verbruikte toekomst
Inhoud blog
  • droomwereld
  • spiegelscherven
  • voor een medemens
  • Lacjeaw
  • verkeerde ochtend
  • nietsnut
  • noma
  • bloemenvrouw
  • maart
  • nostalik
  • schemerschrift
  • vuur
  • zaterdag 21 maart
  • niksniksniks
  • zwerfvuil
  • luchtbelheiligen
  • coiffeur
  • hazenrug
  • speekselgeut
  • zondag vijftien februari tweeduizend en negen
  • wandelstok
  • vraag me af
  • straatsteenCé
  • vrijdag 16 januari 2009
  • lompenvrouw
  • brief
  • rugkeuvel
  • begin 2009
  • simpel
  • vrijdag 26 december 2008
  • ongetiteld
  • ouderschap
  • kil fluistert het weer
  • ongetiteld
  • Dinsdag 15 augustus 2006
  • dinsdag 2 december 2008
  • slapende mens
  • land in
  • amsterdam
  • 25 mei 2006
  • neushoorn
  • parijs
  • zwartwitteveetje
  • ongetiteld
  • zondag 9 november 2008
  • kijken
  • volrond
  • ma
  • heidenspraak
  • neig
  • donderdag 14 oktober 2004
  • dinsdag 11 april 2006
  • zondag 5 oktober 2008
  • blind
  • zondag 9 april 2006
  • zondag 28 september 2008
  • schuw
  • duimreuk
  • mountainbike
  • de laatste mens
  • konijnenvoer
  • demonen
  • bloedneus
  • in opgetroopte hemdsmouwen
  • helaas
  • geur
  • afscheid
  • litteraire droom
  • zondagnacht
  • ietwat verward
  • ze bijt
  • nachtvandaag
  • poken
  • nooit gestopt
  • hoe mijn leven begon
  • roi Albert
  • kilte dampt
  • windstoten
  • hoteldroom
  • flodder
  • papillon
  • tweeling
  • laatste dag
  • zwijg
  • piemonte
  • de lege uitgestrektheid der dingen
  • kostuum
  • onverzonden brief
  • regenboog
  • hoe- hoe ' erkoe
  • vrijheid
  • 1 juni 2008
  • aapneus
  • zeug
  • drie eigenzinnigen
  • katrien
  • ik en de wereld
  • nieuwjaar
  • italië
  • goulash
  • stalen vogels
  • fietstocht
  • ma
  • dertig april 2008
  • aardbei
  • repetitie
  • gele tulp
  • hommel
  • azuurblauwe morgen
  • roofvogel
  • zaterdag twaalf april 2008
  • Brussel
  • droomhuis
  • dampende mest
  • vrijdag 20 augustus 2004
  • schaduw
  • vraag me af
  • hapjetapje
  • bloemenvrouw
  • waterdame
  • caroline
  • mistig
  • donderdag 20 maart 2008
  • vreemd normaal
  • kijk
  • wanhoopsdaad
  • barman
  • dinsdag 4 maart 2008
  • ooit
  • vandaag
  • vandaag
  • verkoudheid
  • geboorte
  • gebroken spiegel
  • verzwegen
  • dinsdag 12 februari 2008
  • naartoe
  • sprekver...
  • sneeuw
  • aftakel
  • konijn
  • lichtwoorden
  • donderdag 24 januari 2008
  • toch
  • theo
  • weetik?
  • duet
  • striem
  • storm
  • geen hout meer
  • maandag 22 mei 2006
  • malschaduw
  • snolwijs
  • mal4
  • mal3
  • mal2
  • mal1
  • volkscafé
  • mosselfriet
  • verstotene
  • kerstavond2007
  • ontbijt
  • dialoog
  • sneeuw
  • vorst
  • evjeke
  • boerweg
  • 2late
  • frietketel
  • ik wil nog wel even
  • woestijnmensen
  • honds
  • onpoeet
  • onnozel
  • weeral hetzelfde
  • zondagsmarkt
  • poker
  • onzin
  • marcel
  • bouwvakkers
  • festijn
  • nog wat tijd
  • pint bier
  • jeke
  • droom1000
  • citeer
  • brunch
  • sjoukroet
  • schouwburg
  • onkruid
  • plvc
  • koeien
  • seizoen
  • witlicht
  • arlette
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    verbruikte toekomst
    02-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.op reis
    De wereld is niet zoals hij is. Hij is zoals hij in mij zit in een beweging, een geur, een kleur, als iemand die gracieus met damesachtige bewegingen verschijnt en dan met het feit der feitelijkheid in een oogwenk in het straatbeeld opnieuw verdwijnt. Zoetzeme bekoring, niets verplicht.
    Niets is zo mooi als die welvende beweging, de illusie van hartstocht verwekkend.
    Vier dagen gezworven en evenveel nachten buiten geslapen met volle maan in de ogen. De omgeving gezien met natte dauwvoeten en een zonverbrand gezicht. Het leek wel een eeuwigheid van genot dat uiteindelijk uitdeinde in de branding van terugkerende dagelijksheid. Daarna was het even wennen aan een wereld waarvan men denkt dat hij is wat hij is.
    De woorden tollen weer in mijn kop. Ik schrijf, lees, herschrijf, herlees tot het nachtuur voorbij. Dan ga ik buiten om tot rust te komen.
    Nog ga ik op banken zitten om mijn gedachten op te schrijven. Zal ik ooit sprakeloos worden? Het lukt me innerlijk niet.
    Die zaterdag 28 april 2007 rond 14h30 eet ik in een schaduw kalfskop met vinaigrettesaus die ik onderweg gekocht heb.
    Naast mijn rechterbeen groeit een distel en op de boomstam achter mij een scheut. Mijn voeten staan in de netels. Ik zit op een verhard tractorspoor.
    Vannacht slaap ik onder een struik.
    Op maandag dertig april bevind ik me op de Deurnevoetweg in Schoten. Het is me gelukt om niet verloren te rijden. Bij het krieken van de dag was ik vertrokken.
    Aan de overkant van de bank waarop ik zit, zit een generatiegenoot in een fluor-oranje pak geduffeld. Hij heeft een stootkar, een schop en een bezem mee.
    Eerst heeft hij zijn boterhammen opgegeten. Nu leest hij een krant. Zwijgzaam zitten we tegenover elkaar. De mistral tocht. Ik moet zien om vanavond ergens een slaapplaats te vinden. Vooraleer dat lukt in de buurt van een nachtelijk terras vraagt een meneer: 'schrijft u?'
        Ja, al meer dan twintig jaar, maar nog nooit iets gepubliceerd. Mijn broodwinning is anders. Ik ben vrij.
    Amaai, dat is neig.
        Jawel, zeg dat wel. Ik vind dat ook. Mag ik vannacht in uw tuin slapen?
    Geen probleem.

    02-05-2007, 23:35 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    28-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vertrek
    zaterdag 28 april 2007

    9h: Drie gesoigneerde dames vertrekken.
        Oh, wat een mooie tuin.
    Pas op voor de hondestronten!
    Eerst drinken ze nog koffie. Nog wat kletsen. Dikke zoen en ze zijn weg.
    Ook ik maak me klaar voor een driedaagse fietstocht. Het is stralend weer. Vanavond zal ik voorbij Antwerpen overnachten.
    Wat ben ik blij. Wat zijn ze blij.
    De doodsklokken luiden.
    Zal ik eerst nog een broodje met zalm eten voor ik vertrek? Zal ik dit dagboek met pen en inktpot meenemen?
    De twijfel bekruipt me. De inktpot is bijna leeg waardoor de punt van mijn nieuwe vergulde pen de bodem raakt
    als ik haar erin sop. Dat slijt. Ik koop nieuwe inkt en meteen een krant.
    De klokken luiden opnieuw. Stef slaapt waarschijnlijk het middaguur voorbij. Dan ben ik allang vertrokken.
    Zal ik me scheren voor ik vertrek? Neen, ik heb me gisteren geschoren.
    Naar het toilet, ja, dat wel. Toiletpapier en een propere zakdoek niet vergeten. De hond blaft. Ik mag niet vergeten haar eten en drinken te geven.
    Op het kerkplein speelt de Jakke op zijn saxofoon. Hij is al ladderzat. Stillist met valse noten.
    Hij is zelfstandig trappenmaker. Zelfstandig trappenmaker improviseert op zaterdagochtend op een plein. Je moet het maar doen.
    Lang zal het niet meer duren vooraleer de klokken voor hem zullen luiden. Zijn lever is kapot.

    28-04-2007, 10:52 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    27-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.warketmijm
    Alles wat vandaag gebeurde was onvolmaakt en vol fouten. Absolute feilbaarheid op een vrijdagavond.
    Ik voel me een mislukt filosoof in een tijdelijke vlaag van waanzin, een lamlendig mens als een dood paard in een wijnglas.
    Ik las dat vijftig de jeugd van de ouderdom is. Ik ondervind het vanavond aan den lijve.
    Ik kijk ernaar uit om met zeldzame vrienden het onbesprokene uit te spreken, in de sluier van mysteries te kijken diep in de nacht.

    27-04-2007, 23:15 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    26-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zwoel
    Een ouwe madam met spierwit haar ( ik schat haar tussen tachtig en negentig jaar ) zet zich aan de terrastafel naast mij. Dit is de stationbuurt. Het is tropisch heet. Ze bestelt een kleine Stella. We zitten beiden voor ons uit te kijken. Ze heeft minsten dertig jaar meer dan ik meegemaakt.
    Misschien is ze jong gebleven in gedachten of zijn de herinneringen gebleven. Een Stella drinkende oude vrouw naast mij. Wie weet masturbeert ze nog. Zou ze nog een minnaar willen? De straat oversteken is allang geen schijnbeweging meer.
    Nu ze weggegaan is met haar krokodillen lederen handtas kijk ik naar een overblijvend straatbeeld. De zomer maakt de mensen mooi.
    Jonksheid door de kleren kijken. Ze moeten maar zo schoon niet zijn.
    Hun gekwetter schalmt in mijn oren. Mijn nalatenschap zal minder zijn dan deze samenleving te bieden heeft.
    Ze gaan heen en weer in een zekere liefkozing van zichzelf. Soms staan ze te wachten op een bus of een trein. Ze proberen thuis te geraken.
    Nu zit er iemand met wit geverfd haar en een tatoeage op haar bovenarm naast mij. Ze stinkt naar de déodorant.
    Ik ga naar huis. In het veld nog even in een berm landschooien. Het riekt er naar groen.
    Vanavond gaat het weeral donker worden vanuit het schemer waarin woorden nog nauwelijks leesbaar zijn. Mooi, die gloed in die warmte.

    26-04-2007, 23:04 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    22-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dagdeel3
    Oh ja,
    het vervolg.
    Wel, rond de avond zijn we met zen vieren naar een salsafeest geweest. Zij bij mij, volle maan, zij van lang geleden en ik.
    Hun mannen waren te moe om mee te gaan. Ik voelde me als een vrouwenzot.
    Ter plekke kwam ik iemand tegen die ik twintig jaar niet meer gezien had.
    Jawel, een vrouw. Deze avond is een en al vrouwelijkheid.
    Met die rimpels in haar gelaat was ik eerst niet zeker of zij het was. Ze zat aan de toog met iemand te praten.
        Is dat Linda niet, vroeg ik aan zij bij mij.
    Ja, dat is Linda, antwoordde volle maan. We gaan naar haar toe.
    Smak...ik verpletter haar bijna in mijn armen.
        Dat is lang geleden. Door uw ouderdom had ik u eerst niet herkend, zei ik beneveld.
    Ik twijfelde ook toen ik je zag als je binnen kwam.
    Ondertussen roefelt ze door mijn haar en neemt ze een trek van de Cubaanse sigaar die ik van André gekregen heb.
    André rookt ook een sigaar.
    Veel hebben we niet verteld. Het was zich om de dans te doen.
    Net zoals vroeger kleeft ze zich met passie tegen mijn dansend lichaam aan.
    Die katachtige blik, haar onafhankelijkheid. Het lijkt of de tijd heeft stil gestaan.
    Ik kon het me niet laten om haar vluchtig aan te raken. Volle maan en zij bij mij lonkten ernaar.
    Ondertussen is het zondag in heet weer. Twintig meter verder ligt zij bij mij in een luirik met haar voeten op een tabouret een boek te lezen.
    Ik kijk naar haar. Ik zit hier maar. We zijn hier maar. Zij in een luirik, ik aan een tafel.
    Zij leest, ik schrijf.




    22-04-2007, 18:11 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    21-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dagdeel 2
    13h30: In de composthoop krioelt het van het leven. Duizendpoten, mieren, heel kleine regenwormen en nog duizend andere
    variëteiten zwerven door het donkerbruin overschot dat ooit keukenafval was.
    Ze doen ongestoord verder, vreten alles op. Ik denk dat het hun uitwerpselen zijn die composteren.
    Wat zegt het groot woordenboek der nederlandse taal?
    "Compost is een meststof van fecaliën en allerlei andere dierlijke en plantaardige stoffen, met huis- en straatafval vermengd".
    Deze middag is ze niet thuis gekomen. Ik eet dan maar een boterham met confituur vooraleer het leeggoed weg te doen.
    De zon staat nu het hoogst. Het wordt trouwens hoog tijd om ook iets te drinken. Een glas wijn of zo. Dit is het middaguur net voorbij.
    Straks begint het typisch zaterdaggeluid: grasmaaiers. Eerst begint er eentje. Dan volgen ze allemaal. Ik doe het natuurlijk met de hand.
    Het autoverkeer wordt ook drukker. Met zen allen naar de supermarkt.
    Mij niet gezien. Ik koop mijn waar hier vlakbij bij de bakker, de kruidenier en de beenhouwer. Een viswinkel ontbreekt hier nog.
    Schandalig duur, dat wel, maar ik rijd al jaren met geen auto meer. Ik heb ronduit een grondige hekel aan wagens.
    Antwerpen, Brussel, Leuven...toujour en vélo, winter en zomer.
    Verdorie, nu ik eraan denk: ik moet mijn zadel nog invetten!
    Het is veertien uur wanneer mijn zoon oververhit uit bed komt.
        Vanmorgen goed gefuifd zeker?
    Nogal, ja.
        Je hebt het beste van de dag gemist.
    Zonder iets te zeggen loopt hij mij op blote voeten voorbij, gaat naar zijn fiets ( ik heb de indruk dat hij zich wil vergewissen of er alles nog opstaat )
    komt dan terug en vraagt: 'wil je mijn remmen bijregelen?'
        Als jij me helpt met de takken in de hof.
    Voila. Een deal gesloten.
    In feite heb ik meer zin om hier zomaar te blijven zitten.
    Over de ronde tuintafel schijnt boven de middenlijn de zon en eronder ligt een schaduw.
    In die schaduw zit ik hier.
    Een meter verder ligt de hond uitgestrekt te slapen. Ze heeft net een brok rauw soepvlees gekregen. Zes Euro en haar gelukzaligheid waard.
    Oei, de doodsklokken luiden. Weeral iemand aan zijn einde gekomen.
    Nu vliegt een hommel bijna in mijn oor. Ik heb de aanraking gevoeld.
    Alleen de stank van oorsmeer heeft haar gedachten veranderd. In feite heeft mijn oor de vorm van een bloem met een menselijke geur. Dat schrikt die insecten af.
    Instinctmatig ( en ook uit ervaring ) weet ik dat ik nu moet ophouden met te beschrijven. Anders wordt onzin onverdraagelijk.

    ( wordt misschien vervolgd )

    21-04-2007, 16:35 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dagdeel1
    zaterdag 21 april 2007

    Weeral een stralende dag. Al de ganse week schijnt de zon. Vorige week ook.
    Zoals elke zaterdag zit ik 's voormiddags uitgeslapen te schrijven. In de zon, jawel. Slurpend aan de koffie.
    Ik hoor een zacht getik op de deur. Het zijn getuigen van Jehova.
    Nog voor ik kan zeggen dat ik geen interesse heb vaart de hond blaffend naar een van de dames die verschrikt terugdeinst.
    Ik weet dat het bij blaffen blijft. De dame niet.
    De zon
    Ze scheen een paar keer in mijn gezicht
    Op mijn gezicht ging ik af en toe gisterenavond in haar ondergang
    Nu zit ik van haar warmte te genieten
    Haar licht te bezingen
    De schaduwen te tellen.
    Wat zal ik doen voor de rest van de dag?
    In de zon blijven schrijven? In de tuin keuteren?
    Achteraan bij de fruitbomen is nog veel te doen. Ik ga de composthoop leegmaken. Eerst die vuil handschoenen vinden.
    Mijn lederen fietszadel moet ook nog ingevet worden en het zout van de waterverzachter moet bijgevuld worden. Het deksel
    zal gegarandeerd niet loskomen. Dat ding loopt altijd stroef, en de nijptang die ik ervoor nodig heb zal ik niet vinden.
    Eerst naar het toilet en dan de tuin.
    Of neen, ik drink eerst mijn tas koffie leeg alvorens mijn pyjama te ruilen voor buitenkledij.
    Hopelijk vind ik mijn vuil broek of zal ik een short aantrekken?
    Wat een heerlijke besluiteloze dag!

    21-04-2007, 11:35 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.patersbeen
    k heb een stuk patersgebeente meegebracht dat ik gekregen heb van een Pool. Een grondwerker. Hij vertelde me dat zijn land helemaal plat gebombardeerd werd. Geen enkel monument was overeind gebleven. Hij zei dat hun geschiedenis tastbaar blijft in verduurde holten van kogelgaten in de bouwsels die overbleven. Van hem heb ik een patersgebeente gekregen, een onderbeen. Hij toonde mij ook een muntstuk, vandaag gevonden bij graafwerken tegen de gevel van een kerk. Ik wreef het schoon, bekeek het aandachtig en zei: het is Belgisch, en zie, het is een frank uit de negentiende eeuw.  Geef mij dat patersgebeente en  de munt is van u.
    België bestaat honderdzeventig jaar, zei hij.
    Nu kijk ik ernaar terwijl ik het vasthoud in mijn rechterhand, het gebeente.
    Ach zo, schrijf ik in mijn moedertaal. Ik eet een rauwe varkenspens.
    Warket wart hoor ik denken
    Ik verdun de mast van de parasol met raspend schuurpapier totdat hij tot boven open gaat.
        Wat gaan jullie doen vanavond?
    We gaan iets koken.
        Bij haar of bij ons?
    Bij haar.
    De klokken luiden of denk ik het maar?
    Neen, ik ben er zeker van, de klokken luiden.
    Zit ik hier als een ongeschoren bohémien kousloos met sandalen aan.

    zo speelden we gisteren een muziekstuk tezamen
    mijn jonge schreeuw en ik
    met uitgestoken armen
    een partituur als voetbal met elkaar
    tegen mekaar
    met twijfelende zekerheid
    de eerst helft
    met de billen bloot
    in ons lied verzonken
    de kans is groot dat we beiden oud worden
    in een buitenwereld die moeilijk blijft
    zonder verloren tijd te moeten inhalen
    we wantrouwen beiden de toekomst van het verleden

    21-04-2007, 10:13 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    20-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nostalvand

    Vooraleer ik binnen ga  rook ik een voorlaatste sigaret, kijkend naar de sterrenhemel. In al die tijd is daarboven niets veranderd. Het is een geruststelling, een houvast.
    Ik liep met mijn broer achter onze ouders aan als we ’s avonds na een familiefeest naar huis gingen. We keken naar de sterren in een gitzwarte hemel en probeerden ze allemaal te tellen. Af en toe bleef mijn vader staan en wees hij naar de grote en de kleine beer. Dan liep hij weer verder langs het voetpad naast de kasseiweg met ons moeder, zij aan zij.
    Bij elke lantaarnpaal zagen we hoe onze schaduw in het oranje lichtschijnsel bewoog, terugkeerde en opnieuw verdween. Mijn broer en ik keken er zwijgzaam naar en vroegen ons af vanwaar die schaduw kwam.
    Nu ik in die sterrenhemel kijk denk ik aan toen. Niets is daarboven veranderd.

    Bijna nacht. Straks zwiert jonkheid over de hekkens, als schimmen alsof ze geschapen zijn voor de zonde. Onverwoestbare vrijdagnacht.

    Wij hadden thuis een zwart-wit TV waarmee we naar twee zenders konden kijken. Op zaterdagavond keken we in het kleine salon in het pikkedonker naar een western of een oorlogsfilm en aten we gebak dat ik meestal ging kopen in de winkel halverwege de straat. Kopen was een groot woord. In de winkel hielden ze de rekeningen bij, die ons moeder achteraf ging betalen. Onze nonkel en mijn grootmoeder, die hardhorig was, kwamen ook.
    Alleen mijn vader mocht de TV bedienen. Ze hadden hem verteld hoe alles marcheerde. Op het toestel mocht zo weinig mogelijk sleet komen in de tijd. In die tijd van slijtbaarheid is veel veranderd. De tijd heeft hem in grootvaderschap veranderd.

    20-04-2007, 23:14 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    18-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hel
    Er zijn er die heen en weer blijven lopen tussen de kelder en de toren,
    zich altijd op de trappen bevinden, en de tussenliggende ruimtes overlaten aan verval en stof.
    Zelf bezoek ik de boven- en benedenkamers veelvuldig.
    Ze zijn volgepropt met angsten, driften en dromen, opgebaard in kartonnen dozen.
    De eenzame leegte die ik daarbij voel heeft iets sacraals. Bonjour aan men eigen.
    Zo bewoonde ik in een van die ruimtes een huis met haar. We hadden een relatief vriendschappelijke relatie,
    maar de innigheid die we al jaren deelden was verdwenen. Ze had een vriend die mee inwoonde.
    Die man had geen zeggenschap. Hij was attentvol voor haar, iets dat ze bij mij miste.
    Bij hem zocht ze troost voor het gemis aan liefde die ik haar niet meer kon geven.
    Ik verachtte die man. Toch stond ik zijn aanwezigheid toe.
    Op een zondag hadden wandelaars zich samengeschaard in onze ruimte. Het duurde een tijd vooraleer
    ik merkte dat ze een vreemde taal spraken. Ik werd volkomen genegeerd.
    Toen ik haar vroeg wat hier gaande was, bleek dat mijn vader de wandelaars uitgenodigd had.
    Op een bed lag een vrouw. Ze schreeuwde dat ze ongesteld was.
    Plots ging ze met haar rug naar mij liggen en trok ze jammerend haar kleed over haar dijen.
    Tot mijn verbijstering had ze stekelig haar op haar onderrug.
    Ze wendde zich van me af en liet zich liefkozen door een bezoeker. Dan merkte ik pas
    dat ze zo lelijk als de duivel was.
    Iemand vertelde me: ge kunt beter niet verder gaan
    maar nu ben ik halverwege in de hel
    en besluit ik om er verder door te waden.

    18-04-2007, 17:17 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    17-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.scheldekaai
    Antwerpen, Scheldekaai nr...  : de zon staat nog laag als ik wakker wordt door het ochtendgeraas. Het is het geluid van een stad.
    Ik wrijf de nachtslaap uit mijn ogen. Mijn spieren zijn nog klam.
    Hoe ben ik vannacht op deze bank zo dicht bij het water verzeild geraakt, vraag ik me af.
    Nog tachtig kilometer af te leggen. Dat zal de reden zijn.
    Ik rook een sigaret om de tering uit mijn longen te bevrijden. Gelukkig is er nog overschot in de fles.
    Stinkend als een dier sta ik recht in het zonlicht dat mijn ogen niet verdraagt...mijn ogen niet verdragen.
    Ikzelf en mijn fiets zijn ongeschonden gebleven.
    Een nieuwe dag, een uitgestelde thuiskomst.
    Ontredderd met een geluksgevoel sta ik daar in de ochtend te balanceren terwijl de omgeving draaft in alledagelijksheid.
    Met een landkaart in mijn hoofd kijk ik opnieuw naar de zon.
    In het Oosten kan ik terecht in de woestijn en in het Noorden bij de Eskimoos. Tachtig kilometer verder in het Oosten ben ik thuis.

    17-04-2007, 22:34 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ontmoeting

    Laten we nog eens bijpraten, had ze gezegd. We hadden mekaar al lang niet meer gezien. Die ochtend was ik vroeg vertrokken. Ik zou bij haar langs komen. Dat hadden we afgesproken. Ja, heel graag, had ze gezegd.

    De ochtend was blauw. Voor ik vertrok nam ik een slok absint om de kilte te verdrijven. Dan dacht ik aan haar, of ze eruit zou zien als het beeld dat ik me nog herinnerde, hoe haar stem zou klinken en hoe ze woonde op het adres dat ik opgeschreven had.

    Toen ik aanbelde kon ik nog net een glimp opvangen van haar nieuwe vriend die vertrok.

           Ik eet en slaap niet meer van verliefdheid zei ze meteen en ik krijg rimpels in mijn gelaat.

    Ik had champagne meegebracht.

           Je bent vermagerd maar van die rimpels zie ik niks, antwoordde ik terwijl ze een champagne- en limonadeglas uit de kast nam. Je ziet er verrukkelijk uit.

    Ze had van die mooie ogen als een verdwaalde ster. Nu herkende ik het weer,  die glimlach die nooit voluit ging alsof een mysterie haar tegenhield. Misschien kwam het door haar minnaars die ze een voor een als bloedende ridders achterliet op het slagveld van de sleur.

    Ik mocht haar gratie verdienen door geen minnaar te zijn.

           Ik hou nog steeds van jou, zei ik in een opwelling.

    Je zou mijn vader kunnen zijn, antwoordde ze onverbaasd.

           Weet ik wel, maar toch is het zo. Nog wat champagne voor het ontbijt?

    Ik stond naast haar toen ze zich opfriste voor de spiegel. Ik wou weten hoe ze dat deed.

    Daarna ontbeten we  aan een hoog taboeret en  keken we achteraf vanop een bank naar het water. Het had wel iets meer dan alledaagsheid.

           Heb je nog tijd om te winkelen?

    Ik heb dagen tijd.

    Ze wou een short dat ze in een vitrine had gezien. Toen ze uit het pashokje kwam zag ik voor het eerst haar blote benen. Het short was een maat te groot.

           Ik ben niet graag alleen, zei ze.

    Ik wel. Als ik alleen ben kan ik de wereld absorberen.

    16-04-2007, 22:34 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    14-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zomerblues

    Op een grasveld opbenbaar liggen twee ontblote lichamen van een man en een vrouw zomaar in een namiddagzon naast elkaar. Hij op de buik, zij op de rug zonder zonnebril aan.

    Hoe doet ze het?

    Zelfs halfschaduws is het licht verblindend.

    Halfschaduws, bestaat dat wel?

    Ja, het bestaat. Het is…als je vanuit een schaduw over zijn begrenzing kijkt…

    Aan elk stoplicht zie ik fietsende schouders schaars gestrengd in pastelkleurige lintjes.

    Je ziet ze verschijnen met het zomerlicht, sommigen als een firnament vol sproeten, anderen egaal als een sneeuwlandschap of als een stilstaand oppervlak van koffie verkeerd.

    Dan ga ik langs zonovergoten terrassen,  nokvol versierd met korte rokjes net niet het mysterie van donkere spelonken onthullend. De vijftig voorbij heb ik daar meer aandacht voor.

    Neuriënd begeef ik me door deze diversiteit. De wereld is het bekijken waard. Het gebeurt in een schijnbeweging van noodzaak en luiheid.

     

    de stad smeult naar de vooravond…

    leuren, gluren in straten

    langs open pleinen

    toevallig raken ogen elkaar

    op de grens van het onuitstaanbare

     

    parfums in de straat

    jonge meisjes rieken fruitig,

    hun moeders iets meer genuanceerd

    en de oudere dames laten nog altijd met dit zomerweer

    die onverwoestbare zweem van gedegenheid na

     

    diep uitgesneden decoltés

    ze doen alsof het hun niet kan schelen…

    al zijn ze gladiatoren in een overbevolkte stad

    en etaleren ze het beste van zichzelf

    in een gratuit spektakel van vleesgeworden schoonheid

     

    ik denk aan de sterfelijkheid ervan,

    al die schoonheid die zal veranderen

    als een roestig stuk oud ijzer

    dan kijken ze net zoals ik naar al die beweging

    terwijl het kruid rond mijn grafsteen bloeit

     

    voor het zover is ga ik naar huis

    met de ondergaande zon als gesmolten goud in mijn ogen

    langs een zingend landschap in een heidens hooglied

    een onzichtbaar geluid,

    onzichtbaarder dan de ziel

    14-04-2007, 14:33 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    12-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.foert
    Donderdag 12 april 2007

    Ik ben onderweg naar mijn werk. De zon is pas opgekomen. Het is nog fris.
    Ik fiets met handschoenen en een wintermuts aan.
    Op de veldweg ligt een dode kat.
    Al vijf dagen fiets ik haar ontbindend lijf heen en weer voorbij.
    Halfweg blijf ik staan om naar dit zonovergoten landschap te kijken. Er scharrelt een fazant in het pas omgeploegde veld.
    Ik voel stilte in mijn binnenste. Ik neem vandaag verlof.
    Deze keer heb ik op dit uur het zonlicht in mijn rug. Geen wolk in de lucht.
    Thuis gekomen (het is dan kwart na acht) zie ik haar zitten in de fautuille met een tas koffie in haar hand.
        Ik heb te lang naar het zonlicht gekeken, zeg ik. Vandaag neem ik vrijaf.
    Zie dat ge nog genoeg dagen op overschot houdt voor onze grote vakantie, antwoord ze enigzins bezorgd.
    Na vandaag heb ik nog drieëntwintig dagen tegoed.
    Nu breek ik met blote handen in ontbloot bovenlijf takken uit de hof en kijk ik verbaasd naar het bloeisel om me heen.
    Ondertussen ligt de hond vanop de koer mij te beloeren.
    Het is heerlijk heet vandaag. Precies zoals in de Provence.
    Zullen we een fles wijn ontkurken met een stukje kaas?
    Door de wijn ruist de zee in mijn oren.
    Ik was tien toen ik ze voor de eerste keer zag. Met mijn ouders met de trein naar Blankenberge. Ik was toen rood verbrand.
    Hmm...die schapenkaas is lekker en die rooie 'Oltesse' vanuit tweeduizendenvier is als een schaamlip vol wellust.
    Ik heb zin om zomaar wat voor me uit te turen. Daarna doe ik opnieuw mijn klompen aan. Zalig, die houten klompen.
    In deze instandhoudende woelige wereld zit ik op deze plaats op een blad papier bedrukt met goudkorrels en gele gedroogde
    bloemen te schrijven.
    Op de tafel in de schaduw ligt een woordenboek, staat een inktpot, een fles wijn en een asbak.
    Gras kan je het moeilijk noemen wat daar achteraan groeit. Het is een mengsel van boterbloemen, netels, paardebloemen
    en konijnenvraatsel. Daarom maai ik het met de sikkel in de hand en laat ik de mooiste exemplaren staan.
    Gespreide struiken bind ik met een hennepkoord bij elkaar om het onkruid ertussen te wieden.
    De zon verhit mijn rug. De fruitvliegen plagen.
    Het is zeventien uur geworden. De tijd wordt. Ik zie het door mijn bezigheden.
    Mijn zoon komt thuis en loopt op zijn kousen door de tuin met een bananenschil in zijn hand. Het dient de mesthoop.
    Ik heb koffie gemaakt met een more heet water. Een sterke jat die ik in een paar teugen leeg drink.
    Dan ga ik terug tussen de struiken met mijn klompen aan.
    Anderhalf uur nadien zindert mijn lichaam nog van de koffie die ik gedronken heb. Mijn maag is dichtgeklapt.
    Tijd om eten klaar te maken. Sla, tomaten, abrikozen, pepers en zalmsla.
    Vandaag heb ik weeral geluk gehad. Mijn hele leven al heb ik geluk ook al zat geluk in mijn kindertijd achter tralies.
    Tot een kwade dronk is het nooit gekomen.
    Mijn mentale voettocht stuit op ongerijmdheden en spanningen in een niet aflatende wellust naar iets anders.
    Steeds opnieuw dat verlangen dat telkens verdwijnt wanneer het ingevuld wordt.
    Nu is het bijna donker. Ik kan de inkt waarmee ik deze woorden schrijf moeilijk van de omgeving onderscheiden.
    De rest van dit schriftuur dient het restant van leegte op dit blad papier.
    Schilderen met woorden zonder betekenis.

    12-04-2007, 22:27 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.kerk
    Ik voel me zo gelukkig door dat zomerweer! Terwijl ze dat zegt maakt ze een zwaaibeweging met haar armen.
    Ik ook, zeg ik.  Het maakt iedereen blij, zelfs binnenshuis. De zonsopgang is indrukwekkend. Het wordt zomer.
    In mijn tuin fluit een bruine merel en ik heb eergisteren al bijen en vliegen gezien.
       Ik heb koffie opgezet...als je wil, zet uw jat onder het koffiemachien...ik weet dat je graag sterke koffie drinkt.
    Heb jij de sleutels van de kerk? Ik ga er straks naartoe.
       Wil je dat ik mee ga?
    Hoeft niet.
       Ik ga mee. Het is daar bouwvallig, men weet nooit wat er gebeurt. Daar moet je met twee zijn.
    We gaan te voet. Onderweg toont ze me de bakker waar ze de lekkerste taarten verkopen en de bloemist waar ze de mooiste bloemen verkopen.
    De achterpoort van de kerk staat op een kier. Wat overblijft van de vloer is bedekt met duivenstront en kadavers. Op de wenteltrap naar de toren ligt het geraamte van een kat. Er staan nog wat beelden in de kerk. Het blaaspijporgel is nog intact. De biechtstoel en de preekstoel liggen verspreid over de grond. Er ligt een afgebroken hand van een heilige tussen het puin.
    We gaan tot boven en als ik op de gewelven kruip schreeuwt ze: doe dat niet, dat is te gevaarlijk....maar ik wil de dakgebinten zien, het is mijn stiel. Als we beneden zijn zitten we onder het stof. Ze kuist haar zwarte rok aan de voorkant, draait de achterkant naar voor en kuist de achterkant voorwaarts. Daarna draait ze de voorkant terug naar achteren. Ze klopt de spinnewebben van mijn rug. We bekijken de buitenkant van de kerk.
    Op de terugweg koopt ze twee taartjes bij die beste bakker en eet die wandelend op.
       Zullen we een terrasje doen, vraag ik.
    Mag dat tijdens de werkuren?
       Neen.
    In de schuit dan. Ik moet plassen.
       En ik heb stof in mijn keel.

    12-04-2007, 09:56 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    10-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.jeke

    het begin ligt in een verleden
    en het einde wacht in de toekomst
    dan nog zullen de wolken verder trekken
    nog duizenden jaren bekenden blijven
    valt er af en toe een naar beneden
    en lopen we in de mist
    ondertussen drink ik mijn beker leeg tot op de fond
    want morgen kan het anders zijn
    schrijven tussen natte vlekken
    door mistdruppels gebroken zinnen
    een zinloos gedicht met vier regels
    die één zouden kunnen zijn
    er komen mensen voorbij
    ik zie het van op een bank onder een reusachtige boom
    ze komen fietsend, lopend, communicerend zij aan zij voorbij

    10-04-2007, 23:47 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.paaszondag 8 april

    We waren met de fiets gekomen. Eerst door het bos en dan langs de avenue Louise. We twijfelden of dit wel de juiste voordeur was.
    Net voor we wilden aanbellen stond ze in de hall. Hoe ze wist dat we aan de voordeur stonden blijft een raadsel tenzij ze bij toeval net
    de trap afkwam.
    We zijn een half uur te vroeg.
    De tafel staat gedekt in de tuin.
    Zonovergoten daktuin in de stad. Een oase voor gevleugelden. Er nestelt zelfs een bosduif in een naaldboom.
           Zie dat ge die champagne die we meegebracht hebben nu niet ontkurkt want die heeft achtien kilometer in mijn fietszak gestoken.
    Ik heb hem opzij gezet, zegt ze terwijl ze me een glas van haar champagne aanreikt.
    Ondertussen heb ik mijn hemd, schoenen en kousen uitgedaan. Het gras is mals onder mijn voeten.
    De anderen komen een half uur later.
    Zij ( ik noem haar volle maan op nieuwjaarsdag ) komt als eerste in mijn buurt.
           Hmmm...mooi...heerlijk. Wat voel ik me gelukkig, prevelt ze welgemeend. En de zon, en die tafel...moet je zien!
    Ze heeft de hele week geschilderd. Vandaag niets doen doet deugd.
    Een voor een komen ze. We zijn met zeven.
    Laten we een toefje en een toetje proeven.
    De gastvrouw heeft meer dan haar best gedaan.
           Je haar is zo grijs, zegt die andere tegen mij.
    Dat komt omdat zijn kop verbrand is door de zon, zegt een ander.
    Schuin voor mij zit hij te grijnzen. Een grijsaard met kruintje rozig kaal. Net zoals ik heeft hij zich ter gelegenheid geschoren.
    Hij naast mij heeft zich net voor hij haar leerde kennen kaal geschoren. Om beginnende kaalheid te verdoezelen, vertrouwt hij me toe.
    Twee vrouwen hebben hun haar gekleurd. De ene iets donkerder dan de ander. In het zonlicht krijgt het een goudkleurige schijn.
    De andere twee laten hun tooi de taal van de leeftijd spreken. Grijs met zwart, blond met grijs vermengd.
    Met profijtige vingers neem ik een stukje toast. Het begint met de dingen die je alleen in het verkleinwoord mag schrijven (drankje,
    toastje, proevertje...).
          Ik voel me zo gelukkig, zegt ze nogmaals terwijl ze haar blouse uittrekt. Het is hier zo warm in de zon.
    We vragen ons af of de zomer nu begonnen is. Alles staat in bloei. Het is de schuld van het broeikaseffect.
          Niet zeuren, zegt iemand. Laten we ervan genieten.
    We heffen het glas op...'zijn begrafenis ' schatert hij met een verimpelde vinger naar mij wijzend.
    Volgens hem zal ik de eerste zijn in dit gezelschap die zijn toekomst zal verbruiken.
    Wie denkt dat mannetje wel dat hij is? Ik die in het diepst van mijn gedachten beschik over een godengestel.
    Zelfs een dood paard in een wijnglas zou nog hinniken in mijn geval.
    En zelfs, ja, je weet maar nooit, moest een van hen mij overleven, wil ik dat het die dag een feest wordt met de beste chocoladetaart
    en drank in overvloed.
    Spijtig genoeg zal niemand onder hen deze wilsbeschikking indachtig zijn want ze lezen mijn schrijfsels niet.

    10-04-2007, 13:44 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.onvoltooid

    De woorden die ge leest  betekenen  mijn werkelijkheid. Het is mijn spraak.

    Ze zeggen dat ik nooit over haar schrijf, en dat is waar. Het is moeilijk te beschrijven hoe het is om mekaar al die tijd onvoorwaardelijk te dulden. 

    Ik ben alleen achtergebleven in deze avond, in de hoek waar ik zit te schrijven met gedempt licht. Ik spreek naar de lucht tot iemand mijn woorden leest  Twee woorden zoals wijnrood en fluweel.

    Ik heb zo het gevoel dat ik dingen ga moeten voltooien. Tijd en ruimte, dat beweegt. Daar kan je niet omheen. Er blijft niet zoveel tijd meer over.

    Meer en meer denk ik aan onze sterfelijkheid. Vreemd genoeg bedroeft mij dat niet. Wat mij nieuwsgierig maakt is of er iets onthullend zal zijn bij onze dood, of zal het zijn zoals voor onze geboorte: niets.

    Hoe kan ik dit tijdelijk bestaan erkentelijk zijn?

    Ik dacht dat ouderdom wijsheid schonk maar ik heb meer vragen dan voordien. In die nietigheid oordelen, dat maakt onszelf.

    10-04-2007, 10:34 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    09-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vogel
    zo verblijf ik hier als een ongevleugeld dier
    met de gedachte van:  ik zou een vogel willen zijn
    glijden op de wind
    op en neer
    tot boven wolken
    en de zon zien
    zelfs
    toevallig sterven in mijn lot

    ze bestaan
    bij het krieken van de dag en voor zonsondergang
    vliegen ze met honderden
    met duizenden
    weg van hier nu het winter wordt
    vrijheid zonder keuze
    ik zou een vogel willen zijn

    vliegen zoals in dromen
    nog beter dan vogels
    met traagheid
    en mensengedachten
    vliegen zonder vleugels
    toevallig in een droom

    09-04-2007, 10:20 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    06-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.parfum
    eerst riek ik aan mijn linker pols
    dan laat ik mijn neus glijden naar een nicotinevinger
    en daarnaast riek ik aan het goud van een ring
    dan vouw ik mijn duim en wijsvinger in een kromming
    en riek ik in de holte van mijn hand
    het is een bezigheid die me op dit moment zint


    06-04-2007, 23:29 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Foto

    Over mijzelf
    Ik ben warket, en gebruik soms ook wel de schuilnaam warket.
    Ik ben een man en woon in de wereld (de wereld) en mijn beroep is zien bouwen.
    Ik ben geboren op 11/09/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: vanalles.

    Archief
  • Alle berichten

    Mijn favorieten
  • website
  • kerima_ellouise
  • Kaatje Wharton
  • Marleen De Smet
  • fotos
  • warket

  • Foto

    Blog als favoriet !

    Foto

    Laatste commentaren
  • geen titel (maart)
        op verkeerde ochtend
  • Vele groetjes uit Zonhoven (sloefke)
        op droomwereld
  • ongetiteld (warket)
        op verkeerde ochtend
  • Ja inderdaad, (Michelly)
        op verkeerde ochtend
  • ongetiteld (warket)
        op zaterdag 21 maart
  • Gastenboek
  • groetjes terug
  • Groetjes.
  • fijne avond
  • vriendelijke groetjes van uit Tessenderlo
  • WANDELGROETJES UIT BORGLOON

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!