Bewust_zijn
mijn levensvisie
30-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een zakdoekverhaal.

Neen! Jullie hoeven nog niet jullie zakdoek boven te halen. Zó'n smartlap is dit verhaaltje nu ook weer niet. Alhoewel…

Op een nog prille, om niet te zeggen kille lentenacht had ik dienst met Filip, een nieuwkomer bij ons, die nét een verkoudheid had overwonnen en weinig zin had om lang met de moto door de nevelige nacht te gaan toeren. Na enkele uurtjes motorpatrouille besloot ik dan ook maar een wagen te nemen, rechtstreeks indruisend tegen het verbod van commissaris Hongermaat. Die lag op dit uur toch thuis te slapen. Dáchten we!

En wie dacht je die plots vóór ons stond nét toen we buitenreden met een politiewagen? Natuurlijk! De alomtegenwoordige, altijd onraad ruikende Hongermaat. Die kerel had nou écht een zesde zintuig om overal op te duiken op tijden en plaatsen waar je hem nooit zou verwachten. Sliep die dan nooit? Of had hij aan zijn bed een kattebelletje hangen dat hem waarschuwde dat we weer buiten de lijntjes aan het kleuren waren?

We konden niet anders dan stoppen en keken hem een beetje schuldbewust aan.

- Wel, Claeysje? Het regent niet hoor!

- Euh, commissaris, Filip is net hersteld van een verkoudheid…

- Is hij ziek? Onderbrak hij me.

- Neen, maar…

- Dan rijden jullie met de moto. Of hij meldt zich ziek en gaat naar huis, of jullie rijden!

Schoorvoetend draaiden we dan ook maar weer naar binnen en bestegen onze stalen rossen. Vast besloten ons te wreken door ergens een achterpoortje binnen te rijden waar ze ons wel graag zagen komen.

Maar het zou anders uitdraaien die nacht.

Toen we langs de slingerende lanen doorheen het bos reden, trof plots een miniem lichtflitsje of weerspiegeling tussen de bomen de hoek van mijn oog. Had ik het me verbeeld? Was daar iets dat er niet hoorde te zijn? Ik trapte op de rem en we keerden om. En ja, ik had me niet vergist: een tiental meter diep het bos in stond een auto, de achterzijde naar ons toegekeerd.

- Een vrijend paartje, dacht ik nog, en was net van plan weer door te rijden toen ik in het nevelige donker iets vreemds onderscheidde aan de nummerplaat.

Nieuwsgierig geworden parkeerden we de motoren en liepen te voet op het voertuig af. Zag ik wel goed? De nummerplaat was bedekt met iets dat we, dichterbij komend, als een zakdoek konden definiëren.

- Nou breekt mijn klomp! Die lieden hadden heel zeker iets te verbergen, maar hoe kun je nu zo stom zijn een zakdoek over je nummerplaat te hangen? Dat was toch vrágen om nader onderzoek?

Omzichtig naderden we stil de wagen, pistolen in aanslag. De auto was leeg. Voor alle zekerheid noteerde ik eerst de nu ontblote nummerplaat alvorens verder te zoeken. En nét op dat ogenblik hoorden we even verder in het bos een metaalachtig gekraak. Dàt was geen natuurlijk nachtelijk bosgeluid meer, voortgebracht door een konijn of zo. Voor zover ik wist waren konijntjes geen metaalvreters.

Snel, maar geluidloos, liepen we op het geluid af. En in een open dalletje onder ons ontvouwde zich de heerlijkste droom die een politieman ook maar kan te beurt vallen: twee kerels stonden bij een gestolen winkelkassa die ze probeerden open te wringen met een breekijzer!

Je reinste beginnelingen! Eerst die zakdoek en dan dit lawaai! En dan leken ze het ding nog niet open te krijgen ook.

- Staan blijven of we schieten! Handen hoog. De twee verstijfden.

Eentje van hen herkende ik. Het was verdorie een pas in dienst getreden bediende bij een grote staatsinstelling!

- Hé, jij werkt toch  bij de (…)? Vroeg ik hem.

- Jawel meneer. Alstublieft! Laat ons gaan. Anders ben ik mijn baan kwijt.

Maar hoeveel medelijden ik ook had met de sukkel, hen laten lopen kon niet meer. Dan zou ik nooit meer mijn uniform hebben durven aantrekken.

Bovendien hadden we de laatste weken al meldingen gekregen van enkele gestolen winkelkassa’s bij nacht, en telkens was de buit, hoewel niet écht hoog, toch de moeite waard geweest. Dat waren vast en zeker dezelfden geweest.

Ja, het was nog in de tijd dat handelaars zich veilig voelden. Het niet nodig achtten om elke avond weer het geld uit de kassa in verzekerde bewaring te brengen. Maar dat zou spoedig veranderen…

De kassa in kwestie bleek dit keer trouwens wél leeg te zijn. De winkeliers waren al voorzichtiger geworden. Die kerel had dus zijn baan verspild voor niets.

Een mooie vangst gedaan dus, maar echt fier kon ik me toch niet voelen. Iemand was tenslotte zijn baan en verdere carrière verloren door mijn schuld.

MIJN SCHULD? Kom nou… IK had die kassa toch niet gestolen?

Maar op dié manier bekeken, en voor hém, was het toch wel letterlijk een zakdoekverhaal.

Waarmee ik maar iedereen wil waarschuwen: eerlijk duurt het langst, en helaas wordt dit in veel gevallen pas begrepen als het telaat is. Is een stomme winkelkassa nou een flinke deuk in je strafregister, een mooie baan én een goed pensioen waard?

Willy.

30-06-2011 om 08:05 geschreven door Willy


Categorie:Fictie 02
» Reageer (0)
29-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Fietswet.

Aangevuld na publicatie: Na herlezen vind ik dat dit verhaal niet echt laat doorschemeren wat ik in hoofdzaak bedoel:

Veel fietsers hebben van oudsher lak aan reglementen. Denken alles te mogen. Maar die mentaliteit deed ze (vroeger) wel eens op het boekje van de politie belanden. En ze gingen janken: ze moesten met twee naast elkaar mogen rijden; ze moesten niet altijd de rijbaan oversteken maar moesten links mogen blijven. Ze konden niet altijd de arm uitsteken om af te slaan, enz.

En de lobbyende groeperingen kregen dit alles gedaan van de wetgever! Wél allemaal met uitzonderingen, maar daar hadden ze lak aan. Wat, voor hén, vooral uit die wetgeving naar voor kwam was: “nu mag je alles”. Dàt leek hen simpel genoeg en werd onthouden. Al de rest werd maar liefst vergeten wegens ‘te ingewikkeld’.



1990 of zo… Ik wist dat op het Ministerie van Verkeerswezen aan een nieuwe wetgeving voor de fietsers werd gewerkt. Die zou eerstdaags worden ingevoegd in het verkeersreglement. Was benieuwd. Wat van het Ministerie van Verkeerswezen kwam was altijd logisch en duidelijk geweest. Ondubbelzinnig zwart of wit! Duidelijk door een ‘wetgever’ gemaakt. Kort, krachtig en begrijpelijk.

En op een dag lagen de nieuwe fietsartikelen op mijn bureau. Een drietal pagina’s. Ik las ze. Begreep ze niet. Herlas het. Met verstomming geslagen. Hé, dat was niet langer zwart-wit, maar had alle mogelijke grijstinten. Moesten fietsers dat begrijpen? Ik begreep het pas helemaal na tien keer aandachtig lezen en grondig te laten doordringen in mijn grijze massa.

Wat er vooral heel duidelijk uitkwam was dat er sterk gelobbyd was, en hoé! De consensussen en compromissen sprongen er zó uit en maakten er een ondoorzichtig kluwen van!

Gelobbyd door fietsenverenigingen die van wetgeving geen kaas hadden gegeten, maar ‘dit’ wilden, maar dan zonder ‘dat’… en liefst ‘zo’ maar dan zonder ‘zus’, en ‘met uitzondering van’...

Gelobbyd door jankerds die al even grote leken waren in wetgeving en het zichzelf op die manier alleen maar hopeloos ingewikkeld maakten.

Enfin, een compleet rommeltje! Tegemoetkomingen aan jankerds, proberend de kool en de geit te sparen, maar ondertussen een hopeloos ingewikkelde warboel scheppend. Tussen de regels las ik eigenlijk:

“Zo moet het. Héél erg verplicht hoor! Het mag ook anders maar dat hebben we niet graag!” (Wijsvingertje vermanend omhoog!).

Slik! Dàt? Een duidelijke wetgeving? Zwart-wit zoals een wetgeving hoort te zijn? Het eerste schaap met vijf poten was geboren, en er zouden er meer volgen. Niet alleen in verkeer, maar in alles waar de jankerds hun pollekens naar uitstaken. Weinig zeggende kleuterwetjes. Voor duizenden interpretaties vatbaar. Wéér een hoop werk erbij voor advocaten!

En ik voelde meteen al iets kriebelen in mijn kraag. De bevolking zou vragen stellen. Vragen die IK zou moeten beantwoorden! Hoé dat hopeloze spinnenweb uitleggen aan de bevolking?

Opsomming van slechts een ‘paar’ stommiteiten in die wetgeving:

- Op het eerste gezicht leken fietsers nu ook links te mogen rijden. Dàt zouden ze wel snel begrijpen, maar meer ook niet! Maar de omstandigheden waarin dat mocht? Een hele klus om dat uit te leggen. Een nog grotere klus om het te onthouden als fietser.

Eigenlijk zouden ze, waar ze links wilden rijden, eerst moeten afstappen, de wegcode grondig doornemen, nog eens goed naar de plaatselijke infrastructuur kijken, en dan proberen uit te maken of ze nu al dan niet links mochten blijven… om daarna tot de conclusie te komen dat ze de toestand toch verkeerd hadden ingeschat. Kom nou!!!

- Maar ha! Eureka! Nu mochten fietsen plots ook naast elkaar rijden… met enkele uitzonderingen. Uitzonderingen die je aan geen kat kon uitgelegd krijgen, zó ingewikkeld als het was.

- Als je links wilde afslaan, moest je nu alleen nog maar een teken met de arm geven als dat fysiek ‘mogelijk’ was!!! Wat werd dààr nu weer bedoeld met ‘fysiek mogelijk’?
Als je toevallig in je neus aan het peuteren was, was het dan fysiek onmogelijk een teken te geven met de arm? En kon je dan lustig linksaf slaan zonder je vinger uit de neus te halen? Waar moest de politie de grens leggen tussen mogelijk en niet mogelijk?

- Kinderen van -12 mochten nu met een fietsje met banden van -50cm op het voetpad rijden, maar wél goed opletten voor voetgangers, die bijvoorbeeld plots uit een deur kwamen gelopen. Krijg dàt eens uitgelegd aan een kind van -12!

En wat ik gevreesd had gebeurde: de nieuwe wetgeving verscheen, en de vragen in verband ermee idem dito. Heel simpele vragen aanvankelijk, want iedereen was heel tevreden. Het leek er namelijk op neer te komen dat nu alles mocht met de fiets! Tot ze het hele verhaal uitgelegd kregen… en het hen begon te duizelen.

Ik mocht het gaan uitleggen. Eerst aan mijn eigen gemeenteraad, want ook dié mensen begrepen er natuurlijk niets van.

Een glasheldere uitleg van één uur. Ze begrepen het helemaal niet of niet helemaal. Nóg een uur om vragen te beantwoorden. Nu begrepen ze het al een beetje, maar zouden het in geen geval kunnen onthouden. Natuurlijk niet! Dat wist ik wel. Had zélf al moeite het allemaal te onthouden, én de verschillende mogelijke interpretaties uit te dokteren. Laat staan het ‘te velde’ en intuïtief in de praktijk om te zetten.

Toen volgden ouderverenigingen en fietsersclubs. Wanhopig probeerde ik het onverklaarbare te verklaren.

Toen werd ik gevraagd in scholen, maar bedankte voor de ‘eer’. Legde het alleen maar uit aan de leraren. Ze begrepen het al evenmin. Natuurlijk niet!

Enfin… ze begrepen het wél, maar het zat zo vol valkuilen, mogelijke interpretaties en uitzonderingen dat je, om het niet te vergeten, die tekst eigenlijk op je fietsstuur zou moeten spelden en constant bekijken tijdens je rit. Drie bladzijden… maar als je er alle interpretaties wilde aan toevoegen kwam je tot een boekwerk!

En dus… waar volwassen leraren iets niet begrepen, waar ik het constant zélf moest lezen om niet te vergeten… hoe wil je het dan uitgelegd krijgen aan kinderen?

Mijn contacten met het Ministerie van Verkeerswezen telefonisch geraadpleegd. Gevraagd hoé ze in ’s hemelsnaam tot een zo moeilijke en dubbelzinnige ‘wetgeving’ waren gekomen, en dan nog juist bedoeld voor een bevolkingsgroep die niet echt in de wegcode was geïnteresseerd?

Hadden ze wel rekening gehouden met het feit dat de politie, die verondersteld word de wegcode te doen naleven, eerst alle uitzonderingen en interpretaties moest nalopen alvorens te weten of een fietser al dan niet een overtreding beging?

Dat wisten ze wél! Ze gaven me volmondig gelijk: het sloeg nergens op! Dat wisten ze ook. Maar ze konden ook niet anders…

- Politiek, weet je wel?

- Jankerds weet je wel?

- Gelobby weet je wel?

- Onzinnige eisen van leken weet je wel?

- En wij? Wij staan machteloos en moeten uitvoeren wat onze minister ons opdraagt!

Tja, dat krijg je als onkundige politici luisteren naar jankende lekenbroeders!

Arme, ongelukkige ambtenaren daar bij Verkeerswezen: een hoop kinderachtige voorstellen, eisen en onmogelijkheden moeten samensmelten tot een steekhoudende wet. Ik wou niet ruilen met hen.

En voor het eerst in mijn leven werd ik geconfronteerd met een nieuw ras dat de wereld stiekem had gebaard: de bemoeiallige jankerds! De schoenmakers die niet bij hun leest konden blijven. Dié zouden de wereld nu eens eventjes grondig naar de knoppen helpen zie! En het verbeterde er niet op naarmate de jaren verstreken!

En het enige dat ik kon doen was naar de kalender kijken: “Hoe lang nog vóór ik met pensioen kan?”

Gelukkig, dat ben ik nu. Heb met 60 in plaats van met 65 ‘mijn schop afgekuist’. Want met dié decadentie wou ik niet meespelen! Mijn verstand terugschroeven tot mijn luiertijd? No way!!! Niet voor een miljoen jankerds.

Want het is er zéker niet op verbeterd daar in dat Wetsteegje.

“Eenvoud kenmerk van het ware?” Mijn voeten! Voor het allereenvoudigste vervoermiddel, de fiets, geldt nu de ingewikkeldste wetgeving uit de hele wegcode! Gelukkig moeten fietsers geen rijexamen afleggen, want door dié wetgeving raakt er niet één!

En zeggen dat het voorheen allemaal zo eenvoudig was! Tot de jankerds de bek gingen openzetten en inspraak eisten!

Ik zie dat mijn stukje tot hiertoe 1054 woorden telt. Dat kan ik me permitteren. Het is een ‘verhaal’ en niemand hoeft het allemaal te onthouden. Niemand hoeft er zich ook ‘aan’ te houden.

Een wet maken gaat eventjes anders! Die moet kort, krachtig en duidelijk zijn. Zwart of wit. Géén achterpoortjes! Géén mogelijkheid tot misverstand inbouwen. Géén moeilijke toestanden scheppen door de kool en de geit te willen sparen. Geen drie bladzijden, maar twee steekhoudende regels. Dàn pas begrijpt de burger het en kan hij er zich aan houden.

Maar helaas, dàt is precies wat jankerds nooit zullen begrijpen!

Willy.

29-06-2011 om 17:22 geschreven door Willy


» Reageer (2)
28-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onaantastbaar?

Jongeheer X., een van de zonen van onze toenmalige burgemeester was, zoals het een rijkeluiszoontje betaamt, een snelheidsmaniak. Terroriseerde, onaantastbaar als hij zich waande, de hele stad met zijn snelle sportwagen.

En we zochten hem!

Maar hij kende ons!

En liet zich niet verschalken.

Wist ook zowat de plekjes waar we ons graag ‘verdekt’ opstelden en was altijd op zijn hoede. En dat had hij aan zijn persoonlijke intelligentie te danken. Het was nog niet zoals nu, dat de politie via de TV het publiek zélf eerst grondig informeert over de plaatsen waar en wanneer op snelheid zal worden gecontroleerd! Met als gevolg dat enkel de domsten zich laten verschalken.

Nee hoor! Om dàt te weten te komen kon je enkel op je ogen ( en je geluk) vertrouwen toen.

Maar op een dag wisten Fred en ik hem te verschalken! 120 km/u waar je maar 50 mocht. Op een ‘nieuwe’ locatie die we gevonden hadden. We vlogen hem achterna, stelden de snelheid vast, en deden hem stoppen.

Glimlachend keek hij ons aan.

- Is dàt even verschieten heren! Ik had jullie hier niet verwacht!

- Hoe snel reed je daarnet, jongeheer?

- Euh… laat eens kijken… 50 geloof ik?

- Juist! Maal twee plus twintig!

- Reed ik echt zo snel? Helemaal niet op gelet! Ik was er met mijn gedachten niet bij. Deed hij met een brede glimlach op de mond.

- Uw identiteitskaart alstublieft?

Welgemutst gaf X. zijn identiteitskaart, een vrolijk deuntje neuriënd. We konden hem toch niks. Papa zou dat wel eventjes regelen!

- En nu als de bliksem naar het kantoor! Zei Fred. Snel een PV opstellen voordat wie dan ook kan tussenkomen!

Zo gezegd zo gedaan, maar we hadden amper een paar woorden op papier gezet of de telefoon rinkelde. Commissaris Hongermaat natuurlijk!

- Ik heb zojuist een telefoontje gekregen van de Burgemeester…

Lap! We waren eraan voor de moeite!

- O ja? Deed Fred, nog een beetje hoopvol.

- Wat had hij te vertellen?

- Jullie hebben zijn zoon X. bekeurd?

De moed zonk ons in de schoenen!

- Eh ja, maar hij reed dan ook 120 in die smalle Helmlaan! Probeerde Fred het zaakje nog te redden.

- Dat weet ik, en dat weet de burgemeester ondertussen ook. Juist daarvoor belde hij me op. Hij eist dat jullie dat PV onmiddellijk opstellen. En X. zal de boete persoonlijk van zijn drinkgeld moeten betalen!

- Als het dat maar is… we waren er net aan begonnen!

Oef! Dàt was nu eens plezierig werken zie!

En M. hééft de boete zelf mogen betalen en kreeg er van zijn vader nog een maand ‘rijverbod’ bovenop! Zijn wagen ging aan de ketting.

En toch een beetje medelijdend zagen we hem die hele maand te voet naar de trein voor Leuven stappen, waar hij les volgde aan de unief.

Het kwam hard aan, maar zijn snelheidswoede was gekoeld en nooit hebben we hem nog kunnen betrappen.

Tja… rijkeluiszoontjes dan wel, maar niet alle rijkeluispapaatjes zijn katjes om zonder handschoenen aan te pakken hoor! Onze achting voor de burgemeester begon zienderogen te stijgen.

Opvoeding! Daar draait het allemaal om. En X. is ondertussen een heel prominente figuur geworden in het Belgische bankwezen!

Willy.

28-06-2011 om 09:06 geschreven door Willy


Categorie:Fictie 02
» Reageer (0)
27-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Adempauze en CV

Ja… eventjes een adempauze nemen, met een foto van 'Fred' en ik tijdens onze laatste dienstjaren.

Toen de moto’s al lang verleden tijd waren en we de leiding over een wielerwedstrijd hadden.

Foto nét na de wedstrijd genomen, napratend met een van de inrichters.

Toen we al veel van onze pluimen, maar niets van onze streken hadden verloren.

Die foto heeft heel lang op een ereplaats in het stamcafé van die wielerclub gehangen. Waar we trouwens ook welkome gasten waren.

Zowel de patron als de bazin van dit kroegje zijn inmiddels helaas overleden.

God hebbe hun ziel, en bedanke hen nog maar eens voor de vele biertjes en snackjes die we er hebben mogen smaken.

Misschien ook moest ik maar van de gelegenheid gebruik maken om een stukje van mijn C.V. toe te lichten. In het begin sprak ik enkel maar over vergaderingen, samenwerking met politici en zo… en nu plots komen daar die politieverhaaltjes. Grotendeels gefantaseerd, maar telkens toch in mindere of meerdere mate gelinkt aan waargebeurde feiten. Soms ook helemààl echt… soms helemaal gefantaseerd. Meer mag ik niet verklappen!

Waar zit nu het verband tussen die twee heel aparte werelden?

Wel, in 1963 kwam ik bij de politie. Zat zes maand later in de motorbrigade en bleef daar 18 jaar.

De rest van mijn carrière bracht ik door als chef van de verkeerstechnische dienst, nog altijd bij de politie. Verkeersbeleid dus. En het was in dié functie dat ik leerde wat vergaderen is of zou moeten zijn, en een grote hekel kreeg aan concensussen. Consensussen zijn voor kinderen. Of voor mensen zonder visie. Maar niet voor volwassenen die het klappen van de zweep hebben geleerd.!

Foto: één week vóór mijn pensionering, met enkele medewerkers.

Fred werd na zijn motorperiode algemeen dienstleider in het politiekorps, en samen (natuurlijk!) stonden we in voor de verkeersveiligheid tijdens manifestaties. Waarin hij dan de nodige manschappen inzette, en ik voor de nodige verkeerssignalisatie zorgde. (En we samen ook wel eens tijdelijk ‘verdwenen’).

Vóór de politie zat ik zes jaar in een technische branche: onderhoud van machines in een vleesconservenfabriek, na een korte tussenstop in een VW garage. Maar toekomstgericht denken dreef me naar de politie.

Wat ik van dit alles het liefste deed? Alles! En alles sloot ook naaldloos op elkaar aan:

Mijn verplaatsingen in weer en wind met de brommer naar de fabriek hadden mijn liefde voor gemotoriseerde tweewielers hoog doen oplaaien. Van die hobby wist ik bij de politie mijn beroep te maken. Toen het motorgeweld in mijn kop was afgekoeld kon ik, wat ik in het verkeer had ervaren, omzetten in gezond verkeersbeleid. En er alles aan doen om de structurele fouten die ik in het verleden had opgemerkt, recht te zetten. Wat trouwens enkel maar lukte door heel hard tegen heilige huisjes en ivoren torens te gaan schoppen. Maar inzet, volharding en geduld lonen! Op de duur kwamen die ivoren torens me zélf om raad vragen!

Wat van dit alles het zwaarste was? Dat laatste!!! Al werd je er niet lichamelijk moe van, na een dag serieus werken was je geestelijk kapot.

Want ook zogenaamd ‘administratief werk’ kun je op twee manieren doen: de plooien uit je broek werken en vechten tot je er bij valt, of alles maar op zijn beloop laten. Maar dan komt het ook niet goed. Dan slaat de wet van Murphy toe!

En dat laatste is nooit aan mij besteed geweest.

Neen. Ik heb me geen moment moeten vervelen in mijn leven. Ook nu nog niet!

Zo. Dat is dan weer opgehelderd.

Willy.

27-06-2011 om 09:57 geschreven door Willy


» Reageer (0)
26-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.No mas boleros.

Omdat het zondag is volgt hier nog een toemaatje:

Een van mijn favoriete muziekjes is ‘No more boleros’. En lange tijd heb ik gedacht dat Geerard Joling dat onovertrefbaar zong.

Tot… ik het van Semino Rossi hoorde!!! In het Spaans!!!

Misschien is het omdat ik in mijn Vlaams lichaam een Spaanse ziel heb zitten, maar de tekst sprak me direct veel meer aan. En ook de stem van Semino overtreft, naar mijn bescheiden mening, die van Geerard.

Je vind het hier:
http://www.youtube.com/watch?v=n00EWMc4SaI

Luister en oordeel!

Hieronder volgt de tekst en de vertaling.

Que puedo hacer
si a mi mente hay que ayudar
para borrar

este dolor
recordando todo el amor
que te di

que triste estoy
no quisiera nunca
recordar esta cansion

que te cante
una y otra vez
y haci me enamore

no mas boleros hay
para que si tu no estas
a qui mi amor
ya no cantare
ningun bolero..

tanto te ame que jamas volvere amar
a otra igual
y esta herida nunca cerara adios

no mas boleros hay.
para que si tu no esta
a qui mi amor
ya no cantare
ningun bolero

nomas boleros hay
ya no cantare
ningun bolero..
no mas boleros hay.

ya no cantare ningun bolero.

Wat kan ik doen?
Als mijn verstand moet geholpen
worden om uit te wissen

dit verdriet.
Al de liefde herinnerend
die ik je gaf

Wat ben ik droevig,
Nooit nog wil ik me
dat lied nog herinneren

dat ik je zong.
Één en andere keer
En aldus verliefd werd.

Geen boleros meer
Want als je hier
niet bent, mijn geliefde
Zal ik nooit nog
een bolero zingen

Ik hield zo van je dat ik nooit meer
van een ander zal houden.
En deze wonde zal nooit sluiten. Vaarwel!

Geen boleros meer!
Want als jij hier
niet bent, mijn geliefde
Zal ik nooit nog
Een bolero zingen

Geen boleros meer
Ik zal nooit
Geen enkele bolero meer zingen.
Geen boleros meer.

Ik zal geen enkele bolero meer zingen.


Willy.

26-06-2011 om 17:51 geschreven door Willy


» Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDERROOKKROEG.

Eerst even een tip: wie bij Telenet zit en twijfelt of hij in- en uitgaande e-mailverbinding heeft, stuurt een ledige mail naar: Hallo@telenet.be. Als titel bvb. 'test' of wat dan ook. Die mail komt in een automaat, die onmiddellijk antwoordt dat je verbinding in orde is. Krijg je geen mail terug, dan ontvang je niet hé?

Ging gisteren even naar de voorbereidende werkzaamheden kijken in café ‘?’ voor het ‘rokersaquarium’. Een wanhopige poging om zéker het vrolijk gedeelte van het cliënteel te kunnen behouden. Want van azijnflessen hebben ze daar geen kaas gegeten.

Maar wat schrijft die stomme wet voor?

IN EEN ROKERSAFDELING MAG JE JE PINT NIET MEENEMEN!!!

Is dat nog een wet voor de gezondheid? Of een regelrechte haatwet? Of een rokerspestwet?

Wie zal nu zijn pint achterlaten om een ‘droog sigaretje’ te gaan roken in een aquarium?

Welke ‘medegebruiker’ van dit aquarium zal door die pint geschaad worden? Of… kunnen rokers dan weer niet tegen de lucht van bier? Drinken ze dan misschien ‘mee’ via de neus op die manier?

Neen hoor! Hier valt de Wetstraat toch wel helemaal door de mand! Dàt kan ik niet anders omschrijven dan pure haat, nijd en pesterij.

De Wetstraat doet dus ook al mee aan pesterijen, hoewel ze daar zélf wetten tegen maakt!

Na de uitvinding van de ZONDERHAATSTRAAT om de vreemdelingen in de watten te leggen, is men nu overgestapt op regelrechte discriminatie van de eigen bevolking: De ZONDERROOKKROEG!!!

Dat getuigt niet langer van bemoeizucht noch van bezorgdheid voor de gezondheid. Dat getuigt enkel nog van regelrechte haatgevoelens tegenover mensen die het leven nog van de zonnige kant durven bekijken.

Haatgevoelens van azijnpissers, zonder enig probleem gedicteerd aan het zooitje ongeregeld in de Wetstraat. Want aan die lui kun je blijkbaar àl je frustraties en zure oprispingen kwijt!

Wetgevers? Amaai!

En by the way… ondertussen zijn er nog twee kroegjes méér in mijn buurt gesloten! Maar ‘gelukkig’: ééntje werd overgenomen door, verschiet niet...  een Turk!?!

Tiens, is de uitdrukking ‘Roken als een Turk’ dan toch een grove vergissing?

Maar ook dàt is geen landverraad hoor!

Ik vraag me dan wel af wat landverraad dan wél mag zijn. Hoeveel verder kun je nog gaan?

Willy.

26-06-2011 om 00:00 geschreven door Willy


Categorie:rokershoekje
» Reageer (1)
25-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Blèèuwe diuuze.

Deze week kocht ik bij Aldi een blauwe blikken doos met koekjes. De doos zat in een kartonnen omhulsel, en toen ik dat er thuis afhaalde en de blauwe kleur zag, barstte ik in een schaterlach los. De blauwe doos is teruggevonden! En ik had direct weer inspiratie voor een nieuw column.

Waarin je dezer dagen toch allemaal inspiratie kunt vinden!

Blèèuwe diuuze was namelijk een onvervalst drankorgel. Een vrouwelijk drankorgel dan wel. Ze had al meer in de cel bij ons op het politiebureel, dan thuis geslapen. Gaf ze trouwens niet om. De cellen waren tenminste proper, terwijl het bij haar thuis één grote gore vuilnisbelt was.

En ze was een Gentse. Zo was ze trouwens aan haar bijnaam gekomen: ze had ooit aangifte komen doen van diefstal van een blauwe doos, waarin ze haar geld bewaarde.

- Wát bent u gestolen mevrouw? Had de inspecteur haar gevraagd.

- Mèèn blèèuwe diuuze! Herhaalde ze in haar sappig Gentse dialect.

En sedertdien blééf het blèèuwe diuuze.

Die blauwe doos bleek trouwens haar kassa te zijn geweest. In betere tijden. Toen ze, na een persoonlijke ‘carrière’ met afnemend succes, kotmadam was geworden. En neen! Niét van studentenkoten! Wél van een minder zedig oord, waar ooit eens een klantje in het WC heel vroom op de muur had geschreven: “Oh sint Jozef die kunt vader worden zonder vogelen, laat ons vogelen zonder vader te worden!”

Ja. Christelijk bleken de klanten toch wel te zijn geweest!

De meisjes moeten het grappig gevonden hebben, want je kon duidelijk zien aan de muur dat die rondom de tekst al regelmatig was afgewassen, maar die tekst zelf werd daarbij angstvallig vermeden. Zodat ze er op de duur als het ware in een wolkje hing. Nu kon je er zéker niet meer naast kijken.

Ja, dat waren gouden tijden geweest voor blèèuwe diuuze. Ze had gelukkig tijdig ingezien dat het voordeliger was dat soort werk van barmhartigheid over te laten aan jongere, en aantrekkelijkere werkneemsters en zelf alleen nog maar het ‘vogelgeld’ in haar blauwe doos te stoppen. Dat handeltje draaide een aantal jaren goed, en beter naarmate de meisjes steeds beter de kneepjes van het vak leerden.

Maar toen haar grietjes, té geleerd geworden, de een na de andere zelf gingen ‘ondernemen’ en kleine zelfstandigen werden met elk een eigen huisje van plezier, kon ze dat soort broodwinning niet meer hard maken en was ze zelf al te verlept om wat dan ook nog hard te krijgen!

En blèèuwe diuuze verzeilde in een neerwaartse spiraal van drank en goedkope ontucht. Af en toe sleepte ze nog wel eens een beschonken OCMW’er mee naar huis om er uit te persen wat er uit te persen viel (euh… geld dan, bedoel ik). Maar veel zal dat ook wel niet geweest zijn.

Waar ze écht van leefde was dan ook een goed verborgen geheim. Waarschijnlijk toch wel ergens te zoeken tussen het zesde en negende gebod. Feit was dat ze toch altijd weer over voldoende financiële middelen bleek te beschikken om zich dagelijks een flink stuk in de kraag te drinken.

Maar de kruik blijft maar drijven tot ze breekt, en op een goede dag kwam een van haar klantjes klacht neerleggen. Een vuil, onverzorgd mannetje dat je al van twee straten ver kon ‘ruiken’ aankomen. Zijn portefeuille bleek verdwenen na een nachtelijk bezoekje aan haar gore huisje… en waarschijnlijk ook aan haar even gore muisje.

En blèèuwe diuuze werd ten huize afgehaald. Niét met een limousine, maar met een patrouillewagen, en zat even later bij ons op het bankje. Beschuldigd van diefstal. Ze was in alle staten! Inspecteur Plettinck die haar moest verhoren, kreeg de volle laag!

- Gèèi moe zwijgen Pietke! Gèèi ee nog niks meegemokt in ui ljèven!

De inspecteur wist niet meer hoe dat varkentje gewassen te krijgen. Met dat mens viel gewoon geen zinnig gesprek te beginnen! Bovendien durfde hij haar niet op minder dan een paar meter te naderen, want het was een en al dranklucht.

Maar toch viel ze door de mand! En door de vuilmand nog wel! Haar eigen vuilmand! En… een beetje geholpen door Fred en ik!

Het was namelijk vuilnisophaling die dag in haar wijk. En Fred, die de conversatie van ver had staan aanhoren, deed me teken mee te komen en we repten ons naar haar woning. En ja, daar stond inderdaad haar vuilbak nog buiten. De plastic vuilniszakken van tegenwoordig waren nog lang niet in voege. We openden het deksel, roerden wat met dichtgeknepen neus in het vuil, en wat kwam daar boven?

De portefeuille!!!

Je moet maar geluk hebben in je leven! Maar Fred had wel een neus voor dat soort geluk dat heus niet vanzelf komt. Geluk waar je daadwerkelijk en gericht moet naar op zoek gaan! Al levert dit soms maar één keer op honderd enig resultaat op. Maar dit keer was het een schot in de roos.

Het geld was er uit, maar ze was dom genoeg geweest de identiteitskaart er in te laten. Kon ze toch niks mee aanvangen vond ze waarschijnlijk. Maar wij des te meer!

- Gij hebt blijkbaar ook nog niets meegemaakt zeker? Vroeg Fred haar toen we terug binnen waren, triomfantelijk zwaaiend met de portefeuille.

- Anders zou je wel slim genoeg geweest zijn die identiteitskaart eerst te verbranden!

Inspecteur Plettinck slaakte een zucht van verlichting. Oef! Dat was weeral opgelost! Hij kon aan zijn proces-verbaal beginnen.

Van verder ontkennen was natuurlijk geen sprake meer. Ze probeerde het nog even over een andere boeg te gooien met een meer typisch vrouwelijk wapen: krokodillentranen. Maar ook dat mocht niet meer baten! De inspecteur had al genoeg achterbakse krokodillen zien wenen. En bovendien lag dat ‘Pietke’ hem nog altijd zwaar op de maag.

En zo werd blèèuwe diuuze er ingeluisd door haar eigen vuilbak.

Kort nadien verhuisde ze uit de gemeente. De grond was haar te warm geworden onder de voeten, en klanten kreeg ze toch niet meer over de vloer. Laat staan in bed!

En nooit hoorden we nog wat van blèèuwe diuuze. Maar we misten ze wel! Want ondanks alles was ze toch wel een van onze onuitputtelijke bronnen van humor geweest. Eventjes een ‘verfrissend’ tussendoortje tussen geparfumeerde fatjeshumor en onbehouwen banditisme.

Willy.

25-06-2011 om 09:39 geschreven door Willy


Categorie:Fictie 02
» Reageer (0)
24-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mededeling!!!

Beste blogvrienden,

Graag doe ik die mededeling niet , maar een aantal onder jullie sturen me met de regelmaat van de klok pps’jes! Heel goed bedoeld en sympathiek. MAAR… ik heb bewust gekozen voor een trage en beperkte internetverbinding omdat ik niet méér nodig heb!

Als je weet dat zo’n pps’je me 15 minuten downloadtijd kost, terwijl ik soms zit te popelen internet voor iets anders te gebruiken of een dringende mail te versturen, begrijpen jullie hopelijk wel dat ik dit helaas niet kan apprecieren! Ze nemen trouwens ook een flinke hap uit mijn downloadlimiet.

Sorry daarvoor en dank bij voorbaat voor jullie begrip!

Willy.

24-06-2011 om 10:57 geschreven door Willy


» Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Antiparasietisme.

Dom en zinloos. Zo was wereldoorlog twee.  Op gang gebr acht door een stommeling: Hitler. Een primitieveling die nog nooit van multicultuur had gehoord! Een man die daardoor de geschiedenis zal ingaan onder de noemer ‘Duitse primitieven’.

Wát een verspilling van energie en mensenlevens! Met kanonnen en tanks de grenzen van een land gaan aanvallen! Hoe primitief! Hoeveel van zijn eigen troepen verspilde hij er niet aan?

Terwijl de oplossing zo voor de hand ligt: laat de domme volkeren in een multiculturele samenleving geloven, en zend je zonen uit naar alle werelddelen die je wilt veroveren.

Laat ze infiltreren in handel en politiek. Laat ze hun eigen kerken bouwen met de centjes van het ‘gastland’. Laat ze de plaatselijke culturen ondermijnen als blinde mollen onder een mooi groen grasveld. Laat ze zich vermenigvuldigen als de konijnen… en wacht een paar generaties af.

En zonder slag of stoot is wereldoorlog III gewonnen!

Niét met de energie van de aanvallers.

Wél met de energie van de overwonnenen, die zo stom waren je heilsoldaten voor minderheidsgroepen, kansarmen en armoedzaaiers te aanzien en ze dus alle mogelijke steun en kansen verleenden.

Ze aan hun borst koesterden… ze knuffelden als onmondige baby’tjes… ze gave en goed toestopten… ja, zelfs humanitaire diensten uit de grond stampten zoals centra voor gelijkheid van kansen, asielcentra en meer dergelijke bullshit. Allemaal op kosten én tot grote schade van het ‘landeigen volk’, dat bij avond niet eens meer de deur uit kan zonder overvallen te worden.

En vooral: wees het universele voorschrift, eigen aan alle religies, indachtig: “Ga en vermenigvuldig u.” Laat dàt vooral geen dode letter blijven! Laat desnoods de condooms uit de handel halen! Laat de baarmoeders hun werk doen als volwaardige strijdwapens! Dàt is pas moderne oorlogvoering!

Ja, Hitler had echt een paar generaties later moeten geboren worden. Dan kon wereldoorlog II overgeslagen worden en zaten we al direct in wereldoorlog III.

Daar zitten we nu trouwens ook in, maar de meesten van ons beseffen het (nog) niet.

Maar wat nog erger is: de toekomstige overwinnaars zijn bovendien van een heel ander soort en ras! Vegen hun kont aan onze rijke cultuur, met zweet, bloed en tranen bijeengesprokkeld.

Willen alleen maar óns geld, in combinatie met hún cultuur en hún religie.

En zo zullen wij de militaire geschiedenis ingaan als het volk dat zichzelf versloeg, met eigen energie en spaarcentjes, en het duur verworven land overleverde aan de vijand.

Met OCMW-kanonnen en gelijke-kansen-bommen. Met zelfmoord-wetten en parlementaire booby-traps. Met knuffeltjes hier en knuffeltjes daar voor de vreemden. Terwijl het eigen volk in de kou bleef staan en als een kudde gehersenspoelde koeien bleef meeloeien.

En de geschiedschrijvers zullen (her-)schrijven: ‘De Belgen waren de domsten onder de Galliërs.’

Landverraad? Mobaneegij! Dat heet ‘modern manegement’! Maar dat moet je kunnen begrijpen, en daarvoor moet je ‘geleerd’ zijn! En dat ben ik dus niet!

Ben ik dan een racist? Met klem: NEEN!

Ik ben een anti-parasietist. (Niet verwarren met parachutist!)

- Ik heb respect voor elk ras, kleur en godsdienst.

- Zo lang die godsdienst niet tot terrorisme en parasietisme leidt.

- Ik vind dat parasieten niet thuishoren in onze samenleving. Of ze nu blank, bruin, blauw, rood of groen zijn.

- Wie niet wil werken voor zijn brood, wie niet wil leren voor een fatsoenlijk beroep en bestaan, verdient geen plaats in mijn omgeving. Van wélk ras die kerel ook is, ik hoef hem niet in mijn achtertuin.

Als dit alles racisme noemt, dan ben ik zéker, en méér zelfs, racistisch tegenover mijn eigen volk en regering, die grootschalig parasietisme onbeschaamd aanmoedigen.


Willy.

24-06-2011 om 08:52 geschreven door Willy


» Reageer (1)
23-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Knipperlichtrelaties.

Commissaris Hongermaat stond er op dat we elke vrijdagavond ‘verkeerscontrole’ deden op de invalsweg aan het station. Zoveel mogelijk binnenkomende wagens controleren op alles wat ook maar kon gecontroleerd worden. En zelfs als alles in orde was, toch de identiteit van de bestuurder noteren. Je wist maar nooit dat het ooit van pas kon komen te weten wie op welk tijdstip waar was.

Van dat soort onnozele wetten als ‘wet op de privacy’ hadden we immers nog nooit gehoord. Trouwens: wiéns privacy? Die van boeven en ander ongedierte? Kom nou…

Waarom juist op vrijdagavond? Wel, dat was het tijdstip waarop de ‘beau monde’ van Brussel en omstreken de badstad begon binnen te rijden voor een zalig weekend aan zee.

Was er dan iets mis met die beau monde? Welnee! Helemaal niet, maar in hun kielzog werd allerlei gespuis meegezogen met de bedoeling een graantje mee te pikken van dat rijke, maar soms ook dom en nonchalante leven. Vooral dan in de vrije weekends, als ook dié mensen de riem er af legden en meer op plezier dan op nadenken gericht waren.

En dat gespuis kon zowel bestaan uit regelrecht tuig van de richel en zakkenrollers, als ‘col en plastron’ meneertjes, piekfijn uitgedost en met een vlotte babbel. Zich voordoende als verzekeringsagenten, financieel adviseurs, of whatever. Als ze maar aan je poen konden geraken.

Enfin, twee tegengestelde soorten dus van een onderwereld die zich mee verplaatst met de geldstromen.

En daar wilde Hongermaat paal en perk aan stellen. Onder zijn leiding moest de badstad als een middeleeuwse versterkte burcht worden waar je niet in kwam zonder grondige controle. Waar de rijken zorgeloos hun voordeur konden openlaten en toch rijk blijven. Waar dan misschien wel vanalles te jatten viel, als je geen rekening had moeten houden met de waard. En de waard… dat waren wij!

En toevallig (?) ook weer rond diezelfde tijd klonk overal het nummertje ‘Mijn vriend Benjamin’ van Louis Neefs. En tot op heden tintelen er nog steeds pretlichtjes in mijn ogen als ik hem hoor zingen: “Dan maar weer terug naar Knokke-Zoute, om er naar de zon te zoeken. Maar ze hadden ons zien komen en ze hadden er geen hulp vandoen…’.

Jawel hoor! Héél toepasselijk! WIJ hadden ze zien komen en hadden inderdaad geen ‘dergelijke’ hulp vandoen! Die tekstschrijver moet een bekende van ons geweest zijn. Moet ons van dichtbij hebben meegemaakt. Kán niet anders. Zéker weten!

We konden natuurlijk maar een klein percentage van het binnenrijdend verkeer controleren, maar het was vooral als afschrikmiddel bedoeld. Lieden met minder goede bedoelingen zagen het, trokken er de juiste conclusies uit, en verlegden hun werkterrein. En ja! Het werkte inderdaad! En wel drommels goed.

En het was géén beslissing van bovenaf, daar ergens in de duistere, mistige gangen van de Wetstraat. Het was een beslissing van Hongermaat himself, aangepast aan de plaatselijke omstandigheden en noden.

Af en toe deden we op die manier toch wel interessante vangsten, maar er waren ook vrijdagen dat de vis helemaal niet wilde bijten, en we hier en daar maar een achterlichtje vonden dat niet werkte of zo… enfin, zaakjes waar we niet eens ons boekje voor bovenhaalden.

En op zo’n ‘vervelende’ vrijdagavond liet ik een jongedame met een VW kevertje voor controle naar de kant rijden. De VW kevertjes uit die tijd waren al van modernere attributen voorzien, maar ik had niet in de gaten dat dit exemplaar een ouwetje was… Maar dat zou ik al gauw merken!

Boog me, van geen gevaar bewust, naar het zijraampje en vroeg het juffertje even haar linker knipperlicht te laten werken.

Haar blanke handje (zonder trouwring) gleed aarzelend naar een hefboompje. Ik begon zowaar verliefd te worden! Maar toen:

Floep! Een ‘knuppeltje met een lampje erin’ zwaaide uit zijn behuizingkje en tikte recht op de gevoeligste plaats van mijn reukorgaan! Het lampje bleef vrolijk knipperen. Als een kwispelstaartend hondje: “Deed ik dat goed? heb ik nu een klontje verdiend?”

- Auw verdorie!

- Sorry hoor agent, maar je hebt er toch om gevraagd hé? Deed het meisje bedeesd, niet wetend hoe zich te gedragen, amper in staat zich te bedwingen…

Want inderdaad, die héél oude kevertjes hadden ‘uitklappende’ knipperlichten en daar had ik, stommeling, totaal niet op gelet. En dat ze héél erg venijnige klappen konden uitdelen voelde ik nu ook pas aan den lijve, tot mijn schade en schande.

- Weet je wel dat ik je kan vervolgen voor slagen aan de politie? Deed ik quasi-boos, maar ze zag wel dat ik me, net als zijzelf, moest inhouden van het lachen. Ik sloeg de rest van de controle dan ook maar over.

Toen ze, nog steeds giechelend, doorreed, keek ik om.

Fred stond er niet meer.

Fred lag dubbel van het lachen achter een struik.

En nog dagenlang begroette hij me met de ‘bezorgde’ vraag of mijn neus nog pijn deed.

Tja, dat was nu toch ook niet bepaald een jongedame waarmee ik een ‘knipperlichtrelatie’ zou durven aangaan! Wie weet op welk onheil dàt zou uitdraaien. Nu had de schade zich tenminste maar tot mijn neus beperkt!

En zeggen dat ik ooit in een VW garage had gewerkt! Toen die dingen wél nog dagelijkse kost waren! En thuis, gefascineerd, met dat magnetisch ‘uitwipsysteem’ had geëxperimenteerd als ik een vervangen exemplaar kon meenemen uit de vuilnisbak. Stomme, stomme Willy!

Willy.

23-06-2011 om 09:05 geschreven door Willy


Categorie:Fictie 02
» Reageer (0)
22-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De wetgever!

Brugge, oktober 1963. Mijn eerste dag op de politieschool! Een beetje onwennig, maar ik voelde me er al gauw thuis. We hadden prima lesgevers, waaronder de toenmalige Procureur des Konings himself. Een heel geschikte vent trouwens!

De lessen begonnen zowat algemeen. Strafrecht… administratief recht… technische politie… verkeer…

Het viel me op dat het woord ‘wetgever’ zo dikwijls opdook bij zowat elk onderwerp: “De wetgever heeft terecht geoordeeld…”, “De wetgever heeft gesteld dat…”, en zo ging het maar verder.

Wie die wetgever was wist ik niet. Durfde ik ook, die eerste dag, niet te vragen. Maar een geleerde bol moest het zeker wel zijn! En ’s avonds, op weg naar huis, probeerde ik het woordje ‘wetgever’ te ontleden:

1. De uitgang ‘er’ duidde er op dat het een beroep was, en je er dus kon voor leren.

2. Het enkelvoud liet veronderstellen dat het over één persoon ging.

3. Wet en gever lichtten de functie al wat beter toe: het was dus een persoon wiens beroep was wetten uit te dokteren en aan de bevolking door te geven.

Whaauw! Dat moest toch wel eventjes een érg geleerde kop zijn! En ik zag in mijn verbeelding al een man met een lange baard, kaal geworden door het vele denken… een intelligente, eerlijke blik in de ogen… een soort kruising tussen Leonarde da Vinci en Koning Salomon.

Wààr in godsnaam zou je voor dat beroep kunnen leren? Hoe oud moest je niet zijn om over dergelijke ervaringen en kwaliteiten te beschikken dat je als wetgever aan de bak kon? 80? 90? Jonger kon toch niet om zo goed te weten waar je heen wou en hoe het moest?

Ik begon enorm veel respect te krijgen voor die kerel!

Brugge, oktober 1963. Tweede dag politieschool. Ik waagde het er op mijn vingertje aarzelend omhoog te steken zodra dat woord weer viel. Vroeg aan de Procureur wie die wetgever eigenlijk was!

- Dat is niet één persoon, maar het parlement, mijn vriend. Maar daarover zul je meer te horen krijgen in de lessen ‘administratief recht’.

Ik was hevig teleurgesteld. Géén persoon dus. Een ‘parlement’. Een woord, afgeleid van het werkwoord ‘parlesanten’, dat me weer een synoniem van roddelen leek? En een donkerbruin vermoeden begon zich van me meester te maken. Voor zover ik wist moest je niets kunnen om verkozen te worden… betrof het ‘vriendenjobkens’… en dan wétten maken? Kom nou!

Later leerde ik wel degelijk waaruit een parlement bestond, hoe het verkozen werd, enz. Maar het kon me niet echt troosten. Géén enkelvoudige, alwetende ‘wetgever’ dus! Géén Leonardo da Vinci. Géén Koning Salomon! Wél een betrekkelijk naamloze groep, verkozen door het volk. Maar het toenmalig ‘volk’, dat waren nog Belgen. Belgen waarvan Caesar ooit zei dat het de dappersten van de Galliers waren!

En ik leerde er mee leven. Vooral toen ik inzag dat de wetten die uit die groep voortkwamen toch logisch waren en beantwoordden aan de noden van de bevolking en vooral van het verkeer. Ik kon er dus wel vrede mee nemen.

En ik leerde daarmee ook nog een eigenaardigheidje van de Nederlandse taal: enkelvoud kan ook meervoud zijn dus! Geen probleem voor mij. Het leek me raar, maar het werkte wel. Maar toch… waarom dan niet ‘wetgevers’ in plaats van ‘dé’ wetgever?

Maar tijden veranderen… en die relatief oudere, vroede vaderen daar in dat parlement, werden stelselmatig vervangen door steeds jongere, steeds betweterige en steeds meer beknuffelde producten van de nieuwe pampergeneratie.

België, juni 2011. Na 40 jaar steeds meer sputteren, horten en stoten, is de machine eindelijk helemaal vastgelopen! Geen regering meer, laat staan een ‘wetgever’. Kon ook niet anders. Het verwondert me totaal niet dat het gebeurd is. Het verwondert me wél dat het nog zo lang stand hield.

Want de pufferige, onlogische en dus ook onhoudbare wetjes die de laatste decenia op ons afgevuur werden kunnen er niet om liegen. En hoé ik me ook probeer te verdiepen in de wiskunde, ik slaag er maar niet in om 55 kleutertjes zodanig met elkaar op te tellen dat er één verstandige ‘wetgever’ uit tevoorschijn komt. Ik blijf maar 55 kleutertjes houden! Zal wel aan mij liggen! Moet ergens een hoofdstuk hebben overgeslagen in de wiskunde.

55 ministers… en ze kunnen het niet! Maar ze hebben een Alibi: alles wat ze aan wetten maakten moest ‘conform Europa’ zijn. Werd zelfs gedicteerd door de hele wereld. Zij konden enkel maar uitvoeren! O ja? Zou het niet eerder ‘klakkeloos na-apen’ zijn?

Arm parlement! Niet eens meer baas in eigen buik? En hoe zou dat nu gekomen zijn? Wié vond dat we hoognodig ‘Europa’ moesten worden? Wié vindt dat we de wereldtrend moeten volgen? Is dàt de taak van een door het volk gekozen en dus ‘volks’ parlement geworden? Het land verkopen aan Europa? Onze eigenheid verwoesten en omtoveren in een ‘standaard-wereldburger’? Een massaproduct dus, of een soort robot die alles kan uitgenomen zelfstandig denken!

Deden we het dan zo slecht toen we alleen en ‘verweesd’ waren misschien? Hebben we ons dan zo verbeterd door meegezogen te worden in de draaikolk van arme landen zoals Griekenland? En er zullen er meer volgen…

Natuurlijk wou Europa België erbij. Ze deden er een gouden zaak aan! Geen land met meer werklust (in Vlaanderen tenminste toch). Maar deden wij een goede zaak? Is het onze verantwoordelijkheid dat in Griekenland de werklust en ondernemingszin op een laag pitje staan?

Een volk dat hard werkt moet daarvoor beloond worden met een rijke oogst voor eigen gebruik. Niét door die oogst achteloos naar minder werklustige volkeren te gooien!

Zou je dat uitgelegd krijgen aan de 55 kleutertjes in het parlement? Kleutertjes die hun eigen zaakjes zo hopeloos ingewikkeld hebben gemaakt dat ze er zelf niet meer uitraken?

“Eenvoud is kenmerk van het ware!” Waar is die wijze spreuk onzer voorvaderen heen?

Maar dat snappen ze daar niet. Dat is niet ingewikkeld genoeg! Daarmee kun je niemand om de oren slaan met dooddoeners als “Jij begrijpt dat toch niet”.

Het gevolg van een en ander is dat Vlaanderen niet alleen opdraait voor ‘onderhoudsgeld’ aan Wallonië, maar ook aan alle arme landen van Europa.

Maar we hebben blijkbaar geen keuze: we hébben Griekenland al een massa geld geleend. En als het failliet gaat kunnen we fluiten naar dat geld. Maar eerlijk gezegd: liever naar dat geld (dat we notabene toch nooit meer terugzien) fluiten, dan telkens weer over de brug komen met meer en meer geld dat we nooit zullen terugzien!

Maar ook dàt snappen ze niet in de Wetstraat.

Komt Griekenland er weer bovenop? Neen! Daarvoor moet de hele bevolking de riem willen aansnoeren. Maar als ik zie hoe telkens weer zware rellen uitbreken als de Griekse regering wil besparen vraag ik me af hoé ze dat dan in ’s hemelsnaam zullen aan boord leggen.

Maar ach, blijkbaar kijken ze in de Wetstraat tóch niet naar het nieuws, wereldvreemd als ze daar zijn. Een hond had een decenium geleden al kunnen ruiken waar het zou op uitdraaien. Maar ja, er zitten geen honden in het parlement hé? Enkel maar kippen zonder kop!

Wat ik zelf denk? Dat we het beste van Europa gezien hebben. Dat het vanaf nu stilaan zal gaan afbrokkelen. Het is duidelijk een onmogelijkheid gebleken, en alleen een volslagen idioot houdt onmogelijkheden in stand. Laat Griekenland onze zuurverdiende centjes maar houden! Beter dan er nog meer in te pompen.

Willy.

22-06-2011 om 10:37 geschreven door Willy


» Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Toemaatje 22/6

De nieuwslezer op VTM ontpopte zich vandaag nog maar eens als Minister van Propaganda voor de regering!

“De meeste rokers spreken zich uit vóór het rookverbod op café!!!”

Wablief?

“Dat blijkt uit een studie van blablabla…blablabla.”

Ja, dàt liedje kan ik ook zingen. Zelfs zonder notenleer. Een vlag die alle ladingen dekt, en vooral een streelzacht dekentje moet leggen over de bemoeiallige en verkeerde beslissingkjes in de Wetstraat.

Maar toen viel me iets op: VTM blijkt helemaal niet zo achterlijk! Ze waren dan wel opgelegd dat te zéggen, maar de opdrachtgevers hadden blijkbaar niet aan het beeldmateriaal gedacht!

En dat beeldmateriaal… dat loog er niet om. Niéts dan rokers. Beelden die totaal in tegenspraak waren met wat verteld werd.

VTM, je bent in mijn achting gestegen!

Willy.

22-06-2011 om 00:00 geschreven door Willy


Categorie:rokershoekje
» Reageer (0)
21-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Swahili.

De burgemeester ontving hoog bezoek. Een president van een of ander centraal Afrikaans republiekje. Wat de man hier kwam doen is me nooit duidelijk geworden, maar Van Bonten en ik kregen via commissaris Hongermaat opdracht om de presidentiële wagen te begeleiden tijdens een rustige rondrit met de burgemeester in de gemeente.

- Een beetje sightseeing doen, zei hij.

Het parcours mochten we zelf uitkiezen. Moest de zee, de zwemkom, de villa van de bomma van de burgemeester en nog enkele bezienswaardigheden aandoen, en de tocht mocht een uur duren.

We spoedden ons naar het stadhuis waar een lange zwarte Limousine ons al opwachtte.

We spraken even met de burgemeester, die achteraan zat met de zwarte president, een klein mager manneke met toch een intelligente uitstraling. Smetteloos gekleed in driedelig donker pak en sneeuwwit hemd.

De chauffeur was eveneens een zwarte. We hadden hem graag even gesproken en afspraken gemaakt, maar de man bleek noch Nederlands, Frans noch wat dan ook te spreken. En wij spraken helaas geen Swahili. Een gat in onze cultuur! Moesten we toch ooit eens werk van maken. En dus vertrokken we maar zonder afspraken!

Nu is het bij dergelijke escortes de gewoonte dat de motards tegen een rustige snelheid naast elkaar voorrijden, en de wagen op een tiental meter volgt. Maar daar had die chauffeur geen kaas van gegeten. Waarschijnlijk nog nooit buiten zijn centraal Afrikaanse republiek geweest… enfin…

We vertrekken, netjes en plechtig tegen 40 km/uur. Na een kilometer zien we dat de wagen bijna tegen onze achterwielen aan plakt.

- Die vindt het om een of andere reden te traag, denken we, en we versnellen om terug een afstand op te bouwen. De chauffeur blijft tegen ons geplakt. We versnellen nog.

- Verdorie! Die kerel zal het toch wel ééns doorkrijgen dat dit zomaar niet kan? Of is die president écht zo gehaast?

Uiteindelijk vliegen we tegen meer dan 120 km/u door de bochtige lanen van het bos, zien we hoe de wagen achter ons de bochten bijna op twee wielen moet nemen, maar hij wijkt geen duimbreed van onze achterlichten af! Banden gieren, remmen knarsen… onze sirenes loeien om de andere weggebruikers te waarschuwen… trekken in combinatie met onze blauwe flitslichten onze batterijen bijna leeg.

Wàt een beroerde escorte, vinden we. De burgemeester en de president worden waarschijnlijk over elkaar heen gegooid, maar nog dringt de chauffeur aan om sneller te rijden.

En dan is het uur voorbij. Oef! Beleefd nemen we afscheid van de Burgemeester. De president heft minzaam de hand op als groet, en we keren zwetend terug naar het bureel.

- Wat bezielde die kerels eigenlijk? Ik dacht dat de president wat sightseeing wou doen en de burgemeester hem een en ander zou laten zien!

- Ik begrijp het ook niet! Antwoordde Van Bonten. Rare vogels, die negers!

Enfin, het wordt avond, we eten onze meegebrachte boterhammetjes op en willen net aan wat bureelwerk beginnen toen de telefoon rinkelde. Van Bonten nam op… het was commissaris Hongermaat.

- Hebben jullie al gegeten?

- Jawel hoor commissaris.

- Jammer, anders had de president jullie willen inviteren in “Le Cochon d’eau”.

- Spijtig commissaris, we hebben nét gegeten.

- Verdorie hé Van Bonten! Ik sprong op en gritste de telefoon uit zijn hand.

- Jawel commissaris we hebben gegeten. Maar niet veel hoor! Er kan altijd nog wel wat bij!

- Ha Claeysje, ben jij dat? Dat dacht ik al. Kom dan maar af.

Ik legde de hoorn neer.

- Wat doe jij nu? Wilde Van Bonten weten.

- Jij doet wat je wilt, maar een chic diner in de Cochon d’eau sla ik niet af!

Toen we vijf minuten later de ruime eetzaal (pardon, salle à manger) van het waterzwijn betraden stond de president plechtig op en kwam op ons af. Hongermaat zat te grijnzen achter zijn aperitiefje.

- Mijne Heren, klonk het plechtstatig en in perfect Frans, ik wil u, in naam van mijn gehele volk, hartelijk bedanken voor de bescherming die u mij, tijdens deze onvergetelijke rit, hebt geboden. Mijn gehele land is u dan ook zijn allergrootste dank verschuldigd, en… patati patata…

De redevoering ging nog een heel stuk door. We luisterden perplex. Straks kregen we ook nog een ereteken! Maar gelukkig, die had hij waarschijnlijk niet bij. Had waarschijnlijk ook niet gedacht dat hij twee ‘helden’ zou moeten decoreren.

Eindelijk, na een hoogdravende redevoering van zowat een half uur, kregen we elk een stevige handdruk. Ik zag Van Bonten nog net stiekem naar zijn hand kijken… je weet nooit of dat zwart soms niet afgaat…!

En dan konden we met een zucht van verlichting aan tafel. De burgemeester zat er ook, en ik vond hem er wat bleekjes uit zien. Hoe zou dàt nu gekomen zijn?

En ik ging lichtjes fantaseren over wat zich in de wagen zou kunnen afgespeeld hebben:

- En hier komen we nu in het bos… pardon, zwemkom, eh strand, nee, de woning van mijn bommamááááái…… en racen nu de polders in…

- Nét iets voor een sportjournalist, dacht ik grijnzend.

Of de burgemeester ooit nog negerpresidenten op bezoek kreeg weet ik niet. Feit is dat hij ons, àls hij er al ontving, nooit meer heeft gevraagd te escorteren.

Konden wij het helpen dat die kerel ons zo op de hielen zat?

We hadden gewoon de procedure gevolgd: de geëscorteerde wagen bepaalt de snelheid, de motards bepalen via de spiegels de tussenafstand. Punt. Is dat nu zo moeilijk?

Maar ja… krijg dát eens uitgelegd in het Swahili hé?

Willy.

N.B. Of zou het opgemaakt spel kunnen geweest zijn? Wilde die president soms uittesten hoe hij snel, veilig en beschermd langs bochtige boswegen kon vluchten als er ooit rellen uitbraken in zijn land? Was onze reputatie al tot in centraal Africa doorgedrongen?

21-06-2011 om 10:46 geschreven door Willy


Categorie:Fictie 02
» Reageer (0)
20-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.URL tip.

Hebben jullie ook soms interessante internetadressen (URL’s) door te mailen naar vrienden of op jullie blog te plaatsen?

Vinden jullie het ook zonde dat je daarvoor telkens eerst de betreffende website moet openen, bovenaan de URL kopiëren en hem daarna in een mail plakken?

Wel, ik ook, en dat zijn nogal dikwijls dezelfde URL’s. Ze in ‘favorieten’ van je internetbrowser plaatsen heeft enkel nut om ze te openen. Rechtstreeks de URL kopiëren kun je daar niet.

Nu zou je die URL’s, na ze van de site te hebben gekopieerd, netjes in een tekstverwerker kunnen opslaan, maar dan werken de links meestal niet! De ontvanger moet die URL dan kopiëren, zijn internetbrowser opstarten, en de URL in het betreffende vak plakken. Bovendien moet je als afzender dan natuurlijk eerst ook de betreffende tekstverwerker opstarten. Omslachtig van beide kanten dus.

Wel, daar vond ik het volgende op:

In elk mailprogramma steekt een map ‘concepten’. Bedoeld om je werk tussentijds op te slaan.

Nu maakte ik een nieuw ‘mailbericht’, vulde bij ‘aan:’ in: ‘lijst van’ en als onderwerp: ‘internetlinks’.

In het tekstvak plakte ik een aantal URL’s die ik toch regelmatig moet doorzenden.

Dan klikken op ‘Bestand-Opslaan’, en het bericht wordt automatisch opgeslagen in de map ‘concepten’.

In het vervolg klik ik de map concepten aan, dan het bericht ‘Internetlinks’, en kopieer daarin de URL die ik wil doorsturen.

Dan plak ik hem in het tekstvak van een nieuw bericht. En dié link werkt gegarandeerd als de ontvanger er op klikt.

Je kunt op die manier ook zélf snel en zonder omwegen vanuit je mailprogramma naar een van die opgeslagen sites gaan door gewoon op een van die links te klikken.

Misschien een dubbelganger voor ‘favorieten’, maar dan toch functioneler in verband met een link doorsturen. Bovendien kun je, als je dat wilt, tussen de regels door ook bijzonderheden van de link noteren. Handig toch?

Willy.

20-06-2011 om 10:25 geschreven door Willy


Categorie:Computertips.
» Reageer (0)
19-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Le petit Moustache.

Van der Platen was ‘nen Brusseleir’. Een aangespoelde, zoals wij dat noemen aan de kust. Zijn vader deed iets in de horeca, maar zoonlief vond de politie avontuurlijker en kwam, na een korte carriere bij de andere diensten, in de motorbrigade terecht.

Was er, hoewel bitter jong, zelfs wel eentje van de goede soort: beet zich gemakkelijk ergens in vast en loste niet tot het uitgespit was tot op de bodem. Bepaalde officieren hadden dan ook een grondige hekel aan hem: steeds weer bracht hij zaken binnen die eigenlijk hún bevoegdheid en taak waren. En dan liefst bij nacht, als de wachtofficier op zijn veldbed lag te dromen van elfjes en nymfen!

Tijdens de ‘verwateringsperiode’, na de pensionering van commissaris Hongermaat, hadden sommige officieren zelfs het lef om, als ze wachtofficier waren, Van der Platen gewoon de straat te verbieden! Zo konden ze tenminste rustig slapen, en dat moest hij ook maar doen!

En toch zou je die gedrevenheid niet achter hem hebben gezocht: leek toch zo’n mak, piepjong schoolverlatertje met een babyface waarop zich enkel een paar zachte pluisjes begonnen te manifesteren.

En op een mooie zomerdag had ik namiddagdienst met Van der Platen. Ik had hem al een tijdlang niet meer gezien, en verschoot me een bult toen hij kwam opdagen. Hij had waarachtig kans gezien een aantal van die pluisjes onder zijn neus tot een teer, lachwekkend snorretje te cultiveren.

Ik kon het lachen moeilijk laten, want die moedige poging er als een man uit te zien deed zó ontwapenend aan dat hij er nog kindser uit zag! Maar je kon je grondig vergissen in dat ventje! De wolf in hem was wakker! Altijd! En hij wist drommels goed van aanpakken.

Het was de tijd van ‘Le gendarme de Saint Tropez’. Onze eigen wereld vertoonde veel gelijkenis met die onovertroffen films. We sloegen er nooit eentje over, want we herkenden er onszelf in. Enfin… dan toch wat minder schaapachtig! (Hoop ik tenminste).

Na een korte patrouille zonder meldenswaardigheden bleven we een tijdje staan aan de ‘place m’as tu vue?’. Vijf minuten later passeerde een grote Amerikaanse slee ‘décapotable’, zoals cabrio’s toen heetten, met de volumeknop van de autoradio helemaal open, en een tiental jolige jongeren aan boord. Vier ervan zaten op het meterslange kofferdeksel.

Moto’s gestart natuurlijk, en er achteraan. Een kilometer verder deden we ze stoppen.

- Iedereen onmiddellijk van dat kofferdeksel! Deed Van der Platen gewichtig.

Ze sprongen er af en bleven op straat, naast ons staan. In geamuseerde spanning wachtend op de dingen die komen gingen. Eén jongedame kon zich toch niet meer houden en kirde giechelend tot haar vriendinnen:

- Regarde! Il a même un p’tit moustache!

Ik moest me omkeren, stikte bijna van het ingehouden lachen, maar Van der Platen werd rood als een tomaat. En tot op heden weet ik nog steeds niet of dit van schaamte of van woede was. Feit is dat hij zowat uit zijn vel sprong!

- Mademoiselle! Votre plaçe est sur le trottoir! Barstte hij woedend los, naar het voetpad wijzend.

Maar dáármee had hij nou preciés genoeg gezegd! Touché!

- T’ as entendu ce qu’il dit tiens? Moi? Faire le trotoir? Suis-je donc une pute?

En het spel zat op de wagen! Mademoiselle was voor hoer uitgescholden door een flik! Dàt was iets nieuws. Dàt hadden ze nog niet meegemaakt! Ik probeerde de woordspeling nog op te lossen door te zeggen dat hij bedoelde dat ze niet op de straat mochten blijven staan, maar ze speelden het spelletje voort. Het was veel te plezant aan het worden!

En ik kénde mijn pappenheimers wel: rotverwend, stinkend rijk, speels en amusant… en ja hoor, ook wij pasten perfect in hun speelterrein en werden daarvoor zelfs hoog gewaardeerd. Hebben waarschijnlijk wel honderden Whisky’s afgeslagen, ons bereidwillig aangeboden door dat soort snobjes. Ja, ze wilden echt wel maatjes worden met ons. Maar wij hielden ons op de vlakte. Niet dat we geen whisky lustten… maar we hadden andere, en veiliger bronnen!

En ik kende ook de keerzijde van de medaille: als één van die jongelui het hoerenverhaal, sterk aangedikt, thuis zou vertellen zou mama direct ‘un coup de fil’ slaan naar haar advocaat en zouden de gevolgen desastreus zijn!

Bovendien wist ik zélf niet eens of die woordspeling van Van der Platen moedwillig was geweest.

En daarom, tot grote ontsteltenis van Van der Platen, maar om hem een hoop moeilijkheden te besparen, schopte ik het hele zooitje terug in de auto. Die kofferzitters moesten maar bij de anderen op schoot, en ik liet ze gaan zonder boete.

Van der Platen stond zowat te springen van nijd.

- En jij laat dat gaan? Zo’n zooitje ongeregeld?

- Wat wilde je dan? Dat ze klacht neerleggen tegen je?

- Dat was een woordspeling die verkeerd werd geïnterpreteerd!

- Ja hoor! Probeer dát dan maar eens uitgelegd te krijgen aan het college van Burgemeester en Schepenen!

Ik moest hem tegenhouden of hij reed hen weer achterna! Tja, ontstuimig wàs hij wel. Maar raakte ook nogal dikwijls in de problemen. Moest af en toe aan de leiband worden gehouden. Vandaar dat ik toch liever met anderen dan met hem op patrouille ging. Want met hém… wist je nooit.

Nog dagenlang moest ik aanhoren dat hij teleurgesteld was in me. Dat hij gedacht had dat we elkaar altijd door dik en dun steunden. Ik vrees dat hij nooit heeft begrepen dat ik die dag zijn vel heb gered.

En ja… ook van dit voorval stond een ‘aantekening’ in ons logboek! Drie keer raden door wié.

Willy.

19-06-2011 om 15:01 geschreven door Willy


Categorie:Fictie 02
» Reageer (0)
18-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De memoriesmap.

Commissaris Hongermaat heb ik ondertussen al geïntroduceerd in mijn verhaaltjes. Maar ik weet niet of ik hem voldoende en ten voeten uit heb getypeerd. Want dit is moeilijk!

Gierig, wantrouwig, streng, en een zesde zintuig om juist dààr te verschijnen waar niemand hem zou verwachten, zijn maar een klein gedeelte van zijn gecompliceerde persoonlijkheid.

Gestrengheid was wel zijn grootste deugd. Ja! Deugd! Want daarmee slaagde hij er in om eeuwig en altijd ergens als een donker wolkje boven elk lid van zijn korps uit te zweven. Je wist nooit waar en wanneer hij zou verschijnen, en je kon er donder op zeggen dat het altijd weer zou gebeuren als je iets mispeuterde. Om hem te verschalken moest je dan ook van heel goeden huize zijn. Zelfs vroeg opstaan had geen zin, want dan zou hij dat -héél toevallig- ook hebben gedaan.

En, hoewel niet echt van binnen bang, vreesden we hem allemaal wel een beetje. En bewonderden we hem ook. Want van een zooitje ongeregeld een elitekorps maken dat respect afdwingt is niet iedereen gegeven. Van de juiste man op de juiste plaats en juiste moment gesproken: dat was hij ontegensprekelijk.

En toch… hij was een simpele vent. Eentje van de oude stempel. Weinig of niet gestudeerd. Niet ‘slim’ in de zin zoals dit begrip tegenwoordig wordt geïnterpreteerd, maar intelligent en waakzaam tot en met. ‘Slim maar niet geleerd’ dus als het ware.

Hij werd betaald om te leiden, en dat deed hij dan ook. Desnoods met de zweep erop. Van vakbonden moest hij niet weten. HIJ was onze vakbond. HIJ steunde ons door dik en dun, op voorwaarde dat we ons werk naar behoren deden.

Mispeuterde je iets? Zijn geliefkoosde straf was: je een of meerdere rustdagen afnemen. En daar had je twee soorten verweer tegen:

1. Naar het college van burgemeester en schepenen stappen. Maar daar werd je ‘misdaad’ dan nog eens dik in de verf gezet en leed je groot gezichtsverlies bij die vroede vaderen.

2. Naar de vakbond stappen. Maar dat riskeerde niemand! Want als je dit deed kon je in de toekomst niéts meer goed doen voor Hongermaat.

Maar anderzijds… Je kon, en dat was dan zijn andere kant, niet in de kliniek belanden of hij kwam je bezoeken. Je kon niet in de penarie raken of hij hielp je eruit. Al moest hij daarvoor het Koningshuis inschakelen. Er kon geen familielid van je sterven of hij was op de begrafenis. Je kon geen gezinsproblemen hebben of hij gaf je het juiste advies. Je kon geen ondraaglijk verdriet hebben of hij vond de juiste woorden om je te troosten. Maar wee je gebeente als hij erachter kwam dat je buiten de lijntjes aan het kleuren was. (En tóch deden we het. En veel! Maar liepen ook veel tegen de lamp.)

Roepen deed hij nooit als hij kwaad was. Temen ook niet als je in zijn achting steeg. Maar zijn blik en uitstraling konden je zowel de hel insturen als de hemel laten zien.

Een ander raar kantje van hem was dat hij, zélf niet erg geleerd, zich toch liet omringen door intelligente mensen. Die vormden zijn dichte kringetje. Maar om in dit kringetje te worden opgenomen moest je wél aan bepaalde voorwaarden voldoen. En dat waren:

- Slim zijn, maar het niet laten merken. En er zéker niet mee te koop lopen.

- Vooral niet laten merken dat je meer wist dan hij.

- De bescheiden gave hebben voorstellen te doen op een zodanige manier dat het leek of het van hém kwam.

- Hém erkennen als de aller-slimste en almachtige en je voorstellen meer als een toevallige tip, dan als een aan jouw brein ontsproten briljant idee op tafel gooien.

Dat eigenaardige trekje moet ontstaan zijn uit een heel goed verborgen minderwaardigheidscomplex. Hij had tenslotte niet zoveel gestudeerd, en leek constant bang dat iemand over hem heen zou lopen. En dus mocht, en moést je slim zijn. Om hem beter te kunnen dienen. Niét om boven zijn hoofd te stijgen of hem ook maar te benaderen op de hiërarchische ladder. Promoties werden dan ook héél erg karig, mondjesmaat, uitgedeeld!

Niet echt de ideale chef die je je kunt wensen? Toch wel! En dat ondervonden we best toen hij met pensioen ging. Zijn opvolger bakte er niets van en de boel ging langzaam maar zeker verwateren. Gelukkig: zeer tijdelijk. Toen kwam er een andere die het toch weer beter wist te maken.

Die ‘verwateringsperiode’ had veel weg van de tijd waarin we nu leven: voorgangers hebben zich kapot gewerkt om iets goeds te maken van het land… de opvolgers vlijen zich op de troon en denken nu in slaap te mogen vallen. Al het werk is immers gedaan!

Mis! Stilstaan is achteruitgaan. Stilstaan breekt je inschattingsvermogen af. Stilstaan maakt dat je alles maar over je hoofd laat lopen en de gevolgen ervan niet inziet. Dat je niet verder kijkt dan je neus lang is. En dàt heb ik heel dikwijls mogen ondervinden in mijn leven. In mijn eigen werkkring, in de politiek, in de handel, en ja, zelfs in gezinnen. Ik zag het zo dikwijls gebeuren dat ik het in mijn persoonlijke encyclopedie onder de categorie ‘onomkeerbare natuurverschijnselen’ heb genoteerd. Het staat er nét naast ‘What goes up must come down’.

Blijven staan leidt vooral ook… en dat merkt de oudere generatie nu pas goed op… tot laksheid! Vooral dan in de politiek. En waar regeringen laks worden, nemen minderheidsgroepen, cultuurvreemden en -barbaren hun kans waar om te infiltreren. In het onderwijs. Op de werkvloer. En… in de politiek! En dié kereltjes zijn vérre van laks! Die weten verdomd goed waar ze heen willen: het land overnemen. Op hun sloefen. Om de slapende leeuw niet te storen! En tegen dat die leeuw wakker wordt is het te laat en ziet hij zich gekooid en ontklauwd.

Tja… zo werkt het nu eenmaal: je kunt slechts oogsten wat je hebt gezaaid. En óf we zullen oogsten! Hopelijk behoor ik tegen die tijd niet meer tot de levenden, want ik heb totaal geen zin om met mijn kont omhoog en de gehersenspoelde kop naar Mekka gekeerd middeleeuwse gebeden te zitten prevelen.

Maar goed. Zwijgen maar daarover alvorens ik helemaal depressief word!

Ook een leuke anekdote over dat fenomeen ‘Hongermaat’ is wel onze ‘memoriemap’! Op een bepaald moment vond ik bepaalde van onze belevenissen toch wel waard om ‘vereeuwigd’ te worden. Om er blijvend van te kunnen genieten. Om het niet in de nevelen van de tijd te laten verloren gaan.

Het eerste wat me onder handen kwam moest er aan geloven, en dat was een lichtkartonnen, beige map. Zo van die mapjes met ijzertjes vanbinnen die je moest omplooien. In gedachten verzonken ging ik daar tekeningetjes (soort primitieve cartoons) op tekenen. Dat zag er dan zo uit:

Sommige van mijn collega’s gingen dat voorbeeld navolgen en binnen de kortste keren was de map helemaal volgekrabbeld langs buiten en langs binnen… en begonnen we bladen in te voegen met nog meer cartoontjes. Die map werd als het ware onze ‘memoriemap’. Het logboek van de motorbrigade. Niets kon gebeuren op straat, of iemand had er een tekeningetje bij gemaakt.

Zo stond er ook eentje in van Mio Buus, die in bitter vriesweer met moto en al was uitgegleden. Een beenhouwer had een emmer water leeggegooid op straat, nét in een bocht, en… patat! Daar lag Mio Buus onder zijn moto te spartelen. Een voorbijganger kwam aanlopen en vroeg hem:

- Wat is hier gebeurd meneer?

- Weet ik zelf niet man! Ik ben hier ook nog maar pas! Was het gevatte antwoord van Mio Buus.

Op de duur stonden er vele honderden tekeningetjes in en werd de map steeds dikker. We begonnen hem veilig te verbergen, want met commissaris Hongermaat wist je maar nooit waar hij zou komen in neuzen!

Maar op een dag… had Hongermaat inderdaad in ons kantoortje geneusd en, natuurlijk! De nochtans goed verborgen map gevonden! Ik wed dat hij niet eens heeft moeten zoeken. Want onfeilbaar als hij was ging hij, als hij ergens binnenkwam, altijd feilloos nét naar dié plaats waar iets te vinden was dat het daglicht niet mocht zien. Als een speurhond die gewoon achter zijn reukorgaan aan loopt. Echt niet meer geestig om met zulke mensen te moeten werken!

- Morgen om 11 uur allemaal in mijn kantoor! Elk zegge het voort!

Daar ging ie weer! De volgende morgen natuurlijk een uitbrander van jewelste. Zo van “hebben jullie niets beters te doen dan onnozele prentjes te tekenen?”. Maar na de bolwassing, toen de anderen konden gaan, moest ik nog even blijven. Oei!!! Nu zullen we ’t hebben! Rustdag kwijt?

- Die tekeningkjes zijn natuurlijk weer van jouw zeker Claeysje?

- Eh… de meeste toch commissaris!

- Leuk. Echt grappig! Doe maar verder hoor, maar stop die map niet meer weg voor me!

- Hugh? Wat bedoel je, commissaris?

- Ik wil ook nog wel eens lachen hoor!

En inderdaad, van die dag af was hij een trouwe ‘lezer’ van onze cartoontjes.

Ja, gevoel voor humor had ie wel! Zélfs, en vooral, als het op zijn eigen kap was.

Het ontbrak er nog enkel aan dat hij er zijn stempel ‘gezien en goedgekeurd’ op plofte!

Maar dat zou hij, leep als hij was, natuurlijk nooit doen! Want officieel bleef hij ‘van niets weten’. Ontplofte er ooit een bom… dan zéker niet op zijn hoofd. O neen hoor!

Maar jaren later kwam de ramp: hij ging met pensioen!!! En mét hem, verdween die map. Hoe zou dàt nu gekomen zijn? Ik heb hem er later nog naar gevraagd, maar hij wilde niet bekennen! En tóch ben ik zeker dat die leperd hem heeft meegenomen!

Brute pech! Wàt een inspiratie had ik uit onze memoriesmap kunnen halen! Had ie me dan tenminste toch kopieën laten maken! Maar ja… eigen schuld, dikke bult. Ik had het moeten wéten! Maar ik was geen Hongermaat hé? Was ik zo geweest als hij, dan had ik zéker mijn voorzorgen genomen.

Waarom hij niet bekende? Waarom hij me geen kopieën liet maken? Heel eenvoudig: wantrouwig als hij van nature was, kon hij er niet zeker van zijn dat hij de map zou terugkrijgen! Ja. Zo wás hij wel! Zoals de waard is vertrouwt hij zijn klanten.

De tekeningetjes hierboven zijn daarom, bij gebrek aan de originelen, als reproducties bedoeld en met mijn pen-tablet gemaakt op de pc.

Willy.

18-06-2011 om 10:14 geschreven door Willy


Categorie:Fictie 01.
» Reageer (0)
17-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tandemcitaat.


Die muze van me is echt op hol geslagen hoor! Ik had heel wat anders in petto voor vandaag, maar daar fluisterde ze me, notabene tijdens het zemen van de ramen, een ‘tandemcitaat’ in het oor, en stond er op dat dit vandaag nog werd gepubliceerd. Zoniet stapt ze op! En dus moest ik haar wel gehoorzamen.

De Consensus.

Een consensus bereiken is als het gelijkstemmen van 1001 violen:

Je sleutelt eraan tot je er bij valt,

Of je steekt oordopjes in je oren!

De Multicultuur.

De multicultuur is een sprookje van 1001 violen.

Willy.

17-06-2011 om 10:38 geschreven door Willy


» Reageer (0)
16-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Addecco nieuwsflash.

Even een nieuwsflashje tussendoor: bij Addecco lekte nu weer een lijst van bedrijven die ‘liefst geen Allochtonen’ vragen als werknemers.

Het gehele begijnenkot staat op zijn kop! De stok in de kippenren! Het gekakel houdt niet op! Het centrum voor gelijkheid van kansen voelt zich aangevallen! Ze stellen zich vragen. Véél vragen! Maar één vraag vergeten ze: WAAROM?

Waarom zou een ondernemer geen Allochtoon willen? Waarom zou hij die weren, als die persoon net zo goed, of beter werkt dan de rest? Als die persoon nét zo gemotiveerd is als een andere werknemer?

Antwoord: Een ondernemer staat in voor de binnenkomende centjes. Daar is hij volledig verantwoordelijk voor. Wié beter dan hij weet waarmee winst staat of valt? De kwezelkens van het centrum voor gelijke kansen? Kom nou!

Is het soms niet de taak van de ondernemer om ervoor te zorgen dat winst gegarandeerd blijft? Is het dan ook niet ZIJN plicht om te beslissen op wie hij daarvoor wél of niét kan betrouwen? Is het niet dank zij de juiste beslissingen van die ondernemers dat onze economie het goed blijft doen? Zou hij geen grote stommeling zijn aldus te handelen als Allochtonen harde werkers zouden zijn?

Als onze economie draaide op die kwezels van het centrum voor gelijke kansen zou België al lang failliet zijn! Gelijke kansen voor zowel luiaards als harde werkers? Is dàt de nieuwe definitie van ondernemen in België?

En het ergste van al: de ‘woordvoerders’ van die bedrijven durfden geen van allen ronduit bekennen in een interview!

Ze ‘moeten’ zich wel verschuilen achter dooddoeners als “we wisten van niks”, of “dat dateerde al van lang geleden”, enz, om niet vervolgd te worden wegens racisme! Zó ver is het gekomen in België: niemand is nog baas in eigen bedrijf. Er moét gedanst worden naar de pijpen van de kwezels, want dié hebben het voor het zeggen in de industrie.

Tiens… ik dacht dat begijntjes en kwezeltjes niet dansten?!?

Willy.

16-06-2011 om 20:19 geschreven door Willy


» Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pastorale.

Het vlakke polderlandschap van West Vlaanderen is op veel plaatsen nog doorregen met dijken. Dijken van vele honderden jaren oud.

Dijken die zich als spaghettislierten doorheen het vlakke landschap slingeren. Soms mijlenlang kaarsrecht, soms ook met scherpe bochten waarvan je het waarom te raden hebt.

In het verleden werden die dijken, en de erdoor beschermde polders, bestuurd en onderhouden door dijkgraven. Dijkgraaf was geen adellijke titel, maar vergelijkbaar met de functie van een soort burgemeester voor die betreffende polder.

De vreemde bezoeker staat soms versteld op sommige landwegen die bovenop die dijken liggen. Zowat 3 meter boven het omliggende vlakke landschap. Ver van de zee. En de locica ervan ontsnapt hem.

Nochtans, jaren geleden vormden deze dijken, soms kilometers van de zee af gelegen, de eerste verdedigingslinie tegen overstromingen bij storm of springvloed, als de duinengordel het nog maar eens begaf en het water de polders instroomde.

Schaapherders vonden de flanken van die dijken de ideale plaats om hun hongerige kudden te laten grazen, zodat het welig tierende gras altijd netjes afgegraasd was.

Al gauw ook vond de boerenbevolking dat die hard en vlak aangestampte dijken prima verbindingswegen waren van akker naar boerderij, en kregen ze ook déze nieuwe extra funtie toebedeeld. Weer later werd op veel van die dijken een kasseiweg aangelegd en werden het straten.

En langs die straten, maar dan laag in de luwte van de dijk, werd hier en daar een huisje gebouwd. Levensgevaarlijk aan de zeekant bij eventuele overstroming, maar daar was de grond het goedkoopst en daar durfden de armen wel eens een schamel huisje bouwen. In de dijk werd dan een trap naar beneden aangelegd voor de toegang tot de huisjes.

En een van die schamele huisjes stond pal buiten een haakse bocht van een dijk. Het staat er nog. Werd voor een pak poen aangekocht door een rijke Brusselaar en helemaal gerestaureerd tot ‘fermette’. Want nu sterke stenen dijken de zee netjes op haar plaats houden, is overstromingsgevaar te verwaarlozen.

De bar Fa Sol La uit een van mijn vorige columns was ook langs die dijk gelegen, maar op straatniveau en in een verbreding. De vele peperdure geparkeerde sportwagens en de lawaaierige muziek uit de meestal open deur stonden dan ook in schril contrast met de pastorale sfeer van het landschap.

En op een zwoele zomernacht ontving de telefonist in het politiebureel een eigenaardig telefoontje in gebrekkig Nederlands!

- Meneer, een auto is koom parkeer in ons… euh…comment donc… chambre à coucher!

De telefonist geloofde zijn oren niet! Een auto, geparkeerd in een slaapkamer? Meende met een beschonken Waal te doen te hebben en gaf hem de raad om maar te gaan slapen.

- Maar dat kan wij niet meneer! Daar staat het auto! Naast de bed. En de wiel steek door de plafond. Kan u koom astublief? Straks kan hij nous tomber sur la tête!

Enfin, weinig overtuigd noteerde Henri het adres en vroeg langs de radio of iemand daar even een kijkje wou gaan nemen naar een eventueel bedronken persoon.

Fred en ik waren niet ver uit de buurt, namelijk aan de Fa Sol La, en reden naar het opgegeven adres.

Tot onze grote verbazing zagen we al van ver het kofferdeksel van een knalrode Mercedes sportwagen uit het pannendak van het dure optrekje steken. De eigenaar van de woning en zijn vrouw stonden ons buiten op te wachten want ze durfden niet meer binnen.

We namen een kijkje binnen, en inderdaad, een voorwiel stak door de zoldering. We hoorden ook enig gestommel en gereutel boven, liepen de trap op en probeerden de deur naar de slaapkamer te openen. Lukte niet. Wát we ook probeerden. Langs binnen stond er iets tegen.

Het gereutel binnen in de kamer was opgehouden!

We vreesden het ergste!

Lieten brandweer en ziekenwagen ASAP (As Soon As Possible) ter plaatse komen.

Met een kettingzaag werd de deur uit de hengsels gezaagd door de spuitgasten en konden we binnenkijken. De mensen van de ziekenwagen stonden achter ons al klaar met reanimatie-apparatuur. De rokende motorkap van de auto stond tussen ons en het bed.

En op het bed… lag Jean Jacques, een der vaste klantjes van de Do Re Mi, vredig zijn roes uit te slapen. Was niet wakker te porren. Had, na letterlijk de bocht te zijn uitgevlogen, trouwens ook geen betere ‘landingsplaats’ kunnen vinden om direct in bed te kunnen kruipen. Als toemaatje lag tussen auto en bed ook nog een flink ‘braakspoor’.

De verplegers keken naar ons, wij naar hen.

- Wie neemt hem mee?

We lieten het maar aan hén over. Je weet immers nooit.

Toen een andere ploeg hem de volgende morgen ging verhoren in de kliniek wist hij nergens meer van. Enkel… (natuurlijk!) dat hij van de Do Re Mi naar de Fa Sol La wilde rijden.

Het bloedmonster dat na zijn opname in het ziekenhuis was afgenomen loog er anderzijds niet om: 3,2 pro mille!!! Tja… die gasten dronken zelden bier. Alleen maar Whisky on the rocks.

Later werd berekend dat hij toch wel meer dan 130 km/u moet hebben gereden om de zowat 10 meter afstand tussen dijk en dak te overbruggen. Met een stuk in zijn kraag! Waar je maar 50 mocht! Op een bolle kasseiweg! In een haakse bocht! Compleet geschift!

Het duur gerestaureerde huisje moest zowat worden afgebroken om het zwaar verhakkelde wrak er uit te krijgen.

Maar ergens zou er wel weer een veel te brave papa alle schade vergoeden en een veel te lieve mama voor een nieuwe sportwagen zorgen voor de toekomstige intellectueel Jean Jacques. Arme jongen toch ook.

Willy.

16-06-2011 om 09:45 geschreven door Willy


Categorie:Fictie 01.
» Reageer (0)
15-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eigen Belang.

Eventjes een verduidelijking van mijn column ‘G1000’ van eergisteren. Meer bepaald die doorsnee Belg die alleen maar zijn eigenbelang dient. Niet waar? Lees dan maar eerst verder!

Toen ik nog een tiener was, was het begrip eigenbelang nog niet zo heel erg ingeburgerd. Je trapte iemand op de tenen, je verontschuldigde je, en dat was het dan. De ander had een blauwe teen, en daarmee moest hij het dan maar doen. Zondermeer.

Nu loopt die ander direct naar de spoedafdeling, vraagt of je een familiale verzekering hebt, en perst er alles uit wat er maar uit te persen valt. Zélfs als er helemaal niks aan die teen te zien valt. Radiografie, echo, desnoods cardio- en encefalogram. Kunstmatige beademing kan er misschien nog nét bij?

Vroeger liep je met je domme kop tegen een paal en dacht: "stommeling die ik ben!"

Nu loopt iemand met zijn 'intelligente' kop tegen een paal en denkt: "Welke stommeling heeft die paal hier gezet? Kan ik klacht neerleggen? Die idioot voor de rechtbank brengen? Hem doen boeten?" En de volgende stap is een telefoontje aan zijn advocaat!

Niet waar? Toch wel! Tientallen keren meegemaakt!!!

Toen ik nóg kleiner was, woonden in mijn straat twee aartsvijanden die elkaar niet konden luchten. Het zat er dan ook regelmatig bovenarms op. Midden op straat. Kloppen en slaan! Ze hielden niet op vóór ze allebei een bloedende kop hadden. Of zelfs een paar tanden kwijt!

Politie? Schadevergoeding? Familiale verzekering? Kom nou, niet flauw gaan doen hé? Ze dropen af naar huis, wasten hun kop in een teil water en het was opgelost.

Nu? Hm!!!

Wie nu denkt ook maar voor één cent schade berokkend te zijn geworden door een ander, eist die cent onmiddellijk terug, al moest hij er een advocaat op zetten en naar de rechtbank stappen. Dat hij anderzijds honderd euro teveel betaalt voor een of ander luxeartikel, dat maakt zijn rekening niet uit. Maar die cent schade, hem aangedaan door een ander, die moét hij terug.

Nu denkt iedereen misschien: “Ik ben zo niet hoor. Want als ik schaamteloos van de verzekeringen profiteer, is het resultaat toch maar dat de premie voor iedereen stijgt.”

Algemeen belang op de eerste plaats? Kom nou…Doe dan maar eens een grondig zelfonderzoek met volgend voorbeeld:

Je hebt een rijtjeshuis met achteraan een tuin van 30 meter diep. De achterkant ervan paalt aan de achtertuin van een woning in een parallelle straat. In beide straten zijn de stukken grond zowat gelijk opgedeeld en er wonen in totaal 22 gezinnen.

En dan op een dag doet het gemeentebestuur een enquête op verzoek van enkele bewoners: “Is iedereen bereid om achteraan 3 meter grond af te staan, zodat we daar tussenin een weg van 6 meter kunnen aanleggen?”

Voordeel: je kunt nu achteraan binnen. Eventueel ook met een auto.
Nadeel: je moet bereid zijn (gratis) 3 meter van je grond af te staan.

Het algemeen belang lijkt hier wel degelijk gediend met die weg.

Het eigen belang? Dat zit héél verdeeld:

Wie een auto heeft, maar geen garage, zal het idee toejuichen en maar al te graag die 3 meter afstaan.

Wie geen auto heeft en in een achteruitgang geen enkel voordeel ziet zal ze voor de duivel niet afstaan! Het algemeen belang kan de boom in.

Stel dat 20 gezinnen het willen, en 2 niét. Nu zou je als gemeentebestuur kunnen zeggen: “We gaan voor het algemeen belang, onteigenen de grond van die twee en betalen er maar voor.”

Maar dat is zonder de waard gerekend! De 20 anderen zullen direct op de achterpoten gaan staan: “Zij krijgen geld en wij niet? Jamaar zo niet hé? Wij willen evenveel poen.”

Resultaat: de weg komt er niet of zal een flinke hap méér uit de gemeentekas betekenen aan álle onteigeningen (en schade aan het algemeen belang, want elke stadgenoot betaalt dat mee in de vorm van gemeentebelasting).

Zie je wel dat elk zijn eigen belang nastreeft? Dat je, zélfs met, in dit geval, slechts 22 gezinnen, zelden tot een bevredigende ‘consensus’ kunt komen? Dat je nooit voor iederéén kunt goed doen?

En dan wil die G1000 met duizend ‘doorsnee Belgen’, nog véél gevarieerder dan die 22 gezinnen, tot een algemeen akkoord komen in regeringszaken?

Vijftig jaar geleden had dit misschien nog wel gekund. Maar nu? In onze watjeswereld, volgezaaid met kruidje-roer-me-nietjes? Waar vreemdelingen het steeds meer voor het zeggen hebben? Waar de wattenbelgjes het allemaal maar over zich heen laten lopen?

Jongens, vergeet het! Leg er de riem af! Jullie weten echt niet waaraan jullie beginnen! Er zijn zinniger dingen te doen in het leven dan vechten tegen de bierkaai.

Die bierkaai lossen bevoorbeeld, en het bier lekker gaan opdrinken in de kroeg. Dáár zullen jullie, aan de toog, de wereldproblemen in veel minder tijd kunnen oplossen.

Willy.

15-06-2011 om 07:19 geschreven door Willy


» Reageer (0)


Foto

Over mezelf:
Bouwjaar:
1941
Geboren:   Ja.
Geslacht:   Neen. 
                    Nog levend.
Adres:        Hier.
Beroep:      Levensgenieter.
Hobby's:    Veel.
Talen:         Ja. Vooral
                    betalen.
MEDEDELING:
Voor enkel politie-verhaaltjes, klik onderaan deze marge op 'fictie'.
Inhoud blog
  • Verblindingspolitiek.
  • Afgewend!
  • Charly's angels.
  • Nieuwe tijden.
  • Een nieuw jaar...
  • Nieuwjaar!
  • Kerst
  • Be happy!
  • Winterse gevoelens.
  • De bron van het kwaad.
  • Zondagse mijmeringen.
  • De illusionist.
  • Staken?
  • Herinneringen.
  • Nationalisme.
  • Ontdekkingsreis
  • Het septembergevoel
  • Jeugd.
  • Amateurs.
  • Nadenken.
  • Who did it?
  • Moord en brand.
  • Partnerbedrog?
  • Doordenkertje.
  • Kuddegeest!
  • De échte racist!
  • Mosselfestijn.
  • Arrogantie.
  • Ontroerend onschuldig!
  • Maatschappijkritisch.
  • Zomerhit.
  • Serenata.
  • Soelaas.
  • Mijn dag.
  • Greensleeves
  • Defilé.
  • Vrouw en maatschappij.
  • Beschamend!
  • Overdreven snelheid? ...
  • Sapristi!
  • Integratie.
  • Privatisering.
  • Koffiedik kijken!
  • Daar is ie dan!
  • Me-time.
  • Euh...
  • Levering!
  • Voor elkaar.
  • Nooit tevreden dan?
  • Reageren?
  • Bankstrategie.
  • Analfabeet?
  • Zeelucht.
  • La vie de Chateau!
  • Hedendaagse jeugd.
  • Thuisgevoel.
  • Levenskwaliteit.
  • Pasen!
  • Van frigoboxtoeristen...
  • Knokkeblues.
  • Perfectie!
  • Naweeën.
  • Volksmentaliteit.
  • Balconytalk.
  • Mijn nieuw stekje.
  • Welkom in Knokke!
  • Welkom in Knokke.
  • Afscheid van Oostende.
  • Nadere kennismaking.
  • Zondag!
  • Scannen!
  • Te gek!
  • Uitbollen!
  • Nog eens zwerfmail
  • Proef op de som.
  • Emotions.
  • Levenskunst.
  • Verhuismodus.
  • Euforie!
  • Dubbele namen.
  • Jonger dan je denkt.
  • Back to the roots!
  • Leve de vrede!
  • In den beginne...
  • Land van belofte.
  • Ik weet het niet...
  • Zeventien procent!!!
  • Dagdromen.
  • Gewenning.
  • Diversiteit.
  • De huidige generatie...
  • Schrijfseltje.
  • Geluid op hol.
  • De vierde dag.
  • Landverraad!
  • Aardbewoners (2)
  • Aardbewoners.
  • Magic Bullit?
  • Citroentip.
  • Nieuwe technologie.
  • Een nieuw jaar.
  • De facebookgeneratie!
  • Stil!
  • Kerst.
  • De nachtmis.
  • Woordenschat.
  • Tijdloosheid.
  • Interesses.
  • Arm Fientje!
  • Minderjarig gespuis.
  • Hersenen.
  • Wie durft?
  • Vrouwelijke rariteiten.
  • Ach die hippies!
  • Een hondenleven.
  • Gierig of efficiënt?
  • Vluchten voor wat?
  • Waar Welk Weer?
  • Nostalgisch tussendoortje.
  • Jezelf ontmoeten!
  • Muzikaal intermezzo.
  • Oorlogje spelen.
  • Streepje muziek?
  • Strangers in paradise.
  • Net gemist.
  • Scrollen maar!
  • Eerste resultaten.
  • Incognito!
  • Soms...
  • Winteruur.
  • Missen.
  • Eenzaam OF alleen?
  • Oktobergedicht.
  • Terreur.
  • Keyboard geleverd!
  • De oude tijd.
  • Gevonden...
  • Blogberichtje.
  • Jaargetijden.
  • Memoires
  • People.
  • Oktobermarkt.
  • Hygiëne.
  • Kommiezeslunsen.
  • Generatiekloven.
  • Vrolijk België!
  • Koken voor dummies.
  • ALS... (remake)
  • Als. (Herhaling)
  • Treintje spelen.
  • Peutercriminaliteit.
  • Foei!
  • Het Evasyndroom.
  • Hoezo?
  • Bewust zijn!
  • Levenslust!
  • Religieus gedicht.
  • Lonely boy?
  • Gezondheid!
  • Septemberse weeën.
  • Mens sana...
  • Blogberichtje.
  • Hugo Claus
  • Goed gevoel.
  • Reageren.
  • Vier 'heemse' kinderen?
  • De leeflonende leefloners.
  • Slim, niet mo-slim Japan!
  • Net gehoord...
  • Asociaal of wat?
  • Democratie.
  • Chinese pralines.
  • De kracht van humor!
  • Eenmanshuishouden!
  • Westerse bemoeiingen
  • De citroen (2)
  • Gratis opvang.
  • Jager of prooi?
  • Growing older 2013
  • Besnijdenis/verminking.
  • Goden of kosmonauten?(2)
  • Extremisme of boerenbedrog?
  • De zwarte raaf.
  • Goden of kosmonauten?
  • Indringers.
  • Stil verdriet.
  • Hersenen!
  • Feelings.
  • Ode aan de citroen.
  • Gesmolten inspiratie!
  • Amigos para siempre.
  • Verloederend gespuis.
  • Komkommertijd.
  • O zee!
  • Keramisch kookplezier.
  • Illegaal?
  • Religieus extremisme.
  • Verdraagzaamheid?
  • In de nor.
  • De 21° eeuw?

    Archief per maand
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010



    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek
  • waar schrijf je niet meer
  • hallo Willy
  • gelukkige verjaardag
  • waanzinnig waterige woensdagwensen
  • EOAI

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Laatste commentaren
  • Bedankt Dr Ilekhojie voor (Imelda Diamante)
        op Relativeren.
  • Black Magic Protection Specialist in Melbourne Psychic Voodoo Love Spell Caster Call ☎ +27765274256 Spells To Return Back Ex Lover (Sheikh Hussein)
        op Nieuwjaar 2011
  • Black Magic Protection Specialist in Melbourne Psychic Voodoo Love Spell Caster Call ☎ +27765274256 Spells To Return Back Ex Lover (Sheikh Hussein)
        op Nieuwjaar 2011
  • Call/WhatsApp +27765274256 Black Magic Removal Expert in United Kingdom, Carribean, Middle East, Scandinavia, Oceania, Pacific Islands, Africa, Central America, North America, Greenland, Antarctica and South America (Sheikh Hussein)
        op Nieuwjaar 2011
  • Call/Text ☎ +27765274256 Remote Viewer, Healer and Magic Spell Caster Specialist in London, Lisbon, Denver, Dallas, Melbourne, Adelaide, Miami, Stockholm, Oslo, Brussels, New York, Athens, Beirut and Chicago (Sheikh Hussein)
        op Nieuwjaar 2011
  • Blog als favoriet !


    Categorieën
  • Chico2 (19)
  • Chicofotos (25)
  • Computertips. (11)
  • Culinaire avonturen. (2)
  • Fictie 01. (10)
  • Fictie 02 (10)
  • Fictie 03 (8)
  • INHOUD BLOG. (6)
  • Kroniek van een overlijden. (19)
  • Kroniek van een overlijden2 (11)
  • rokershoekje (17)

  • Mijn favorieten
  • Lieve
  • Fredje
  • Johan1944

  • Interessante blogtips:
  • Febe


  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!