verbruikte toekomst
Inhoud blog
  • droomwereld
  • spiegelscherven
  • voor een medemens
  • Lacjeaw
  • verkeerde ochtend
  • nietsnut
  • noma
  • bloemenvrouw
  • maart
  • nostalik
  • schemerschrift
  • vuur
  • zaterdag 21 maart
  • niksniksniks
  • zwerfvuil
  • luchtbelheiligen
  • coiffeur
  • hazenrug
  • speekselgeut
  • zondag vijftien februari tweeduizend en negen
  • wandelstok
  • vraag me af
  • straatsteenCé
  • vrijdag 16 januari 2009
  • lompenvrouw
  • brief
  • rugkeuvel
  • begin 2009
  • simpel
  • vrijdag 26 december 2008
  • ongetiteld
  • ouderschap
  • kil fluistert het weer
  • ongetiteld
  • Dinsdag 15 augustus 2006
  • dinsdag 2 december 2008
  • slapende mens
  • land in
  • amsterdam
  • 25 mei 2006
  • neushoorn
  • parijs
  • zwartwitteveetje
  • ongetiteld
  • zondag 9 november 2008
  • kijken
  • volrond
  • ma
  • heidenspraak
  • neig
  • donderdag 14 oktober 2004
  • dinsdag 11 april 2006
  • zondag 5 oktober 2008
  • blind
  • zondag 9 april 2006
  • zondag 28 september 2008
  • schuw
  • duimreuk
  • mountainbike
  • de laatste mens
  • konijnenvoer
  • demonen
  • bloedneus
  • in opgetroopte hemdsmouwen
  • helaas
  • geur
  • afscheid
  • litteraire droom
  • zondagnacht
  • ietwat verward
  • ze bijt
  • nachtvandaag
  • poken
  • nooit gestopt
  • hoe mijn leven begon
  • roi Albert
  • kilte dampt
  • windstoten
  • hoteldroom
  • flodder
  • papillon
  • tweeling
  • laatste dag
  • zwijg
  • piemonte
  • de lege uitgestrektheid der dingen
  • kostuum
  • onverzonden brief
  • regenboog
  • hoe- hoe ' erkoe
  • vrijheid
  • 1 juni 2008
  • aapneus
  • zeug
  • drie eigenzinnigen
  • katrien
  • ik en de wereld
  • nieuwjaar
  • italië
  • goulash
  • stalen vogels
  • fietstocht
  • ma
  • dertig april 2008
  • aardbei
  • repetitie
  • gele tulp
  • hommel
  • azuurblauwe morgen
  • roofvogel
  • zaterdag twaalf april 2008
  • Brussel
  • droomhuis
  • dampende mest
  • vrijdag 20 augustus 2004
  • schaduw
  • vraag me af
  • hapjetapje
  • bloemenvrouw
  • waterdame
  • caroline
  • mistig
  • donderdag 20 maart 2008
  • vreemd normaal
  • kijk
  • wanhoopsdaad
  • barman
  • dinsdag 4 maart 2008
  • ooit
  • vandaag
  • vandaag
  • verkoudheid
  • geboorte
  • gebroken spiegel
  • verzwegen
  • dinsdag 12 februari 2008
  • naartoe
  • sprekver...
  • sneeuw
  • aftakel
  • konijn
  • lichtwoorden
  • donderdag 24 januari 2008
  • toch
  • theo
  • weetik?
  • duet
  • striem
  • storm
  • geen hout meer
  • maandag 22 mei 2006
  • malschaduw
  • snolwijs
  • mal4
  • mal3
  • mal2
  • mal1
  • volkscafé
  • mosselfriet
  • verstotene
  • kerstavond2007
  • ontbijt
  • dialoog
  • sneeuw
  • vorst
  • evjeke
  • boerweg
  • 2late
  • frietketel
  • ik wil nog wel even
  • woestijnmensen
  • honds
  • onpoeet
  • onnozel
  • weeral hetzelfde
  • zondagsmarkt
  • poker
  • onzin
  • marcel
  • bouwvakkers
  • festijn
  • nog wat tijd
  • pint bier
  • jeke
  • droom1000
  • citeer
  • brunch
  • sjoukroet
  • schouwburg
  • onkruid
  • plvc
  • koeien
  • seizoen
  • witlicht
  • arlette
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    verbruikte toekomst
    31-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.verjaard

    Ik moest van mijn moeder opnieuw trouwen voor de kerk. Zij droeg een versleten trouwkleed.
    Ik had mijn werkbroek en houten klompen aan. Het schemerde in de kerk.
    De pastoor stond op een balkon in de gewelven. Hij zei geen woord.
    Uit het publiek, dat niet alleen uit familieleden bestond, klonk geroezemoes. Ik hoorde
    mijn moeder huilen en mijn vader schreeuwen: we komen niet naar het feest!
    Onderweg vroeg een verloosd kind op een driewieler de weg. Ik was bang dat het in het
    verkeer zou overreden worden en nam het mee, samen met een schurftige hond langs een kronkelende aarden weg.
    We kwamen mijn broer tegen maar die wou niet mee omdat verderop een slang lag te slapen. Afkerig
    ging hij verder.
    In het huis was een bouwvallige ruimte waar ik met haar en tien vrouwen matig
    in drankzucht vierde. In de deuropening was een linteel losgekomen en begon het metselwerk
    uit te kavelen. Er sijpelde water door.
    Terwijl de vrouwen verder vierden begon ik met een truweel te metsen.
    'Het is allicht roekeloos om aan de geschiedenis eigentijdse pretenties te ontlenen' zegt Hugo.
    Vandaag is het vierentwig jaar  en een voormiddag geleden dat mijn oudste zoon geboren werd.
    Ik denk dat het op een dinsdag was. Wat ik zeker weet is dat het die nacht vroor.
    Gisteren, vierentwig jaar later, stond ik als een passant in de tijd  met innerlijke vrolijkheid naar drie eenden te kijken.
    Ik heb onlangs bij toeval met voorbedachte rade ook twee vrouwen ontmoet,
    vrouwen uit een verleden. Ze zijn me in de tijd niet vergeten. Ik hen ook niet.
    Ze hebben iets gemeen:  geen man kan hen enige tijd overleven. Ze hebben ongewild krassen op hun ziel.
    Ook al vlechten ze hun vingers biddend opdat liefde niet luwen zal, hun handen branden en de ondeugd glimlacht constant.
    Mannenhaters. Dat maakt hen zo aantrekkelijk. Heldhaftige vrouwelijkheid tegenover zelfvernietigende mannelijkheid. Hun diepte blijft me inspireren.
    Nog maar één keer vertel ik in een schrijven dat zich afspeelt in het grensgebied tussen de straat en een zeer beperkt publiek.
    De limiet tussen leven en verbeelding is daarbij flinterdun.
    En dan is er nog die andere. We kennen mekaar al meer dan vijfendertig jaar  zonder een intiem lichaamsdeel aan te raken.
    Ik ben zo nalatig  om de uitdrukking van mijn schrijven in deze spraak niet te verliezen. Denk ik toch, of is mijn gedachte
    zo nietig  in mijn eigen onzekerheid?
    En dan zij van ik bij haar. Ongelooflijke vrouwelijkheid met verstand. We delen al langer dan onze verzuchtingen dit leven.
    Ik weet het, ik ben een geile vijftiger, een naieve dromer en ik mors  koffie  over mijn kleren terwijl ik in zonlicht kijk naar een dame op een terras.
    'De groeiende tolerantie tegenover de excessen van rijkdom gaat hand in hand met een toenemende aanvaarding van armoede', schrijft Paul Goossens in 'De Morgen' op 31 maart 2007.

    De lucht wordt roze. Ik sta als eerste op en begin de tafel af te ruimen.
    Dan komt A. Ze maakt koffie. Dan komt de zon. Daarna komt hij en nog later zij van mij.
    Vlakbij is een struik die op citroenkruid lijkt.
    In dit openbloeien van de dag verspreidt ze haar bedwelmende geur als een onevenaarbaar
    parfum. De nectar glinstert in haar groene blaadjes. Het is alsof deze struik
    ons wil verblijden.
    Dankbaar streel ik haar opdat mijn hand haar geur moge dragen.
    Dankbaar kijk ik naar mijn evennaasten omdat we onze aanwezigheid kunnen verdragen.
    Dat de hemel onbewolkt moge blijven. Verstijfd door de nacht zitten we met
    onze blik naar het Oosten gericht.
    Ik ga te voet langs een grove asfaltweg naar beneden. De weg stopt in
    een klein dorp. Twee in het zwart geklede vrouwen lammeren tussen de olijfbomen.
    Het zijn de enige dorpelingen die ik tegen kom.
    Dan begint de klim langs dezelfde weg naar boven. Mijn lichaam verhit. Het zweet
    druipt. Toch doet het geen pijn. Integendeel, het schept een vermoedelijk welbehagen.
    Net over het middaguur ben ik terug. We brunchen met hesp, tomaten, eiersla,
    geroosterd brood met gepureerde tomaat en look, champagne...en push-café.
    Vandaag is het heter dan voordien. Straks gaan we ergens naartoe. Ze hebben
    me een Romeinse heirbaan en een oude vestiging van de Arabieren beloofd.
    Hij slaapt voor een half uur. Ik weet dat ik hem dan niet mag storen in
    zijn zalige rust. Hij zal straks rijden.
    Zij en zij zijn op het laagst gelegen terras. Af en toe ga ik er langs om
    hun vrouwelijkheid te voelen. Ze vervullen mijn decadente ziel met vreugde, en besef ik
    hoe hopeloos en eenzaam dit leven zonder hen zou kunnen zijn.
    Zonder hen zou ik misschien een zwerver zijn die de societeit zou bavereren. Nu is het
    alleen mijn ongeschorenheid en af en toe drankzucht die ze moeten tolereren. Dat is
    de prijs die ze er voor betalen. Ik ben het lot er dankbaar voor.
    Welriekende dames denken dat ze naar het zweet rieken. Zij van mij zegt: ik doe
    een andere blouse aan.
    Zij van hem slaakt een gelukzalige zucht, en vraag ik: hoe moet ik dit nu beschrijven?
    Meer kunt ge daar niet van zeggen, antwoord ze
    Zij, waarvan hij het kan aanvaarden, maakt hem wakker. Nog een sigaret en dan vertrekken wij.

    In dit prachtig dorp hebben we vijgen en boerejongensdrank gekocht. Nu aperitieven we
    terwijl we het avondmaal bespreken. Ik zit buiten net zoals eergisteren voor een witgekalkte
    muur te schrijven. De avond koelt de buitenlucht maar het wordt niet koud.
    Ik hoor hun spraak als een melodie zonder het te verstaan. De borden kletteren als simbalen.
    Hij doet de afwas.
    En de maan, die is nu volwassen. Ik kijk ernaar. Even maar kan ik haar gloed bekijken.
    Zij van mij komt buiten en legt haar hand op mijn schouder. De hemel is mooi, zegt ze.
    Ik weet dat ze geluk voelt.
    Scheer U, barbaar!
    Hij heeft zich ook geschoren. Een vent met een grijze stoppelbaard en zonder tanden
    brengt geen jolijt bij gesoigneerde dames. Ik wil mijn krediet in baldadigheid niet
    verliezen. Het scheermes schraapt mijn kaken en kin glad. Zelfs mijn opkomende
    snor gaat eraan. Ik wrijf mijn gelaat ter goedkeuring tegen hun ongeschoren vrouwengezicht.
    Hij zegt: ik doe dat ook tegen mijn goesting.
    De nacht voorbij. Dit wordt complete anarchie. Alleen kinderen en ezels schreeuwen nu
    niet meer. Het is genoeg geweest.


    31-03-2007, 00:00 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    30-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.getuigenis
    Er sluipen gestoorde poezen met jongen in half gesloopte huizen aan de rand van
    braak liggende grond bevolkt met muizen. Om daar te geraken moet je door een lange slecht verlichte
    gang met veel portalen. De kattenjongen gedragen zich agressief.
    In regenweer vertrekken we ongeduldig met vertraging. Hij, zij, zij en ik. Waar we binnen komen is het te warm.
    Hij rijdt. We nemen een slok. We roken een sigaret. We rijden langs bergen waar olijfbomen groeien.
    In een dorp zegt hij: 'kijk, appelsienbomen'.
        Blijf er af. Dat zijn sierappelsienen!
    Als het avond wordt eten we. We hebben het eten zelf klaar gemaakt. De houtkachel verwarmt het huis.
    Daarna ga ik met haar van hem op het hoogst gelegen terras kijken naar de valleien. Het is donker, maar de
    bijna volle maan werpt al schaduwen op de grond. Woensdag zal ze volwassen zijn.
    Terwijl we in dit gebergte ons geluk degusteren  beginnen honden te huilen en roept ze: 'helaba'.
    Dan zegt ze:  ik vind dat gehuil zo triestig.
    Daarna zwijgen de honden en speel ik binnen op een gitaar bij hem, haar, haar en ik. We hebben een pyjama
    aan gedaan. Hij niet.  Hij ligt nog met zijn schoenen aan in de zetel. Hij ligt daar goed.
    Dan gaan ze slapen en blijf ik aan de keukentafel zitten om dit getuigenis op te schrijven.

    30-03-2007, 21:44 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    27-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zieda
    Jawel, dit is de eerste ochtend van een nieuw jaar dat ik in mijn bloot lijf op dakniveau in
    een gebergte met een bromhommel in de buurt en met een schaduw van mijn pen zit te beschrijven.
    Mijn hand trilt nog van de voorbije nacht. De dames liggen getwee op het laagst gelegen terras
    lectuur te lezen. Ik ga hen begroeten.
        Oh, breng je mij een asbak, vraagt ze.
    Zie dat de zon u niet verbrand, zegt de andere wanneer ze mijn winters bloot bovenlijf ziet.
    Ondertussen zit hij te kakken.
        Komack, hebben we nog een vierde fles wisky?
    Ja, ik denk het wel.
        Dan drink ik de derde fles verder leeg.
    Het is feest, schrijft de schaduw van mijn pen.
    Mijn blik is dertig graden celsius rechts van Mekka gekeerd. Het middaguur komt eraan en mijn
    scheten stinken.
    Gisteren hebben we zeven arenden zien zweven in een thermiek. Terwijl ik ernaar keek kwam mijn
    vogelverlangen weer naar boven.
    Het deksel dat voordien een illusie van een pot bleek te zijn, ligt onbewogen op een pilaar.
    Deze keer vliegt er een bij voorbij.
    Ik riep: schrijft men b... met een korte of een lange ij.
        Met een lange ij, antwoordde hij.
    Ik had maar één vraag, dus zweeg ik daarna.
    Fantastisch is dit moment, omdat het geen pauze maar een afwisseling is.
    Ik wroet met mijn vinger diep in mijn neus want de lucht is hier droog.
    Zij leest en hij gluurt in het landschap. Op die manier heb ik hem nooit zien kijken.
    Ik denk: hij kijkt naar het onzichtbare. Hij breekt iets in zichzelf. Ik zal hem er niet
    over bevragen. Misschien zal hij het ooit vertellen.
    Zij van hem leest een boek. We zitten zwijgzaam vanboven. De wind in mijn rug scheert geur
    van verbrand hout met zich mee. Iemand heeft de houtkachel aangestoken. Zij van mij.
    Ik kijk naar zij van hem in een neergaande zon. Mijn schaduw bedekt halvelings haar lijf.
    Zie ze daar zijn, zij en hem. En zij van mij, en ik van haar. Waar is ze nu?
    Ze hoest en drinkt een glas wijn. Ze kijkt in de verte en dan gaat ze weg.

    27-03-2007, 00:00 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.feest
    Ik wordt wakker in haar schoot. Op het dichts bijzijnd terras zit hij met haar van hem in pyjama
    reeds koffie te drinken. Zij van mij blijft nog even liggen.
    "Ik heb slecht geslapen", zegt ze.
    We worden overgoten met ochtendzon, badend in stilte. Alleen onze stem bepaalt hier het geluid.
    We ontbijten op het achterliggend terras. Van hieruit zien we de vallei.
    Ze heeft een pot gefotografeerd die ze niet meer terug vind. Achteraf bleek het een deksel te zijn.
    18h: We zijn de hele namiddag weg geweest. We aperitieven. De houtkachel is aangestoken.
    Het dal wordt nog half beschenen door de ondergaande zon. De honden blaffen.
    Zij, hij en zij zijn binnenshuis. Ik zit te schrijven op het dakterras.
    We hebben het menu besproken: inktvis, ajuinsoep, paëlla en veel drank. Traditiegetrouw zuipen we ons
    eenmalig per jaar te pletter.
    Nu scheert het licht nog net over de hoogste bergtoppen.
    De maan begint te gloeien. Ik voel intens geluk. We zijn blij om hier tezamen te zijn. Zij hebben
    het wat koud om bij valavond hier buiten te zijn.
    Niet ver hier vandaan klinken knallen, gevolgd door hondengeblaf. Het is de voorbode van
    een feest.
    Ondertussen is het veel half uren later en zit ik buiten dicht bij de deur zodat ik hen kan horen.
    We hebben ajuinsoep en scampisch gegeten. De honden blaffen weer ver weg terwijl wij hier feesten
    onder ons vieren. Dat hebben we altijd gedaan op een andere plaats. De honden huilen opnieuw,
    net zoals eerder.
    Ik zeg: de honden huilen.
    Ze zegt: ik vind dat niet mooi.
    De wereld viert.
    Ik heb een indringende looksmaak in mijn mond, in mijn keel, in mijn blinde darm.
    Hier zit ik in het schijnsel op een wit gekalkte muur onze wellust te beschrijven.
    Hij, zij, zij en ik. We zijn met vieren.
    Ik ga binnen en zij van hem zegt: hij van zij gaat met mij uit een vliegtuig springen. Het kost
    maar hondervijftig euro. Daarna schudt ze de paëlla door elkaar.
    Echt waar, zo intens is dit feest nog nooit geweest.
    En hij, hij valt niet in zijn diepe slaap.
    En ik, ik wordt niet stomdronken.
    En zij en zij, ik hou van hen allebei, en ook van hem.
    Och ja, wat zit ik hier maar voor mezelf te vertellen. Misschien heeft er iemand anders nog iets aan.
    Ze lacht, ze zegt: het is nieuwjaarsnacht.

    27-03-2007, 00:00 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    26-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.maandag 26 maart 07
    Slenteren door een zonnige lenteavond. Daarna prutsen aan wat niet voltooid werd. Niet vandaag en evenmin morgen. Onvoltooid verleden tijd...ik heb het nooit begrepen maar het heeft iets van "ik had iets moeten doen".
    Misschien was dat iets wel veel, maar geef toe, we hebben nog een zee van tijd.
    Die vogels boven het meer en de muggen in tegenlicht zitten toch ook van het leven te profiteren.
    Ik wil het nadoen met veel genoegen en ook meisjes van vijftig kunnen blijkbaar tijd maken. Je kunt natuurlijk niet alles tegelijk doen.
    'Papa, is dat rap klaar' vraagt mijn zoon terwijl hij een portie gehakt toont in zijn rechterhand.
    'Ja' zeg ik. Ge moet het alleen wat pletten en doe er peper bij.

    26-03-2007, 22:33 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    24-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.iemand zegt

    Het is mistig hier. de lucht lijkt op mat glas (koepel van opaal acriliet).
    Het is vochtig en als je binnen het licht niet aandoet blijft het donker.
    Het is ook fris. Geen lentegeur in de lucht. Een geur van smog zelfs op de boerenbuiten.
    Ik sta buiten moeilijke boomstronken te ontwrichten met een kliefijzer, een bijl en mijn
    "dikke hamer".
    Mijn schouder doet pijn. De steel van mijn hamer is nu afgebroken.
    In de haag zit een merel te broeden en in de klimop een mus. Ze zijn niet schichtig als ik buiten kom.
    Ik heb ook een krant gekocht maar die ga ik nu niet lezen. Dat is voor vanavond na het eten.
    Vanmorgen heb ik vier schapenkotteletten gekocht...een kleine bloemkool, wat gehakt en tomaten. Er is nog een courget en een paprika in huis.

    aan de overweg van verkeer
    schuurt  lawaai de tijd
    gewetenloos stilte doorbrekend
    ...komaan Warket, hou nu op met dat gelul en beschrijf wat ge ziet.
    Bekijk dat zagemeel in dat roze lichtschijnsel en zie die verroeste kachel daar buiten staan.
    Het is hier verdomme stil. Niks beweegt. Zelfs de tijd neemt een pauze. Dat kan een mens niet ontgaan.

    We wonen in een dorp dat verschroeit in moderniteit. Het begon toen ze die ouwe boerderij sloopten en er een appartementsgebouw bouwden. Daarna nog meer. Het dorpsplein werd geplaveid en er kwam een vijver met een fontein. Meerwaarde voor vastgoed en commercianten. Nog een paar cafés en een verkaveling erbij. De leeuwerik hoor je niet meer met al dat lawaai. Dit dorp raakt overbevolkt. 

    Komaan, zeg dan gewoon dat je dit dorp klote vind in plaats van tweehonderddertig letters hieraan te spenderen. Wees nu eens eerlijk: is dat echt de moeite waard?
        Wie ben jij, dat ge mijn schrijfsel zomaar doorbreekt?
    Ik ben wat jij geschapen hebt in uw waanzin.

    In mijn pyjama kijk ik buiten naar die verroest kachel. Het is niet koud en niets beweegt. Ze heeft gelijk. Ik kan er beter naar kijken.

    24-03-2007, 22:57 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.tussen 5 juni en 10 juni 2005

     

    Dit is het beste moment om nieuwe woorden, zinnen, uitdrukkingen te verzamelen. Mijn geest is nog helder na de slaap, geprikkeld door koffie en een sigaret.

    Ik lees recensies van woordkunstenaars in de weekendkrant.

     

    krantenlezer op zondagochtend

    in versneld tempo de wereld vernemen

     

    ik lees:

    om een vrouwtje het hof te maken bespaart de mannelijke fruitvlieg zich kosten noch moeite. Er komt een ingewikkeld spel bij kijken, waarbij hij haar zachtjes aantikt met zijn pootje, zingt met zijn vleugels, die laat trillen en het vrouwtje uiteindelijk likt.

     

    zenuwslopende vertedering

     

    ik lees:

    als de euforie van de revolte langzaam wegebt, als de vernielzucht en de baldadigheid geconsumeerd zijn, resten nog het puin en de scherven

     

    ik lees:

    autisten noemen ons “ neurotypical “. Ze vinden goedendag zeggen tegen de mensen onzinnig omdat je ook geen slechte dag zegt. Dat geldt ook voor hoe gaat het?

    Ze vinden dat andere mensen zich te veel verliezen in verbale zinloosheid. Ze kijken naar hoe andere mensen hun eigen gevecht leveren

     

    de verlichting tegen romantiek

     

    Ik wou dat ik even veel geld had als levenslust

    miljardair en onsterfelijk

    alhoewel

    mensen hebben niet alleen het recht om te leven

    maar ook de plicht om te sterven

    zich onderwerpen aan het genadeloos sloopwerk van de natuur

    hooguit het recht om hun lijk te laten bewaren in vloeibare stikstof

    misschien maken ze het wel met het gemak van een vingerknip

    wakker binnen duizend jaar in een totalitaire staat zo onbewoonbaar als de hel

     

    wakker worden met onvrijwillige herinneringen

    willekeurig en ongrijpbaar als beelden voortgebracht door de verbeelding en tenietgedaan door de werkelijkheid

    als een droom die vervaagt in het verloop van de dag

    tot zijn denkbeeld helemaal verdwenen is.

     

    We hebben een vernissage gemist. We zouden een uitnodiging gekregen hebben, blijkt achteraf.

    Uitnodiging uit brievenbus gewaaid of achteloos op schouw blijven liggen

    weet ik veel

    nooit gezien

    slordig in het leven

    met dag vertraging er naartoe

     

    Op de trap dacht ik: het is hier warm voor een zomerse dag

    ik voel me onwennig zo dicht bij een kunstenares

    gelukkig is L. erbij om het ijs te breken

     

    Het heeft iets, kunst

    die sublimatie van gevoelens

    om het dagelijkse te doorbreken

    de toeschouwer te overtuigen en te laten herkennen

    wat al aanwezig is

    die onmatige bezieling

     

    Mijn portret hangt ook aan de muur

    ik, met ontbloot bovenlijf

    en verder, gekleed in een vervallen kerk

    hij heeft het beste van mezelf verbeeld

    dat komt doordat we tezamen ‘s nachts sprakeloos een eiland

    onbewoond en omringd door water bewoond hebben

     

    en zij

    ze toont haar diepste gevoelens met haar kunst

    majestueus

    het ongekende kenbaar maken

     

    Ik zei: ik kan je grillige vindsels bezorgen

    ze zei: ja, doe dat maar

    ze zei nog zoiets van die e-mails

    ik verstond het niet

    en antwoordde: ja, waarom niet

     

    Nu we weer thuis zijn is de berk goud gekleurd

    hij beweegt met de wind

     

    Ik begrijp nog altijd niet waarom dit geschreven wordt. Ik heb geen mening. Dat is voorbehouden aan populisten en makelaars in angst om het publieke debat met druktemakers in stand te houden.

    voor de spiegel, ja, dat wel

    voor een spiegel zonder mening

    Misschien ben ik de laatste, maar ik weiger om aan die trend van meningen mee te doen

     

    dan nog liever een zinloze kreet als uiting van anarchistische vrijheid

    in een zoektocht naar genot

    genot in een kasteel van kuisheid in zonde

     

    woorden schikken als bloemen

    het komt altijd ergens terecht

    zonder einde

    oefening in de vorm van klinkers

    medeklinkers en er lettergrepen van maken

    een woord in schepping

    nu nog een zin

    en dan een betekenis zonder vervaldatum

    leuteren en rochelen

    in een stinkende brij met veel vliegen

    betekenis zonder mening

     

    Als je goed kijkt in tegenlicht

    zie je het leven krioelen

    het leven overleven

    onvoorbedacht

    als een ouwe kater die over een kasseiweg loopt

    in windstil

    niets beweegt in deze vooravond

     

    Waarom ben je zo goed gekleed?

    overschot van gisteren

    hij vind het grappig

    maar dat is het niet

    omdat het gewoon overschot van gisteren is

     

      

    Ik ga met mijn wijsvinger diep in mijn neusgat op zoek naar een kabbisch

    met opengevallen mond en gesloten ogen

    het is een vorm van bidden

    god bestaat in mijn neus

    zij, hij, ze, men

    in mijn neus

    ik begrijp nog altijd niet waarom dit geschreven wordt

    ik heb geen mening

    voor een spiegel, ja, dat wel

    voor een spiegel zonder mening

    en dan een kreet

    in een zoektocht naar genot

    het komt altijd ergens terecht

    betekenis zonder mening

     

    Het is normaal dat vandaag gisteren niet was

    de dag was onvoorspelbaar

    toeval

    gecontroleerde dwaasheid

    het gaat op en neer

    tussen paars, wit en geel

    en een wolkenloze hemel

    staar ik naar al die schoonheid die deze wereld siert

    ik heb geen mening

    wel een kreet

    in een zoektocht naar genot

     

    Ik knip het haar

    bijna bij middernacht

    van een volwassen zoon

    verwekt

    zij heeft hem gebaard

    en nu, zoveel later

    knip ik zijn haar het middernachtuur voorbij

    ik heb geen mening

    wel een kreet

    en een schaduw

    en de zon

    en de maan

    schaduw in maanlicht

    ik, geen mening, een kreet, een schaduw in zon en volle maan

     

    Twee tienermeisjes

    zo natuurlijk liggen ze daar

    met blote billen in het gras

    op de weg komen mensen voorbij

    ze kijken naar me, denk ik

    of ze gluren naar die jonksheid in het gras

    en twee japanners recht voor mij op een bank

    een man en een vrouw

    ze heeft een mooie decolté

    ook ik gluur naar hun samenzijn

    al die menselijkheid toevallig hier

    om en rond een bank

     

    Hier lag ik

    was ik

    een afdruk in het graan

    met een schaduw

    tussen passanten

    in de naam van mezelf  

    24-03-2007, 10:26 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ochtendhumeur

    genadeloos opgestaan

    in de ochtendlijke koffiedampen

    gemaakte zucht

    ordeloze, wat ontredderde, voortvluchtige geest

    rusteloos op zoek in een boomgaard vol ontboezemingen

    24-03-2007, 10:16 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.rare vogels

    Drie respectabele stadsidioten: een prediker, een muziekant en een zwijger. Ze hebben iets gemeen: je komt ze regelmatig tegen op diverse plaatsen, winter en zomer.
    De prediker heeft zich het apostolaat toegeëigend. Niet op pauselijk nivo. Neen, hij is een straatwerker die op ondenkbare uithoeken van het trottoir met een blik op oneindig het woord gods verkondigt. Terwijl hij dat onafgebroken doet, zwaait hij met zijn rechterhand, wijsvinger naar de hemel gericht. Niemand luistert. Ik denk dat het hem weinig kan schelen, dat hij zich richt tot een wereld die alleen voor hem toegankelijk is. Zijn ogen zijn nooit op iemand gericht. Hij kijkt verdwaald.
    Zo stond hij op een keer te preken voor een etalagepop, of was het zijn weerspiegeling in de vitrine? Zou hij zichzelf herkennen in een spiegel? Ik heb het hem nooit gevraagd.
    De muziekant draagt een te groot verkreukeld grijs kostuum. Zijn grijzend haar tot net over de oren is altijd in de war, net zoals hijzelf, wat voorovergebogen in zigzag van het ene terras naar het andere lopend. Zijn hoofd tikt dan afwisselend links en rechts naar beneden. Hij draagt in zijn linkerhand een oude spaanse gitaar waarop nog vier snaren staan. Op elk terras speelt hij tien seconden een melodie die hij alleen begrijpt. Dan tovert hij uit zijn jaszak een kartonnen beker waarmee hij de tafels afschuimt. Ook dat duurt niet langer dan zijn muziekstuk. Hij is het gewoon dat men niks geeft. Hij heeft geen stem en speelt geen akkoorden. De mensen willen kwaliteit. Anders geen geld.
    Je ziet hem alleen bij zomerweer want binnen mag hij niet spelen. Ik wou eens zijn gitaar stemmen maar hij hield ze krampachtig vast alsof zijn voortbestaan bedreigd werd. Hij zwerft hier al jaren rond.
    Ook de zwijger blikt naar oneindig. Ik schat hem rond de dertig. Nog te jong. Hij stapt evenwichtig en draagt een volgepropte plastieken zak over zijn schouders, meestal rechts. Zijn gevlochten haar bind hij omhoog. Je komt hem zowat overal tegen in alle jaargetijden. Hij lijkt iemand te zijn weggeblazen uit een gebroken samenleving.
    Drie schimmen in de stad. We zijn bang om ze aan te spreken, om ons belachelijk te maken. Iemand anders zal hen wel helpen.
    Hoe was hun jeugd, wie zijn ze?
    Ik heb het hen niet gevraagd.

    24-03-2007, 10:10 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.are jou smoking?

    Are jou smoking?
    wablieft?
    rook je?
    neen, lieg ik
    niet meer dus?
    Ze moet het gezien hebben aan de bruine nicotinevlek op mijn middenvinger
    Toen ik buiten ging volgde ze me
    Heb je een sigaret voor mij?
    neen
    Ik keek naar haar blote voeten,
    zag een glimp van schoonheid in haar vertekend gelaat
    ik vertrok koelbloedig in burgerlijk fatsoen
    ik had haar mijn propere sokken en sandalen kunnen geven
    en wat tabak voor een halve dag
    ik deed het niet
    ik heb spijt dat ik het niet gedaan heb
    mijn spijt achteraf

    24-03-2007, 10:06 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    23-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nachtfiets

    Het nachtelijke uur net overschreden lukt het me nauwelijks om gedachten tot bedaren te brengen. De middernachtstreep die mijn feestcultuur uit eerdere jaren bepaalde is allang naar het onverhevene verbannen. Mischien is het de zure nasmaak van champignons met look en alcohol van vier uur geleden die me toegang tot de eeuwige jachtvelden van de slaap ontzeggen. Kriebelig lustverlangen dat elke meditatieve poging tot verdrijving weerstaat. De nacht slaat op hol.
    Ik fiets naar Zoersel.
    Ben je gek geworden? Het is nacht. Zoersel ligt op tachtig kilometer van hier.
    Ik weet het. Dat wordt zes uur rijden. Net op tijd voor een ochtendwandeling met J.
    Ik wil niet dat je gaat.
    En toch ga ik.
    Neen. Je vertrekt niet. Het is te gevaarlijk.
    Ik vertrek wel.
    Terwijl ik mijn kousen aantrek knaagt de rede aan het avontuur maar er is geen houden meer aan. Niets kan me nog tegenhouden. Het is de koppigheid van een ezelsstier, de moedige onwetendheid van een soldaat op weg naar het slachtveld, eenzame fietser bekropen door de charme van de nacht. Licht uit, deur dicht, fiets bestegen om er pas af te gaan bij het krieken van de dag. Alleen de weg ligt me slecht in het geheugen. Was het langs het kanaal of de rivier? Ik laat het aan het toeval over. Zoersel ligt in het noorden. Kan niet misgaan. De wegen worden nu nauwelijks bereden. Het is maar tot in Mechelen dat me op straat iets kan overkomen. Van daaruit fiets ik langs het kanaal naar Lier. Geen kat die daar de straat nog oversteekt. En dan verbleekt de zwarte sterrenloze lucht, zijn wolken nog bergschimmen in het noorden, daar ligt Zoersel, ontwakend uit de slaap. Luie zaterdagochtend niet aan mij besteed. De wereld geeuwt.

    23-03-2007, 16:14 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    22-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.veldtocht
    Wie heeft het nog niet meegemaakt. Je tuttelt je benen vanonder je lijf om 's morgens op tijd te vertrekken naar het werk, je stapt in de wagen en beweegt zich zittend voort, consequent de constant schommelende toegelaten snelheden aanhoudend en dan kom je pardoef voor een wegomlegging te staan.
    Nu zijn we het stilaan gewoon dat er altijd wel ergens een opengebroken wegdek ons de weg verspert maar we verwachten daarbij dat  een alternatieve weg ons in goede banen leidt. Ik ben nu niet bepaald een autofanaat met mijn vijftig kilometer per maand maar voor die ene keer dat ik met een wagen reed  overkwam mij nu wat ik niet had verwacht. Ik volgde het bord 'wegomlegging' en even logisch om te geloven  dat Hitler een borstel onder zijn neus had omdat geen enkel haartje op een andere plek wou groeien, stond aan het volgende kruispunt geen richtingaanwijzer meer. In zo een situatie kies ik altijd voor mijn intuitief gevoel, dus rechts of rechtdoor. Ik reed naar rechts omdat dit een T-kruispunt was.
    Zo kwam ik in een dorp terecht en dacht ik: ik ga het bij de bakker vragen, maar op dit vroege uur was die nog dicht. Dan maar verder vrolijk verder draven door dit landelijk dorp. En dan zie ik in mijn opwinding verder een oranje bord: ' enkel plaatselijk verkeer, handelszaken bereikbaar'. Nou, daar kan ik wellicht wel door tot ik aan een veldweg kwam met een bord:"alleen voor landbouwvoertuigen".
    De waanzin die daarop volgde wil ik in dit schriftuur aan de lezer besparen en enkel mede delen dat ik op mijn werk ben geraakt.

    22-03-2007, 22:17 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.donderdag 22 maart

    Mijn ouders hadden beslist om het huis op te knappen en de tuin heraan te leggen in de komende vakantie. Mijn broer en ik moesten meehelpen. Ik had er helemaal geen zin in. Ik wou op reis naar Marokko. 'Doe niet zo vervelend' zei mijn broer. Pa was in alle staten. Ma zoals altijd vol zelfbeklag. Ik was de zoon die hun in de steek liet, de afvallige zoals altijd.

    's Zaterdags vertrok ik te voet naar een ver afgelegen bushalte. Ik wou naar zee om daar mijn reis te boeken. Mijn broer ging mee.
    Ik miste echter de bus en wachtte dan maar aan een verderop gelegen tramhalte. De tram komt eraan. De rit kost vier euro en je moest betalen met twee stukken van twee. Terwijl ik in mijn geldbeugel zocht viel het kleingeld op de vloer. De trambestuurster snelde me te hulp. We stonden gebukt de munten van de vloer te rapen toen haar ogen toevallig in de mijne keken. Ze had mooie ogen. 'Je ziet er lief ouderwets uit met die velouren vest' zei ze.

    Halverwege naar de stad waar ik de trein zou nemen, stapte ik af en liep verloren in een overdekte parking. Gelukkig kwam ik bekenden tegen. Het waren oud collega's. Kom mee iets drinken, zeiden ze. Ik hoor er niet meer bij  maar toch ging ik mee naar het cafetaria van hun kantoor. Daar gingen ze  in groepjes van vier zitten. De nieuwe directieleden zaten appart te vergaderen. Vreemd was dat. Ik dronk met de kuisvrouw hete chocomelk met een scheutje Cointreau. Dan ging ik verder.

    Buiten stond mijn broer te wachten. L. was er ook bij. Ze had de hond en enkele kennissen meegebracht. Ik heb mijn broek niet meer aan!  Met een deken rond mijn middel ging ik ernaar op zoek  en vond ze algauw terug besmeurd met modder. Gelukkig had ik één in reserve mee. Ik was nu al een halve dag onderweg. Zou ik het werk verwittigen?
    Onnozelaar, zei mijn broer. Het is zaterdag.
    Uiteindelijk beslis ik om terug naar huis te gaan. Daar hadden pa en ma de tuin in orde gebracht. Pa was ondertussen aan het huis begonnen en ma zei geen woord. Ik zei hen dat ik niet naar Marokko zou gaan. Ze luisterden niet eens.

    Plots sta ik in mijn eigen tuin. De haag is pas gesnoeid en de poort staat open. De hond is weggelopen. Ik hoor haar in de verte jankend vechten.
    Er komt een ruiter heelhuids op zijn paard voorbij. Oef...ze heeft het paard niet gebeten. Mijn opluchting is maar van korte duur want nu komt er een vrouw aan de poort opdagen, wenend en bebloed door hondebeten. Aarzelend blijft ze staan. Ik breng haar naar de binnenkoer en wil een dokter bellen. 
    Ondertussen is L buiten gekomen. 'We kunnen haar zelf wel verzorgen' zegt ze. Ik heb nog een vaccin tegen hondebeten in de schuif.

    22-03-2007, 10:45 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    21-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.droom

    vannacht had ik een droom die nog altijd door mijn gedachten klieft
    de oorlog was uitgebroken
    een overheersende oorlog met ongelijke kansen
    ik was oud en zwak
    de hemel had een schaduw die het landschap dreigend overgroeide
    ik kon mijn blik niet meer hernieuwen
    de wolken hadden geen herinneringen meer
    ze smolten als schimmen
    in mijn vlucht met anderen waarvan ik de identiteit niet kan achterhalen, verloor ik mijn schoeisel
    dat maakte me nog hulpelozer dan ik al was
    we kropen door ravijnen in rokend puin
    die ooit straten met huizen waren
    de angst heeft me zelden zo intens bekropen

    dan werd ik wakker met mijn vingers in haar haren gedompeld
    ze sliep verder
    ik stond op in wakende dagelijksheid
    en zit nu het beeld van mijn droom uit lucht te boetseren
    zou ik opnieuw willen spelen
    mijn jonge schreeuw en ik
    met uitgestoken handen
    zonder hoofd
    in ons lied verzonken
    en uiteindelijk het instrument tot zwijgen heffen

    21-03-2007, 15:37 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    19-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vitrinekast
    Er is zilverlicht daarboven dat mijn ogen verblind als ik buiten zit.
    Doe iets aan, had ze me gezegd.
    Tussen wolken heen zit ik te wachten op een glimp van zonneschijn. Telkens
    als de schaduw van mijn pen tevoorschijn komt ben ik dankbaar.
    Nu vallen er ijskorrels op dit blad papier. Ik wacht tot de inkt gaat verwateren
    zodat dit een getuigenis wordt als een troebel schriftuur.
    Nu, veel later, wanneer het vuur van de verbeelding ontvlamt in de diepe avond,
    beleef ik genot aan eenzaamheid in stille overpeinzing. Dit is het uur waarop de
    raadgevingen van wijsheid niet meer gesmoord worden door het geraas van het buitenleven.
    Ik slenter doelloos door het huis met een niet te bevredigen honger naar zintuiglijk genot.
    In de vitrinekast ( een ijzeren beglaasde apothekerskast die ik jaren geleden op een
    rommelmarkt gekocht had ) liggen drie libellen die in vroegere zomers het huis
    waren binnengedrongen, roerloos met gespreide vleugels op een steen. Het is alsof
    ze rusten en nog in leven zijn. Ook de mot die drie jaar geleden kamikaze pleegde
    tegen een gloeilamp boven tafel, ligt op haar zij in een eeuwige slaap. Ernaast liggen twee
    muizengeraamten en een gemummificeerde kikker omringd door edelstenen.
    In die kast staan ook prenten van haar te vroeg overleden ouders en een jeugdvriend.
    Nou ja, sterven doe je altijd te vroeg.
    Het gebeurd regelmatig dat bezoekers ernaar kijken en me vragen waarom ik die dingen
    bijhoud. Dat is toch luguber, zeggen ze dan. Voor mij is het de dood in haar stilte bewaard
     gebleven in herinneringen.
    Die kast gaat nooit open, tenzij bij speciale gelegenheden wanneer kinderogen
    erin graaien uit nieuwsgierigheid.

    19-03-2007, 22:44 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.cafébruxelles
    Oud-strijders krijgen voortaan gratis gezonheidszorg.  Hallo...gaat het een beetje? Dat zijn tachtigplussers! Waarom dan niet voor zestig- of zeventigplussers? Och ja, dan begint het geld te kosten. Was ik rats vergeten. Je moet eerst stokoud worden om een cadeaubon te krijgen. Velen onder ons halen het toch niet tot aan die eindstreep. Avec ce gouvernement, c'est génial.
    Ik verveel me dood. Zo geraak ik in mijn dagboek verzeild waaruit onderstaand citaat geschreven op een zomerdag zeven jaar geleden:



    Zit in een café in Brussel voor open raam. Naast mij leest een man een krant. Langs het trottoir stappen vrouwen met waggelende borsten. Mensen gaan op bus. De man met krant is weggegaan en twee vrouwen komen op de plaats waar hij gezeten heeft. Ik riek hun parfum. Bus wacht tot het tijd is om te vertrekken. De chauffeur leest  ook een krant. Ze roken naast mij een sigaret en drinken koffie. Ze spreken frans. Er loopt een dikke Marokkaanse vrouw met drie dochters voorbij. De twee vrouwen naast mij zijn zwijgzaam. De oudste hoest en de jongste staat op om te betalen. Wanneer ze vertrekken heb ik met een van hen een ogenblik oogkontakt. Dat jeukt. Vlak voor het raam is iemand pas gezeten. Ze draagt een flinterdunne gouden ketting rond haar hals. Ik zie alleen maar vrouwen om me heen. Ze overbevolken deze wereld, mijn wereld. Haar oorringen zijn ook van goud en haar acajou gekleurd haar is opgestoken met een witte speld. Iemand zei me ooit dat dat een diadeem is. Ook zij rookt een sigaret. Ik kan haar gelaat niet zien want ze zit met haar rug naar mij gekeerd, ik aan de binnenkant en zij aan de buitenkant van het venster. Wat zou ze vannavond doen, hoe laat gaat ze slapen, heeft ze een minnaar, waarvan houdt ze?
    Ze heeft een moedervlek in haar hals. Ik vraag me af hoe ze schreeuwt wanneer ze klaar komt, of ze zich laat penetreren zonder liefde, uit pure nieuwsgierigheid hoe het met een ander is. Het blijft regenen en de bussen blijven vollopen met passanten.








    19-03-2007, 21:46 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesprek

    Zal ik pittabroodjes snijden?
    Doe maar.
    Ondertussen schud hij vakkundig het vlees in de pan. De drie plaatsen in hun huis zijn stampensvol. Ik versta geen woord van wat er gezegd wordt. Dan maar de verf van de muur kijken. Als iemand  me iets wil vertellen krijgt die mijn minst dove oor aangeboden.
    Dag oor
    Wat zeg je?
    Dat het een gezellige avond wordt.
    Ik doe dat ook graag.
    Hoezo, wat?
    Koken.
    Dag oor.
    Wie zich de moeite getroost om op een rumoerige plaats met mij een gesprek aan te knopen moet dan maar dichterbij komen...close gesprek gegarandeerd.
    Er zijn vier pittabroodjes aangebrand ( blijven haperen in de broodrooster ).
    Zwart, steenhard tussen de kiezen en verbrande lucht in de neus. Nou moe, keukendeur blijft dicht.

    Wat doe jij van beroep, vraag ik aan iemand die dicht bij mij zit.
        Ik ben preventieadviseur, zegt ze. Herken je me niet?
    Ja, vanop een trouwfeest. We hebben toen nog lang gefilosofeerd over de zin van het leven terwijl we de afwas deden.
        En wat doe jij van beroep?
    Ik ben toezichter.
    Wat is dat?
        Toezicht houden.
    Ze lacht alsof ik een grap vertel. Daarna graait ze een nieuw pakje sigaretten uit haar handtas.
    Ik geef haar vuur.

        Hoe lang kennen julie mekaar?
    Ik heb haar leren kennen toen ze vijftien was.

        Hoe doen julie dat?
    Toeval.
        Gewoon wachten op het toeval?
    Niet op wachten. Het gebeurt vanzelf. Met een beetje geluk valt het mee.
    Wie weet vertel ik eens over kamers vol spinnewebben en plaatsen bevolkt met onherkenbare
    wezens, iets wat niet van deze wereld is.
    Het leven is toch een droom, niet?
      






    19-03-2007, 09:47 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    18-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Marcel
    Terwijl het nog schemert sta ik in de deuropening verscholen naar storm met regen te kijken.
    Het is lang geleden dat ik Marcel nog gezien heb.
    Wie is Marcel?
    Wel Marcel is een mens met hart en nieren zoals iedereen en toch heeft hij iets speciaals.
    Het speciale van Marcel omschrijven is zo goed als onmogelijk. Dat kan je enkel doen door
    de ontmoeting met hem letterlijk te illustreren. Ziehier doe ik dan maar een poging hieromtrent:

    Op 16 januari 2006 heb ik hem voor de laatste keer ontmoet, en zei hij:

    Wat vind gij het bekoorlijkst: de voor- of achterkant van een vrouwenlijf?
    Wat zegt u?
    Ik vroeg wat u bekoort: de foef of de billen?
    De ogen, antwoord ik.
    Hij kijkt beteuterd. Sta hier niet te liegen tegen mij.
    Het is vroeg. De rijm is nog niet verdampt. Hij vraagt of ik ook een druppel wil.
    Ondertussen wringt hij een fles goedkope wodka uit zijn binnenzak.
    Het is Marcel die me stond op te wachten aan de sint-jacobskerk. Puur toeval, zou je zeggen.
    De foef en de bilspleet begeer ik al vanuit mijn kindertijd, vervolgt hij na een stevige dronk.
    Ze stinken naar kak en pis als ze ongewassen zijn en toch zijn ze geliefkoosd in mijn leven.
    Voor mij de ogen, zei ik opnieuw.
    Ga je nu de hele tijd blijven liegen, schatert hij. Moet ge echt geen druppel proeven?
    Een proevertje maar.
    Ik vind het min of meer walgelijk om aan die teut te drinken. Wie weet waar hij met zijn mond vannacht ingezeten heeft.
    Ik neem een slok uit respect voor deze wilde die zo afstotend en vertederend kan zijn.
    Wat doet ge momenteel voor de kost, vraag ik, ons laatste gesprek indachtig.
    Alles in het zwart. Heb je voor mij geen klus die een ander niet wil doen?
    Neen, dat kan niet, dat mag niet. Terwijl ik dat zeg bekijkt hij mij onbegrijpend, meewarig aan en  zegt:
    het is de moeite waard om mekaar nog eens te zien.
    Ja, zeg ik. Het verdient respect.
    Ons gesprek dat oerkreten bedwelmt, is onmogelijk te beschrijven in mijn woordenschat.
    Voor ik voortga zeg ik nog: het zijn de billen die me het meest intrigeren maar de ogen zijn het bekoorlijkst.
    Hij knikt en vraagt: intrigeren, wat betekent dat? Dat is wat jij de waarheid noemt. Verdwijn nu maar uit mijn leven tot de volgende keer.
    De gedachte aan Marcel zal me de rest van de dag achtervolgen. Zijn postuur van kleine gestalte met te grote gekloven handen blijft op mijn netvlies gebrand. Telkens als ik iemand tegenkom denk ik: sta hier tegen mij zo niet te liegen.

    18-03-2007, 13:03 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    17-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.grijze zaterdag
    7h30: Het spijt me om julie zo vroeg op een zaterdagochtend wakker te maken maar ik kon
    het me niet laten. Ik heb lang genoeg badend in het zweet droomloos onder de dekens
    gelegen. Het wordt een grijze dag. Eerst nog de medicijnen doorspoelen tegen de koorts.
    Dan ga ik buiten en dat valt mee. Het regent niet.
    Is het julie ook al opgevallen dat er terug mussen de tuin bevolken? De laatste jaren waren ze
    weggebleven.
    De wind waait vanuit de verkeerde richting en jaagt de schouwdamp naar binnen. Dan maar de verwarming afzetten.
    Hoe lang denk ik nu al dat ik die schouw moet nakijken? Een jaar? Maar ja, zo gaat dat met plannen, eerst worden ze op de korte baan geschoven vanwaar ze vervolgens op de lange baan
    belanden.
    Bij mij thuis is het de gewoonte om op vrijdag- en zaterdagavond  min of meer uitgebreid
    te feesten en daarna alles onaangeroerd te laten staan tot de volgende ochtend.
    Als je dan opstaat is dat het eerste waarmee je geconfronteerd  wordt: een onooglijk stilleven
    van wanorde. Vreemd genoeg  stoort mij dat niet.
    De boel wordt pas opgeruimd na het ochtendritueel.
    Maar vandaag ben ik de verkeerde man op de verkeerde plaats. Ik zou veel liever
    een Boeing 747 zonder  passagiers boven het wolkendek besturen naar een verafgelegen plaats.
    Toch ruim ik die rotzooi bijna machinaal met verstand op nul  in danspasjes af.
    Spinnenwebben die in dit huis een eervolle plaats verdienen, worden daarbij gespaard, ook al wegens moeilijk bereikbaar.
    Niks dwangmatig. Heerlijk toch?
    Op het toilet kijk ik naar de roze motieven in het toiletpapier, lees ik de samenstelling en gebruiksaanwijzing van mijn medicijnen en begin ik te mediteren tot mijn billen aan de wc-bril blijven
    plakken. Nu nog naar de krantenwinkel en de bakker hier twintig meter vandaan.
    Ondertussen is het kwart na elf. Waarom dan niet tegelijk naar de beenhouwer gaan?
    Oh ja, weeral vergeten; in de krantenwinkel staat op dit uur gegarandeerd die kerel met
    naar achter gekamd sluikhaar (vaste klant op zaterdag) zijn sigaar te paffen, wat de klandiezie enorm stoort, maar die brave man achter de kassa durft hierover geen opmerking te maken. Terwijl hij de klanten bedient blijft sluikhaar maar doorratelen met een misselijkmakende gorgelende stem. Hij merkt niet eens dat niemand nog luistert.
    Bij de bakker is er maar één klant. Dat komt omdat in dit miezerig dorp twee bakkers zijn:
    de goeie en de slechte. Ik ga naar de slechte omdat de bakkersvrouw mooi en vriendelijk is.
    Je moet er nooit in een lange rij wachten en bovendien is het stokbrood voortreffelijk.
    Daarom koop ik het ook: voor zijn voortreffelijkheid en de vriendelijke bakkersvrouw.
    15h30: ik heb geen griepgevoel meer. Nu is het hek van de dam en sta ik op mijn eentje Salsa te dansen (ook al doe je dat gewoonlijk met twee). Omara Portuondo loeit door het huis.
    Heerlijk is dat!
    Hopelijk komt mijn vader me nu niet onverwachts bezoeken. We hadden een week geleden afgesproken om vandaag brandhout te verzagen. Ik had gisterenavond nog doodziek die afspraak
    afgezegd. Ik zou me schamen moest hij me nu dansend in dit huis zou aantreffen.
    16h41: ik was mijn handen met heet water vooraleer het gehakt te mengen met gember en paprica om het vervolgens te kneden tot bouletten.
    De keukendeur staat open. Binnenwaaiende wind verlucht deze ruimte.
    De hond ligt op de koer met haar voorpoten galant over mekaar gespreidt.
    Ik hoor merels fluiten. De ajuin is dun versnipperd. De knoflook ook. Ik maak eten klaar in "Flor Damor". Straks komt ze thuis,
    en hij ook. Dan eten we tezamen en is het weeral feest.

    17-03-2007, 00:00 Geschreven door warket
    Reageren (3)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De eerste keer
    Wauw, zeg. Is me dat even wennen aan die blog.seniorennet. Het is net of ik vanuit een landelijk dorp in een grootstad terecht gekomen ben. Het zijn mijn eerste woorden hier op dit virtueel blad papier. Laten we maar meteen beginnen. Alhoewel, veel heb ik vandaag niet te vertellen want ik heb de godganse dag met griep in bed gelegen. Dat was jaren geleden. Nu ik wakker ben gaat zij slapen. Vandaag was een omgekeerde dag en vannacht zal het niet anders zijn. Mijn oren suizen.
    Dan vertel ik maar iets over temps passé:

    woensdag 4 mei:
    Ik kon niet wachten en ben gisterennamiddag reeds vertrokken. Heb in Zoersel buiten geslapen. Daarna tot bijna in Tilburg gefietst en tent opgezet in bos. De tent is net groot genoeg voor een persoon in foeutushouding. Het is nog niet donker als ik in slaap val.

    donderdag 5 mei:
    Het was koud vannacht. Bij het krieken van de dag vertrokken naar Tilburg. Niks bijzonders met die stad. Lelijke appartementsgebouwen en geen monumenten.
    Van Tilburg naar Waalwijk. Deze kleine stad heeft iets: op een binnenplein is een eetcafé waar ze uitsmijter roastbeef en lekkere koffie serveren. Dat doet deugd. Ondertussen is het elf uur en ben ik op weg naar s'Hertogenbosch. Het loopt langs een breed fietspad doorkruist met kleine waterlopen. De zon heeft de kou verdreven.
    20h: ben in Culemborg, zo'n 20 km van Utrecht. Het blijft droog en het is nog niet te koud om te fietsen. Opnieuw uitsmijter op terras met een Duvel. Straks fiets ik verder. Met wat geluk vind ik voor het donker wordt een geschikte plaats om te kamperen.

    vrijdag 6 mei;
    Het heeft vannacht geregend en behoorlijk gewaaid. De tent bleef min of meer droog. Had net op het einde van de avond nog een toffe plaats gevonden, beschermd tussen bomen. Dat krampachtig inslapen begint te wennen. Ik ga slapen als het daglicht verdwijnt en sta op als het terug opkomt.
    Daarna ga ik verder, zoek s'avonds een plaats, slaap en vertrek opnieuw.
    Ik wordt s'nachts wakker door de regen, heb het s'morgens koud. Ik ontdek een andere werkelijkheid en voel me bijzonder gelukkig.
    De wind blijft waaien. Echt koud is het niet. Ik fiets verder naar Amsterdam ( nog ± 18 km ) .
    Amsterdam is niet meer wat het vijfendertig jaar geleden was. De hippies zijn ouwe fatsoenlijke burgers geworden, bedienden, bedrijfsleiders, arbeiders met pensioen, ze zitten in de politiek. Zie ze daar nu wandelen in dat park van toen, met een poedel aan de leiband.
    Ik koop schoenen. Door dat buitenleven zijn mijn sandalen iets te koud. Bij dageraad worden mijn voeten nat van de dauw in het gras.
    ± de middag voorbij: ik eet in een koffieshop drie space-cakes. Drie kwartier later begin ik het te voelen. Het is zo fijn dat ik de nacht doorfiets langs Haarlem tot Leiden voorbij. Daarna komt het daglicht vantussen de wolken, eerst als een purperen schijn, dan roze.

    zaterdag 7mei:
    Ondertussen is ook de zon opgekomen. Ze ontdooit mijn vingers en verdooft de pijn in mijn gekloofde duimen. Het verkeer komt op gang, mensen komen op straat, winkels gaan open. Het leven herpakt zich. Ik ben niet meer alleen.
    In Gouda koop ik bewust geen Goudakaas. Vandaar gaat het naar Rotterdam en wordt ik me ervan bewust dat ik morgen thuis moet zijn. Rondslenteren in deze stad zit er niet meer in. Ik voel me trouwens ondertussen gegeneerd om nog ergens binnen te komen. Ik heb me vier dagen niet geschore,, niet gewassen. Mijn haar plakt tegen mijn schedel. Ik ben zo vuil dat ik eigen stank niet meer riek. De properheid van de passanten riekt naar parfum.
    Vanaf nu wordt het fietsen tegen de tijd. Opnieuw fiets ik de nacht door.  Rond een uur of drie s'morgens heb ik langs de ring rond Breda de weg gevonden naar Roosendaal. Nu is het rechtdoor langs Wuustwezel naar Antwerpen.
    Achtenveertig uur fietsen zonder slaap verandert mijn wereldbeeld. Wat overblijft is een decor waardoor ik me beweeg. Tussen nacht en dag is er een moment dat de straten verlaten zijn. Dat duurt niet lang maar het is prachtig. Net alsof je in een verlaten wereld bent. Je voelt wanneer alles inslaapt en opnieuw ontwaakt.

    Ik weet nu een-duizendse van wat daklozen voelen: schaamte voor de vuiligheid op het lijf, het gevoel van eenzaamheid, de wereld bekijken zonder erbij te horen. Vrijheid is die prijs niet waard. Daar ben ik zeker van.   


    16-03-2007, 00:00 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Foto

    Over mijzelf
    Ik ben warket, en gebruik soms ook wel de schuilnaam warket.
    Ik ben een man en woon in de wereld (de wereld) en mijn beroep is zien bouwen.
    Ik ben geboren op 11/09/1954 en ben nu dus 69 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: vanalles.

    Archief
  • Alle berichten

    Mijn favorieten
  • website
  • kerima_ellouise
  • Kaatje Wharton
  • Marleen De Smet
  • fotos
  • warket

  • Foto

    Blog als favoriet !

    Foto

    Laatste commentaren
  • geen titel (maart)
        op verkeerde ochtend
  • Vele groetjes uit Zonhoven (sloefke)
        op droomwereld
  • ongetiteld (warket)
        op verkeerde ochtend
  • Ja inderdaad, (Michelly)
        op verkeerde ochtend
  • ongetiteld (warket)
        op zaterdag 21 maart
  • Gastenboek
  • groetjes terug
  • Groetjes.
  • fijne avond
  • vriendelijke groetjes van uit Tessenderlo
  • WANDELGROETJES UIT BORGLOON

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!