verbruikte toekomst
Inhoud blog
  • droomwereld
  • spiegelscherven
  • voor een medemens
  • Lacjeaw
  • verkeerde ochtend
  • nietsnut
  • noma
  • bloemenvrouw
  • maart
  • nostalik
  • schemerschrift
  • vuur
  • zaterdag 21 maart
  • niksniksniks
  • zwerfvuil
  • luchtbelheiligen
  • coiffeur
  • hazenrug
  • speekselgeut
  • zondag vijftien februari tweeduizend en negen
  • wandelstok
  • vraag me af
  • straatsteenCé
  • vrijdag 16 januari 2009
  • lompenvrouw
  • brief
  • rugkeuvel
  • begin 2009
  • simpel
  • vrijdag 26 december 2008
  • ongetiteld
  • ouderschap
  • kil fluistert het weer
  • ongetiteld
  • Dinsdag 15 augustus 2006
  • dinsdag 2 december 2008
  • slapende mens
  • land in
  • amsterdam
  • 25 mei 2006
  • neushoorn
  • parijs
  • zwartwitteveetje
  • ongetiteld
  • zondag 9 november 2008
  • kijken
  • volrond
  • ma
  • heidenspraak
  • neig
  • donderdag 14 oktober 2004
  • dinsdag 11 april 2006
  • zondag 5 oktober 2008
  • blind
  • zondag 9 april 2006
  • zondag 28 september 2008
  • schuw
  • duimreuk
  • mountainbike
  • de laatste mens
  • konijnenvoer
  • demonen
  • bloedneus
  • in opgetroopte hemdsmouwen
  • helaas
  • geur
  • afscheid
  • litteraire droom
  • zondagnacht
  • ietwat verward
  • ze bijt
  • nachtvandaag
  • poken
  • nooit gestopt
  • hoe mijn leven begon
  • roi Albert
  • kilte dampt
  • windstoten
  • hoteldroom
  • flodder
  • papillon
  • tweeling
  • laatste dag
  • zwijg
  • piemonte
  • de lege uitgestrektheid der dingen
  • kostuum
  • onverzonden brief
  • regenboog
  • hoe- hoe ' erkoe
  • vrijheid
  • 1 juni 2008
  • aapneus
  • zeug
  • drie eigenzinnigen
  • katrien
  • ik en de wereld
  • nieuwjaar
  • italië
  • goulash
  • stalen vogels
  • fietstocht
  • ma
  • dertig april 2008
  • aardbei
  • repetitie
  • gele tulp
  • hommel
  • azuurblauwe morgen
  • roofvogel
  • zaterdag twaalf april 2008
  • Brussel
  • droomhuis
  • dampende mest
  • vrijdag 20 augustus 2004
  • schaduw
  • vraag me af
  • hapjetapje
  • bloemenvrouw
  • waterdame
  • caroline
  • mistig
  • donderdag 20 maart 2008
  • vreemd normaal
  • kijk
  • wanhoopsdaad
  • barman
  • dinsdag 4 maart 2008
  • ooit
  • vandaag
  • vandaag
  • verkoudheid
  • geboorte
  • gebroken spiegel
  • verzwegen
  • dinsdag 12 februari 2008
  • naartoe
  • sprekver...
  • sneeuw
  • aftakel
  • konijn
  • lichtwoorden
  • donderdag 24 januari 2008
  • toch
  • theo
  • weetik?
  • duet
  • striem
  • storm
  • geen hout meer
  • maandag 22 mei 2006
  • malschaduw
  • snolwijs
  • mal4
  • mal3
  • mal2
  • mal1
  • volkscafé
  • mosselfriet
  • verstotene
  • kerstavond2007
  • ontbijt
  • dialoog
  • sneeuw
  • vorst
  • evjeke
  • boerweg
  • 2late
  • frietketel
  • ik wil nog wel even
  • woestijnmensen
  • honds
  • onpoeet
  • onnozel
  • weeral hetzelfde
  • zondagsmarkt
  • poker
  • onzin
  • marcel
  • bouwvakkers
  • festijn
  • nog wat tijd
  • pint bier
  • jeke
  • droom1000
  • citeer
  • brunch
  • sjoukroet
  • schouwburg
  • onkruid
  • plvc
  • koeien
  • seizoen
  • witlicht
  • arlette
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    verbruikte toekomst
    10-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.jeke

    het begin ligt in een verleden
    en het einde wacht in de toekomst
    dan nog zullen de wolken verder trekken
    nog duizenden jaren bekenden blijven
    valt er af en toe een naar beneden
    en lopen we in de mist
    ondertussen drink ik mijn beker leeg tot op de fond
    want morgen kan het anders zijn
    schrijven tussen natte vlekken
    door mistdruppels gebroken zinnen
    een zinloos gedicht met vier regels
    die één zouden kunnen zijn
    er komen mensen voorbij
    ik zie het van op een bank onder een reusachtige boom
    ze komen fietsend, lopend, communicerend zij aan zij voorbij

    10-04-2007, 23:47 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.paaszondag 8 april

    We waren met de fiets gekomen. Eerst door het bos en dan langs de avenue Louise. We twijfelden of dit wel de juiste voordeur was.
    Net voor we wilden aanbellen stond ze in de hall. Hoe ze wist dat we aan de voordeur stonden blijft een raadsel tenzij ze bij toeval net
    de trap afkwam.
    We zijn een half uur te vroeg.
    De tafel staat gedekt in de tuin.
    Zonovergoten daktuin in de stad. Een oase voor gevleugelden. Er nestelt zelfs een bosduif in een naaldboom.
           Zie dat ge die champagne die we meegebracht hebben nu niet ontkurkt want die heeft achtien kilometer in mijn fietszak gestoken.
    Ik heb hem opzij gezet, zegt ze terwijl ze me een glas van haar champagne aanreikt.
    Ondertussen heb ik mijn hemd, schoenen en kousen uitgedaan. Het gras is mals onder mijn voeten.
    De anderen komen een half uur later.
    Zij ( ik noem haar volle maan op nieuwjaarsdag ) komt als eerste in mijn buurt.
           Hmmm...mooi...heerlijk. Wat voel ik me gelukkig, prevelt ze welgemeend. En de zon, en die tafel...moet je zien!
    Ze heeft de hele week geschilderd. Vandaag niets doen doet deugd.
    Een voor een komen ze. We zijn met zeven.
    Laten we een toefje en een toetje proeven.
    De gastvrouw heeft meer dan haar best gedaan.
           Je haar is zo grijs, zegt die andere tegen mij.
    Dat komt omdat zijn kop verbrand is door de zon, zegt een ander.
    Schuin voor mij zit hij te grijnzen. Een grijsaard met kruintje rozig kaal. Net zoals ik heeft hij zich ter gelegenheid geschoren.
    Hij naast mij heeft zich net voor hij haar leerde kennen kaal geschoren. Om beginnende kaalheid te verdoezelen, vertrouwt hij me toe.
    Twee vrouwen hebben hun haar gekleurd. De ene iets donkerder dan de ander. In het zonlicht krijgt het een goudkleurige schijn.
    De andere twee laten hun tooi de taal van de leeftijd spreken. Grijs met zwart, blond met grijs vermengd.
    Met profijtige vingers neem ik een stukje toast. Het begint met de dingen die je alleen in het verkleinwoord mag schrijven (drankje,
    toastje, proevertje...).
          Ik voel me zo gelukkig, zegt ze nogmaals terwijl ze haar blouse uittrekt. Het is hier zo warm in de zon.
    We vragen ons af of de zomer nu begonnen is. Alles staat in bloei. Het is de schuld van het broeikaseffect.
          Niet zeuren, zegt iemand. Laten we ervan genieten.
    We heffen het glas op...'zijn begrafenis ' schatert hij met een verimpelde vinger naar mij wijzend.
    Volgens hem zal ik de eerste zijn in dit gezelschap die zijn toekomst zal verbruiken.
    Wie denkt dat mannetje wel dat hij is? Ik die in het diepst van mijn gedachten beschik over een godengestel.
    Zelfs een dood paard in een wijnglas zou nog hinniken in mijn geval.
    En zelfs, ja, je weet maar nooit, moest een van hen mij overleven, wil ik dat het die dag een feest wordt met de beste chocoladetaart
    en drank in overvloed.
    Spijtig genoeg zal niemand onder hen deze wilsbeschikking indachtig zijn want ze lezen mijn schrijfsels niet.

    10-04-2007, 13:44 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.onvoltooid

    De woorden die ge leest  betekenen  mijn werkelijkheid. Het is mijn spraak.

    Ze zeggen dat ik nooit over haar schrijf, en dat is waar. Het is moeilijk te beschrijven hoe het is om mekaar al die tijd onvoorwaardelijk te dulden. 

    Ik ben alleen achtergebleven in deze avond, in de hoek waar ik zit te schrijven met gedempt licht. Ik spreek naar de lucht tot iemand mijn woorden leest  Twee woorden zoals wijnrood en fluweel.

    Ik heb zo het gevoel dat ik dingen ga moeten voltooien. Tijd en ruimte, dat beweegt. Daar kan je niet omheen. Er blijft niet zoveel tijd meer over.

    Meer en meer denk ik aan onze sterfelijkheid. Vreemd genoeg bedroeft mij dat niet. Wat mij nieuwsgierig maakt is of er iets onthullend zal zijn bij onze dood, of zal het zijn zoals voor onze geboorte: niets.

    Hoe kan ik dit tijdelijk bestaan erkentelijk zijn?

    Ik dacht dat ouderdom wijsheid schonk maar ik heb meer vragen dan voordien. In die nietigheid oordelen, dat maakt onszelf.

    10-04-2007, 10:34 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    09-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vogel
    zo verblijf ik hier als een ongevleugeld dier
    met de gedachte van:  ik zou een vogel willen zijn
    glijden op de wind
    op en neer
    tot boven wolken
    en de zon zien
    zelfs
    toevallig sterven in mijn lot

    ze bestaan
    bij het krieken van de dag en voor zonsondergang
    vliegen ze met honderden
    met duizenden
    weg van hier nu het winter wordt
    vrijheid zonder keuze
    ik zou een vogel willen zijn

    vliegen zoals in dromen
    nog beter dan vogels
    met traagheid
    en mensengedachten
    vliegen zonder vleugels
    toevallig in een droom

    09-04-2007, 10:20 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    06-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.parfum
    eerst riek ik aan mijn linker pols
    dan laat ik mijn neus glijden naar een nicotinevinger
    en daarnaast riek ik aan het goud van een ring
    dan vouw ik mijn duim en wijsvinger in een kromming
    en riek ik in de holte van mijn hand
    het is een bezigheid die me op dit moment zint


    06-04-2007, 23:29 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.koers

    Nummer eenentwintig gaat winnen.
    Neen, nummer een.
    Eenentwintig klinkt beter. Nummer een maakt geen kans.

    Ik heb net gekozen voor nummer een omdat het zo kansloos is. Dat maakt de keuze spannend.
    Ik kies voor eenentwintig omdat het zo kansig is.
    Dan barst hij in lachen uit. Het verwondert de vrouwen niet eens. Ze zijn gewoon dat we af en toe
    in alle ernst tegen elkaar zeveren.
    Een van hen gaat uit de bol en drukt haar vrouwelijkheid onachtzaam tegen mijn verouderd lijf.
    Vegetarische Lasagne is haar specialiteit. Ze luistert niet eens als ik iets zeg.
    Het is hem niet alleen om het eten te doen maar om de bijeenkomst, het samenzijn. Onze gedachten
    snuffelen met elkaar.
    Buiten koersen wielrenners om te winnen. Er is volk op straat. Een chanse dat het zonnig is.
    Ze spurten de laatste ronde. Wie wil nog champagne en chocoladetaart?

     Je schrijft altijd over datzelfde.
       Ja, ik kan het me niet laten. Vandaag heeft het geregend, gestormd, en uiteindelijk staan de sterren nu aan de hemel. Wat anders bewoog  komt nu samen in een stilstaand moment.
    Ik zit er buiten naar te kijken samen met een onbestaande.
       Geloof jij in God, vraagt hij.
    Door de ernst van het onbekende gegrepen antwoordde ik: ik geloof in de uitdeining  die ik in de verste verte niet kan zien. Wat daaraan voorafging is een mysterie.
    Ik dacht uit het niets te komen en naar het niets terug te keren. Niet zomaar niets  maar
    het "niets" als een vormloze ongestalte,
    maar iets komt niet uit het niets, want moest dat zo zijn zou het niets zijn.
    Dat we uit het niets in een bestaan terechtkomen heet dan ook een halve waarheid te zijn. We herinneren ons het voorgaande niet, dus noemen we het niets. Dat we naar het niets terugkeren is ook een zinsbegoocheling, want wat aan zijn einde komt sluit zich slechts in onze ogen en stapt door de duisternis  opnieuw tot in het licht. Als het leven breekt ontluikt het nieuwe op eigen kracht.
    De onbestaande had tot nu toe gezwegen. Dan vroeg hij: wat bedoel je daarmee?
       Wel, antwoordde ik: wanneer de wind gaat liggen in mijn gedachten houd ik me bezig met daadwerkelijkheden. Eergisteren heb ik me uitgesloofd met bezigheden waarvan je achteraf niets merkt, alsof die bezigheden nooit hebben plaatsgevonden.
    Moesten die bezigheden er niet geweest zijn, zou je merken dat ze niet hadden plaatsgevonden.
    Ik wachtte tot de onbestaande me nog iets zou vragen maar hij was alweer verdwenen.
    Ben jij God misschien, mompelde ik vooraleer in een zoete zorgeloosheid naar binnen te gaan.

    Zijn die dagen van ons die voorbij zijn volledig verdwenen en is er niets van overgebleven?

    06-04-2007, 21:41 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.maandag 26 februari 2007

    Twee kompanen hadden me gevraagd om mee te helpen met een overval op een geldtransport.
    Zij bij mij en ikzelf hadden aanvankelijk toegezegd maar uiteindelijk haakte ik af omdat
    een van hen een vuurwapen zou meenemen. Zij bij mij wou meedoen. Ze hadden een
    bestuurder voor de vluchtwagen nodig.
    Ik probeerde haar te overtuigen om af te zien van het voornemen maar er was geen houden aan.
    Elke dag ging ze weg om met die twee te oefenen voor die fatale dag.
    Ik voelde me bedrogen en in de steek gelaten.
    In een ultieme poging om haar te overtuigen niet mee te doen, zei ze dat ze haar vrienden
    niet in de steek kon laten. Ze hadden een chauffeur nodig.
    Zoveel bereidwilligheid voor twee gangsters was me te veel. Ik besloot haar te verlaten.
    De bus die ik genomen had zat stampensvol. Bovendien reed de chauffeur roekeloos.
    Ik stapte drie haltes verder uit en ging te voet verder naar de plaats waar de overval zou gebeuren.
    Naar de avond toe ging ik schuilen in een overdekt hondentoilet. Er kwamen mensen binnen met een kat.
    Het duurde niet lang of het stonk er naar kattenpis. Ik ging verder tot in de straat waar het geldtransport
    morgen zou overvallen worden. Er was een buurtfeest met bejaarden waarvan ik de meeste kende.
    Ze lachten en klampten me aan. Blijf bij ons want vannacht gaat het onweren, riepen ze.
    Aan tafel vertelden ze me dat morgen in de straat een hold-up zou gebeuren. Iedereen wist ervan.
    De politie zou massaal aanwezig zijn.
    Ik stond aan de grond genageld. Ik hield nog van haar. Ik moest haar zien te bereiken maar
    niemand had een telefoon op zak.
    Dringend terug nam ik de kortste weg langs onverlichte veldwegen en klauterde ik langs heuvels
    door het slijk.
    Thuisgekomen zag ik dat ze weg was. Ondertussen begon het al in de ochtend te schemeren.
    In mijn wanhoop klopte ik bij de buren aan. Die wisten me te vertellen dat ze met twee rare venten
    net vertrokken was. Zelfs met de fiets zou ik nooit op tijd ter plaatse zijn.
    En dan, toen ik op instorten stond, kwam ze binnen. Ze had zich bedacht.
    Opgelucht ging ik het huis uit.
                    Waar ga je naartoe, vroeg ze.
    Ik weet het niet, maar ik kom niet meer terug.
    Ik had gehoopt dat ze mij zou vragen om te blijven.
                    Neem dan ook de hond mee, zei ze.
    Ik hoor opnieuw krekelgeluiden; een concert van Carlos Santana.
    Het ritme van de tabla’s doet me denken aan het klauwen van een spinnende kat.
    Kijk hoe de klanken dansen, ze hebben een doel.
    Godenmuziek. Het paradijs komt in beweging. Stilstand komt tot leven in dit muziekstuk.
    De onzichtbare beweging van geluid dat mijn lastige oren streelt.
    Hoe meer ik me laat gaan, hoe zinniger worden mijn woorden.
    Ik wou voor een ogenblik in een woordenboek begrijpen wat "zinnigheid" is, en
    of ik dat dan ook correct geschreven heb op dit ogenblik.
    Zinnigheid is: ik heb geprobeerd het na te gaan maar het heeft waarschijnlijk
    zoveel betekenissen dat het misschien onbestaand moet blijven.

    Naar aanleiding van een schrijver die schreef over geboorte welt er iets in me op.
    Ik schrijf het als ik, maar ik was het niet.
    Het was dat uit een vorig leven waaruit ik geboren werd.
    Plots voelde ik dat er iets gebeurde. Onder luid gebonk zweefde ik langzaam weg van die ene
    vertrouwde plaats. Het gebonk versnelde en het werd steeds moeilijker. Ik had geen
    herinneringen, je weet niet eens dat je bestaat. Je weet ook niet wat je te wachten staat.
    Je kan niets weten. Alles wat je meemaakt is gevoel dat intenser
    wordt tot je voor de eerste keer angstig wordt wanneer het gebonk heviger en sneller klinkt.
    Je wordt onttrokken vanwaar je komt.
    Voor het eerst kreeg ik het benauwd. Ik had geen keuze.
    Ik kon niet meer terug.
    Een mens sterft twee keer: eerst bij de geboorte en dan na het leven.

    06-04-2007, 18:07 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    05-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gegrom
    ze gromde als een roofdier haar woede weg, ook al had ze geen gelijk.
    de omstaanders waren verbaasd en een van hen zij: 'mevrouw, dit is niet normaal'
    zo had ik haar ook nooit bezig gezien met die wanhoop in haar ogen
    die woordenloze grom als een uitdrukking van het onbeschrijfbare
    het was fair om zo te zijn
    gegrom als innige taal,  zo begrijpbaar zonder een litanie van onbegrepen uitspraken te moeten ondergaan

    05-04-2007, 22:38 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    03-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.poez
    nacht zonder wolken
    een kamer met halve akkoorden
    een open deur die tabaksgeur verdrijft
    en demonen verjaagt uit mijn gemoed
    tussentijds een waarloos kind in sprankelend water
    onbekwaam acteur die een toneelstuk speelt
    de regiseur en de spelers zijn er ook

    van poezie heb ik geen verstand
    toch stamel ik deze woorden

    mijn moeder was nog jong
    wij waren jong nu met jonksjaren in een verleden
    raar om dat nog te beleven
    een toneelstuk met tussendoor een waarloos kind in sprankelend water
    met een borrel in gezelschap zit ik daar in die ijle wereld

    het is mijn beurt zegt de regisseur
    de klokken luiden het uur in de tijd
    de zonsval beweegt en de berk ritselt
    en daarachter purperen en roze bergen

    van poëzie heb ik geen verstand
    toch stamel ik deze woorden
    ik weet niet eens waarom

    03-04-2007, 22:15 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    31-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.verjaard

    Ik moest van mijn moeder opnieuw trouwen voor de kerk. Zij droeg een versleten trouwkleed.
    Ik had mijn werkbroek en houten klompen aan. Het schemerde in de kerk.
    De pastoor stond op een balkon in de gewelven. Hij zei geen woord.
    Uit het publiek, dat niet alleen uit familieleden bestond, klonk geroezemoes. Ik hoorde
    mijn moeder huilen en mijn vader schreeuwen: we komen niet naar het feest!
    Onderweg vroeg een verloosd kind op een driewieler de weg. Ik was bang dat het in het
    verkeer zou overreden worden en nam het mee, samen met een schurftige hond langs een kronkelende aarden weg.
    We kwamen mijn broer tegen maar die wou niet mee omdat verderop een slang lag te slapen. Afkerig
    ging hij verder.
    In het huis was een bouwvallige ruimte waar ik met haar en tien vrouwen matig
    in drankzucht vierde. In de deuropening was een linteel losgekomen en begon het metselwerk
    uit te kavelen. Er sijpelde water door.
    Terwijl de vrouwen verder vierden begon ik met een truweel te metsen.
    'Het is allicht roekeloos om aan de geschiedenis eigentijdse pretenties te ontlenen' zegt Hugo.
    Vandaag is het vierentwig jaar  en een voormiddag geleden dat mijn oudste zoon geboren werd.
    Ik denk dat het op een dinsdag was. Wat ik zeker weet is dat het die nacht vroor.
    Gisteren, vierentwig jaar later, stond ik als een passant in de tijd  met innerlijke vrolijkheid naar drie eenden te kijken.
    Ik heb onlangs bij toeval met voorbedachte rade ook twee vrouwen ontmoet,
    vrouwen uit een verleden. Ze zijn me in de tijd niet vergeten. Ik hen ook niet.
    Ze hebben iets gemeen:  geen man kan hen enige tijd overleven. Ze hebben ongewild krassen op hun ziel.
    Ook al vlechten ze hun vingers biddend opdat liefde niet luwen zal, hun handen branden en de ondeugd glimlacht constant.
    Mannenhaters. Dat maakt hen zo aantrekkelijk. Heldhaftige vrouwelijkheid tegenover zelfvernietigende mannelijkheid. Hun diepte blijft me inspireren.
    Nog maar één keer vertel ik in een schrijven dat zich afspeelt in het grensgebied tussen de straat en een zeer beperkt publiek.
    De limiet tussen leven en verbeelding is daarbij flinterdun.
    En dan is er nog die andere. We kennen mekaar al meer dan vijfendertig jaar  zonder een intiem lichaamsdeel aan te raken.
    Ik ben zo nalatig  om de uitdrukking van mijn schrijven in deze spraak niet te verliezen. Denk ik toch, of is mijn gedachte
    zo nietig  in mijn eigen onzekerheid?
    En dan zij van ik bij haar. Ongelooflijke vrouwelijkheid met verstand. We delen al langer dan onze verzuchtingen dit leven.
    Ik weet het, ik ben een geile vijftiger, een naieve dromer en ik mors  koffie  over mijn kleren terwijl ik in zonlicht kijk naar een dame op een terras.
    'De groeiende tolerantie tegenover de excessen van rijkdom gaat hand in hand met een toenemende aanvaarding van armoede', schrijft Paul Goossens in 'De Morgen' op 31 maart 2007.

    De lucht wordt roze. Ik sta als eerste op en begin de tafel af te ruimen.
    Dan komt A. Ze maakt koffie. Dan komt de zon. Daarna komt hij en nog later zij van mij.
    Vlakbij is een struik die op citroenkruid lijkt.
    In dit openbloeien van de dag verspreidt ze haar bedwelmende geur als een onevenaarbaar
    parfum. De nectar glinstert in haar groene blaadjes. Het is alsof deze struik
    ons wil verblijden.
    Dankbaar streel ik haar opdat mijn hand haar geur moge dragen.
    Dankbaar kijk ik naar mijn evennaasten omdat we onze aanwezigheid kunnen verdragen.
    Dat de hemel onbewolkt moge blijven. Verstijfd door de nacht zitten we met
    onze blik naar het Oosten gericht.
    Ik ga te voet langs een grove asfaltweg naar beneden. De weg stopt in
    een klein dorp. Twee in het zwart geklede vrouwen lammeren tussen de olijfbomen.
    Het zijn de enige dorpelingen die ik tegen kom.
    Dan begint de klim langs dezelfde weg naar boven. Mijn lichaam verhit. Het zweet
    druipt. Toch doet het geen pijn. Integendeel, het schept een vermoedelijk welbehagen.
    Net over het middaguur ben ik terug. We brunchen met hesp, tomaten, eiersla,
    geroosterd brood met gepureerde tomaat en look, champagne...en push-café.
    Vandaag is het heter dan voordien. Straks gaan we ergens naartoe. Ze hebben
    me een Romeinse heirbaan en een oude vestiging van de Arabieren beloofd.
    Hij slaapt voor een half uur. Ik weet dat ik hem dan niet mag storen in
    zijn zalige rust. Hij zal straks rijden.
    Zij en zij zijn op het laagst gelegen terras. Af en toe ga ik er langs om
    hun vrouwelijkheid te voelen. Ze vervullen mijn decadente ziel met vreugde, en besef ik
    hoe hopeloos en eenzaam dit leven zonder hen zou kunnen zijn.
    Zonder hen zou ik misschien een zwerver zijn die de societeit zou bavereren. Nu is het
    alleen mijn ongeschorenheid en af en toe drankzucht die ze moeten tolereren. Dat is
    de prijs die ze er voor betalen. Ik ben het lot er dankbaar voor.
    Welriekende dames denken dat ze naar het zweet rieken. Zij van mij zegt: ik doe
    een andere blouse aan.
    Zij van hem slaakt een gelukzalige zucht, en vraag ik: hoe moet ik dit nu beschrijven?
    Meer kunt ge daar niet van zeggen, antwoord ze
    Zij, waarvan hij het kan aanvaarden, maakt hem wakker. Nog een sigaret en dan vertrekken wij.

    In dit prachtig dorp hebben we vijgen en boerejongensdrank gekocht. Nu aperitieven we
    terwijl we het avondmaal bespreken. Ik zit buiten net zoals eergisteren voor een witgekalkte
    muur te schrijven. De avond koelt de buitenlucht maar het wordt niet koud.
    Ik hoor hun spraak als een melodie zonder het te verstaan. De borden kletteren als simbalen.
    Hij doet de afwas.
    En de maan, die is nu volwassen. Ik kijk ernaar. Even maar kan ik haar gloed bekijken.
    Zij van mij komt buiten en legt haar hand op mijn schouder. De hemel is mooi, zegt ze.
    Ik weet dat ze geluk voelt.
    Scheer U, barbaar!
    Hij heeft zich ook geschoren. Een vent met een grijze stoppelbaard en zonder tanden
    brengt geen jolijt bij gesoigneerde dames. Ik wil mijn krediet in baldadigheid niet
    verliezen. Het scheermes schraapt mijn kaken en kin glad. Zelfs mijn opkomende
    snor gaat eraan. Ik wrijf mijn gelaat ter goedkeuring tegen hun ongeschoren vrouwengezicht.
    Hij zegt: ik doe dat ook tegen mijn goesting.
    De nacht voorbij. Dit wordt complete anarchie. Alleen kinderen en ezels schreeuwen nu
    niet meer. Het is genoeg geweest.


    31-03-2007, 00:00 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    30-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.getuigenis
    Er sluipen gestoorde poezen met jongen in half gesloopte huizen aan de rand van
    braak liggende grond bevolkt met muizen. Om daar te geraken moet je door een lange slecht verlichte
    gang met veel portalen. De kattenjongen gedragen zich agressief.
    In regenweer vertrekken we ongeduldig met vertraging. Hij, zij, zij en ik. Waar we binnen komen is het te warm.
    Hij rijdt. We nemen een slok. We roken een sigaret. We rijden langs bergen waar olijfbomen groeien.
    In een dorp zegt hij: 'kijk, appelsienbomen'.
        Blijf er af. Dat zijn sierappelsienen!
    Als het avond wordt eten we. We hebben het eten zelf klaar gemaakt. De houtkachel verwarmt het huis.
    Daarna ga ik met haar van hem op het hoogst gelegen terras kijken naar de valleien. Het is donker, maar de
    bijna volle maan werpt al schaduwen op de grond. Woensdag zal ze volwassen zijn.
    Terwijl we in dit gebergte ons geluk degusteren  beginnen honden te huilen en roept ze: 'helaba'.
    Dan zegt ze:  ik vind dat gehuil zo triestig.
    Daarna zwijgen de honden en speel ik binnen op een gitaar bij hem, haar, haar en ik. We hebben een pyjama
    aan gedaan. Hij niet.  Hij ligt nog met zijn schoenen aan in de zetel. Hij ligt daar goed.
    Dan gaan ze slapen en blijf ik aan de keukentafel zitten om dit getuigenis op te schrijven.

    30-03-2007, 21:44 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    27-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zieda
    Jawel, dit is de eerste ochtend van een nieuw jaar dat ik in mijn bloot lijf op dakniveau in
    een gebergte met een bromhommel in de buurt en met een schaduw van mijn pen zit te beschrijven.
    Mijn hand trilt nog van de voorbije nacht. De dames liggen getwee op het laagst gelegen terras
    lectuur te lezen. Ik ga hen begroeten.
        Oh, breng je mij een asbak, vraagt ze.
    Zie dat de zon u niet verbrand, zegt de andere wanneer ze mijn winters bloot bovenlijf ziet.
    Ondertussen zit hij te kakken.
        Komack, hebben we nog een vierde fles wisky?
    Ja, ik denk het wel.
        Dan drink ik de derde fles verder leeg.
    Het is feest, schrijft de schaduw van mijn pen.
    Mijn blik is dertig graden celsius rechts van Mekka gekeerd. Het middaguur komt eraan en mijn
    scheten stinken.
    Gisteren hebben we zeven arenden zien zweven in een thermiek. Terwijl ik ernaar keek kwam mijn
    vogelverlangen weer naar boven.
    Het deksel dat voordien een illusie van een pot bleek te zijn, ligt onbewogen op een pilaar.
    Deze keer vliegt er een bij voorbij.
    Ik riep: schrijft men b... met een korte of een lange ij.
        Met een lange ij, antwoordde hij.
    Ik had maar één vraag, dus zweeg ik daarna.
    Fantastisch is dit moment, omdat het geen pauze maar een afwisseling is.
    Ik wroet met mijn vinger diep in mijn neus want de lucht is hier droog.
    Zij leest en hij gluurt in het landschap. Op die manier heb ik hem nooit zien kijken.
    Ik denk: hij kijkt naar het onzichtbare. Hij breekt iets in zichzelf. Ik zal hem er niet
    over bevragen. Misschien zal hij het ooit vertellen.
    Zij van hem leest een boek. We zitten zwijgzaam vanboven. De wind in mijn rug scheert geur
    van verbrand hout met zich mee. Iemand heeft de houtkachel aangestoken. Zij van mij.
    Ik kijk naar zij van hem in een neergaande zon. Mijn schaduw bedekt halvelings haar lijf.
    Zie ze daar zijn, zij en hem. En zij van mij, en ik van haar. Waar is ze nu?
    Ze hoest en drinkt een glas wijn. Ze kijkt in de verte en dan gaat ze weg.

    27-03-2007, 00:00 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.feest
    Ik wordt wakker in haar schoot. Op het dichts bijzijnd terras zit hij met haar van hem in pyjama
    reeds koffie te drinken. Zij van mij blijft nog even liggen.
    "Ik heb slecht geslapen", zegt ze.
    We worden overgoten met ochtendzon, badend in stilte. Alleen onze stem bepaalt hier het geluid.
    We ontbijten op het achterliggend terras. Van hieruit zien we de vallei.
    Ze heeft een pot gefotografeerd die ze niet meer terug vind. Achteraf bleek het een deksel te zijn.
    18h: We zijn de hele namiddag weg geweest. We aperitieven. De houtkachel is aangestoken.
    Het dal wordt nog half beschenen door de ondergaande zon. De honden blaffen.
    Zij, hij en zij zijn binnenshuis. Ik zit te schrijven op het dakterras.
    We hebben het menu besproken: inktvis, ajuinsoep, paëlla en veel drank. Traditiegetrouw zuipen we ons
    eenmalig per jaar te pletter.
    Nu scheert het licht nog net over de hoogste bergtoppen.
    De maan begint te gloeien. Ik voel intens geluk. We zijn blij om hier tezamen te zijn. Zij hebben
    het wat koud om bij valavond hier buiten te zijn.
    Niet ver hier vandaan klinken knallen, gevolgd door hondengeblaf. Het is de voorbode van
    een feest.
    Ondertussen is het veel half uren later en zit ik buiten dicht bij de deur zodat ik hen kan horen.
    We hebben ajuinsoep en scampisch gegeten. De honden blaffen weer ver weg terwijl wij hier feesten
    onder ons vieren. Dat hebben we altijd gedaan op een andere plaats. De honden huilen opnieuw,
    net zoals eerder.
    Ik zeg: de honden huilen.
    Ze zegt: ik vind dat niet mooi.
    De wereld viert.
    Ik heb een indringende looksmaak in mijn mond, in mijn keel, in mijn blinde darm.
    Hier zit ik in het schijnsel op een wit gekalkte muur onze wellust te beschrijven.
    Hij, zij, zij en ik. We zijn met vieren.
    Ik ga binnen en zij van hem zegt: hij van zij gaat met mij uit een vliegtuig springen. Het kost
    maar hondervijftig euro. Daarna schudt ze de paëlla door elkaar.
    Echt waar, zo intens is dit feest nog nooit geweest.
    En hij, hij valt niet in zijn diepe slaap.
    En ik, ik wordt niet stomdronken.
    En zij en zij, ik hou van hen allebei, en ook van hem.
    Och ja, wat zit ik hier maar voor mezelf te vertellen. Misschien heeft er iemand anders nog iets aan.
    Ze lacht, ze zegt: het is nieuwjaarsnacht.

    27-03-2007, 00:00 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    26-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.maandag 26 maart 07
    Slenteren door een zonnige lenteavond. Daarna prutsen aan wat niet voltooid werd. Niet vandaag en evenmin morgen. Onvoltooid verleden tijd...ik heb het nooit begrepen maar het heeft iets van "ik had iets moeten doen".
    Misschien was dat iets wel veel, maar geef toe, we hebben nog een zee van tijd.
    Die vogels boven het meer en de muggen in tegenlicht zitten toch ook van het leven te profiteren.
    Ik wil het nadoen met veel genoegen en ook meisjes van vijftig kunnen blijkbaar tijd maken. Je kunt natuurlijk niet alles tegelijk doen.
    'Papa, is dat rap klaar' vraagt mijn zoon terwijl hij een portie gehakt toont in zijn rechterhand.
    'Ja' zeg ik. Ge moet het alleen wat pletten en doe er peper bij.

    26-03-2007, 22:33 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    24-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.iemand zegt

    Het is mistig hier. de lucht lijkt op mat glas (koepel van opaal acriliet).
    Het is vochtig en als je binnen het licht niet aandoet blijft het donker.
    Het is ook fris. Geen lentegeur in de lucht. Een geur van smog zelfs op de boerenbuiten.
    Ik sta buiten moeilijke boomstronken te ontwrichten met een kliefijzer, een bijl en mijn
    "dikke hamer".
    Mijn schouder doet pijn. De steel van mijn hamer is nu afgebroken.
    In de haag zit een merel te broeden en in de klimop een mus. Ze zijn niet schichtig als ik buiten kom.
    Ik heb ook een krant gekocht maar die ga ik nu niet lezen. Dat is voor vanavond na het eten.
    Vanmorgen heb ik vier schapenkotteletten gekocht...een kleine bloemkool, wat gehakt en tomaten. Er is nog een courget en een paprika in huis.

    aan de overweg van verkeer
    schuurt  lawaai de tijd
    gewetenloos stilte doorbrekend
    ...komaan Warket, hou nu op met dat gelul en beschrijf wat ge ziet.
    Bekijk dat zagemeel in dat roze lichtschijnsel en zie die verroeste kachel daar buiten staan.
    Het is hier verdomme stil. Niks beweegt. Zelfs de tijd neemt een pauze. Dat kan een mens niet ontgaan.

    We wonen in een dorp dat verschroeit in moderniteit. Het begon toen ze die ouwe boerderij sloopten en er een appartementsgebouw bouwden. Daarna nog meer. Het dorpsplein werd geplaveid en er kwam een vijver met een fontein. Meerwaarde voor vastgoed en commercianten. Nog een paar cafés en een verkaveling erbij. De leeuwerik hoor je niet meer met al dat lawaai. Dit dorp raakt overbevolkt. 

    Komaan, zeg dan gewoon dat je dit dorp klote vind in plaats van tweehonderddertig letters hieraan te spenderen. Wees nu eens eerlijk: is dat echt de moeite waard?
        Wie ben jij, dat ge mijn schrijfsel zomaar doorbreekt?
    Ik ben wat jij geschapen hebt in uw waanzin.

    In mijn pyjama kijk ik buiten naar die verroest kachel. Het is niet koud en niets beweegt. Ze heeft gelijk. Ik kan er beter naar kijken.

    24-03-2007, 22:57 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.tussen 5 juni en 10 juni 2005

     

    Dit is het beste moment om nieuwe woorden, zinnen, uitdrukkingen te verzamelen. Mijn geest is nog helder na de slaap, geprikkeld door koffie en een sigaret.

    Ik lees recensies van woordkunstenaars in de weekendkrant.

     

    krantenlezer op zondagochtend

    in versneld tempo de wereld vernemen

     

    ik lees:

    om een vrouwtje het hof te maken bespaart de mannelijke fruitvlieg zich kosten noch moeite. Er komt een ingewikkeld spel bij kijken, waarbij hij haar zachtjes aantikt met zijn pootje, zingt met zijn vleugels, die laat trillen en het vrouwtje uiteindelijk likt.

     

    zenuwslopende vertedering

     

    ik lees:

    als de euforie van de revolte langzaam wegebt, als de vernielzucht en de baldadigheid geconsumeerd zijn, resten nog het puin en de scherven

     

    ik lees:

    autisten noemen ons “ neurotypical “. Ze vinden goedendag zeggen tegen de mensen onzinnig omdat je ook geen slechte dag zegt. Dat geldt ook voor hoe gaat het?

    Ze vinden dat andere mensen zich te veel verliezen in verbale zinloosheid. Ze kijken naar hoe andere mensen hun eigen gevecht leveren

     

    de verlichting tegen romantiek

     

    Ik wou dat ik even veel geld had als levenslust

    miljardair en onsterfelijk

    alhoewel

    mensen hebben niet alleen het recht om te leven

    maar ook de plicht om te sterven

    zich onderwerpen aan het genadeloos sloopwerk van de natuur

    hooguit het recht om hun lijk te laten bewaren in vloeibare stikstof

    misschien maken ze het wel met het gemak van een vingerknip

    wakker binnen duizend jaar in een totalitaire staat zo onbewoonbaar als de hel

     

    wakker worden met onvrijwillige herinneringen

    willekeurig en ongrijpbaar als beelden voortgebracht door de verbeelding en tenietgedaan door de werkelijkheid

    als een droom die vervaagt in het verloop van de dag

    tot zijn denkbeeld helemaal verdwenen is.

     

    We hebben een vernissage gemist. We zouden een uitnodiging gekregen hebben, blijkt achteraf.

    Uitnodiging uit brievenbus gewaaid of achteloos op schouw blijven liggen

    weet ik veel

    nooit gezien

    slordig in het leven

    met dag vertraging er naartoe

     

    Op de trap dacht ik: het is hier warm voor een zomerse dag

    ik voel me onwennig zo dicht bij een kunstenares

    gelukkig is L. erbij om het ijs te breken

     

    Het heeft iets, kunst

    die sublimatie van gevoelens

    om het dagelijkse te doorbreken

    de toeschouwer te overtuigen en te laten herkennen

    wat al aanwezig is

    die onmatige bezieling

     

    Mijn portret hangt ook aan de muur

    ik, met ontbloot bovenlijf

    en verder, gekleed in een vervallen kerk

    hij heeft het beste van mezelf verbeeld

    dat komt doordat we tezamen ‘s nachts sprakeloos een eiland

    onbewoond en omringd door water bewoond hebben

     

    en zij

    ze toont haar diepste gevoelens met haar kunst

    majestueus

    het ongekende kenbaar maken

     

    Ik zei: ik kan je grillige vindsels bezorgen

    ze zei: ja, doe dat maar

    ze zei nog zoiets van die e-mails

    ik verstond het niet

    en antwoordde: ja, waarom niet

     

    Nu we weer thuis zijn is de berk goud gekleurd

    hij beweegt met de wind

     

    Ik begrijp nog altijd niet waarom dit geschreven wordt. Ik heb geen mening. Dat is voorbehouden aan populisten en makelaars in angst om het publieke debat met druktemakers in stand te houden.

    voor de spiegel, ja, dat wel

    voor een spiegel zonder mening

    Misschien ben ik de laatste, maar ik weiger om aan die trend van meningen mee te doen

     

    dan nog liever een zinloze kreet als uiting van anarchistische vrijheid

    in een zoektocht naar genot

    genot in een kasteel van kuisheid in zonde

     

    woorden schikken als bloemen

    het komt altijd ergens terecht

    zonder einde

    oefening in de vorm van klinkers

    medeklinkers en er lettergrepen van maken

    een woord in schepping

    nu nog een zin

    en dan een betekenis zonder vervaldatum

    leuteren en rochelen

    in een stinkende brij met veel vliegen

    betekenis zonder mening

     

    Als je goed kijkt in tegenlicht

    zie je het leven krioelen

    het leven overleven

    onvoorbedacht

    als een ouwe kater die over een kasseiweg loopt

    in windstil

    niets beweegt in deze vooravond

     

    Waarom ben je zo goed gekleed?

    overschot van gisteren

    hij vind het grappig

    maar dat is het niet

    omdat het gewoon overschot van gisteren is

     

      

    Ik ga met mijn wijsvinger diep in mijn neusgat op zoek naar een kabbisch

    met opengevallen mond en gesloten ogen

    het is een vorm van bidden

    god bestaat in mijn neus

    zij, hij, ze, men

    in mijn neus

    ik begrijp nog altijd niet waarom dit geschreven wordt

    ik heb geen mening

    voor een spiegel, ja, dat wel

    voor een spiegel zonder mening

    en dan een kreet

    in een zoektocht naar genot

    het komt altijd ergens terecht

    betekenis zonder mening

     

    Het is normaal dat vandaag gisteren niet was

    de dag was onvoorspelbaar

    toeval

    gecontroleerde dwaasheid

    het gaat op en neer

    tussen paars, wit en geel

    en een wolkenloze hemel

    staar ik naar al die schoonheid die deze wereld siert

    ik heb geen mening

    wel een kreet

    in een zoektocht naar genot

     

    Ik knip het haar

    bijna bij middernacht

    van een volwassen zoon

    verwekt

    zij heeft hem gebaard

    en nu, zoveel later

    knip ik zijn haar het middernachtuur voorbij

    ik heb geen mening

    wel een kreet

    en een schaduw

    en de zon

    en de maan

    schaduw in maanlicht

    ik, geen mening, een kreet, een schaduw in zon en volle maan

     

    Twee tienermeisjes

    zo natuurlijk liggen ze daar

    met blote billen in het gras

    op de weg komen mensen voorbij

    ze kijken naar me, denk ik

    of ze gluren naar die jonksheid in het gras

    en twee japanners recht voor mij op een bank

    een man en een vrouw

    ze heeft een mooie decolté

    ook ik gluur naar hun samenzijn

    al die menselijkheid toevallig hier

    om en rond een bank

     

    Hier lag ik

    was ik

    een afdruk in het graan

    met een schaduw

    tussen passanten

    in de naam van mezelf  

    24-03-2007, 10:26 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ochtendhumeur

    genadeloos opgestaan

    in de ochtendlijke koffiedampen

    gemaakte zucht

    ordeloze, wat ontredderde, voortvluchtige geest

    rusteloos op zoek in een boomgaard vol ontboezemingen

    24-03-2007, 10:16 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.rare vogels

    Drie respectabele stadsidioten: een prediker, een muziekant en een zwijger. Ze hebben iets gemeen: je komt ze regelmatig tegen op diverse plaatsen, winter en zomer.
    De prediker heeft zich het apostolaat toegeëigend. Niet op pauselijk nivo. Neen, hij is een straatwerker die op ondenkbare uithoeken van het trottoir met een blik op oneindig het woord gods verkondigt. Terwijl hij dat onafgebroken doet, zwaait hij met zijn rechterhand, wijsvinger naar de hemel gericht. Niemand luistert. Ik denk dat het hem weinig kan schelen, dat hij zich richt tot een wereld die alleen voor hem toegankelijk is. Zijn ogen zijn nooit op iemand gericht. Hij kijkt verdwaald.
    Zo stond hij op een keer te preken voor een etalagepop, of was het zijn weerspiegeling in de vitrine? Zou hij zichzelf herkennen in een spiegel? Ik heb het hem nooit gevraagd.
    De muziekant draagt een te groot verkreukeld grijs kostuum. Zijn grijzend haar tot net over de oren is altijd in de war, net zoals hijzelf, wat voorovergebogen in zigzag van het ene terras naar het andere lopend. Zijn hoofd tikt dan afwisselend links en rechts naar beneden. Hij draagt in zijn linkerhand een oude spaanse gitaar waarop nog vier snaren staan. Op elk terras speelt hij tien seconden een melodie die hij alleen begrijpt. Dan tovert hij uit zijn jaszak een kartonnen beker waarmee hij de tafels afschuimt. Ook dat duurt niet langer dan zijn muziekstuk. Hij is het gewoon dat men niks geeft. Hij heeft geen stem en speelt geen akkoorden. De mensen willen kwaliteit. Anders geen geld.
    Je ziet hem alleen bij zomerweer want binnen mag hij niet spelen. Ik wou eens zijn gitaar stemmen maar hij hield ze krampachtig vast alsof zijn voortbestaan bedreigd werd. Hij zwerft hier al jaren rond.
    Ook de zwijger blikt naar oneindig. Ik schat hem rond de dertig. Nog te jong. Hij stapt evenwichtig en draagt een volgepropte plastieken zak over zijn schouders, meestal rechts. Zijn gevlochten haar bind hij omhoog. Je komt hem zowat overal tegen in alle jaargetijden. Hij lijkt iemand te zijn weggeblazen uit een gebroken samenleving.
    Drie schimmen in de stad. We zijn bang om ze aan te spreken, om ons belachelijk te maken. Iemand anders zal hen wel helpen.
    Hoe was hun jeugd, wie zijn ze?
    Ik heb het hen niet gevraagd.

    24-03-2007, 10:10 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.are jou smoking?

    Are jou smoking?
    wablieft?
    rook je?
    neen, lieg ik
    niet meer dus?
    Ze moet het gezien hebben aan de bruine nicotinevlek op mijn middenvinger
    Toen ik buiten ging volgde ze me
    Heb je een sigaret voor mij?
    neen
    Ik keek naar haar blote voeten,
    zag een glimp van schoonheid in haar vertekend gelaat
    ik vertrok koelbloedig in burgerlijk fatsoen
    ik had haar mijn propere sokken en sandalen kunnen geven
    en wat tabak voor een halve dag
    ik deed het niet
    ik heb spijt dat ik het niet gedaan heb
    mijn spijt achteraf

    24-03-2007, 10:06 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    23-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nachtfiets

    Het nachtelijke uur net overschreden lukt het me nauwelijks om gedachten tot bedaren te brengen. De middernachtstreep die mijn feestcultuur uit eerdere jaren bepaalde is allang naar het onverhevene verbannen. Mischien is het de zure nasmaak van champignons met look en alcohol van vier uur geleden die me toegang tot de eeuwige jachtvelden van de slaap ontzeggen. Kriebelig lustverlangen dat elke meditatieve poging tot verdrijving weerstaat. De nacht slaat op hol.
    Ik fiets naar Zoersel.
    Ben je gek geworden? Het is nacht. Zoersel ligt op tachtig kilometer van hier.
    Ik weet het. Dat wordt zes uur rijden. Net op tijd voor een ochtendwandeling met J.
    Ik wil niet dat je gaat.
    En toch ga ik.
    Neen. Je vertrekt niet. Het is te gevaarlijk.
    Ik vertrek wel.
    Terwijl ik mijn kousen aantrek knaagt de rede aan het avontuur maar er is geen houden meer aan. Niets kan me nog tegenhouden. Het is de koppigheid van een ezelsstier, de moedige onwetendheid van een soldaat op weg naar het slachtveld, eenzame fietser bekropen door de charme van de nacht. Licht uit, deur dicht, fiets bestegen om er pas af te gaan bij het krieken van de dag. Alleen de weg ligt me slecht in het geheugen. Was het langs het kanaal of de rivier? Ik laat het aan het toeval over. Zoersel ligt in het noorden. Kan niet misgaan. De wegen worden nu nauwelijks bereden. Het is maar tot in Mechelen dat me op straat iets kan overkomen. Van daaruit fiets ik langs het kanaal naar Lier. Geen kat die daar de straat nog oversteekt. En dan verbleekt de zwarte sterrenloze lucht, zijn wolken nog bergschimmen in het noorden, daar ligt Zoersel, ontwakend uit de slaap. Luie zaterdagochtend niet aan mij besteed. De wereld geeuwt.

    23-03-2007, 16:14 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Foto

    Over mijzelf
    Ik ben warket, en gebruik soms ook wel de schuilnaam warket.
    Ik ben een man en woon in de wereld (de wereld) en mijn beroep is zien bouwen.
    Ik ben geboren op 11/09/1954 en ben nu dus 69 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: vanalles.

    Archief
  • Alle berichten

    Mijn favorieten
  • website
  • kerima_ellouise
  • Kaatje Wharton
  • Marleen De Smet
  • fotos
  • warket

  • Foto

    Blog als favoriet !

    Foto

    Laatste commentaren
  • geen titel (maart)
        op verkeerde ochtend
  • Vele groetjes uit Zonhoven (sloefke)
        op droomwereld
  • ongetiteld (warket)
        op verkeerde ochtend
  • Ja inderdaad, (Michelly)
        op verkeerde ochtend
  • ongetiteld (warket)
        op zaterdag 21 maart
  • Gastenboek
  • groetjes terug
  • Groetjes.
  • fijne avond
  • vriendelijke groetjes van uit Tessenderlo
  • WANDELGROETJES UIT BORGLOON

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!