- Zeef de bloem in een kom, voeg het zout toe en druk een kuiltje in het midden.
- Vermeng het water en de melk, los de gist op in dit mengsel en voeg geleidelijk toe aan de bloem.
- Voeg de boter in blokjes toe en roer alles goed door elkaar (bij voorkeur met een vork).
- Kneed het deeg vervolgens ca 10 minuten goed door tot het soepel is.
- Leg het deeg in de kom, dek af met een doek en plastic folie en laat het ca 60 minuten rusten op een gelijkmatig warme plek tot het deeg verdubbeld is.
- Kneed het deeg op het met bloem bestoven werkblad opnieuw goed door.
- Vet de grote langwerpige vorm (35 cm) goed in. Leg het brood in de vorm en laat nog eens 45 à 60 minuten rijzen tot de vorm tot de rand toe vol is.
- Verwarm de oven ondertussen voor op 200°C en bak het toastbrood
- Los de gist op in warm water in een kommetje. Afdekken met plastic en
5 minuten laten staan tot het mengsel schuimt.
- Meng het gistmengsel, de boter, de olie, suiker en extra water in een grote kom.
- Voeg de gezeefde bloem en het zout toe aan het gistmengsel. Roer alles met een houten lepel door elkaar. Het deeg moet loslaten van de rand van de kom en een ruwe, kleverige bal vormen. Leg deze op een met bloem bestoven werkblad. 10 minuten kneden tot het deeg glad en elastisch is.
- Doe het deeg in een grote, ingevette kom; smeer de bovenkant in met gesmolten boter. Afdekken met doek en plastic folie en 1 uur op een warme plaats zetten.
- Sla het deeg door. 1 minuut kneden. Maak er 10 gelijke porties van. Maak een bal van iedere portie; leg ze 5 cm van elkaar op het ingevette bakblik. Gebruik een rond snijvormpje van 3 cm om een afdruk van 1 cm diep te maken in het midden van iedere bal. Maak met een scherp mes 5 insneden van 1 cm diep in de rand van ieder broodje. Afdekken met doek en plastic folie en 1 u laten rijzen op een warme plaats. Na 50 minuten de oven voorverwarmen op 180°C.
- Smeer de melk op de broodjes en zeef er een dun laagje bloem overeen. Bak de broodjes in 25 minuten gaar.
- De melk lichtjes opwarmen en in een grote kom gieten.
- De gist over de melk verbrokkelen.
- Suiker aan toevoegen.
- Het water aan toevoegen.
- Geleidelijk het meel onder mengen en beginnen kneden.
- Zout aan toevoegen.
- De zachtgemaakte boter aan toevoegen en minstens 10 minuten kneden tot u een zacht en soepel deeg bekomt dat niet meer kleeft aan uw handen.
- Opbollen en 30 minuten laten rijzen op een warme plaats onder doek en plastic folie
- Goed doorkneden, terug opbollen en het deeg op een ingevette bakplaat leggen.
- Opnieuw 1 u laten rijzen.
- De oven voorverwarmen op 200°C.
- Het brood inovenen en na 10 minuten de oven verminderen tot 180°C en nog 50 minuten laten bakken tot het gaar is en hol klinkt als u er onderaan op tikt.
- Maak van al de ingrediënten, behalve een restje ei, een glad en soepel deeg.
- Laat 30 minuten rijzen onder doek en plastic folie.
- Bestrijk een of twee bakplaten met olie.
- Leg het deeg op een licht met bloem bestoven werkblad.
- Sla het voorzichtig door en verdeel het in ca 12 tot 18 stukjes (ligt eraan hoe groot u de broodjes wilt hebben). Bedek ze met doek en plastic folie en laat ze 5 minuten rusten.
- Haal de stukken onder het plastic vandaan en geef ze een taps toelopende vorm. Leg ze op een bakplaat nogal dicht tegen elkaar in een rijtje en bedek ze met een theedoek en plastic folie.
- Laat ze ca 30 minuten rijzen op een warme plaats tot dubbele omvang, de broodjes zullen elkaar nu - of bijna - raken.
- Verwarm ondertussen de oven op 220°C voor.
- Bestrijk de broodjes nu met een mengsel van melk en het restje ei en bak ze in 15 à 18 minuten lichtbruin en gaar.
- Laat ze op een rooster afkoelen en haal ze dan los van elkaar.
- Meng de gist onder de gezeefde bloem. Voeg suiker en zout erbij.
- Maak een kuiltje en voeg er de vloeistoffen bij (behalve de 40 ml).
- Meng alles zeer goed en als het deeg niet meer aan de kom plakt begint u op een werkblad te kneden. Kneed ca 10 minuten.
- Voeg lepel na lepel de 40 ml erbij tot u een soepel, glad en elastisch deeg bekomt dat niet meer kleeft.
- Leg het deeg in een kom die u insmeert met olie. Afdekken en 1 à 1u30 laten rusten.
- Het deeg platdrukken om al de lucht eruit te krijgen. Het deeg drie maal vouwen om het terug samen te brengen.
- Verdeel in 10 stuks en laat ze 5 minuten rusten.
- Maak van elk stuk een mini baguette van 15 à 20 cm.
- Plaats ze op een bakplaat bedekt met bakpapier of op een siliconenvel.
- Laat ze onder doek en plastic folie ca 1 u rijzen.
- Verwarm de oven voor op 210°C.
- Bak ze af in ca 12 à 15 minuten (de broodjes moeten bleek blijven).
- Laat ze op een rooster afkoelen.
Voor de panini snijd u de broodjes in twee en belegt u ze naar keuze (pesto saus, tomaten in schijfjes, mengsel van geraspte kazen). Sluit ze en gril ze in een apparaat voor croque-monsieur te maken (of in een wafelijzer gaat ook!).
- Was de rozijnen met heet water en laat ze 30 minuten opzwellen. Droog ze met keukenpapier.
- Zeef de bloem en doe er het zout bij.
- Los de gist in 3 el melk op en vermeng het met een kleine hoeveelheid bloem. Dek het zo af en laat het 15 minuten rusten.
- Voeg er vervolgens de eieren, de poedersuiker en de resterende melk toe en kneed 10 minuten tot u een soepel deeg bekomt. Voeg niet meer melk toe dan wordt opgenomen.
- Bol het deeg op en laat het afgedekt onder doek en plastic folie op een warme plaats 45 minuten rijzen.
- Kneed het deeg nog even goed door en vorm er nu een ovale deegbal van en leg deze op een beboterde bakplaat.
- Laat ze afgedekt opnieuw 30 minuten narijzen.
- Verwarm de oven voor op 215°C.
- Bestrijk het brood voorzichtig met het eistrijksel en zet het deeg net onder het midden in de oven en bak het in ca 40 minuten gaar en bruin.
- 500 g witte tarwebloem, plus extra bloem om te bestuiven
- 1 el zout
- 30 g gist
- 40 g zachte boter
- 3 dl water
Werkwijze
- Giet het water in een grote kom. Brokkel de gist erover. Doe geleidelijk de bloem erbij en begin te kneden. Doe de boter en het zout erbij en kneed verder tot u een mooi glad deeg bekomt.
- Leg het deeg op een licht bestoven werkvlak en blijf het 5 minuten grondig kneden.
- Leg de deegbal terug in de kom en laat 2 u rusten.
- Leg een vel bakpapier op de bakplaat (of een siliconenvel). Vorm een bal van het deeg, leg die op de bakplaat en laat nog eens 1 u rijzen.
- Verwarm de oven voor op 220°C.
- Kerf de bovenkant van het deeg een paar keer in met een scherp mes en bestuif met bloem.
- Doe de bloem, het bakpoeder en het zout in een grote kom en meng goed door elkaar. Voeg de margarine toe en werk alle ingrediënten met de vingertoppen goed door elkaar.
- Druk in het midden van het mengsel een kuiltje. Giet daar de karnemelk in en kneed alles dan vlot tot een soepel deeg. Bekleed een bakplaat met bakpapier (of siliconenvel) en verwarm de oven voor op 225°C (hete luchtoven 200°C).
- Rol het deeg uit op een met bloem bestoven werkvlak tot een vierkante lap van 20 cm lengte. Snijd daarvan 16 vierkanten van elk 5 cm lang en leg de stukken deeg op de bakplaat.
- Bak de karnemelkbroodjes 15 à 20 minuten in de voorverwarmde oven tot ze goudgeel geworden zijn.
- Neem de broodjes van de bakplaat en serveer ze bij voorkeur warm.
TIP
- Als u geen karnemelk hebt gebruikt u zogenaamde zure melk. Giet 1 tl citroensap in een litermaat, giet daar 250 ml melk bij en laat dit mengsel voor u het gebruikt ca 5 minuten staan.
- Deze warme broodjes zijn ideaal om jus of saus op te deppen.
- Vermeng de melk en de olie en los de gist erin op. Zeef de bloem in een kom en voeg het zout toe. Voeg geleidelijk de bloem bij het water. Roer het geheel goed door elkaar en kneed het vervolgens ca 6 minuten stevig tot het deeg soepel is.
- Leg het deeg in een kom, dek deze af met een theedoek en laat het 60 minuten rusten op een gelijkmatig warme plaats tot het in volume is verdubbeld.
- Rol het deeg dun uit op een met bloem bestoven werkblad en snijd er 10 ronde schijven (ca 9 cm diameter) uit. Laat de schijven opnieuw 30 minuten afgedekt op een met bloem bestoven bakblik rusten.
- Na 20 minuten verwarmt u de oven voor op 200°C.
- Bestrijk de bovenkanten met het geklutste ei en bestrooi ze naar smaak met sésamzaad. Bak de broodjes 15 à 20 minuten.
- Laat de broodjes afkoelen op een taartrooster.
Tip
U kunt deze broodjes prima invriezen. Doe ze na het ontdooien nog even in de oven of magnetron voor een heerlijk knapperig korstje.
- Zeef het meel in een grote kom en meng er het zout door.
- Druk in het midden een kuiltje en strooi hierin de suiker. Brokkel de gist erover. Meng er wat meel door en roer dit met 125 ml lauwe melk tot een papje.
- Schuif de kom in een grote plastic zak. Leg er een doek over en laat op een warm plekje 15 minuten rijzen.
- Strooi wat meel op het gistzetsel; voeg daarna de rest van de lauwe melk en de gesmolten maar niet meer hete boter toe.
- Meng dit alles goed door elkaar en kneed het 15 minuten tot een stevig soepel deeg dat blazen vertoont.
- Vorm een bal van het deeg. Leg die in de met bloem bestoven kom terug. Schuif de kom in de plastic zak en bedek het geheel met een doek. Laat het deeg bij kamerwarmte 60 minuten rijzen tot de omvang 2 x zo groot is als eerst.
- Kneed het deeg nog eens goed door. Rol het op een met bloem bestoven werkblad tot een vierkant van 40 x 40 cm uit. Snijd de randen recht. Deel het vierkant doormidden, zodat er 2 rechthoeken van 40 x 20 cm ontstaan.
- Snijd van elke rechthoek driehoeken met een zijde van 10 cm en 2 zijden van 20 cm.
- Knip de kortste zijde van de driehoeken in het midden 3 cm in met een scherp mes. Trek deze zijde naar 2 kanten uit elkaar en rol vanuit de ingeknipte zijde de driehoeken tot een half maantje.
- Leg de halve maantjes op een ingevet bakblik.
- Bestrijk ze met losgeklopt ei en laat ze onbedekt op een warm plekje 15 minuten narijzen.
- Verwarm de oven voor op 220°C.
- Bestrijk ze voordat ze in de oven gaan opnieuw met geklopt ei. Geen ei op de deegranden! Bestrijk alleen met een kwastje de vlakke deegdelen.
- Laat ze 25 minuten bakken op 200°C (180°C hete luchtoven).
- Verdeel in 6 gelijke delen. Leg 3 stukken afgedekt weg. Vorm 3 dunne rollen, laat de uiteinden spits toelopen. Begin de vlecht door een deegrol op het werkvlak te leggen en een andere dwars over het midden. Leg de derde dwars over de eerste twee.
- Begin in het midden en werk naar u toe: kruis de eerste rol over de derde, haal de tweede over de eerste, kruis de derde over de tweede. Vlecht de rollen in deze volgorde. Om het spits toelopen te benadrukken, zodat de vlecht in een nette punt eindigt, moet u onder het vlechten zachtjes aan de uiteinden van de rollen trekken. Druk de uiteinden van de voltooide vlecht op het werkvlak, rek ze verder uit en maak ze vast in een punt.
- Til het ½ gevlochten brood op en klap het ondersteboven en van u af zodat nu de ongevlochten repen naar u toe liggen.
- Vlecht de tweede helft op dezelfde manier als de eerste. Doe hetzelfde met de 3 andere repen. Laten rijzen tot ze in omvang zijn verdubbeld (30 à 45 minuten).
- Verwarm de oven voor op 200°C.
- Bestrijk de bovenkant met een mengsel van losgeklopt eierdooier en water.