verbruikte toekomst
Inhoud blog
  • droomwereld
  • spiegelscherven
  • voor een medemens
  • Lacjeaw
  • verkeerde ochtend
  • nietsnut
  • noma
  • bloemenvrouw
  • maart
  • nostalik
  • schemerschrift
  • vuur
  • zaterdag 21 maart
  • niksniksniks
  • zwerfvuil
  • luchtbelheiligen
  • coiffeur
  • hazenrug
  • speekselgeut
  • zondag vijftien februari tweeduizend en negen
  • wandelstok
  • vraag me af
  • straatsteenCé
  • vrijdag 16 januari 2009
  • lompenvrouw
  • brief
  • rugkeuvel
  • begin 2009
  • simpel
  • vrijdag 26 december 2008
  • ongetiteld
  • ouderschap
  • kil fluistert het weer
  • ongetiteld
  • Dinsdag 15 augustus 2006
  • dinsdag 2 december 2008
  • slapende mens
  • land in
  • amsterdam
  • 25 mei 2006
  • neushoorn
  • parijs
  • zwartwitteveetje
  • ongetiteld
  • zondag 9 november 2008
  • kijken
  • volrond
  • ma
  • heidenspraak
  • neig
  • donderdag 14 oktober 2004
  • dinsdag 11 april 2006
  • zondag 5 oktober 2008
  • blind
  • zondag 9 april 2006
  • zondag 28 september 2008
  • schuw
  • duimreuk
  • mountainbike
  • de laatste mens
  • konijnenvoer
  • demonen
  • bloedneus
  • in opgetroopte hemdsmouwen
  • helaas
  • geur
  • afscheid
  • litteraire droom
  • zondagnacht
  • ietwat verward
  • ze bijt
  • nachtvandaag
  • poken
  • nooit gestopt
  • hoe mijn leven begon
  • roi Albert
  • kilte dampt
  • windstoten
  • hoteldroom
  • flodder
  • papillon
  • tweeling
  • laatste dag
  • zwijg
  • piemonte
  • de lege uitgestrektheid der dingen
  • kostuum
  • onverzonden brief
  • regenboog
  • hoe- hoe ' erkoe
  • vrijheid
  • 1 juni 2008
  • aapneus
  • zeug
  • drie eigenzinnigen
  • katrien
  • ik en de wereld
  • nieuwjaar
  • italië
  • goulash
  • stalen vogels
  • fietstocht
  • ma
  • dertig april 2008
  • aardbei
  • repetitie
  • gele tulp
  • hommel
  • azuurblauwe morgen
  • roofvogel
  • zaterdag twaalf april 2008
  • Brussel
  • droomhuis
  • dampende mest
  • vrijdag 20 augustus 2004
  • schaduw
  • vraag me af
  • hapjetapje
  • bloemenvrouw
  • waterdame
  • caroline
  • mistig
  • donderdag 20 maart 2008
  • vreemd normaal
  • kijk
  • wanhoopsdaad
  • barman
  • dinsdag 4 maart 2008
  • ooit
  • vandaag
  • vandaag
  • verkoudheid
  • geboorte
  • gebroken spiegel
  • verzwegen
  • dinsdag 12 februari 2008
  • naartoe
  • sprekver...
  • sneeuw
  • aftakel
  • konijn
  • lichtwoorden
  • donderdag 24 januari 2008
  • toch
  • theo
  • weetik?
  • duet
  • striem
  • storm
  • geen hout meer
  • maandag 22 mei 2006
  • malschaduw
  • snolwijs
  • mal4
  • mal3
  • mal2
  • mal1
  • volkscafé
  • mosselfriet
  • verstotene
  • kerstavond2007
  • ontbijt
  • dialoog
  • sneeuw
  • vorst
  • evjeke
  • boerweg
  • 2late
  • frietketel
  • ik wil nog wel even
  • woestijnmensen
  • honds
  • onpoeet
  • onnozel
  • weeral hetzelfde
  • zondagsmarkt
  • poker
  • onzin
  • marcel
  • bouwvakkers
  • festijn
  • nog wat tijd
  • pint bier
  • jeke
  • droom1000
  • citeer
  • brunch
  • sjoukroet
  • schouwburg
  • onkruid
  • plvc
  • koeien
  • seizoen
  • witlicht
  • arlette
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    verbruikte toekomst
    21-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.patersbeen
    k heb een stuk patersgebeente meegebracht dat ik gekregen heb van een Pool. Een grondwerker. Hij vertelde me dat zijn land helemaal plat gebombardeerd werd. Geen enkel monument was overeind gebleven. Hij zei dat hun geschiedenis tastbaar blijft in verduurde holten van kogelgaten in de bouwsels die overbleven. Van hem heb ik een patersgebeente gekregen, een onderbeen. Hij toonde mij ook een muntstuk, vandaag gevonden bij graafwerken tegen de gevel van een kerk. Ik wreef het schoon, bekeek het aandachtig en zei: het is Belgisch, en zie, het is een frank uit de negentiende eeuw.  Geef mij dat patersgebeente en  de munt is van u.
    België bestaat honderdzeventig jaar, zei hij.
    Nu kijk ik ernaar terwijl ik het vasthoud in mijn rechterhand, het gebeente.
    Ach zo, schrijf ik in mijn moedertaal. Ik eet een rauwe varkenspens.
    Warket wart hoor ik denken
    Ik verdun de mast van de parasol met raspend schuurpapier totdat hij tot boven open gaat.
        Wat gaan jullie doen vanavond?
    We gaan iets koken.
        Bij haar of bij ons?
    Bij haar.
    De klokken luiden of denk ik het maar?
    Neen, ik ben er zeker van, de klokken luiden.
    Zit ik hier als een ongeschoren bohémien kousloos met sandalen aan.

    zo speelden we gisteren een muziekstuk tezamen
    mijn jonge schreeuw en ik
    met uitgestoken armen
    een partituur als voetbal met elkaar
    tegen mekaar
    met twijfelende zekerheid
    de eerst helft
    met de billen bloot
    in ons lied verzonken
    de kans is groot dat we beiden oud worden
    in een buitenwereld die moeilijk blijft
    zonder verloren tijd te moeten inhalen
    we wantrouwen beiden de toekomst van het verleden

    21-04-2007, 10:13 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    20-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nostalvand

    Vooraleer ik binnen ga  rook ik een voorlaatste sigaret, kijkend naar de sterrenhemel. In al die tijd is daarboven niets veranderd. Het is een geruststelling, een houvast.
    Ik liep met mijn broer achter onze ouders aan als we ’s avonds na een familiefeest naar huis gingen. We keken naar de sterren in een gitzwarte hemel en probeerden ze allemaal te tellen. Af en toe bleef mijn vader staan en wees hij naar de grote en de kleine beer. Dan liep hij weer verder langs het voetpad naast de kasseiweg met ons moeder, zij aan zij.
    Bij elke lantaarnpaal zagen we hoe onze schaduw in het oranje lichtschijnsel bewoog, terugkeerde en opnieuw verdween. Mijn broer en ik keken er zwijgzaam naar en vroegen ons af vanwaar die schaduw kwam.
    Nu ik in die sterrenhemel kijk denk ik aan toen. Niets is daarboven veranderd.

    Bijna nacht. Straks zwiert jonkheid over de hekkens, als schimmen alsof ze geschapen zijn voor de zonde. Onverwoestbare vrijdagnacht.

    Wij hadden thuis een zwart-wit TV waarmee we naar twee zenders konden kijken. Op zaterdagavond keken we in het kleine salon in het pikkedonker naar een western of een oorlogsfilm en aten we gebak dat ik meestal ging kopen in de winkel halverwege de straat. Kopen was een groot woord. In de winkel hielden ze de rekeningen bij, die ons moeder achteraf ging betalen. Onze nonkel en mijn grootmoeder, die hardhorig was, kwamen ook.
    Alleen mijn vader mocht de TV bedienen. Ze hadden hem verteld hoe alles marcheerde. Op het toestel mocht zo weinig mogelijk sleet komen in de tijd. In die tijd van slijtbaarheid is veel veranderd. De tijd heeft hem in grootvaderschap veranderd.

    20-04-2007, 23:14 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    18-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hel
    Er zijn er die heen en weer blijven lopen tussen de kelder en de toren,
    zich altijd op de trappen bevinden, en de tussenliggende ruimtes overlaten aan verval en stof.
    Zelf bezoek ik de boven- en benedenkamers veelvuldig.
    Ze zijn volgepropt met angsten, driften en dromen, opgebaard in kartonnen dozen.
    De eenzame leegte die ik daarbij voel heeft iets sacraals. Bonjour aan men eigen.
    Zo bewoonde ik in een van die ruimtes een huis met haar. We hadden een relatief vriendschappelijke relatie,
    maar de innigheid die we al jaren deelden was verdwenen. Ze had een vriend die mee inwoonde.
    Die man had geen zeggenschap. Hij was attentvol voor haar, iets dat ze bij mij miste.
    Bij hem zocht ze troost voor het gemis aan liefde die ik haar niet meer kon geven.
    Ik verachtte die man. Toch stond ik zijn aanwezigheid toe.
    Op een zondag hadden wandelaars zich samengeschaard in onze ruimte. Het duurde een tijd vooraleer
    ik merkte dat ze een vreemde taal spraken. Ik werd volkomen genegeerd.
    Toen ik haar vroeg wat hier gaande was, bleek dat mijn vader de wandelaars uitgenodigd had.
    Op een bed lag een vrouw. Ze schreeuwde dat ze ongesteld was.
    Plots ging ze met haar rug naar mij liggen en trok ze jammerend haar kleed over haar dijen.
    Tot mijn verbijstering had ze stekelig haar op haar onderrug.
    Ze wendde zich van me af en liet zich liefkozen door een bezoeker. Dan merkte ik pas
    dat ze zo lelijk als de duivel was.
    Iemand vertelde me: ge kunt beter niet verder gaan
    maar nu ben ik halverwege in de hel
    en besluit ik om er verder door te waden.

    18-04-2007, 17:17 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    17-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.scheldekaai
    Antwerpen, Scheldekaai nr...  : de zon staat nog laag als ik wakker wordt door het ochtendgeraas. Het is het geluid van een stad.
    Ik wrijf de nachtslaap uit mijn ogen. Mijn spieren zijn nog klam.
    Hoe ben ik vannacht op deze bank zo dicht bij het water verzeild geraakt, vraag ik me af.
    Nog tachtig kilometer af te leggen. Dat zal de reden zijn.
    Ik rook een sigaret om de tering uit mijn longen te bevrijden. Gelukkig is er nog overschot in de fles.
    Stinkend als een dier sta ik recht in het zonlicht dat mijn ogen niet verdraagt...mijn ogen niet verdragen.
    Ikzelf en mijn fiets zijn ongeschonden gebleven.
    Een nieuwe dag, een uitgestelde thuiskomst.
    Ontredderd met een geluksgevoel sta ik daar in de ochtend te balanceren terwijl de omgeving draaft in alledagelijksheid.
    Met een landkaart in mijn hoofd kijk ik opnieuw naar de zon.
    In het Oosten kan ik terecht in de woestijn en in het Noorden bij de Eskimoos. Tachtig kilometer verder in het Oosten ben ik thuis.

    17-04-2007, 22:34 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ontmoeting

    Laten we nog eens bijpraten, had ze gezegd. We hadden mekaar al lang niet meer gezien. Die ochtend was ik vroeg vertrokken. Ik zou bij haar langs komen. Dat hadden we afgesproken. Ja, heel graag, had ze gezegd.

    De ochtend was blauw. Voor ik vertrok nam ik een slok absint om de kilte te verdrijven. Dan dacht ik aan haar, of ze eruit zou zien als het beeld dat ik me nog herinnerde, hoe haar stem zou klinken en hoe ze woonde op het adres dat ik opgeschreven had.

    Toen ik aanbelde kon ik nog net een glimp opvangen van haar nieuwe vriend die vertrok.

           Ik eet en slaap niet meer van verliefdheid zei ze meteen en ik krijg rimpels in mijn gelaat.

    Ik had champagne meegebracht.

           Je bent vermagerd maar van die rimpels zie ik niks, antwoordde ik terwijl ze een champagne- en limonadeglas uit de kast nam. Je ziet er verrukkelijk uit.

    Ze had van die mooie ogen als een verdwaalde ster. Nu herkende ik het weer,  die glimlach die nooit voluit ging alsof een mysterie haar tegenhield. Misschien kwam het door haar minnaars die ze een voor een als bloedende ridders achterliet op het slagveld van de sleur.

    Ik mocht haar gratie verdienen door geen minnaar te zijn.

           Ik hou nog steeds van jou, zei ik in een opwelling.

    Je zou mijn vader kunnen zijn, antwoordde ze onverbaasd.

           Weet ik wel, maar toch is het zo. Nog wat champagne voor het ontbijt?

    Ik stond naast haar toen ze zich opfriste voor de spiegel. Ik wou weten hoe ze dat deed.

    Daarna ontbeten we  aan een hoog taboeret en  keken we achteraf vanop een bank naar het water. Het had wel iets meer dan alledaagsheid.

           Heb je nog tijd om te winkelen?

    Ik heb dagen tijd.

    Ze wou een short dat ze in een vitrine had gezien. Toen ze uit het pashokje kwam zag ik voor het eerst haar blote benen. Het short was een maat te groot.

           Ik ben niet graag alleen, zei ze.

    Ik wel. Als ik alleen ben kan ik de wereld absorberen.

    16-04-2007, 22:34 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    14-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zomerblues

    Op een grasveld opbenbaar liggen twee ontblote lichamen van een man en een vrouw zomaar in een namiddagzon naast elkaar. Hij op de buik, zij op de rug zonder zonnebril aan.

    Hoe doet ze het?

    Zelfs halfschaduws is het licht verblindend.

    Halfschaduws, bestaat dat wel?

    Ja, het bestaat. Het is…als je vanuit een schaduw over zijn begrenzing kijkt…

    Aan elk stoplicht zie ik fietsende schouders schaars gestrengd in pastelkleurige lintjes.

    Je ziet ze verschijnen met het zomerlicht, sommigen als een firnament vol sproeten, anderen egaal als een sneeuwlandschap of als een stilstaand oppervlak van koffie verkeerd.

    Dan ga ik langs zonovergoten terrassen,  nokvol versierd met korte rokjes net niet het mysterie van donkere spelonken onthullend. De vijftig voorbij heb ik daar meer aandacht voor.

    Neuriënd begeef ik me door deze diversiteit. De wereld is het bekijken waard. Het gebeurt in een schijnbeweging van noodzaak en luiheid.

     

    de stad smeult naar de vooravond…

    leuren, gluren in straten

    langs open pleinen

    toevallig raken ogen elkaar

    op de grens van het onuitstaanbare

     

    parfums in de straat

    jonge meisjes rieken fruitig,

    hun moeders iets meer genuanceerd

    en de oudere dames laten nog altijd met dit zomerweer

    die onverwoestbare zweem van gedegenheid na

     

    diep uitgesneden decoltés

    ze doen alsof het hun niet kan schelen…

    al zijn ze gladiatoren in een overbevolkte stad

    en etaleren ze het beste van zichzelf

    in een gratuit spektakel van vleesgeworden schoonheid

     

    ik denk aan de sterfelijkheid ervan,

    al die schoonheid die zal veranderen

    als een roestig stuk oud ijzer

    dan kijken ze net zoals ik naar al die beweging

    terwijl het kruid rond mijn grafsteen bloeit

     

    voor het zover is ga ik naar huis

    met de ondergaande zon als gesmolten goud in mijn ogen

    langs een zingend landschap in een heidens hooglied

    een onzichtbaar geluid,

    onzichtbaarder dan de ziel

    14-04-2007, 14:33 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    12-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.foert
    Donderdag 12 april 2007

    Ik ben onderweg naar mijn werk. De zon is pas opgekomen. Het is nog fris.
    Ik fiets met handschoenen en een wintermuts aan.
    Op de veldweg ligt een dode kat.
    Al vijf dagen fiets ik haar ontbindend lijf heen en weer voorbij.
    Halfweg blijf ik staan om naar dit zonovergoten landschap te kijken. Er scharrelt een fazant in het pas omgeploegde veld.
    Ik voel stilte in mijn binnenste. Ik neem vandaag verlof.
    Deze keer heb ik op dit uur het zonlicht in mijn rug. Geen wolk in de lucht.
    Thuis gekomen (het is dan kwart na acht) zie ik haar zitten in de fautuille met een tas koffie in haar hand.
        Ik heb te lang naar het zonlicht gekeken, zeg ik. Vandaag neem ik vrijaf.
    Zie dat ge nog genoeg dagen op overschot houdt voor onze grote vakantie, antwoord ze enigzins bezorgd.
    Na vandaag heb ik nog drieëntwintig dagen tegoed.
    Nu breek ik met blote handen in ontbloot bovenlijf takken uit de hof en kijk ik verbaasd naar het bloeisel om me heen.
    Ondertussen ligt de hond vanop de koer mij te beloeren.
    Het is heerlijk heet vandaag. Precies zoals in de Provence.
    Zullen we een fles wijn ontkurken met een stukje kaas?
    Door de wijn ruist de zee in mijn oren.
    Ik was tien toen ik ze voor de eerste keer zag. Met mijn ouders met de trein naar Blankenberge. Ik was toen rood verbrand.
    Hmm...die schapenkaas is lekker en die rooie 'Oltesse' vanuit tweeduizendenvier is als een schaamlip vol wellust.
    Ik heb zin om zomaar wat voor me uit te turen. Daarna doe ik opnieuw mijn klompen aan. Zalig, die houten klompen.
    In deze instandhoudende woelige wereld zit ik op deze plaats op een blad papier bedrukt met goudkorrels en gele gedroogde
    bloemen te schrijven.
    Op de tafel in de schaduw ligt een woordenboek, staat een inktpot, een fles wijn en een asbak.
    Gras kan je het moeilijk noemen wat daar achteraan groeit. Het is een mengsel van boterbloemen, netels, paardebloemen
    en konijnenvraatsel. Daarom maai ik het met de sikkel in de hand en laat ik de mooiste exemplaren staan.
    Gespreide struiken bind ik met een hennepkoord bij elkaar om het onkruid ertussen te wieden.
    De zon verhit mijn rug. De fruitvliegen plagen.
    Het is zeventien uur geworden. De tijd wordt. Ik zie het door mijn bezigheden.
    Mijn zoon komt thuis en loopt op zijn kousen door de tuin met een bananenschil in zijn hand. Het dient de mesthoop.
    Ik heb koffie gemaakt met een more heet water. Een sterke jat die ik in een paar teugen leeg drink.
    Dan ga ik terug tussen de struiken met mijn klompen aan.
    Anderhalf uur nadien zindert mijn lichaam nog van de koffie die ik gedronken heb. Mijn maag is dichtgeklapt.
    Tijd om eten klaar te maken. Sla, tomaten, abrikozen, pepers en zalmsla.
    Vandaag heb ik weeral geluk gehad. Mijn hele leven al heb ik geluk ook al zat geluk in mijn kindertijd achter tralies.
    Tot een kwade dronk is het nooit gekomen.
    Mijn mentale voettocht stuit op ongerijmdheden en spanningen in een niet aflatende wellust naar iets anders.
    Steeds opnieuw dat verlangen dat telkens verdwijnt wanneer het ingevuld wordt.
    Nu is het bijna donker. Ik kan de inkt waarmee ik deze woorden schrijf moeilijk van de omgeving onderscheiden.
    De rest van dit schriftuur dient het restant van leegte op dit blad papier.
    Schilderen met woorden zonder betekenis.

    12-04-2007, 22:27 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.kerk
    Ik voel me zo gelukkig door dat zomerweer! Terwijl ze dat zegt maakt ze een zwaaibeweging met haar armen.
    Ik ook, zeg ik.  Het maakt iedereen blij, zelfs binnenshuis. De zonsopgang is indrukwekkend. Het wordt zomer.
    In mijn tuin fluit een bruine merel en ik heb eergisteren al bijen en vliegen gezien.
       Ik heb koffie opgezet...als je wil, zet uw jat onder het koffiemachien...ik weet dat je graag sterke koffie drinkt.
    Heb jij de sleutels van de kerk? Ik ga er straks naartoe.
       Wil je dat ik mee ga?
    Hoeft niet.
       Ik ga mee. Het is daar bouwvallig, men weet nooit wat er gebeurt. Daar moet je met twee zijn.
    We gaan te voet. Onderweg toont ze me de bakker waar ze de lekkerste taarten verkopen en de bloemist waar ze de mooiste bloemen verkopen.
    De achterpoort van de kerk staat op een kier. Wat overblijft van de vloer is bedekt met duivenstront en kadavers. Op de wenteltrap naar de toren ligt het geraamte van een kat. Er staan nog wat beelden in de kerk. Het blaaspijporgel is nog intact. De biechtstoel en de preekstoel liggen verspreid over de grond. Er ligt een afgebroken hand van een heilige tussen het puin.
    We gaan tot boven en als ik op de gewelven kruip schreeuwt ze: doe dat niet, dat is te gevaarlijk....maar ik wil de dakgebinten zien, het is mijn stiel. Als we beneden zijn zitten we onder het stof. Ze kuist haar zwarte rok aan de voorkant, draait de achterkant naar voor en kuist de achterkant voorwaarts. Daarna draait ze de voorkant terug naar achteren. Ze klopt de spinnewebben van mijn rug. We bekijken de buitenkant van de kerk.
    Op de terugweg koopt ze twee taartjes bij die beste bakker en eet die wandelend op.
       Zullen we een terrasje doen, vraag ik.
    Mag dat tijdens de werkuren?
       Neen.
    In de schuit dan. Ik moet plassen.
       En ik heb stof in mijn keel.

    12-04-2007, 09:56 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    10-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.jeke

    het begin ligt in een verleden
    en het einde wacht in de toekomst
    dan nog zullen de wolken verder trekken
    nog duizenden jaren bekenden blijven
    valt er af en toe een naar beneden
    en lopen we in de mist
    ondertussen drink ik mijn beker leeg tot op de fond
    want morgen kan het anders zijn
    schrijven tussen natte vlekken
    door mistdruppels gebroken zinnen
    een zinloos gedicht met vier regels
    die één zouden kunnen zijn
    er komen mensen voorbij
    ik zie het van op een bank onder een reusachtige boom
    ze komen fietsend, lopend, communicerend zij aan zij voorbij

    10-04-2007, 23:47 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.paaszondag 8 april

    We waren met de fiets gekomen. Eerst door het bos en dan langs de avenue Louise. We twijfelden of dit wel de juiste voordeur was.
    Net voor we wilden aanbellen stond ze in de hall. Hoe ze wist dat we aan de voordeur stonden blijft een raadsel tenzij ze bij toeval net
    de trap afkwam.
    We zijn een half uur te vroeg.
    De tafel staat gedekt in de tuin.
    Zonovergoten daktuin in de stad. Een oase voor gevleugelden. Er nestelt zelfs een bosduif in een naaldboom.
           Zie dat ge die champagne die we meegebracht hebben nu niet ontkurkt want die heeft achtien kilometer in mijn fietszak gestoken.
    Ik heb hem opzij gezet, zegt ze terwijl ze me een glas van haar champagne aanreikt.
    Ondertussen heb ik mijn hemd, schoenen en kousen uitgedaan. Het gras is mals onder mijn voeten.
    De anderen komen een half uur later.
    Zij ( ik noem haar volle maan op nieuwjaarsdag ) komt als eerste in mijn buurt.
           Hmmm...mooi...heerlijk. Wat voel ik me gelukkig, prevelt ze welgemeend. En de zon, en die tafel...moet je zien!
    Ze heeft de hele week geschilderd. Vandaag niets doen doet deugd.
    Een voor een komen ze. We zijn met zeven.
    Laten we een toefje en een toetje proeven.
    De gastvrouw heeft meer dan haar best gedaan.
           Je haar is zo grijs, zegt die andere tegen mij.
    Dat komt omdat zijn kop verbrand is door de zon, zegt een ander.
    Schuin voor mij zit hij te grijnzen. Een grijsaard met kruintje rozig kaal. Net zoals ik heeft hij zich ter gelegenheid geschoren.
    Hij naast mij heeft zich net voor hij haar leerde kennen kaal geschoren. Om beginnende kaalheid te verdoezelen, vertrouwt hij me toe.
    Twee vrouwen hebben hun haar gekleurd. De ene iets donkerder dan de ander. In het zonlicht krijgt het een goudkleurige schijn.
    De andere twee laten hun tooi de taal van de leeftijd spreken. Grijs met zwart, blond met grijs vermengd.
    Met profijtige vingers neem ik een stukje toast. Het begint met de dingen die je alleen in het verkleinwoord mag schrijven (drankje,
    toastje, proevertje...).
          Ik voel me zo gelukkig, zegt ze nogmaals terwijl ze haar blouse uittrekt. Het is hier zo warm in de zon.
    We vragen ons af of de zomer nu begonnen is. Alles staat in bloei. Het is de schuld van het broeikaseffect.
          Niet zeuren, zegt iemand. Laten we ervan genieten.
    We heffen het glas op...'zijn begrafenis ' schatert hij met een verimpelde vinger naar mij wijzend.
    Volgens hem zal ik de eerste zijn in dit gezelschap die zijn toekomst zal verbruiken.
    Wie denkt dat mannetje wel dat hij is? Ik die in het diepst van mijn gedachten beschik over een godengestel.
    Zelfs een dood paard in een wijnglas zou nog hinniken in mijn geval.
    En zelfs, ja, je weet maar nooit, moest een van hen mij overleven, wil ik dat het die dag een feest wordt met de beste chocoladetaart
    en drank in overvloed.
    Spijtig genoeg zal niemand onder hen deze wilsbeschikking indachtig zijn want ze lezen mijn schrijfsels niet.

    10-04-2007, 13:44 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.onvoltooid

    De woorden die ge leest  betekenen  mijn werkelijkheid. Het is mijn spraak.

    Ze zeggen dat ik nooit over haar schrijf, en dat is waar. Het is moeilijk te beschrijven hoe het is om mekaar al die tijd onvoorwaardelijk te dulden. 

    Ik ben alleen achtergebleven in deze avond, in de hoek waar ik zit te schrijven met gedempt licht. Ik spreek naar de lucht tot iemand mijn woorden leest  Twee woorden zoals wijnrood en fluweel.

    Ik heb zo het gevoel dat ik dingen ga moeten voltooien. Tijd en ruimte, dat beweegt. Daar kan je niet omheen. Er blijft niet zoveel tijd meer over.

    Meer en meer denk ik aan onze sterfelijkheid. Vreemd genoeg bedroeft mij dat niet. Wat mij nieuwsgierig maakt is of er iets onthullend zal zijn bij onze dood, of zal het zijn zoals voor onze geboorte: niets.

    Hoe kan ik dit tijdelijk bestaan erkentelijk zijn?

    Ik dacht dat ouderdom wijsheid schonk maar ik heb meer vragen dan voordien. In die nietigheid oordelen, dat maakt onszelf.

    10-04-2007, 10:34 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    09-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vogel
    zo verblijf ik hier als een ongevleugeld dier
    met de gedachte van:  ik zou een vogel willen zijn
    glijden op de wind
    op en neer
    tot boven wolken
    en de zon zien
    zelfs
    toevallig sterven in mijn lot

    ze bestaan
    bij het krieken van de dag en voor zonsondergang
    vliegen ze met honderden
    met duizenden
    weg van hier nu het winter wordt
    vrijheid zonder keuze
    ik zou een vogel willen zijn

    vliegen zoals in dromen
    nog beter dan vogels
    met traagheid
    en mensengedachten
    vliegen zonder vleugels
    toevallig in een droom

    09-04-2007, 10:20 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    06-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.parfum
    eerst riek ik aan mijn linker pols
    dan laat ik mijn neus glijden naar een nicotinevinger
    en daarnaast riek ik aan het goud van een ring
    dan vouw ik mijn duim en wijsvinger in een kromming
    en riek ik in de holte van mijn hand
    het is een bezigheid die me op dit moment zint


    06-04-2007, 23:29 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.koers

    Nummer eenentwintig gaat winnen.
    Neen, nummer een.
    Eenentwintig klinkt beter. Nummer een maakt geen kans.

    Ik heb net gekozen voor nummer een omdat het zo kansloos is. Dat maakt de keuze spannend.
    Ik kies voor eenentwintig omdat het zo kansig is.
    Dan barst hij in lachen uit. Het verwondert de vrouwen niet eens. Ze zijn gewoon dat we af en toe
    in alle ernst tegen elkaar zeveren.
    Een van hen gaat uit de bol en drukt haar vrouwelijkheid onachtzaam tegen mijn verouderd lijf.
    Vegetarische Lasagne is haar specialiteit. Ze luistert niet eens als ik iets zeg.
    Het is hem niet alleen om het eten te doen maar om de bijeenkomst, het samenzijn. Onze gedachten
    snuffelen met elkaar.
    Buiten koersen wielrenners om te winnen. Er is volk op straat. Een chanse dat het zonnig is.
    Ze spurten de laatste ronde. Wie wil nog champagne en chocoladetaart?

     Je schrijft altijd over datzelfde.
       Ja, ik kan het me niet laten. Vandaag heeft het geregend, gestormd, en uiteindelijk staan de sterren nu aan de hemel. Wat anders bewoog  komt nu samen in een stilstaand moment.
    Ik zit er buiten naar te kijken samen met een onbestaande.
       Geloof jij in God, vraagt hij.
    Door de ernst van het onbekende gegrepen antwoordde ik: ik geloof in de uitdeining  die ik in de verste verte niet kan zien. Wat daaraan voorafging is een mysterie.
    Ik dacht uit het niets te komen en naar het niets terug te keren. Niet zomaar niets  maar
    het "niets" als een vormloze ongestalte,
    maar iets komt niet uit het niets, want moest dat zo zijn zou het niets zijn.
    Dat we uit het niets in een bestaan terechtkomen heet dan ook een halve waarheid te zijn. We herinneren ons het voorgaande niet, dus noemen we het niets. Dat we naar het niets terugkeren is ook een zinsbegoocheling, want wat aan zijn einde komt sluit zich slechts in onze ogen en stapt door de duisternis  opnieuw tot in het licht. Als het leven breekt ontluikt het nieuwe op eigen kracht.
    De onbestaande had tot nu toe gezwegen. Dan vroeg hij: wat bedoel je daarmee?
       Wel, antwoordde ik: wanneer de wind gaat liggen in mijn gedachten houd ik me bezig met daadwerkelijkheden. Eergisteren heb ik me uitgesloofd met bezigheden waarvan je achteraf niets merkt, alsof die bezigheden nooit hebben plaatsgevonden.
    Moesten die bezigheden er niet geweest zijn, zou je merken dat ze niet hadden plaatsgevonden.
    Ik wachtte tot de onbestaande me nog iets zou vragen maar hij was alweer verdwenen.
    Ben jij God misschien, mompelde ik vooraleer in een zoete zorgeloosheid naar binnen te gaan.

    Zijn die dagen van ons die voorbij zijn volledig verdwenen en is er niets van overgebleven?

    06-04-2007, 21:41 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.maandag 26 februari 2007

    Twee kompanen hadden me gevraagd om mee te helpen met een overval op een geldtransport.
    Zij bij mij en ikzelf hadden aanvankelijk toegezegd maar uiteindelijk haakte ik af omdat
    een van hen een vuurwapen zou meenemen. Zij bij mij wou meedoen. Ze hadden een
    bestuurder voor de vluchtwagen nodig.
    Ik probeerde haar te overtuigen om af te zien van het voornemen maar er was geen houden aan.
    Elke dag ging ze weg om met die twee te oefenen voor die fatale dag.
    Ik voelde me bedrogen en in de steek gelaten.
    In een ultieme poging om haar te overtuigen niet mee te doen, zei ze dat ze haar vrienden
    niet in de steek kon laten. Ze hadden een chauffeur nodig.
    Zoveel bereidwilligheid voor twee gangsters was me te veel. Ik besloot haar te verlaten.
    De bus die ik genomen had zat stampensvol. Bovendien reed de chauffeur roekeloos.
    Ik stapte drie haltes verder uit en ging te voet verder naar de plaats waar de overval zou gebeuren.
    Naar de avond toe ging ik schuilen in een overdekt hondentoilet. Er kwamen mensen binnen met een kat.
    Het duurde niet lang of het stonk er naar kattenpis. Ik ging verder tot in de straat waar het geldtransport
    morgen zou overvallen worden. Er was een buurtfeest met bejaarden waarvan ik de meeste kende.
    Ze lachten en klampten me aan. Blijf bij ons want vannacht gaat het onweren, riepen ze.
    Aan tafel vertelden ze me dat morgen in de straat een hold-up zou gebeuren. Iedereen wist ervan.
    De politie zou massaal aanwezig zijn.
    Ik stond aan de grond genageld. Ik hield nog van haar. Ik moest haar zien te bereiken maar
    niemand had een telefoon op zak.
    Dringend terug nam ik de kortste weg langs onverlichte veldwegen en klauterde ik langs heuvels
    door het slijk.
    Thuisgekomen zag ik dat ze weg was. Ondertussen begon het al in de ochtend te schemeren.
    In mijn wanhoop klopte ik bij de buren aan. Die wisten me te vertellen dat ze met twee rare venten
    net vertrokken was. Zelfs met de fiets zou ik nooit op tijd ter plaatse zijn.
    En dan, toen ik op instorten stond, kwam ze binnen. Ze had zich bedacht.
    Opgelucht ging ik het huis uit.
                    Waar ga je naartoe, vroeg ze.
    Ik weet het niet, maar ik kom niet meer terug.
    Ik had gehoopt dat ze mij zou vragen om te blijven.
                    Neem dan ook de hond mee, zei ze.
    Ik hoor opnieuw krekelgeluiden; een concert van Carlos Santana.
    Het ritme van de tabla’s doet me denken aan het klauwen van een spinnende kat.
    Kijk hoe de klanken dansen, ze hebben een doel.
    Godenmuziek. Het paradijs komt in beweging. Stilstand komt tot leven in dit muziekstuk.
    De onzichtbare beweging van geluid dat mijn lastige oren streelt.
    Hoe meer ik me laat gaan, hoe zinniger worden mijn woorden.
    Ik wou voor een ogenblik in een woordenboek begrijpen wat "zinnigheid" is, en
    of ik dat dan ook correct geschreven heb op dit ogenblik.
    Zinnigheid is: ik heb geprobeerd het na te gaan maar het heeft waarschijnlijk
    zoveel betekenissen dat het misschien onbestaand moet blijven.

    Naar aanleiding van een schrijver die schreef over geboorte welt er iets in me op.
    Ik schrijf het als ik, maar ik was het niet.
    Het was dat uit een vorig leven waaruit ik geboren werd.
    Plots voelde ik dat er iets gebeurde. Onder luid gebonk zweefde ik langzaam weg van die ene
    vertrouwde plaats. Het gebonk versnelde en het werd steeds moeilijker. Ik had geen
    herinneringen, je weet niet eens dat je bestaat. Je weet ook niet wat je te wachten staat.
    Je kan niets weten. Alles wat je meemaakt is gevoel dat intenser
    wordt tot je voor de eerste keer angstig wordt wanneer het gebonk heviger en sneller klinkt.
    Je wordt onttrokken vanwaar je komt.
    Voor het eerst kreeg ik het benauwd. Ik had geen keuze.
    Ik kon niet meer terug.
    Een mens sterft twee keer: eerst bij de geboorte en dan na het leven.

    06-04-2007, 18:07 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    05-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gegrom
    ze gromde als een roofdier haar woede weg, ook al had ze geen gelijk.
    de omstaanders waren verbaasd en een van hen zij: 'mevrouw, dit is niet normaal'
    zo had ik haar ook nooit bezig gezien met die wanhoop in haar ogen
    die woordenloze grom als een uitdrukking van het onbeschrijfbare
    het was fair om zo te zijn
    gegrom als innige taal,  zo begrijpbaar zonder een litanie van onbegrepen uitspraken te moeten ondergaan

    05-04-2007, 22:38 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    03-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.poez
    nacht zonder wolken
    een kamer met halve akkoorden
    een open deur die tabaksgeur verdrijft
    en demonen verjaagt uit mijn gemoed
    tussentijds een waarloos kind in sprankelend water
    onbekwaam acteur die een toneelstuk speelt
    de regiseur en de spelers zijn er ook

    van poezie heb ik geen verstand
    toch stamel ik deze woorden

    mijn moeder was nog jong
    wij waren jong nu met jonksjaren in een verleden
    raar om dat nog te beleven
    een toneelstuk met tussendoor een waarloos kind in sprankelend water
    met een borrel in gezelschap zit ik daar in die ijle wereld

    het is mijn beurt zegt de regisseur
    de klokken luiden het uur in de tijd
    de zonsval beweegt en de berk ritselt
    en daarachter purperen en roze bergen

    van poëzie heb ik geen verstand
    toch stamel ik deze woorden
    ik weet niet eens waarom

    03-04-2007, 22:15 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    31-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.verjaard

    Ik moest van mijn moeder opnieuw trouwen voor de kerk. Zij droeg een versleten trouwkleed.
    Ik had mijn werkbroek en houten klompen aan. Het schemerde in de kerk.
    De pastoor stond op een balkon in de gewelven. Hij zei geen woord.
    Uit het publiek, dat niet alleen uit familieleden bestond, klonk geroezemoes. Ik hoorde
    mijn moeder huilen en mijn vader schreeuwen: we komen niet naar het feest!
    Onderweg vroeg een verloosd kind op een driewieler de weg. Ik was bang dat het in het
    verkeer zou overreden worden en nam het mee, samen met een schurftige hond langs een kronkelende aarden weg.
    We kwamen mijn broer tegen maar die wou niet mee omdat verderop een slang lag te slapen. Afkerig
    ging hij verder.
    In het huis was een bouwvallige ruimte waar ik met haar en tien vrouwen matig
    in drankzucht vierde. In de deuropening was een linteel losgekomen en begon het metselwerk
    uit te kavelen. Er sijpelde water door.
    Terwijl de vrouwen verder vierden begon ik met een truweel te metsen.
    'Het is allicht roekeloos om aan de geschiedenis eigentijdse pretenties te ontlenen' zegt Hugo.
    Vandaag is het vierentwig jaar  en een voormiddag geleden dat mijn oudste zoon geboren werd.
    Ik denk dat het op een dinsdag was. Wat ik zeker weet is dat het die nacht vroor.
    Gisteren, vierentwig jaar later, stond ik als een passant in de tijd  met innerlijke vrolijkheid naar drie eenden te kijken.
    Ik heb onlangs bij toeval met voorbedachte rade ook twee vrouwen ontmoet,
    vrouwen uit een verleden. Ze zijn me in de tijd niet vergeten. Ik hen ook niet.
    Ze hebben iets gemeen:  geen man kan hen enige tijd overleven. Ze hebben ongewild krassen op hun ziel.
    Ook al vlechten ze hun vingers biddend opdat liefde niet luwen zal, hun handen branden en de ondeugd glimlacht constant.
    Mannenhaters. Dat maakt hen zo aantrekkelijk. Heldhaftige vrouwelijkheid tegenover zelfvernietigende mannelijkheid. Hun diepte blijft me inspireren.
    Nog maar één keer vertel ik in een schrijven dat zich afspeelt in het grensgebied tussen de straat en een zeer beperkt publiek.
    De limiet tussen leven en verbeelding is daarbij flinterdun.
    En dan is er nog die andere. We kennen mekaar al meer dan vijfendertig jaar  zonder een intiem lichaamsdeel aan te raken.
    Ik ben zo nalatig  om de uitdrukking van mijn schrijven in deze spraak niet te verliezen. Denk ik toch, of is mijn gedachte
    zo nietig  in mijn eigen onzekerheid?
    En dan zij van ik bij haar. Ongelooflijke vrouwelijkheid met verstand. We delen al langer dan onze verzuchtingen dit leven.
    Ik weet het, ik ben een geile vijftiger, een naieve dromer en ik mors  koffie  over mijn kleren terwijl ik in zonlicht kijk naar een dame op een terras.
    'De groeiende tolerantie tegenover de excessen van rijkdom gaat hand in hand met een toenemende aanvaarding van armoede', schrijft Paul Goossens in 'De Morgen' op 31 maart 2007.

    De lucht wordt roze. Ik sta als eerste op en begin de tafel af te ruimen.
    Dan komt A. Ze maakt koffie. Dan komt de zon. Daarna komt hij en nog later zij van mij.
    Vlakbij is een struik die op citroenkruid lijkt.
    In dit openbloeien van de dag verspreidt ze haar bedwelmende geur als een onevenaarbaar
    parfum. De nectar glinstert in haar groene blaadjes. Het is alsof deze struik
    ons wil verblijden.
    Dankbaar streel ik haar opdat mijn hand haar geur moge dragen.
    Dankbaar kijk ik naar mijn evennaasten omdat we onze aanwezigheid kunnen verdragen.
    Dat de hemel onbewolkt moge blijven. Verstijfd door de nacht zitten we met
    onze blik naar het Oosten gericht.
    Ik ga te voet langs een grove asfaltweg naar beneden. De weg stopt in
    een klein dorp. Twee in het zwart geklede vrouwen lammeren tussen de olijfbomen.
    Het zijn de enige dorpelingen die ik tegen kom.
    Dan begint de klim langs dezelfde weg naar boven. Mijn lichaam verhit. Het zweet
    druipt. Toch doet het geen pijn. Integendeel, het schept een vermoedelijk welbehagen.
    Net over het middaguur ben ik terug. We brunchen met hesp, tomaten, eiersla,
    geroosterd brood met gepureerde tomaat en look, champagne...en push-café.
    Vandaag is het heter dan voordien. Straks gaan we ergens naartoe. Ze hebben
    me een Romeinse heirbaan en een oude vestiging van de Arabieren beloofd.
    Hij slaapt voor een half uur. Ik weet dat ik hem dan niet mag storen in
    zijn zalige rust. Hij zal straks rijden.
    Zij en zij zijn op het laagst gelegen terras. Af en toe ga ik er langs om
    hun vrouwelijkheid te voelen. Ze vervullen mijn decadente ziel met vreugde, en besef ik
    hoe hopeloos en eenzaam dit leven zonder hen zou kunnen zijn.
    Zonder hen zou ik misschien een zwerver zijn die de societeit zou bavereren. Nu is het
    alleen mijn ongeschorenheid en af en toe drankzucht die ze moeten tolereren. Dat is
    de prijs die ze er voor betalen. Ik ben het lot er dankbaar voor.
    Welriekende dames denken dat ze naar het zweet rieken. Zij van mij zegt: ik doe
    een andere blouse aan.
    Zij van hem slaakt een gelukzalige zucht, en vraag ik: hoe moet ik dit nu beschrijven?
    Meer kunt ge daar niet van zeggen, antwoord ze
    Zij, waarvan hij het kan aanvaarden, maakt hem wakker. Nog een sigaret en dan vertrekken wij.

    In dit prachtig dorp hebben we vijgen en boerejongensdrank gekocht. Nu aperitieven we
    terwijl we het avondmaal bespreken. Ik zit buiten net zoals eergisteren voor een witgekalkte
    muur te schrijven. De avond koelt de buitenlucht maar het wordt niet koud.
    Ik hoor hun spraak als een melodie zonder het te verstaan. De borden kletteren als simbalen.
    Hij doet de afwas.
    En de maan, die is nu volwassen. Ik kijk ernaar. Even maar kan ik haar gloed bekijken.
    Zij van mij komt buiten en legt haar hand op mijn schouder. De hemel is mooi, zegt ze.
    Ik weet dat ze geluk voelt.
    Scheer U, barbaar!
    Hij heeft zich ook geschoren. Een vent met een grijze stoppelbaard en zonder tanden
    brengt geen jolijt bij gesoigneerde dames. Ik wil mijn krediet in baldadigheid niet
    verliezen. Het scheermes schraapt mijn kaken en kin glad. Zelfs mijn opkomende
    snor gaat eraan. Ik wrijf mijn gelaat ter goedkeuring tegen hun ongeschoren vrouwengezicht.
    Hij zegt: ik doe dat ook tegen mijn goesting.
    De nacht voorbij. Dit wordt complete anarchie. Alleen kinderen en ezels schreeuwen nu
    niet meer. Het is genoeg geweest.


    31-03-2007, 00:00 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    30-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.getuigenis
    Er sluipen gestoorde poezen met jongen in half gesloopte huizen aan de rand van
    braak liggende grond bevolkt met muizen. Om daar te geraken moet je door een lange slecht verlichte
    gang met veel portalen. De kattenjongen gedragen zich agressief.
    In regenweer vertrekken we ongeduldig met vertraging. Hij, zij, zij en ik. Waar we binnen komen is het te warm.
    Hij rijdt. We nemen een slok. We roken een sigaret. We rijden langs bergen waar olijfbomen groeien.
    In een dorp zegt hij: 'kijk, appelsienbomen'.
        Blijf er af. Dat zijn sierappelsienen!
    Als het avond wordt eten we. We hebben het eten zelf klaar gemaakt. De houtkachel verwarmt het huis.
    Daarna ga ik met haar van hem op het hoogst gelegen terras kijken naar de valleien. Het is donker, maar de
    bijna volle maan werpt al schaduwen op de grond. Woensdag zal ze volwassen zijn.
    Terwijl we in dit gebergte ons geluk degusteren  beginnen honden te huilen en roept ze: 'helaba'.
    Dan zegt ze:  ik vind dat gehuil zo triestig.
    Daarna zwijgen de honden en speel ik binnen op een gitaar bij hem, haar, haar en ik. We hebben een pyjama
    aan gedaan. Hij niet.  Hij ligt nog met zijn schoenen aan in de zetel. Hij ligt daar goed.
    Dan gaan ze slapen en blijf ik aan de keukentafel zitten om dit getuigenis op te schrijven.

    30-03-2007, 21:44 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    27-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zieda
    Jawel, dit is de eerste ochtend van een nieuw jaar dat ik in mijn bloot lijf op dakniveau in
    een gebergte met een bromhommel in de buurt en met een schaduw van mijn pen zit te beschrijven.
    Mijn hand trilt nog van de voorbije nacht. De dames liggen getwee op het laagst gelegen terras
    lectuur te lezen. Ik ga hen begroeten.
        Oh, breng je mij een asbak, vraagt ze.
    Zie dat de zon u niet verbrand, zegt de andere wanneer ze mijn winters bloot bovenlijf ziet.
    Ondertussen zit hij te kakken.
        Komack, hebben we nog een vierde fles wisky?
    Ja, ik denk het wel.
        Dan drink ik de derde fles verder leeg.
    Het is feest, schrijft de schaduw van mijn pen.
    Mijn blik is dertig graden celsius rechts van Mekka gekeerd. Het middaguur komt eraan en mijn
    scheten stinken.
    Gisteren hebben we zeven arenden zien zweven in een thermiek. Terwijl ik ernaar keek kwam mijn
    vogelverlangen weer naar boven.
    Het deksel dat voordien een illusie van een pot bleek te zijn, ligt onbewogen op een pilaar.
    Deze keer vliegt er een bij voorbij.
    Ik riep: schrijft men b... met een korte of een lange ij.
        Met een lange ij, antwoordde hij.
    Ik had maar één vraag, dus zweeg ik daarna.
    Fantastisch is dit moment, omdat het geen pauze maar een afwisseling is.
    Ik wroet met mijn vinger diep in mijn neus want de lucht is hier droog.
    Zij leest en hij gluurt in het landschap. Op die manier heb ik hem nooit zien kijken.
    Ik denk: hij kijkt naar het onzichtbare. Hij breekt iets in zichzelf. Ik zal hem er niet
    over bevragen. Misschien zal hij het ooit vertellen.
    Zij van hem leest een boek. We zitten zwijgzaam vanboven. De wind in mijn rug scheert geur
    van verbrand hout met zich mee. Iemand heeft de houtkachel aangestoken. Zij van mij.
    Ik kijk naar zij van hem in een neergaande zon. Mijn schaduw bedekt halvelings haar lijf.
    Zie ze daar zijn, zij en hem. En zij van mij, en ik van haar. Waar is ze nu?
    Ze hoest en drinkt een glas wijn. Ze kijkt in de verte en dan gaat ze weg.

    27-03-2007, 00:00 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Foto

    Over mijzelf
    Ik ben warket, en gebruik soms ook wel de schuilnaam warket.
    Ik ben een man en woon in de wereld (de wereld) en mijn beroep is zien bouwen.
    Ik ben geboren op 11/09/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: vanalles.

    Archief
  • Alle berichten

    Mijn favorieten
  • website
  • kerima_ellouise
  • Kaatje Wharton
  • Marleen De Smet
  • fotos
  • warket

  • Foto

    Blog als favoriet !

    Foto

    Laatste commentaren
  • geen titel (maart)
        op verkeerde ochtend
  • Vele groetjes uit Zonhoven (sloefke)
        op droomwereld
  • ongetiteld (warket)
        op verkeerde ochtend
  • Ja inderdaad, (Michelly)
        op verkeerde ochtend
  • ongetiteld (warket)
        op zaterdag 21 maart
  • Gastenboek
  • groetjes terug
  • Groetjes.
  • fijne avond
  • vriendelijke groetjes van uit Tessenderlo
  • WANDELGROETJES UIT BORGLOON

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!