xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Passieve Woningen
Wat een openbaring, passieve woningen schijnen allesbehalve passief. Het zijn (indien niet goed uitgevoerd) producenten van schimmels, stof en geluid.
Eerlijk gezegd, ik heb een déjàvue. Men schijnt te vergeten dat reeds in de jaren 60-70, met de schuchtere opkomst van de dubbele beglazing, toen thermopane genoemd, en isolatie, vele huizen kampten met natte plekken en schimmels. Voordien hadden de schimmels in die oude niet geïsoleerde woningen weinig kans. Als het waaide dan voelde men dat binnen. De wind kwam door de rolluikkasten, onder ramen en deuren, die allesbehalve luchtdicht waren. Men was al blij met een stoof en een dak boven zijn hoofd. Als moeder de vrouw kookte, dan liep het water van de enkele beglazing, en in de winter stonden er bloemekens op de ruiten. Kwalitatief slechte gebouwen
.maar geen schimmels.
De schimmels deden hun intrede met het isoleren van die oude woningen. Wie geld had stak dus thermophane, en de ruimtes onder het dak werden volgestouwd, met wat lagen rots- of glaswol. Woningen die spouwen hadden werden volgespoten met allerhande materialen, als het maar isoleerde.
Het resultaat, van de isolatie in oude woningen waren niet zelden catastrofaal.
Het vocht dat voorheen condenseerde op de enkele beglazing en via gootjes naar buiten afliep, condenseerde nu in het gebouw zelf, in pleisterwerk en bakstenen, overal waar er koude bruggen waren. De schimmelvorming was geboren, en tierde welig.
De houtstructuur van nogal wat geïsoleerde daken, moesten in de jaren 70- 80 vernieuwd worden, omdat de isolatie geen ononderbroken dampscherm had, soms zelf aan de verkeerde kant zat.. Het gevolg van slechte dakisolatie is dat de vochtige binnenlucht via spleten toch op het koude dakvlak condenseert , en de isolatie en houten structuur nat houdt met houtrot tot gevolg
De isolatie in de volgespoten spouwen werden sponzen, omdat in vele gevallen het buitenspouwblad, van één steen dik niet altijd slagregendicht was en de vochtige binnenlucht die door de de muren naar buiten wou, niet meer verdampte in de spouw maar condenseerde in de isolatie en die nat hield.
Als alles te goed was uitgevoerd, en de natuurlijke ventilatie van die woningen stilviel, dan kon de vochtige binnenlucht niet meer naar buiten. Men leerde dat bij overmatige isolatie, het vocht niet meer door de wand migreerde, het bleef binnen. Normaal met ademende muren migreert het vocht van de warme (binnen zone) naar de koude zone (buiten zone). Bij het luchtdicht maken van woningen kan men dus een klimaat bekomen, waar mensen zich niet lekker voelen, tenzij je er van houdt in bijna mistig klimaat te leven (100% RV). Mensen voelen zich comfortabel bij een luchttemperatuur van ongeveer 20°C en 50% luchtvochtigheid (vochtinhoud van de lucht 7 gr water per m3 lucht). Van die ideale omgeving kan wat afgeweken worden maar we moeten wegblijven van 100% relatieve vochtigheid (14,5gr per m3 lucht). Schimmels houden van die warme vochtigheid.
Nu moet onze energiekost naar beneden, en terecht. Dus passieve woningen of woningen met matige of geen energieverbruik zijn de oplossing. Goed zo
en hoe gaan we dit doen.
- de woning luchtdicht maken, en slechts die hoeveelheid lucht toevoeren die nodig is voor het ademhalen en de vochtigheid op een normaal peil houden. Dus geen ramen meer met verluchting en ze ook gesloten houden.
- De warmte die de mens afgeeft, de tv, magnetron, de radio, de computer, het kookfornuis, de oven, de verlichting, de ventilatoren
enz. als verwarming van de woning gebruiken.
- Als we de verwarmingcapaciteit kennen, de woning zo te isoleren dat de verwarmingsbronnen het warmteverlies door de wanden, vloeren en plafond..en verluchting van buitenlucht compenseert.
- In de zomer wanneer we die warmteproductie ook hebben, samen met de zoninstraling en de opwarming van de woning door de buitenwarmte moeten we koelen, of de ramen open zetten.
Als we dat allemaal doen, is het allemaal in orde
als we het vocht uit de woning kunnen krijgen. Waar vroeger de natuurlijke ventilatie, soulaas bood ( men nam vroeger aan, dat dit schommelde rond de 1 volume verluchting per uur) moet het probleem, en men onderschat de belangrijkheid ervan, opgelost worden met een mechanisch systeem, ofte ventilator.
Voor de ventilatie bestaat een norm NBN D 50-00 , die niet slecht is, en neerkomt op een verluchting van 1.25 maal per uur wat voor een normale woning met een plafondhoogte van 2.8m. In de norm staat echter dat de eigenaar deze (noodzakelijke) ventilatie mag uitschakelen. Dat is logisch,( men is baas in eigen huis), en aangeraden als men de vensters openzet. Men heeft in die norm de geluidsdempers en filters vergeten die voor een comfortabele ventilatie moet zorgen. Filters om het fijn stof dat in de verse buitenlucht zit, op te vangen. Geluidsdempers om het geluid binnen comfortabele normen te houden.
Bij die nieuwe energiearme of energieneutrale woningen introduceert men dus problemen van ventilatie, onderhoud van filters (als ze al geplaatst worden) en geluidsproblemen
.en niet vergeten de goede bediening van de installatie. Daarbij stelt zich de vraag of de zaak goed wordt uitgevoerd.
Wie controleert wat?
Nu Nederland met die passieve woningen problemen heeft zien we dat niet alleen België het land van foefelaars is. Alleen zij hebben die problemen al kenbaar gemaakt, in België schijnt alles peace en vree
De eigenaar kan geluk hebben en vallen op een bekwame aannemer/installateur, maar moeten hij rekenen op geluk. De architect die zulke oplevering zou moeten begeleiden, heeft er samen met de aannemer, wat ook het resultaat is, belang bij dat oplevering wordt goedgekeurd, en is belanghebbende partij. Is het niet de overheid die zulke controles moet doen en de eigenaar helpt bij de oplevering en gaat meten of alles voldoet aan de gestelde norm?
Ook controleurs laten steken vallen, niets is volmaakt, maar die fouten kan men dan toch terugtraceren. Het is niet anders, hoe technischer installaties worden hoe groter de nood van controle.
|