg
    met twaalf bakstenen
    twee maanden elke dag
    neem ik twaalf bakstenen mee naar huis

    de boeren doen de bieten uit
    veldwegen zijn dan modderig
    en met die felle wind van vrijdagnacht
    liggen daar waar bomen staan
    afgewaaide takken op de grond

    met twaalf bakstenen in het pikkedonker
    op een modderige veldweg
    in een lichtstraal van twaalf meter
    klief ik mij door de koude lucht naar huis
    Ik heb zo het gevoel dat ik dingen waarmee ik begaan ben ga moeten voltooien. Ik heb altijd plezier gehad om met iets onvoltooid bezig te zijn, maar nu blijft er niet zoveel tijd meer over. Meer en meer denk ik aan onze sterfelijkheid. Vreemd genoeg bedroeft mij dat niet. Wat mij nieuwsgierig maakt is of er iets onthullend zal zijn bij onze dood, of zal het zijn zoals voor onze geboorte: niets.  Sterven we eenzaam met onze geliefden om ons heen zoals we eenzaam geboren werden omringd door zij die er binnenkort niet meer zullen zijn? Hoe kan ik dit tijdelijk bestaan erkentelijk zijn zonder anderen te choqueren? Ik dacht dat ouderdom wijsheid schonk maar ik heb meer vragen dan voordien.
    Mijn vingers rieken naar wiet. Mijn adem stinkt naar wijn. Uit mijn slokdarm wasemt de geur van spinazie en knoflook. Ik ben ongewassen sinds vanmorgen. Mijn consumptie van vandaag hangt nog te rotten in de spleten van mijn voorlopige kiezen.

    02-07-2007, 21:12 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    30-06-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.newjork
    alleen
                      toch blijft rivier afwaarts vloeien
                      zwerven katers langs de kant
                      geruisloos potelen
                      onzichtbaar in nacht
                      mens riekt aan duim
                      en denkt: het is nog geen tien uur
                      neus tussen duim en wijsvinger
                      riekt naar voorbije dag
                      het leven heeft een geur
                      zou willen zwerven in new jork
                      kan niet
                      alhoewel
                      hier sta ik in new jork
                      zonder onderbroek maar dat zien ze niet eens
                      oh, wat is dit multicultureel
                      net zoals brussel vergroot
                      ik heb mijn lief vergeten
                      nu sta ik hier
                      hulpeloos zonder lief en half naakt
                      keer terug naar schrijverstafel
                      hier ben ik weer

    30-06-2007, 09:37 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    28-06-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.28 juni 2007
    donderdag 28 juni 2007

    Wat een verrassing. Mijn oudste zoon en zijn vriendin komen onverwacht op bezoek.
        Hebben julie al gegeten?
    Ja, een pakje friet.
        Koffie?
    Ja, graag.
        Een stukje cake?
    Humm, ja.
    Zij zit met haar over duizendheden te keuvelen. Ik zit met hem bij de pc. Filosoferen doen we niet. Neen, dit is het moment om de chaos in softwhare te ordenen.
    Ik had kippenlevers meegebracht.
        Waarom heb je nu kippenlevers meegebracht?
    Ze zijn voor de hond. Zou jij het leuk vinden om een hele leven lang cornflakes te eten?
        Neen, maar zie dat ze er niet bloeddorstig van wordt. Ik heb haar trouwens vanmiddag de helft van een schapenkotelet gegeven.
    Ik kijk naar de bloederige kippenlevers in het hondenbord. Dood bloed is nog te aanschouwen. Het lijden is al voorbij. Het bloed der levenden kan ik niet verdragen. Ik herinner me nog het voorval toen ik door een galerij van een shoppingcenter slenterde en aangesproken werd door een verpleegster. Ze vroeg me of ik bereid was om bloed af te staan.
        Niet te veel, stamelde ik wanhopig.
    Ze vroeg me welke bloedgroep ik had. In mijn portefuille stak een verfrommeld papier vanuit mijn legerdienst. Toen ze dat zag bleek die bloedgroep nogal zeldzaam te zijn. Nog voor ik het besefte zat ik in een doktersstoel met een infuus in mijn arm. Ze hebben me een drankje en een inspuiting moeten geven om ervan te bekomen.
    Zij en zij bij mij zitten nog te praten. Ik en hem zijn ook dichtbij elkaar. Volle maan gaat met hem bij haar morgen op reis. De laatste week van volgende maand komen ze terug. Morgen ga ik weg, gaat zij weg, komen we 's avonds terug. Ik zie de wind weer zonder hem te horen. De wind is er omdat het gebladerte beweegt, net zoals voorbijtrekkende wolken die goedhorenden ook niet kunnen horen.

    Op vrijdag negen maart 1973 schreef ik:

    Ik speel op mijn gitaar. Iedereen ligt in bed behalve de poes. Die plaagt me voortdurend door met haar kop over mijn snaren te aaien. Ze wil absoluut gestreeld worden. Buiten rijdt een auto in grote snelheid voorbij. Je hoort hem in de verte een bocht nemen. Daarna is het weer stil.

    28-06-2007, 22:31 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    27-06-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.27 juni
    woensdag 27 juni 2007

    20h30: nu heb ik geen zin om zin te hebben. Zinloos zitten, ja, dat wel. Kijken naar het gewiebel in een toevalligheid. Een fluisterende beweging. Hooguit onvolmaaktheden bekijken in een voorrecht van tijd. Het lijkt lang geleden om een gevoelen van geen zin om zin te hebben nog beschreven te hebben.
    Ik zie een vermoeide zoon uitgestrekt in een versleten zetel liggen, een schijnbaar hongerige hond, en zij, sprankelend is zij. Ik zie beweging zonder ze te horen. Ik kijk ernaar. De tafel beweegt. Krampachtig schrijf ik deze zinnen evenwijdig onder elkaar. Uitgeput schrijf ik dat ik nu geen zin heb om zin te hebben. Het lijkt raar maar het is nu eenmaal zo. Dat is nu een feit. Dan ga ik boven naar het hoogste verdiep en schreeuw als bezeten: weet iemand mijn allereerst dagboek liggen?
        Achter de chauffageketel!
    De eerste bladzijden uit negentienhonderddrieenzeventig zijn nog met potlood beschreven. Het papier begint te vergelen. De schrijfsels zijn primair gekribbel waarvan ik elke kleinigheid nog herinner.

    Op 27 juni 1973 schreef ik:
    6h30:  ik sta op, was me aan de boomstam en ga wandelen langs de waterval. De zon schijnt. Het is hier prachtig.
    8h: ik zit in de tent te schrijven. Pierre heeft een wandeling gemaakt. Hij zegt: straks ga ik me scheren.
    Nu fluit hij. De waterval hoor je hier voortdurend ruisen.
    14h30: Pierre is met Jozef weg. Nu ga ik tekenen en rook ik een sigaret.

    27-06-2007, 22:44 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    25-06-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vincent
    Beste schrijvers, ik kreeg een bericht van de jongste zoon van mijn broer. Ik vind dat zo mooi dat ik het op mijn blog plaats.

    Vincent,
    Ik vind jouw gedicht zo mooi dat ik het op internet ga plaatsen. (peter eddie)

    als ik boeke lees droom ik over de landschappen da ik verzin bij het verhaal nu hebk ik ze allemaal opgeschreven van de dingen uit een droom lees neem u tijd en geniet :
     
     
    Wegen gaan verder, almaar door,
    Over rots en onder boom,
    Langs rotsen waar geen zon ooit gloeit,
    Langs nooit in zee eindende stroom;
    Over sneeuw die winter zaait
    Door waar junibloemen staan,
    Over steen, gras ongemaaid,
    En onder bergen in de maan.
     
    Wegen gaan verder, almaar door,
    Onder wolk en onder ster;
    Maar zij die zwerven zonder spoor,
    Keren naar huis terug van ver.
    Ogen die zagen zwaard en vuur,
    In rotsgewelf, door angst benauwd,
    Zien weide en groen in 't blijde uur,
    Bomen en heuvels, lang vertrouwd.

    25-06-2007, 21:41 Geschreven door warket
    Reageren (3)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    23-06-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.23 juni
    thuis Nu ik terug thuis ben zie ik ze weer. Uit een spleet van de stenen koer groeit elk seizoen een purperen bloem. Ze draagt zeven blaadjes.
    ze leeft van zon, water en aarde
    zonder ander reden
    dan haar schoonheid te zijn
    in de diepste kleur der kleuren
    sluimert haar nectar van leven
    op een grenslijn van schaduw en verblindend licht
    noem ik haar vrouwelijkheid

    23-06-2007, 13:20 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Foto

    Over mijzelf
    Ik ben warket, en gebruik soms ook wel de schuilnaam warket.
    Ik ben een man en woon in de wereld (de wereld) en mijn beroep is zien bouwen.
    Ik ben geboren op 11/09/1954 en ben nu dus 69 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: vanalles.

    Archief
  • Alle berichten

    Mijn favorieten
  • website
  • kerima_ellouise
  • Kaatje Wharton
  • Marleen De Smet
  • fotos
  • warket

  • Foto

    Blog als favoriet !

    Foto

    Laatste commentaren
  • geen titel (maart)
        op verkeerde ochtend
  • Vele groetjes uit Zonhoven (sloefke)
        op droomwereld
  • ongetiteld (warket)
        op verkeerde ochtend
  • Ja inderdaad, (Michelly)
        op verkeerde ochtend
  • ongetiteld (warket)
        op zaterdag 21 maart
  • Gastenboek
  • groetjes terug
  • Groetjes.
  • fijne avond
  • vriendelijke groetjes van uit Tessenderlo
  • WANDELGROETJES UIT BORGLOON

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!