Het sneeuwt buiten. Ik zit achter mijn computer verder te werken aan een nieuw boek Lang en Bourgondisch leven. De eindsprint is ingezet en dat is op de tanden bijten. Ik had familie en wandelvrienden al maanden geleden gezegd dat ik dit boek zou schrijven en dat het al in mijn hoofd zat. Boeken schrijven zit ook in mijn lijstje van taai ongerief: zie mijn vorige blogs. Schrijven levert immers heel wat problemen op die je niet kunt oplossen met een of andere handleiding.
Op de radio hoor ik de berichten over de verkeersproblemen. Ik typ en typ verder over culinair erfgoed. Mijn gedachten zijn er niet 100 % bij. Ik dwaal af door de associaties met sneeuw.
Hoe komt het dat het vooral herinneringen zijn aan mijn kindertijd? Sneeuwballen gooien een sneeuwpop maken. Geleidelijk schuiven ook herinneringen met mijn kinderen er tussenin.
De sterkste herinneringen zijn flarden teksten. Ik heb er twee in mijn hoofd en ik zoek ze op internet.
Geniet mee en haal herinneringen op:
Nu zal het wel gauw gaan sneeuwen (Anton van Duinkerken)
Klein broertje heeft gebeden om deze Kerstdag wit te zien (André Demedts)
Klein broertje heeft gebeden om deze Kerstdag wit te zien, met voetstappen in de verse sneeuw voor het raam, en een roodborstje op een twijg, dat zingt van de verre lente en de bloemen misschien, en als de middagklokken over de vlakte ontwaken, een vage glans van de zon op de bomen en daken en de mensen zo zwart in de sneeuw, zeer groot en eenzaam. ( )
Ik blijf verder kijken naar de sneeuwvlokken. Nu moet ik toch verder schrijven over culinair erfgoed, anders haal ik nooit de inleverdatum. Nu nog deze mijmeringen opladen in mijn blog.
Bijna iedereen kent nu Marc Reynebeau. Hij is een BV geworden dank zij de televisie. Hij nam en neemt deel aan heel wat programma's waar kennis en cultuur duidelijk aanwezig zijn. Denk maar aan De Slimste Mens ter Wereld. Hij is een historicus van vorming, was jarenlang verbonden aan het weekblad Knack en is nu journalist bij De Standaard. In een van zijn laatste columns (Overstekend wild in DS van 6 februari 2007) reflecteerde hij over de zin en de onzin van het toekennen van een cultuurprijs aan het Kookboek van de Boerinnenbond. Op die discussie wil ik nu niet ingaan. Weet wel dat hij een enthousiaste gebruiker is van dit boek: "...Telkens als ik de keukenschort ombind, haal ik er ook altijd mijn al lichtelijk beduimelde kookboek van de Boerinnenbond bij. Het hoort erbij zoals peper en zout Want wat is blancheren ook weer? Of hoe lang moeten de raapjes stoven? De amateur-thuiskok wil deze hersenbrekers met spoed opgelost zien. Eén adres: Ons kookboek . Hopelijk maakt ooit iemand een boek dat even gezwind leert hoe de belastingaangifte in te vullen of het Ikea-bouwpakket in elkaar te proppen tot het meubel dat het bedoeld is te zijn.(...) Dat dierbare kookboek, dat mij al zo vaak hielp om via de maag van een dame ook haar liefde te vinden, hoort thuis bij de peper en het zout. In de keuken dus. Straks gaat de cultuurprijs nog naar een voor iedereen bevattelijke handleiding voor het programmeren van Panasonic videotoestellen."
Het zijn vooral de laatste paasages die mij deden glimlachen, omdat de columnist ook de snaar betokkelde van het taaie ongerief met drie markante voorbeelden: het invullen van de belastingsaangifte, het in elkaar steken van Ikea-bouwpaketten en het programmeren van televisietoestellen. Deze drie handelingen zullen in de toekomst ook in mijn lijstje zitten van Taai Ongerief. En het Kookboek als voorbeeld van Goed Gerief.
Uit de media kregen we informatie over het stamcelbedrog (februari 2007). Stamceltherapie wekte hoge verwachtingen bij radeloze patiënten die lijden aan onbehandelbare ziekten zoals multiple sclerose. In Nederland kon de overheid dit stamcelbedrog weren door aangepaste wetgeving en vooral door scherpe controles. Resultaat: deze bedrijven weken uit naar België. Gelukkig liepen ze hier ook tegen de lamp, hoewel de wetgeving en de controles beter kunnen. Ik moest hierbij denken aan het min of meer gelijkaardig bedrog met penicilline dat het onderwerp vormde van The Third Man, een Engelse zwart-wit speelfilm uit 1949 van de regisseur Carol Reed met de onvergetelijke Orson Welles. Sommigen beschouwen dit als de beste Engelse film ooit gemaakt. Het verhaal gaat over het verkopen van nep - penicilline aan ziekenhuizen in het naoorlogse Wenen, waar er een schromelijk tekort aan was. Elke spuit kon een mensenleven redden. Men stelde vast dat de mensen stierven door deze spuiten, omdat er gefraudeerd werd met de penicilline, om grof geld te verdienen. Nu nog altijd zie ik voor mijn ogen een aantal passages en hoor ik de indringende citermuziek die deze thriller ondersteunt. Om kippenvel te krijgen.
Op zichzelf rangschikken we het 'taaie ongerief' bij de kleine ongemakken, die geregeld opstootjes van negatieve stress geven. Grote vormen van mogelijke negatieve stress zoals : verhuizen, jobverlies, pesten op het werk, examenstress, relatieproblemen, reisongemakken... mogen ons echter de kleine stresssituaties niet het oog verliezen. Ze komen immers meer voor dan de grote vormen en ze kunnen ons humeur danig vergallen en je de indruk geven dat je een klungelaar bent. Daarenboven moet je verder. We dienen dus tactieken vinden om ons niet te laten ringeloren door het kleine taaie ongerief.
In het week-end had ik opnieuw mijn kleine portie ergenis, maar gelukkig ook mijn portie amusement. Eerst over het amusement. Ik probeer familieleden, gasten... kortom iedereen die in mijn omgeving komt en die aanspreekbaar blijkt te zijn voor het kleine ongerief, voorbeelden te laten opsommen en vooral oplossingen aan te reiken. Wat blijkt? De meeste mensen willen een tijdje lang meedoen aan dit zoekspel. En vinden dit zelfs amusant. Er ontstaan discussies en er is duidelijk probleemoplossend gedrag zouden leerpsychologen vinden. Welke voorbeelden kreeg ik? ° De kurk verwijderen van een wijnfles met brede hals. Vele kurketrekkers kunnen niet over de brede hals. Doe je dit toch, dan forceer je de kurketrekker met alle nare gevolgen vandien. Oplossing: grijp naar de klassieke kurketrekkers van de obers. Dus indraaien en dan twee keer de beugelstand veranderen: voor de eerste fase en dan voor laatste fase. Het is wat oefenen. Eenmaal onder de knie, oogt dit professioneel en je hebt geen last van kurken in brede halzen. Sommigen signaleerden ons dat ze meer last hadden van de synthetische kurken en van de 'geperste' kurken. Zo onstaat woord en werderwoord. Pittige discussies. Sommigen verdedigden de schroefdop, ook bij duurdere wijnen. Velen vindt dat het einde van de verfijnde wijncultuur. En zo kan je verder discussiëren over kurksmaak en hoe je dit kunt vermijden of tendele oplossen. Ruiken aan de kurk die je net uitgetrokken hebt is niet doetreffend. Je ruikt per definitie kurk. Wel ruiken aan de flesopening of nog beter, ruiken aan een slok wijn in een glas. De ene ruikt al beter dan de andere. En het vraagt oefening. Sommigen schatten dat 1 fles op de 10/20 naar kurk ruikt en smaakt. Oplossingen: bij je wijnhandelaar (ook bij de meeste warenhuizen) kan je de fles inwisselen. Voor goedkope wijnen loont het de verplaatsing en de moeite niet. In een restaurant kan je zeker de ober erbij roepen. Anderen beweren dat het verluchten van de wijn (langzaam overgieten; brede diepe glazen gebruiken enz.) de kwaliteit kan verbeteren. Maar de nadrukkelijke kurksmaak gaat er niet mee weg. Anderen gebruiken de wijn met een lichte kurksmaak om te marineren. Je kunt die wijn ook invriezen. Je moet niet akkoord gaan met de voorgestelde oplossingen. Het vergelijken van tactieken is op zichzelf al boeiend, verrijkend en amusant.
Ander taaie ongerief die ik hoorde en meemaakte zonder voorstel van directe oplossingen: ° Sterke plastic verpakking bij nieuw, klein computermateriaal. ° Hangslot met cijfercombinatie: werd me aanbevolen als handiger dan een hangslot met een sleuteltje. Een sleutel kan je immers verliezen of verkeerd leggen. Een eenvoudige combinatie met drie cijfers kan je makkelijk onthouden, als je dezelfde combinatie gebruikt. Gebruiksaanwijzing: je moet eerst de combinatie instellen. Als je de sluiting later echter 180 % omdraait, is dit een aanloop voor een nieuwe combinatie. Als je het hangslot los maakt, gebeurt het soms dat je onbewust 180° omdraait en je weet niet op welke nieuwe combinatie je slot nu werkt. Ik moet dit nog verder uitzoeken met mijn huisgenoten. Ondertussen probeer ik mijn kleine ergenis weg te schrijven in deze blog. Wat me slechts tendele lukt.
Het taaie ongerief : koffieautomaat - spuit - fleece
Het taaie ongerief
Vanmorgen opnieuw enkele voorbeelden meegemaakt van taai ongerief. Taai ongerief: Kleine ongemakken bij het gebruik van producten en apparaten die de producenten zouden kunnen voorkomen.
Ontbijtbuffet: koffieautomaat en cellofaanverpakking Om de kosten te drukken moeten de gasten bij het ontbijtbuffet in hotels zichzelf bedienen. Dit veroorzaakt soms taai ongerief... Taai ongerief: Automaat warme dranken Een groot bedieningspaneel, voor een tiental soorten warme dranken, gelukkig met duidelijke afbeeldingen of iconen. Je moet de drank kiezen en het kopje plaatsen op een breed, metalen rooster. Als je het gewoon bent, weet je dat je kopje in het midden moet plaatsen. Nogal wat gasten plaatsen hun kopje onder hun keuze: gewone koffie is meer naar links, warme chcoloademelk meer naar rechts. Maar dat is hier een foute veronderstelling. Voor alle keuzes dien je het kopje op dezelfde plaats te zetten. Waarom geen simpele aanduiding op het metalen rooster? Het taaie ongerief zou verminderen. Melkschuitjes: hier zag ik geen problemen. Deze cups kan je openen zonder problemen. Wel problemen met het verwijderen van cellofaanverpakking rond harde beschuiten. Er is geen inkeping en ook geen rood lipje om de verpakking te verwijderen. Dan maar met de tanden. Taai ongerief.
Spuitje Na het ontbijftbuffet - toevallig - diende een arts een spuitje te zetten bijeen gast. Ik hoorde de arts sakkeren, want de uitleg hoe het precies moest was niet duidelijk. Hij diende de bijsluiter drie keer aandachtig te lezen.
Lakens - dekens - fleece Daarna een telefoon naar een vriend die thuis zit met een ingewikkelde armbreuk. Hij vertelde me over zijn wedervaren met klinieken, opname, ziekenvervoer. Goede ervaringen en evenveel minder goede. Mij traf een detail: zijn verhaal over lakens en dekens, voor mij een typisch voorbeeld van taai ongerief. Zowel bij het vervoer als in het ziekenhuis had hij wat koud. Hij had wel een laken maar dat gaf hem onvoldoende warmte. Hij vroeg naar een deken. Dit ging niet. Men had er geen. Waarschijnlijke redenen (denk ik): dekens nemen te veel opslagruimte in; hygiënisch minder interessant? Maar een fleece - deken neemt toch weinig plaats in beslag, zei mijn vriend, en kan makkelijk gewassen worden. Houd die rederning steek? Ik denk het wel. Bij verdere navraag stelde ik vast dat nogal wat personen graag iets 'warm' hebben als ze in een bed liggen in een instelling of bij ziekenvervoer. Zeker bij oudere personen.
Het taaie ongerief : De Weegschaal - Het Huis van de Toekomst - Sense and Simplicity
Vanmorgen las ik met twee dagen vertraging de column van Fons Van Dyck in De Standaard (30.01.2007) met als titel 'De weegschaal'. De eerste zinnen waren zo herkenbaar en toepasbaar in het kader van 'Het taaie ongerief'. Lees even de aanvangszinnen mee en geniet:
Kent u dat gevoel op een drukke zaterdagochtend in de supermarkt? U hebt net een paar sappige perziken uitgekozen en nu nog snel even afwegen. Maar waar is die toets voor perziken toch? Achter u worden andere klanten zenuwachtig. In de toekomst legt u gewoon de perziken op de weegschaal en het toestel weet welk fruit of groenten in de schaal liggen. Een innovatie die ons leven weer een stukje aangenamer zal maken.
Die nieuwe weegschaal is ontwikkeld door Delhaize en is vanaf maart ook voor het grote publiek te bewonderen in de nieuwste versie van het Huis van de Toekomst in Vilvoorde ( )
Ik heb enkele keren ook dat gevoel gehad: 'Ben ik nu zo stom dat ik de juiste knop niet vindt.' Er staan afbeeldingen, maar die zijn soms al wat vergeeld. Ik heb ik nog geen systeem ontdekt in de volgorde van de producten. Maar dan kan aan mij liggen, omdat ik me al begin te enerveren als ik moet zoeken. En gericht zoeken verloopt moeilijker als je geïrriteerd bent: negatieve stress. In vorige blogs heb ik al geschreven over andere ongemakken in warenhuizen: openen van plastic zakken aan de kassa, gesneden brood in een zak glijden. Ik heb het dan nog niet om producten te zoeken in de rekken. Onlangs diende ik een tiental producten in promotie te vinden. Ik vond ze bijna allemaal, onder andere dank zij behulpzaam personeel. Kan dat werkelijk niet eenvoudiger door duidelijke herkenningstekens aan te brengen? Alles zal wel 'bedacht' zijn door de plaatselijke bedrijfsleider, maar ik vrees dat dit niet altijd gebeurde in functie van de consument of na toetsing bij consumenten. Rekening houden met de consumetn, zeker bij innovaties, is de fundamentele boodschap die Fons Van Dyck ons geeft. Innovaties worden onvoldoende uitgetest bij de consumenten. Vandaar het succes van het Huis van de Tokeomst waar een eerste toetsing van innovaties gebeurt door een echt publiek. Tenslotte verwijst de auteur naar Philips die sinds enkele jaren resoluut de kar trekt van relevante innovatie met de slagzin 'Sense and Simplicity'. Dit had o.a. als gevolg de succesvolle lancering van Senseo en van de innovatieve verlichting bij hun nieuwe generatie breedbeeld televisietoestellen. Hij besluit: "Het is meer dan een goed gevonden reclameslogan, het is een hele bedrijfsfilosofie geworden. En het heeft de marktwaarde van Philips in twee jaar tijd verhoogd van 4,3 tot 6,7 miljard dollar. Wie volgt?"
Ik denk dat de meesten van ons enkele versregels kennen van Paul Van Ostaijen. Zeker van het gedicht " Marc...". Ik hoorde onlangs in het programma 'Man bijt Hond' Wim Helsen (Dag vrienden van de poëzie) dit gedicht voorlezen. Je zag zo aan zijn lichaamstaal en je hoorde zo aan de stem van deze performer, hoe hij genoot van dit gedicht. En hoe hij probeerde zijn poëtische vervoering over te brengen naar de kijkers: jong en oud, amateurs en professionals. Bij mij kwam de associatie naar voor met Paul Van Ostayen als flamingant en als (kleine) collaborateur. Ik had er vroeger iets over gelezen en ook recent iets daarover van Marc Reynebeau. Paul Van Ostaijen was een stadsambtenaar van de Stad Antwerpen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hij had zich 'verbrand' in de flamingantische collaboratie met de Duitse bezetter (het activisme). Hoe en waarom speelt nu geen rol. Feit is dat deze avant-garde kunstenaar vreesde dat hij zou worden vervolgd voor zijn activistische engagement.
Op het einde van de oorlog, op 22 oktober 1918, vluchtte hij samen met zijn vriendin Emma Clément naar Berlijn. Hij kende daar een zeer moeilijke tijd: fysiek en psychologisch.
Kan deze kennis iets afdoen van de betovering die uitgaat van dit gedicht? Ja, maar dat zou jammer zijn. Je kunt wel aan deze omstandigheden even denken, in een flits, in een associatie. Maar dan moet je estetisch genieten de doorslag kunnen geven. Het gedicht gaat voor. Zoniet wordt poëzie en kunst in het algemeen het jachtgebied van moraalridders en politiek correcten.
Dank je wel Wim Helsen, dank je wel Paul van Ostaijen.
Door taai ongerief versta ik alle handelingen of situaties die door de producent worden voorgesteld als vanzelfsprekend of doodgemakkelijk, maar bij uitvoering ongemak voor de verbruiker veroorzaken. In de vorige blog beloofde ik daar verder op in te gaan.. Taai ongerief 7: Heb je ook zoveel last met het vouwen van wegenkaarten en wandelkaarten? Bij mij kan ik de oorspronkelijke vouwen soms moeilijk terugvinden. Eenmaal dat je je eigen vouwen vermengt met de oorspronkeljke, is het hek van de dam. Ik heb nog geen goede oplossing gevonden. Met GPS-systemen is het wel makkelijker: je hoeft niet te vouwen. Wel de bestemmingen te typen. Ook al 'ongerief' gehad als je zoekt op deelgemeenten? Soms kan je ze ingeven,soms gaat dit niet. Naar mijn ervaring is het altijd raadzaam aanvullend een goede wegenkaart mee te hebben voor alternatieve routes of voor een algemene oriëntering. Tenzij je GPS-systeem dat ook ter beschikking stelt.
Taai ongerief 8: Pancartes bij natuurwandelingen. Nogal eens staan die pancartes een eindje van het wandelpad. Je moet dan door struiken of aanplantingen lopen. Dan zijn de teksten soms te klein, te specialistisch of te weinig zeggend. Waarom pancartes niet vooraf uittesten bij de gemiddelde, geïnteresserde wandelaar om informatie te verwerven over formaat, plaatsing, nuttigheidswaarde? Die gegevens kunnen dan opgevragd worden door alle instanties die ze plaatsen. Een verplichting zou er moeten zijn voor van 'gesubsidieerde' routes.
Een tijd kon ik niet meer bloggen. Ik had problemen met de computer. Het duurde een hele tijd vooraleer iemand mij kon helpen om de oorzaak te vinden. Opnieuw voor mij een bewijs dat een computer prima is, als alles werkt. De oplossingen die je kunt vinden via een of andere Help is soms goed, soms niet. Ik begin er mij mee te verzoenen en ik plaats die computerongemakken in de rij van 'taai ongerief' dat ik aan het opstellen ben speciaal voor senioren. Door taai ongerief versta ik alle handelingen of situaties die door de producent worden voorgesteld als vanzelfsprekend of doodgemakkelijk, maar bij uitvoering ongemak voor de verbruiker veroorzaken. In volgende blogs kon ik er verder op terug. Hier een eerste lijstje:
Taai ongerief 1
Openen van een melkschuitje (cup): ofwel scheurt het lipje af en blijft het dekseltje. Ofwel ga je er met harde middelen tegenaan: een lepeltje, een vork. Veel kans dat de melk opspat. Dus zeker de cup een eindje van je houden anders zijn er vlekken op je das, je hemd, je pull, je bloes. Ik zag onlangs een gezinshelpster die haar klanten adviseerde het lipje te gebruiken om een insnijding te geven in het dekseltje of een schaartje te gebruiken. Tenandere meer en meer vrouwen nemen een schaartje mee als ze gaan boodschappen en achteraf een koffie gaan drinken. Met dit schaartje kunnen ze de cups openen en de verpakkingen van de koekjes. Goed signaal: onlangs heeft een warenhuisketen in Nederland alle cups terug laten komen, nadat ze via een bevraging bij de klanten hadden vastgesteld dat de melkschuitjes zeer gebruiksonvriendelijk waren bij het openmaken. De nieuwe cups zijn stukken beter. Dus het kan toch.
Taai ongerief 2 Openen van plastic zakken in warenhuizen. Sommige warenhuizen schaffen ze af: milieuvriendelijk en gemakkelijk. Al blijven plasticzakjes ter beschikking om verse groenten te verpakken. Bij andere warenhuizen kan je een plasticzakje losmaken van een systeem zodat het zich automatisch opent. Soms lukt dit prima, evenveel keren niet. Dan ben je aangewezen op het volgende: met duim en wijsvinger op de bovenste rand wrijven in de hoop dat de twee kanten uit elkaar gaan. Blazen in de zak; je vingers bevochtigen en wrijven...
Taai ongerief 2 bis: idem voor de vuilinszakken.
Taai ongerief 3 Gebruiksaanwijzingen voor producten in microgolfovern (magnetron) of gewone oven. (uitleg de volgende keer).
Taai ongerief 4 Bijsluiters van medicamenten: een oud zeer.(uitleg de volgende keer).
Taai ongerief 5 Vervaldata van producten.(uitleg de volgende keer).
Taai ongerief 6 Gebruiksaanwijzingen in het algemeen .(uitleg de volgende keer; ik vond een doctoraatsproefschrift daarover).
Kinderen en jongeren eten graag chocopasta en hagelslag - in Vlaanderen spreekt men eerder van muizenstrontjes - als broodbeleg. Af en toe kan dit wel, maar hierin ook niet overdrijven met suikers. Slecht voor zwaarlijvigheid en voor tandbederf. Senioren aten veel minder hagelslag als zij jong waren. Als ze kleinkinderen hebben worden ze er meer mee geconfronteerd. Ik was nieuwsgierig over hagelslag - muizenstrontjes. Op het web vind je heel wat informatie. Hieronder een samenvatting. Hagelslag was (is) een typisch Hollands product: hagelslag voor op de boterham of als versiering op een taart. Je hebt hagelslag in pure chocolade of fondant (mijn voorkeur) of in melkchocolade. Men mag slechts de naam chocolade gebruiken als er minstens 35% cacao in verwerkt is. Zoniet dient men te vermelden: cacaofantasie. Deze bevat meer suiker en smelt minder goed. In Nederland heeft men het steevast over hagelslag, in Vlaanderen over muizestrontjes. In Nederland kennen ze wel 'muisjes'. Dit is broodbeleg van anijszaadjes en ze hebben een suikerlaag in roze, wit of blauw. Men eet in Nederland vooral muisjes na de geboort van een kind: beschuit met muisjes.
Reizen met het vliegtuig: enkele tips voor minder stress.
Reizen met het vliegtuig: enkele tips voor minder stress
Vliegen is voor vele senioren- ook voor mij - soms stresserend. Tickets, wachten, kleine en grote vertragingen tot en met annulatie. Een beetje stress is prima (positieve stress); negatieve stress is minder goed voor hart en geest. Hierbij enkele tips die we verzamelden om het vliegen 'beheersbaarder' te maken. Want negatieve stress komt er vooral als je denkt dat je geen of minder greep meer hebt op de huidige en de komende gebeurtenissen. Dus hier: op alles wat met het vliegen te maken heeft. Bagage: informeer je vooraf goed hoeveel kilo de bagage mag bedragen. Soms is dit 20, een andere keer 15. Let erop dat je best twee kilo minder meeneemt bij het vertrek. Zo heb je geen problemen bij de terugvlucht als je souvenirs koopt. Wat je moet betalen bij overgewicht is geen peulschilletje. En men is nu echt strenger geworden. Want elke kilo bagage betekent zoveel meer verbruik. Vele koffers lijken op elkaar van kleur, grootte en uitzicht. Dat is verwarrend als je bagage moet ophalen. Sommigen kopen daarom koffers met een extravagant kleurtje. Ook makkelijk: een grote sticker, een gekleurd lint of een gepersonaliseerde riem rond de koffer. Adreskaartje aan de buitenkant van de koffer en aan de binnenkant. Meestal vraagt men niet naar je bagageticket bij de aankomst. In sommige luchthavens wel (VS). Als je dan ineens moet gaan zoeken, is er veel kans dat je het niet direct vindt. Algemene regel: vaste plaats voor het ticket (hemdzak, buikzak...).Het bagageticket heb je absoluut nodig als je bagage niet mee is. En dat gebeurt meer dan je denkt. Je moet tevens je koffer kunnen beschrijven. Sommigen hebben een foto mee en een beschrijving in het Engels: handig. Verzekering tegen verlies? Eventueel, zeker als je wat je meedoet waardevol is. Bij verlies krijg je altijd een bedrag uitbetaalt volgens het aantal kilo. Let op: geen reispapieren zoals passen, adressen, vouchers enz. in je koffer. Wel in je handbagage of in de buikzak. Handbagage: geen scherpe voorwerpen zoals schaartjes, vijltjes, vorken, messen. Je steekt ze soms op het laatst zonder nadenken in je handbagage. Ik heb ook al enkele schaartjes moeten achterlaten en zelfs een schroevendraaier, waarvan ik niet wist dat ik ze meehad. Voor VS en UK zijn er nu al strengere maatregelen: vloeistoffen bijv. Binnenkort komt er eeen uniforme Europese regeling. Uitkijken dus. Neem een noodrantsoen mee in je handbagage: broekje, hemdje voor een nacht. Indien je bagage er niet bij is men verplicht een 'nooduitrusting' terug te betalen. Medicaties ook in handbagage. Men is ook strenger op de grootte van de handbagage en het aantal stuks. Grrenscontrole : veel voorwerpen moet je leggen in een plastic bakje : buikzak, horloges, wisselgeld, riemen. Bereid je erop voor. Berg reispas (of identiteitskaart) en instapkaart op een zelfde plaats op. Bijvoorbeeld hemdzak of in een buikzak. Zorg dat je altijd cash geld meehebt: biljetten en munten. In vele gevallen kan je betalen met bankkaarten, maar vele taxis aanvaarden dit nog niet. Reizen en betalen in vele Europese landen is wel makkelijker geworden sinds de euro. Met wat organisatie en vaste gewoontes heb je een betere greep op de gebeurtenissen en heb je zeker minder negatieve stress.
Een vitrinekast heeft verschillende benamingen: zilverkast, pronkkast. In deze kast bewaarde men mooie voorwerpen met een zekere waarde. Waardevol door het prijskaartje: brocante of antiek. Ofwel waardevol om emotionele redenen: de herinneringen die eraan verbonden zijn met familie, reizen, geschenken, vieringen. Zo zien je dan foto's in lijsten, sierkopjes, een rozenkrans, medailles, bekers. Deze siervoorwerpen stonden ook op een richel of een lijst, op een vensterbank, op de dressoir, op een lambrisering. Soms hing men die voorwerpen op aan haken. De zilverkast stond meestal in de mooiste kamer, in het salon of in de eetkamer. In sommige gezinnen was er geen plaats en geen geld voor een zilverkast. Een pronkkast is een kenmerk van een zekere welstand. In voorzieningen brengen sommige ouderen een vitrinekast mee. Meestal gebruikt men andere meubels of vensterbanken en muren om deze voorwerpen te etaleren. Het is belangrijk dat dit kan, zo kunnen de bewoners aan andere bewoners, aan personeelsleden en aan bezoekers af en toe hun verhalen vertellen die verbonden zijn met deze objecten. Indien in de voorzieningen systematisch gewerkt met reminisceren kan men een vitrinekast plaatsen in een gemeenschappelijke ruimte. Zo kunnen bewoners, personeelsleden en bezoekers hun kleine levensverhalen eraan ophangen en herinneringen ophalen.
Grotten van Kanne: champigons, feesten, herinneringen
Grotten van Kanne Kanne is vooral bekend voor zijn mergelgrotten. Vanaf 1736 werd daar ontgonnen. Deze bedrijvigheid is nu 'industrieel erfgoed'. Kanne ligt op de taalgrens, niet ver van het fort van Eben Emaal (WO II http://nl.wikipedia.org/wiki/Fort_Eben-Emael) en Luik. Een eindje verder is de taalgrens en ben je ook in Nederland, Maastricht en omstreken. Voor een duidelijk beeld wat mergel is en waarvoor het gebruikt werd, ga naar http://nl.wikipedia.org/wiki/Mergel Mergel lijkt op kalksteen en werd en wordt gebruikt in de bouwnijverheid.. Mergel werd eerst bovengronds afgegraven. Later gebeurde dit door onderaardse ontginning - tot 50 m. - via het blokzagen. Men zaagde van boven naar onderen en wrikten de blokken los.. Dit was niet zo makkelijk omwille van de stabiliteit. Zo ontstonden kilometers lange gangen en aftakkingen. In deze aftakkingen kweekte men later en nu nog Champignons de Paris. Een speciale compost (vooral paardenmest en wat kippenmest) op grote metalen roosters dient als kweekbodem. Na 2 weken kan men oogsten en gedurende een zevental keren. Dan wordt deze cellen gereinigd en gelucht en start de nieuwe productie een jaar later. In de oorlog gaven deze grotten bescherming aan de bevolking. De Duitsers hadden concrete plannen voor deze grotten voor V1 en V2. Idem na de oorlog voor een hoofdkwartier van de NATO. In de Grotten van Kanne staan de feestzalen naast de rondleidingen centraal: http://www.grotten-van-kanne.be Momenteel is het ontginnen daar gestopt en blijven enkel herinneringen over. Er zijn nog mergelgroeven in bedrijvigheid o.a. rond Valkenburg (Nl). Mergel komt enkel in deze streek voor. Anekdote: men schenkt er grottenbier gebrouwen in Watou (West-Vlaanderen); dit bier wordt daar gedurende 6 maand opgeslagen om te rijpen.
Tongeren: Basiliek en begijnen Tongeren is de oudste stad van België. Ze heeft een rijke geschiedenis, verbonden aan de rijke landbouwgrond, de invloed van de politiek en de kerk. Centraal staat de basiliek op de Grote Markt. Van elke weg die leidt naar Tongeren zie je de toren in de verte. De toren is niet zo hoog. Zoals in Antwerpen was er onvoldoende geld om de spits te bouwen. Deze kerk bezit de typische symbolen van een basiliek : speciale baldakijn en grote bel. Ze staan naast het altaar. In 1819 stond vlak voor de huidige basiliek een parochiekerk voor het gewone volk, die men wegdeed in 1819. De helft van de basiliek staat open voor de eredienst. In de andere helft zijn opgravingen bezig. Vergeet zeker niet de kloostergang (de basiliek was immers een klooster) te bezoeken met interessante grafstenen, o.a. een met het oudste Nederlandstalige tekstdeel op een grafsteen. In het achterste deel (al gerestaureerd) is het orgel merkwaardig en het witte Mariabeeld. Vroeger had het een zwarte kleur en was het 'aangedikt' om er moderner - barokker uit te zien.. Na de restauratie is het beeld opnieuw hagelwit en afgeslankt. De schatkamer bevat een van de rijkste kerkschatten van België. Bij ons bezoek waren er festiviteiten in de stad. Geplakt aan het voorportaal stond daarvoor een groot frietkraam. Erg Belgisch maar toch een vloek, al was het voor enkele dagen. Was er echt geen andere, voorlopige plaats? Het oude gemeentehuis (1738) ligt naast de basiliek is een neoclassistisch en haalde zijn inspiratie bij de grote broer Luik . Overal in de stad tref je restanten aan van de vele kerken en kloosters. Probeer (met een stadsgids) binnen te gaan in de Sint-Catharina Begijnhofkerk van 1257 - 1294. Sint-Catharina met het gebroken wiel is patrones van de begijnen. De kerk is verwaarloosd (restaureren vraagt veel geld en veel tijd) maar is aantrekkelijk in zijn soberheid. Merkwaardig is Christus op de Koude Steen (1530) met verwijzing naar de begijn Anna Deflo. In het schilderij achteraan de kerk van de Heilige Erasmus zie je een gat. Moeders gingen vroeger naar dit schilderij en staken er een naald in , om de pijn in de buik van hun kind te doen verdwijnen. http://nl.wikipedia.org/wiki/Tongeren
Tongeren: begijnen en gevangenen De meeste toeristen bezoeken het begijnhof van Tongeren. Sinds kort kunnen ze ook de oudste gevangenis in Tongeren bezoeken die sinds een tweetal jaren buiten gebruik is; de nieuwe gevangenis is in Hasselt. Beide leefomgevingen liggen fysisch niet ver van elkaar. Bezoek eerst het begijnhof en vergeet niet een blik te werpen op het Brouwershuis in het begijnhof dat in restauratie. Begijnen dronken vroeger zelf gebrouwen bier. Ze haalden het water naast de deur, kookten het en maakten er bier van. Dit (flauwe) bier was gezond. Gewoon water drinken (in de stad) was gevaarlijk omwille van de vervuiling. Naast het Brouwershuis staat het hospitaal, o.a. voor de opvang van pelgrims en van zieke begijnen. Via de enige Stadspoort (14de eeuw) die er nog is, kan je aan de ene kant naar de Antiekmarkt (elke zondag vanaf 5 uur. De grootste antiekmarkt van de Benelux. In Tongeren zijn veel antiekwinkels die een graantje meepikken van Tongeren: antiek. De andere kant van de stadspoort leidt ons naar de acherkant van het begijnhof en de ingang van de gevangenis. Tussen beide gebouwen is een goed ingerichte Jeugdherberg. Gevangenis: Sinds kort kunnen we de oudste gevangenis van België (1836) bezoeken in Tongeren; de nieuwe gevangenis staat in Hasselt. Het was in die tijd een nieuwigheid: gevangenen die individueel of met twee of drie in en cel zaten. Dat kwam door de nieuwe gedachten over gevangenis als overstap naar de samenleving. Tot dan zaten de gevangenen in grote ruimtes, soms samen met geestesgestoorden. De gevangenis in Tongeren is leerrijk voor jong en oud voor hart en geest. Je kunt de cellen en de isolatiecel binnenstappen. Je ziet de bezoekruimte en de wandelplaats waar de gevangenen twee uur per dag konden wandelen in open lucht. Eerst op hun eentje en stilzwijgend, later in kleine groepjes en spreken was toegelaten. Slechts een gevangene kon er ooit ontsnappen. Van een record gesproken. Deze gevangenis roept tevens een beeld op van het leven van gedetineerden en gevangenispersoneel. Fragmenten uit dagboeken en interviews; levensgrote foto's van cellen enz.
(met dank voor info van de Tongerse stadsgids Albert Dessers)
Domein Alde Biesen en wijnkasteel Genoelselderen: twee namen als een klok.
Limburg is trots op zijn vele kastelen. De meeste zijn privé en niet toegankelijk. Andere zijn van de Vlaamse Overheid, zoals het kroonjuweel Alde Biesen. Alde Biesen is uniek gelegen: licht hellend tussen weiden, boomgaarden en vooraan een Franse ruin met oranjerie. De geschiedenis van dit domein is zeer rijk. Belangrijk is te weten dat dit eigendom was van een christelijke - militaire ridderorde: de Teutoonse of Duitse orde, opgericht in de tijd van de Kruistochten. Doel: militaire, fysieke en sprituele bijstand van de pelgrims voor het Heilige Land. Later was deze organisatie vooral om de eigen materiële en politieke belangen te verdedige en uit te breiden. Later - en nu nog - verleende de Teutoonse orde bijstand in internationale context. De Vlaamse Overheid kocht dit kastelencomplex aan (dit is een apart en spannend verhaal) en is sinds tientallen jaren bezig dit zorgvuldig te restaureren. Voor de historiek en evenementen: http://www.alden-biesen.be/paginas/index.php Info uit deze website: "De Landcommanderij Alden Biesen in Bilzen is nu een cultuurcentrum van de Vlaamse Gemeenschap. Als zodanig bouwde Alden Biesen niet alleen een historische en een Europese werking uit, maar is de Landcommanderij tevens een congrescentrum en een cultuurtoeristische trekpleister". De meeste delen zijn te bezoeken. Op de eerste plaats het geheel in de prachtige omgeving, de binnenplaats van de boerderij en de grachten; de tiende schuur (opbrengst van 10% van landbouwproductie van de boeren), ruiterschool,. kasteel, Franse tuinen, oranjerie. Er hebben veel activiteiten plaats vooral in open lucht met aandacht voor regendagen: regenjasjes te koop; er zijn schuil tentjes en grote paraplus op de binnenplaats voor de opera in openlucht. Je kunt de activiteiten vinden op de website. Het bezoek aan het kasteel zelf viel ons wat tegen. Het eerste deel met de geschiedenis van de Kruistochten en de Teutoonse orde kon ons niet echt bekoren, hoewel de vele interactieve mogelijkheden via aanraakschermen. Aan de balie staat dat 'u' ticket daar te verkijgen is. Alde Biesen bezoeken is stappen in een vervlogen tijd van macht van de kerk en chrsitelijke ridderorden. Voor een virtueel bezoek kan je alvast terecht op http://www.alden-biesen.be/paginas/index.php.
In Genoelselderen (Riemst, Limburg) staat het enige wijnkasteel van België. Situering: tussen Tongeren en Maastricht bij de vroegere Romeinse heirbaan. Het brengt het verhaal van de succesvolle inspanningen om wijn te produceren. In deze streek werd al wijn verbouwd door de Romeinen. Dit startte opnieuw in Genoels-Elderen met moderne middelen en met succes. Surf naar
De bewoners van de grensstreek Nederland - België kennen "Den Draad". Op de fiets-en wandelroutes in de streek van Hamont - Achel zie je aanduidingen 'Den Draad'. Deze draad verwijst naar de elektirsche hoogspanningsversperring (50.000 volt) die de Duitsers aanlegden in 1915 op de grens. Redenen: om het illegale verkeer van mensen (soldaten, vluchtelingen, spionnen, oorlogsvrijwilligers) en goederen (smokkelwaar) tegen te gaan. Deze draad was ongeveer 200 km. lang en ging van de Belgische kust tot aan het drielandenpunt bij Vaals en 2 m. hoog.
Deze draad liep o.a. dwars door Essen zodat er daar een volledige isolatie was van Nederland en België.
Heel wat mensen - vooral Belgen - lieten er hun leven. De laatste jaren is er vernieuwde aandacht ervoor: zie vieringen in Essen en toeristische 'vermelding' op de fietrsroutes. Voor afbeeldingen en verdere documentatie: typ in het zoekvenster van Google "elektrische draad" Wereldoorlog.
Hamont-Achel Hamont-Achel is een grensgemeente België - Nederland. Een bedrijvige 'stad' vooral door de handel en het toerisme. Hamont werd al vroeg stad in . Daarna werd die titel afgeschaft en opieuw gegeven in1985. Hamont bezat vroeg de kenmerken van een kleine stad: wallen, stadsmuren, circulaire grachten, twee stadpoorten, stadhuis, stadwapen en stadsregelementen. Hamont kende een turbulente geschiedenis, eigen aan veel grensgemeenten. Oorlog maar ook pest. Hamont behoorde lange tijd toe aan het prinsbisdom Luik. Daarna was zeeen deel van het Verenigde Konikrijk der Nederlanden en bij de onafhanklelijkheid van België opnieuw deel van België. De helft van Limburg ging naar Nederland, de zuidelijke helft naar België. Sinds de 14de eeuw was Hamont een handelsgemeenschap. Vanaf de zestiende eeuw werd Hamont en van de belangrijkste teuten-gemeenten. Teuten waren rondreizende handelaars en ambachtslieden die buiten de wintermaanden tot ver in Nederland en Duitslanden hun koopwaren verkochten en optraden als herstellers van keukengerei en veeartsen (castreren). Rond de Sint - Laurentiuskerk zijn er arduinen graven. Het belangrijkste graf is dit van dr. Mathysen (1805 - 1878) : de uitvinder van het gipsverband. Toerisme: veel wandel- en fietsroutes (fietsennetwerk Limburg) gaan door Hamont en omstreken.
Op een puntje van België en Nederland: de Achelse Kluis
Op een puntje van België en Nederland: de Achelse Kluis Elke fiets- en wandeltoerist in Noord - Limburg kent de Achelse Kluis. Tot voor enkele jaren als oord van liturgische vieringen in de Sint - Benedictusabdij http://www/achelsekluis.org Dit zeer jonge trappistenklooster (1846) trok altijd heel wat gelovigen aan vanuit de Nederlandse grensstreek. Als het weer het toelaat zit de binnenplaats vol met toeristen - bezoekers voor een hapje en een drankje. Vooral het Achelse ijs, een zacht ijs met Achelse trappistenbier in een horentje of een coupe zijn in trek, naast de trappist op fles of van het vat. Elke kenner van speciale bieren weet dat er in Belgë slechts zes trappistenbieren zijn; Westmalle, Westvleteren en Achel. In het Franstalige deel: Rochefort, Orval, Chimay .Jaarlijkse productie in hectoliter: Westvleteren 4.700; Chimay en Westmalle 120.000; Orval 45.000 , Rochefort 20.000. Leffe, Kasteelbier enz. zijn 'patersbieren' maar mogen niet de beschermde naam Trappist dragen. Een trappist wordt gebrouwen binnen de abijmuren onder strikte voorwaarden. We brouwen om te leven, we leven niet om te brouwen. Opbrengst van de brouwerij: voor onderhoud klooster en voor goede doelen. Je kunt de abdij en de kerk niet bezoeken. Enkel bij de liturgische viereingen kan je in de abdijkerk. Op het domein heb je de brouwerij, een winkel, een galerij enz. De paters doen niet meer aan de landbouw. Ze concentreren zich op het gebed en de dienstverlening via de vieringen. Daarenboven het bierbrouwen (sinds 1998): de opstart o.a. met steun van de de paters van Westmalle (nummer 1 op de wereldranglijst van de Trappistenbieren). De abdij onstond in 1686 toen een broeder zich in die streek kwam vestigen. Deze plaats had vlug veel aantrek voor de katholieken uit de Nederlandse grensstreek. De kluis is een prima vertrekpunt om te wandelen en te fietsen. Voor de fietsers ligt Valkenswaard dichtbij. Daar is het paardrijden en het kanovaren bijzonder populair. Wandelaars en fietsers komen 'Den Draad' tegen: een elektrische grensversperring uit WO I (zie weblog), natuurgebieden Leenderbos, Kranenveld..., grafheuvels en de vallei van de Warmbeek, viskweekvijvers, De Dommel (rivier). Hier en daar fiets je over een veerooster en amfibietunnels als veilige overgang vlak onder de weg voor kikkers, salamanders.
Teuten (vervolg) De teuten zijn een interessant geschiedkundig verschijnsel. Rondreizende handelaars waren van alle eeuwen. Denk aan de karavanen in het Oosten en de handelsvloten zoals de VOC de Verenigde Oostindische Compagnie (Nederland). Deze laatste was een voorbeeld van een onderneming met aandelen om voldoende kapitaal te hebben om een schip met bemanning en handelswaren uit te rusten. http://www.voc-kenniscentrum.nl/ De teuten waren ook georganiseerd. Voor een goede situering is Wikpedia onmisbaar en onmiddellijk bij de hand. Heel wat van de volgen de informatie haalden we daaruit.
Een teut was een rondreizende handelaar of ambachtsman die vanuit de Kempen met zijn koopwaar op de rug naar Nederland, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg tot Denemarken trok. De Teuten vertrokken in de lente naar andere streken om daar rond te venten of er een winkel open te houden. In de winter keerden ze terug om hun tijd thuis door te brengen. De teuten organiseerden zich al vroeg in kleine gezelschappen. De teutengemeenschappen kenden een complexe organisatie. In de meeste gevallen werkten ze in vennootschappen om de handelsrisico's te beperken. De toelatingsvoorwaarden werden meestal scherp afgelijnd en schriftelijk geregistreerd. De teutenhandel kwam alleen in het Limburgse deel van de Kempen voor. In België: vooral Lommel, Hamont, Hechtel. In Nederland kwamen vooral de omgeving van Budel en Maarheeze. Viertal groepen onderscheiden :
De ketellappers of goorteuten : Zij vormden ongeveer de helft van de Teuten. Ze herstelden beschadigde potten en pannen. Ze verkochten ook nieuwe koperwaar zoals potten, pannen, keukengerei, sloten en soms zelfs vuurwapens. Apparatuur voor een smidsvuur namen ze af en toe in een rugmand mee.
De pakdragers of tafteuten : mutsen, neusdoeken, kousen, beddegoed, tijk, kant, zijde, ..
De snijders of dierenlubbers : castreren van paarden, varkens, stieren en schapen. Soms handel in deze dieren; deze teut was veekoopman en veearts.
Later: de haarteuten : ze speelden in op de wisselende economische vraag en de mode, hier gelanceerd door Lodewijk XIV. Deze Teuten kochten het haar van jonge boerendochters op om het aan pruikenmakers in de steden te verkopen.