Er zijn sommige artikelen die bij mij het verlangen oproepen om er deel van te zijn, niet persoonlijk, daar ben ik noch verstandig, noch mooi genoeg voor, maar ik zou zo graag dichterbij zitten als de vrouw en Rik Torfs, the comming star,het over het maatschappijbeeld zouden hebben van de vrouw. Ik hoop namelijk, dat dat maatschappijbeeld wel bestaat, maar voor een simpele man onbegrijpelijk blijft.Spijtig dat de vrouw zomin als de man bestaat, maar laat ons maar doen, alsof de vrouw toch bestaat.
Eigenlijk niet zoveel naast de waarheid, want het kan niet anders of ze ligt op tafel in de consumptie industrie als de te paaien klant. Als ik door de straten van Brugge loop, dan valt het mij op, dat alles wat te koop wordt aangeboden bijna uitsluitend voor de vrouw is. Ik ga geen opsomming doen, daarvoor moet je een vrouw zijn, om volledig te kunnen zijn, het prettig vinden te kunnen zwemmen in ditjes en datjes, die blijkbaar nodig voor het geluk. Hoewel ik geloof dat gelukkig zijn een beetje een simpele neerslag is van het doel dat de vrouw van vandaag zich stelt. Het maakte de man gelukkig om de sterkste te zijn te snelste, de slimste, de rijkste en vooral om de mooiste vrouw te hebben. Vandaag denk ik dat hij al gelukkig is als het vrouwtje hem wel wil hebben. Het is nu de vrouw die de mooiste wil zijn, de verstandigste, de intelligentste, de meest dynamisch die moet kunnen kiezen, wars van alle banden, tenzij die van kinderen, als er crèches zijn. Hier en daar zie je nog een verloren mannelijk aangeklede pop in de winkels, wat ik een goed beeld vind van het belang van de man, en niet alleen in de koopjestijd. Consumeren is schijnbaar het maatschappijbeeld dat aansluit bij het gedachtegoed van de vrouw.
Als Rik Torfs vindt dat de man in een dipje zit, dan lijkt mij dat een understatement, de professor eigen, die illustreert hoe erg het gesteld is met de man. Onderdrukking is de beste voedingsbodem voor humor, en nu wil ik niet zeggen, dat de man onderdrukt wordt, nee, het is erger. De vrouw maakt van de man een karikatuur, solt met hem, zodat hij niet meer weet wat hij moet doen om het vrouwtje, het uiteindelijk doel van alle machos, sportmannen, politiekers, allochtonen, intellectuelen, sloefliggers, watjes, en ikzelf,te kunnen krijgen.
Een man is in wezen behoudsgezind. Hij wil zijn vrouwtje voor zich, zijn gezinnetje verdedigen tegen de boze wereld, en er voor werken zo goed hij kan. Dan komt dat vrouwtje doodleuk vertellen, dat het niet zo nodig is, ze kan het alleen ook wel aan, dat ze vrij wilzijn, eens andere ervaringen kan opdoen dan de was en de plas. Er zijn zelf een hoop vrouwen die het gezin vaarwel zeggen zohaast ze kunnen, en wie houd haar tegen, de stalkers?
Daar sta je dan als man, bezig met de strijk en de kuis, terwijl vrouwtje lief naar de chippendales is, of naar de erotische tupperware, of naar het concert met een vriend die cultuur heeft, of een etentje heeft met een vriend waarmee ze echt kan babbelen, of naar de fitness moet, of naar de sauna of op reis gaat met vriendinnen om er eens uit te zijn.
Begrijpt een vrouw dan niet de betekenis van de rib. Terwijl een vrouw een volledig schepsel is, is de man zonder de vrouw onvolledig. Daarbij komt nog dat de man zijn mannelijkheid verliest, als hij geen vrouw meer heeft, dat hij zonder vrouw met zijn eigen nutteloosheid geconfronteerd wordt.
De vrouw is daar echter niet mee bezig, niet met het toekomstige maatschappijbeeld, noch hoe het verder moet met dat egoïstisch specimen dat een maatschappij beheerste van het benauwde gezinnetje, neen,nu is het aan haar. Trouw lijkt gemaakt voor seuten aan de haard, leve de wet van de sterkste, eu ..de mooiste. De machogod is de limiet, in afwachting van iets nieuws
Mogen we er vanuit gaan dat kunst een taal is? Als ze een taal is, dat moet ze kunnen communiceren met anderen. Als Jan Fabre het water uit een vrouwenlichaam laat stromen, in een theaterstuk of in een schilderij, dan shockeert hij. Hij hoeft die bedoeling niet te hebben, het kan voor hem, en dat zegt hij trouwens zelf, vertaling zijn van wat hij schoonheid vindt, maar niettemin shockeert hij, of geilt hij mensen op. Dus als kunst een taal is moet ze daarom niet universeel zijn, we moeten niet noodzakelijk dezelfde indruk ontvangen, maar het kunstwerk moet ons aanspreken, of rationeel of gevoelsmatig.
We kunnen ons ook afvragen of er kunst is die niet communiceert, waarschijnlijk niet, zelfs een steen die we op onze weg tegenkomen beoordelen we onbewust op zijn kleur, vorm , materie, en die steen hoeft geen kunst te zijn. De steen kan kunst worden, als we er iets mee doen. Misschien is het oprapen en het op een andere plaats leggen genoeg om het tot kunst te maken.
In Japan had de keizer een keiendichter in dienst om zijn tuin tot de mooiste te maken in het land. De keiendichter wijde gans zijn leven aan het zoeken van geschikte keien voor de tuin van de keizer. Als hij in gans zijn leven een volmaakte kei vond, dan was hij als keiendichter geslaagd. Als hij een kei vond om de 10 jaar, dan was hij een meesterdichter.
Wat kunst ook is, creativiteit ligt aan de basis en die creativiteit kan niet zonder ratio. Hoewel we waarnemen met onze zintuigen, krijgt het betekenis door herkenning, door associaties, door redenering. Ons lichaam reageert wel op hitte of koude of pijn zonder ratio, en ook de basisfuncties vanons lichaam doen het zonder dat we daarbij moeten nadenken, maar onze waarneming van welke aard ook, kan niet zonder het leggen van verbanden, bewust of onbewust.
We kunnen kunst losmaken, van de regels van het ambacht, van de regels het establishment . Iedereen kan dus kunst voorbrengen, omdat elke mens, zelfs elk dier tot creativiteit in staat is. Ieder levend wezen kan iets toevoegen aan dode materie. Als een boom zich kromt op zoek naar licht, kunnen we ontroerd zijn door de grillige vorm en nadenken over de betekenis, het waarom van de quasi onnatuurlijke vergroeiing Hier is geen ratio aan te pas gekomen, hoewel er wel een bedoeling schuilgaat die terug te vinden is in de natuurwet.Als kunst ook losgekoppeld wordt van de ratio, dan is alles kunst, wat wij kunst willen vinden.
Misschien wordt het tijd om kunst terug binnen regels te gieten, zodat kunst die kei kan zijn, waarover gedacht is, en die in de keizerlijke tuin zijn juiste plaats heeft gevonden, om er uniek te zijn en tot genoegen van de keizer.
Zij die nog geen astma hebben, mogen zich gelukkig prijzen, en zij die kinderen hebben die daarmee nog niet geconfronteerd zijn, wees blij.
De raad om de wagen zo weinig mogelijk te gebruiken, en de lucht die we inademen zo weinig mogelijk te verontreinigen, moet ik waarschijnlijk niet meer geven. Ik geloof niet dat er nog mensen zijn die ernstig kunnen zeggen dat ze dat niet weten.
Met deze koude dagen zie ik toch weer gewoonten de kop opsteken, die helemaal uit de boze zijn, en van onnadenkendheid getuigen. Het laten warmdraaien van wagens, omdat men graag warm in zijn auto wil stappen getuigd daarvan. Gewoonlijk gebeurt zoiets dan nog in de eigen woonwijk, waar toch enige samenlevingsethiek, je weet wel geen belasting zijn voor de ander op zijn plaats is.
Iedereen weet dat het technische gesproken zelf niet goed is om de wagen stationair warm te laten draaien. Een wagen warm laten lopen kan best, rijdend, op lage snelheid, elke autokenner zal dat bevestigen. Voor bruggen en spoorwegovergangen en plaatsen waar lang wachten soms onvermijdelijk is duidt het plaatje, motor stil aub op de vraag om zuinig om te springen met ons milieu. Een doek en een kommetje warmwater kan het probleem van aandampen bij het vertrek met koude wagen oplossen.
Het is te betreuren, dat mensen denken dat ze onder het mom van de vrijheid denken dat met anderen geen rekening moet gehouden worden. Ze vergeten echter dat wanneer we wat zorgzamer zijn in onze woonwijken, dit ook voor henzelf en hun kinderen beter is.
Bij het stationair draaien van de wagen in een gesloten wijk, produceert men een bom aan slechte lucht en stofdeeltjes, die schadelijk zijn voor de luchtwegen, die lang blijft hangen als er geen wind is. Het is onze lucht, dus verpest die zo weinig mogelijk. Ja, en het is ook jouw lucht wat een extra motief zou moeten zijn om hem zuiver te houden. Dus hou het stationair draaien zo kort mogelijk .altijd.
Eigenlijk zou ik er over moeten zwijgen en gewoon verder moeten boeren zonder na te denken gewoon gerust verder leven want ik heb wat spaargeld op de bank en we leven in een democratie. Ik kan naar de winkel gaan en alles halen en betalen wat ik nodig heb. Niet dat ik gek moet doen, zo groot is het bedrag niet dat op het einde van de maand op de rekening komt. Neen, ik ben best tevreden, uiteindelijk heb ik een dak boven mijn hoofd, een warm bed, genoeg te eten en als het wat meezit een goed programma op TV. Als ik me vergelijk met het gemiddelde van de 6 miljard mensen die op de wereld wonen, dan ben ik en jij zeker ook, goed af.
Drinkbaar water alleen al uit een kraantje is een luxe, en gezonde voeding is ook al niet zo vanzelfsprekend, zelf geen ongezonde hamburger. Een dak boven het hoofd is al helemaal een fata morgana voor sommige mensen, die het moeten doen met wat bijeengebonden doeken, als bescherming tegen de hitte en vrolijke insecten. Enfin ik strijk over mijn buikje, en bedenk wat erg voor die anderen.
Het is goed dat ik af en toe eens opstijg uit mijn zelfgenoegzaamheid om naar mezelf te kijken en naar dat wereldje van ons.
Die spaarcentjes van mij zijn eigenlijk maar een cijfer op een bladje papier van een bank waarvan ik eigenlijk niet weet wat ze met mijn centen doen. Ja ze maken er winst mee en maar goed ook, zolang ze er een beetje van aan mij geven. Die bank moet wel te vertrouwen zijn, zodat ik dat geld ook nog eens kan terugkrijgen als ik het nodig heb, maar, daar wring het schoentje. Die banken fuseren maar en kopen elkaar op om de grootste te worden. Het kleinste kind weet dat hoe groter de bende hoe slechter de controle. Miljarden van jou en mijn geld kunnen blijkbaar verloren gaan, zonder dat vetbetaalde managers dat weten. Dus hoe groter de bank hoe groter het risico. Niet onlogisch eigenlijk, ik ben blij dat mijn centjes op een kleine bank staat. Als ze dikwijls zeggen, dat er niets aan de hand is, dat we ons niet ongerust moeten maken, dan ben ik toch achterdochtig.
Wat een geluk dat we in een democratie leven. We kunnen gaan en staan waar we willen, ik kan zelfs schrijven wat ik wil, wat een vrijheid. Ja en dan gaan we stemmen op mensen die verstandig genoeg zouden moeten zijn om een land te leiden. Resultaat juist, noppes, nada. Ministers zijn bezig om haastig op reis te gaan en geld, ons geld, uit te geven. Een bende die wat aanklungelt lijkt het wel, zonder enige leiding, ze doen maar wat. De politiek smost ook al met geld. Zijn onze politiekers zoals de bankmanagers ook maar met zichzelf bezig?.
De benoeming van Het Konijn door de koning, heeft de democratie ook tot een aanfluiting gemaakt. Ja, ik weet het, bij gebrek aan beters, uiteindelijk moeten de Walen ook hun zegje hebben. Alsof dat zegje iets uithaalt. Ik ben blij in een democratie te leven, ik heb tenminste mogen gaan stemmen, alleen vraag ik mij af waarvoor?
Maar we moeten ons niet ongerust maken, niet over de honger in de wereld, het gebrek aan drinkwater voor onze donkere medemens, over de diefstal van de banken, de onmacht van de politiek, de vereenzaming van mensen, de onbekwame managers en politiekers, verstikkende lucht, wereldvreemde koningen, energiekosten, onbetaalde rekeningen, de babyboom, en ook niet over uw dienaar, die over zijn buikje wrijft.