Ik ben Everaert Albert, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Awbeir (Eeklo's voor Albert).
Ik ben een man en woon in Eeklo (Belgiƫ) en mijn beroep is ...bloggen.
Ik ben geboren op 11/02/1948 en ben nu dus 76 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: mijn blog, foto's, computer, fietsen...
Nu de hekkens ver weg zijn krijgt men een mooier zicht op de residentie Ridder Karel op de hoek van de Molenstraat en de H. Grafstraat. Men is nu bezig met het groen rond het gebouw aan te leggen.
Woensdag 10 november om 9.30 uur kwam minister Diependaele naar Eeklo om de toekenning van de premie restauratie stadhuis in de bloemetjes te zetten. De restauratiepremie zal een belangrijke boost zijn om de renovatie en restauratie van het stadhuis grondig aan te pakken.
Zowel het exterieur als het interieur van het stadhuis worden gerestaureerd. Aan de buitenkant worden de daken gerestaureerd net als de bekroning van het belfort. Ook de gevels worden nagekeken en hersteld waar nodig. In het stadhuis worden de ruimtes heringericht zodat deze flexibel en multifunctioneel gebruikt kunnen worden. Het stadhuis bewaart haar functie als huis voor de burger, maar bijkomend worden verschillende lokalen ter beschikking gesteld aan verenigingen, waaronder vergaderzalen en tentoonstellingsruimtes. Om warmteverliezen te beperken worden voor de ramen voorzetbeglazing geplaatst. Door het plaatsen van een lift zal het gebouw integraal toegankelijk zijn voor iedereen.
Voor deze restauratiewerken voorziet de Vlaamse overheid een restauratiepremie van 1.110.975,98 euro. Met de toekenning van deze subsidie wenst het stadsbestuur zo snel mogelijk aan het werk te gaan met de renovatie. In eerste instantie zullen de plannen die dateren van 2013, aangepast worden naar de moderne noden en vragen naar duurzaamheid.
De premie van Vlaanderen biedt een bijzondere stimulans om het eeuwenoude stadhuis en het Belfort, dat erkend is als Unesco-erfgoed, een nieuwe invulling te geven. Daarbij wil de stad het gebouw een betere toegankelijkheid en het gebruikscomfort ervan aanzienlijk verhogen.
Het stadhuis van Eeklo staat al meer dan zeven eeuwen op dezelfde plaats. Zoals het monument er nu uitziet is het resultaat van minstens vijf grote verbouwingen. Het oudste overblijvende deel is de 15de-eeuwse kelder. In 1943 werd het stadhuis beschermd als monument. In 1999 werd het samen met 23 belforten in Vlaanderen en 6 in Wallonië ingeschreven op de lijst van het Werelderfgoed van UNESCO.
Samen met de renovatie van de Markt wordt het stadhuis, in de schaduw van de monumentale Neogotische Vincentiuskerk, de visitekaart van onze stad. http://www.eeklo.be/stadhuis
Herinneringen aan de achttiendaagse veldtocht in Eeklo (vervolg)
Rechtover onze herberg stond het huis bewoond door burgemeester Lionel Van Damme en zijn echtgenote. Zo zag ik de laatste dagen voor de inval van de Duitsers in Eeklo, veel hoge Belgische officieren deze woning binnengaan om na enkele tijd te vertrekken richting Veldekens. Vele jonge Eeklose mannelijke Eeklonaren besluiten per fiets de biezen te nemen naar Frankrijk.
In de nacht van vrijdag 24 mei hoorden we een heel grote ontploffing in de verte. Ze hadden de brug van Balgerhoeke in de lucht doen vliegen. Gedurende die nacht werd er weinig geslapen, veel paternosters gebeden, vooral door twee oude tantes die zelfs beiden een kussen op het hoofd hadden gelegd. In al onze miserie lachten mijn moeder en ik daarmee. Op zondag 26 mei 1940 maakten we ons klaar om al die ellende te ontvluchten. Vers ondergoed, boter, kaas, zeep en handdoeken verzamelde moeder, terwijl vader een groot stuk uit de gerookte hesp sneed, die hij in een propere schotelhanddoek wikkelde. Het spaargeld werd tussen mijn moeder en mijn vader verdeeld en beiden staken de bankbiljetten in twee gelijke oude brieventassen en staken ze onder hun klederen op de borst. Onze vluchtreis ging naar Blommekens, langs de Rabautswegele en dan naar de Roze. Vandaar door de Peperstraat waar we een grote kolonne Duitse soldaten te paard tegen kwamen die ons amper een blik gunden. Uiteindelijk konden we slapen in een grote hoeve te Bassevelde. De boerin bakte eieren met boerenbrood en boter en ook koffie werd voor ons gezet. Ondertussen liep de droeve mare dat er zelfs vier burgers door de Duitsers waren doodgeschoten aan het stadhuis van Eeklo.
Dinsdagmorgen 28 mei 1940. We vernemen dat Koning Leopold III gekapituleerd heeft en deze oorlog in Eeklo gedurende die achttien dagen ten einde is. We mogen allen terug naar Eeklo. Ganse slierten Eeklose vluchtelingen zagen we uit alle straten die tot de weg naar Eeklo leidden, komen en de ene familie op de andere volgde langsheen de Vrombautstraat. Bij het passeren aan de Gouden Leeuw was de rolluik gedeeltelijk vernield doordat de Duitsers er binnen waren gedrongen en was ook de juwelierszaak Minne opengebroken.Onze herberg en huis had enkel vernietigde ruiten en gaten in de rolluiken door de stukken schrapnels. Toen de herbergdeur geopend werd, kwamen een tweetal Duitse soldaten binnen die me een stuk chocolade gaven, die ik echter van mijn vader niet mocht opeten, daar er vergif zou kunnen inzitten. De definitieve bezetting van de Eeklose bevolking begon en duurde tot vrijdag 15 september 1944, toen Eeklo rond de middag door de Canadezen werd bevrijd.
Sinds de oprichting van het archiefteam bijna 25 jaar geleden zijn ruim 200 banden en bandjes in de Eeklose Bibliotheek verschenen: klappers, syntheses, tekstuitgaven, atlassen e.d., vanzelfsprekend allemaal ook digitaal beschikbaar. De laatste jaren groeit ook het aantal documenten op de website 'Zoeken in het Rijksarchief' snel aan. De technische evolutie verloopt zo snel, dat volledig digitaal toegankelijke archieven geen utopie meer zijn.
Positief natuurlijk, alle documenten van achter jouw bureau raadpleegbaar. De vraag is wel hoe een archief zich aan die ontwikkeling zal moeten aanpassen.
Een eerste duidelijke verandering is dat het aantal archiefbezoekers daalt. Studenten werken tegenwoordig vooral op hun pc, en de genealogen die zich beperken tot namen en data vinden hun gading ruimschoots op het Internet.
Voor ons Stadsarchief met zijn vrijwilligersteam stelt dit geen problemen, maar in de grotere centra met een ruim personeelsbestand zal de verleiding groot zijn om daarin (verder) te snoeien. En ook de openingstijden komen natuurlijk in het vizier.
De "gevorderde" bezoekers hoeven zich nog niet onmiddellijk zorgen te maken. Massa's andere documenten hebben in de digitale wereld nog geen aandacht gekregen: wettelijke passeringen, landboeken, ommestellinglijsten, quoteboeken, ..., en voor de raadpleging daarvan is archiefpersoneel nog altijd onmisbaar.
Deels ook door de verzuringsproblemen en de papierslijtage zal dit personeel zich wel moeten toespitsen op het digitaliseren van zoveel mogelijk documenten. Die komen dan slechts bij uitzondering op het Internet, maar staan via computers in de leeszaal ter beschikking. Het verzorgen van de authentieke stukken wordt dan de taak van een klein groepje zeer gespecialiseerde technische medewerkers.
In een klein archief als het onze is gespecialiseerde zorg voor de oude stukken niet haalbaar. Onze oudste zijn weliswaar bijna 500 jaar oud, maar alleen voor de lokale geschiedenis van belang. Restauraties van duizenden euro's zijn dan ook moeilijk te verdedigen, al begint voor de boeken met waterschade stilaan de alarmbel te rinkelen.
Men is terug aan het werk op het V.D.Woestijneplein en ditmaal met het grote materiaal. Er zullen eerst nog wel wat grondwerken bijkomen maar men doet toch verder nu.
In de Prinsenhofstraat was hier voordien een grote poort. Deze is vorige week verwijderd en wordt de muur waaraan ze bevestigd was afgebroken. Men is al een dat of 14 in de grote hof bezig maar wat ze hier juist gaan doen is nog niet duidelijk. Dit is de achterkant van het huis van apotheker Leroux in de Boelare.
Langs de Ringlaan was men vorige week met werken bezig. Zo te zien werd er een nieuwe gracht aangelegd of een oude vernieuwd. De vraag is nu, was het een nieuwe gracht aanleggen of waren dat voorbereidende werken voor de Ring?
Herinneringen aan de achttiendaagse veldtocht in Eeklo
Bron: Een bewerkt verhaal uit:
Heemkundige bijdragen uit het Meetjesland, 19 de jaargang 2005-4 de trimester
Vincent Van Den Bossche en Clemence De Metsenaere, baatten een zeer goed geklante herberg uit op de Tieltsesteenweg nr. 5 in Eeklo. We werden opgeschrikt door het loeien van de sirenes en hoorden het motorgeronk van vleigtuigen. Dit was de nacht van donderdag 9 op vrijdag 10 mei 1940. het eerste wat mijn moeder toen zei, was: "Ja 't is oorlog!" Vrijdag 24 mei 1940 werd Eeklo door de Duitsers ingenomen. De publiciteitspanelen van onze voorgevel braken we af zodat zowel de voorbij trekkende Belgische soldaten alsook de binnentrekkende Duitse soldaten de deur niet zouden openbreken om zich bier of limonade te verschaffen. Opeens liep een buurman voorbij onze herberg en riep: "De Duitsers zen daere". We deden onze gordijntjes dicht en loerden om te zien wat er nu zou gebeuren. Zes Duitsers per fiets, op hun helmen hadden ze kleine takken vastgemaakt, de mouwen opgesloopt, en in hun korte botten staken langs de buitenkanten granaten. Ze plaatsten hun fietsen tegen het gemetste muurtje aan het huis van Van Damme. Een paar minuten later kwam een kleine militaire wagen van de Duitsers voorbij gereden en achteraan hing een klein kanon. Dit kanon werd opgesteld in het midden van de straat voor de hoofdingang van het klooster en ze begonnen te schieten in de richting van Veldekens. Nu gingen we schuilen in onze kuil. Nu brak de hel los! De Belgische troepen die zich achter het Schipdonkkanaal hadden ingegraven, beschoten de aanrukkende Duitsers en kort er na hoorden we een verschrikkelijke knal en hoorden de aan stukken geslagen ruiten van ons huis op de grond vallen. Het grootste aantal obussen vielen op het Gesticht. Aan de gevel van de herberg stond een betonnen paal waar de ene helft van het ijzeren afsluithek aan vastgemaakt was. Aan deze paal kleefde bloed. Een van de zes Duitsers was tijdens de aanval geraakt door een schrapnel in zijn hoofd. Deze gestorven soldaat werd weggedragen naar de Villa van Herman D'Hulsters, Raverschootstraat 58, waar reeds een ander overleden Duitser gebracht werd.