Hello evrybody,
1987
Veel familie had ik niet meer, en dus was nieuwjaar vlug gewenst. Mijn ouders, mijn grootmoeder en een tante.
De rest van de familie was al overleden, of was zodanig uit elkaar gegroeid dat we er geen contact meer mee hadden.
Toen we zoals elk jaar elkaar veel geluk en een goede gezondheid wensten, zag ik een traan in mijn moeder haar ogen.
Ze wenste het ons allemaal, terwijl ze zelf een jaar van ziekte, verminking en chemo achter de rug had.
Ze had zich ook al de toestanden rond mijn persoon enorm aangetrokken.
Mijn scheiding, de gerechtelijke molen en haar kleinkind die ze miste.
Maar ze hield zich sterk, en zou er zich wel doorslaan.
De dokter had gezegd dat alles goed zou komen, en zo zetten we dan het jaar in.
Ondertussen kreeg ik van mijn zoontje te horen dat er een nieuwe man in mijn vrouw haar leven was.
Allee, als dat geen goed nieuws is hé.
Mijn dagen waren nog steeds dezelfde.
Ik stond s morgens op en reed naar het werk.
De dagen dat ik niet naar het werk ging, reed ik naar de ijsbaan om rondjes te draaien.
s Avonds ging ik na het werk meestal schaatsen en trainen.
Ondertussen had er in Gent een nieuwe ijsbaan haar deuren geopend.
Af en toe ging ik daar ook eens schaatsen zodat de Gentenaars mij ook konden leren kennen.
Het shorttrack en de galas had ik ondertussen laten varen, en legde mij nog juist toe op het ijshockey.
Maar bij Brussels waren er wat problemen met het bestuur, en we weken uit naar Leuven om te trainen.
Het was niet echt wat ik nodig had, ik had jaren kunnen trainen en spelen in een club bij de deur, en nu moest ik vele kilometers rijden om voor een Brusselse club te spelen.
Ondertussen ging ik dan ook op geen kilometer meer kijken, en ging ik meer en meer schaatsen in Gent tijdens de publieke beurten.
Op een dag werd ik aangesproken door de eigenaar van de ijsbaan van Gent.
We hadden een gesprek over de ijsbaan en haar toekomst.
Over de projecten die nog open lagen.
Over de toekomstplannen.
We hadden het ook over mij, en plots vroeg hij of ik interesse had om ijshockeytraining te geven.
Het strafste was dat er nog helemaal geen ploeg was.
Er was zelfs nog geen club.
Alles moest nog gesticht worden, de spelers moesten nog gezocht worden.
Hij zou reclame maken en we zouden een dag organiseren waar we iedereen die zou willen spelen welkom konden heten.
Eerst met een welkomstwoord en daarna op het ijs.
Ik vond het een rare bedoening om op die manier iets uit de grond te stampen.
Als je gewoon vraagt wie wil ijshockey spelen, gaat iedereen daar op afkomen, of niemand!
Mensen die denken dat ze kunnen spelen en die hun voorbeeld nemen op tv zonder ooit schaatsen aan hun voeten gehad te hebben.
Of spelers die uit andere clubs overwaaien.
Het was wel een uitdaging, en ik moest daarom nog niet uit de club stappen bij Brussels.
Zoals gezegd werd er reclame gemaakt, en een dag op de kalender gezet waar deze met interesse zich konden aanbieden.
De dag zelf was ik al vroeg op de ijsbaan, en liep zenuwachtig rond met de vraag wat ik mij nu over mijn oren had getrokken.
Het uur naderde, en af en toe kwam er een persoon binnen met de vraag of het wel hier was voor de ijshockeyinitiatie.
Af en toe kwam er een groepje binnen, en dan weer een paar enz
Het waren meestal jonge gasten, maar er zaten ook meisjes tussen.
Ik dacht dat er veel familie, broers of zusters tussen zaten om te komen kijken.
Maar niets was minder waar.
120 personen waren op de oproep afgekomen.
Les of training geven aan 20 man was al niet eenvoudig, maar wat moest ik aanvangen met 100 man meer???
Sommige waren al naar de ijsbaan gekomen met sticks en pucks.
Maar wat mij vooral bezig hield, was hoeveel van die personen konden schaatsen.
Toen ik de uitleg gaf in het cafetaria, bleek iedereen een waardige speler te zijn.
Maar dat was de realiteit van hun dromen, want op het ijs was het al veel minder.
Sommigen moesten zich aan de balustrade vasthouden om hun evenwicht niet te verliezen.
Met 120 man op het ijs duurde het lang voor ze aan de beurt waren.
Sommigen konden een beetje schaatsen, en anderen waren dan weer bezig met hun lichaam bij de eerste stappen al van blauwe plekken te voorzien.
De groep was veel te groot om alles in de hand te houden, en met zoveel personen was er nooit de kans om een deftige training uit te bouwen.
Maar veel keus in uren was er niet op dat moment, en ik moest het stellen met de middelen die er waren.
Het was een volledige nieuwe start, van een nieuwe club met nieuwe leden.
Maar eerst zou het er op aankomen om deze mensen te leren schaatsen.
Na een paar lessen en trainingen waren er al die geduld verloren, want ze wilden al naar de olympische spelen gaan.
Maar zo ging het niet.
Voor men een waardige schaatser wordt, gaan er vele jaren aan vooraf, en dat hadden er velen niet begrepen.
Maar er waren er toch die bleven volhouden, en na enige tijd begon men vooruitgang te zien bij sommige spelers.
Het was een jeugdige bende met een hier en daar een schaatser van boven de 30.
Maar waar ik geen rekening mee gehouden had, was dat ik niet alles aankon.
Ik zat met mijn werk, en mijn trainingen en wedstrijden bij Brussel.
In Gent werd dan ook verlangd dat ik mij met die groep mensen zou bezig houden, en dat waren heel wat uren.
Ik moest niet alleen trainingsschemas opstellen, ik moest ook nog de theorie, ijstraining en droogtraining geven.
Ik wist dat ik vroeg of laat een keuze zou moeten maken, want zelfs voor een sportman kan het soms teveel zijn.
Na enige tijd koos ik dan maar om mij bezig te houden met de mensen van Gent.
Maar op mijn toen jonge leeftijd was dat een verkeerde keuze.
Ik speelde minder wedstrijden, en moest de fouten van anderen verbeteren.
In feite was ik mij aan het afbouwen zonder dat ik het wist.
In het begin had ik het geluk, om te kunnen logeren bij een koppeltje in Gent.
Het was niet zover van de ijsbaan, en het spaarde mij het traject dat ik anders verschillende keren op een weekend zou moeten afleggen.
Maar na enige tijd kwam er een kindje bij, en moest ik naar een andere verblijfplaats op zoek gaan in het Gentse.
Ik had er eens met de eigenaar van de ijsbaan over gesproken, en hij ging zien wat hij kon doen.
Al vlug kreeg ik antwoordt dat ik op de ijsbaan zelf kon blijven logeren tijdens het weekend.
Mijn kamer werd de kleedkamer van de spelers.
Een klein bed en een tafeltje stonden tussen de banken.
Wie had er ooit gedacht dat ik zo dicht bij de ijsvloer zou slapen.
Ik leerde ook Gent kennen, en heel leuke mensen.
Maar hoewel ik in contact kwam met honderden mensen, bleef ik die eenzaat op het koude ijs.
Ik verstopte mij vaak achter de humor waar ik zoveel steun aan had.
Of beter gezegd, het deed deugd een ander te horen lachen met mijne zever.
Mensen kwamen niet alleen voor het schaatsen, maar ook voor de sfeer.
De ijsbaan was nog steeds een ontmoetingsplaats.
Het was ook de periode waar ik met een collega die de wedstrijdtafel deed tijdens de wedstrijden, een week lang op het sportsalon stond op de Heizel.
Het was in feite een week ontspanning.
We stonden op het salon om de sport te promoten, maar het is niet op een beurs dat de mensen hun komen inschrijven.
De mensen moeten meer contact krijgen met de clubs en sportorganisaties.
Het is niet echt op een beurs dat men nieuwe leden werft, en zeker niet voor een in België ongekende sport.
Mensen komen wel kijken omdat alles spectaculair is, maar dat is meestal ook alles.
Op de werkvloer draaide ons politiek landschap verder in zijne vierkante wereldbol.
Ik zat nog steeds bij de telefoondienst van de kamer van volksvertegenwoordigers.
Het was s morgens de hoorn opnemen en hem s avonds terug neerleggen.
Tussen deze twee bewerkingen was het honderden keren dezelfde woorden herhalen om ons politiek huis aan te kondigen.
La chambre De kamer
Toen ik s avonds thuis kwam moest ik opletten om niet dezelfde woorden te herhalen als er mij iemand aansprak.
Ik was in feite een automaat geworden.
Men slaat de nummers op in het menselijke geheugen, en men herhaalt vaak dezelfde woorden.
Maar de telefoondienst was ook een informatiebron geworden.
Voor alles en nog wat werd beroep op de dienst gedaan.
Voor nummers op te zoeken van de verschillende kabinetten.
Voor alles wat met politiek te maken had.
Maar ook om een reis te reserveren of een schoon plaatsje op de eerste rij van één of ander sportpaleis.
Op den duur was de telefoondienst een inlichtingendienst geworden.
Maar bon het was ons werk, en ik moet eerlijk zeggen dat ik er mij wel thuis voelde na enige tijd.
Het was een soort contact hebben met de mensen zonder dat we ze zagen.
We hadden contact door onze gesprekken, en na jaren herken je de persoon niet meer volgens het nummer dat verschijnt, maar aan de stem.
Maar zoals altijd was het hier niet altijd rozengeur en maneschijn.
Soms was het leuk en lachen, maar anderzijds werden we ook al eens afgeblaft door nen ongeduldige die zelf aan zijn nummers niet aan uit kon.
Maar in het grote gebouw dat het parlement was, was ook de telefoondienst maar een onderdeel .
We waren kleine werknemers in een nog kleiner bureel waar we in het begin met zes ons werk deden.
Zes kleine negertjes tussen de witte muren.
Zes nietszeggende namen van mannen en vrouwen.
Maar zes mensen die vaak de stem van De kamer van volksvertegenwoordigers waren.
Daar waar de politieker op de tribune de andere verkozenen stond aan te spreken, daar spraken wij met den beenhouwer, maar ook met de kabinetschef van de koning.
Daar waar de volksvertegenwoordiger, zijn toespraak ééntalig geschreven door zijn medewerker las.
Daar moesten we zelf initiatief nemen om de verschillende personen tweetalig te woord te staan.
Geduld, beleefdheid en discretie waren ons uithangbord.
Wat niet wil zeggen dat we er niet konden lachen hoor.
Nee nee, vaak genoeg zaten we met de hoorn aan ons oor en de tranen in ons ogen.
Maar dat zal wel in elke dienst zo zijn denk ik.
In feite was het nog een geluk dat er wat gelachen kon worden.
Stel u voor dat ge niks anders dan La chambre- De kamer moet zeggen.
En dat ge nen ganse dag met uw klein verstand tussen de nummers zit om ze uit elkaar te houden.
Ik denk dat ge dan voor uw benoeming zot zijt!
Hoewel ik niet wil beweren dat er nooit niemand zot geworden is hoor.
Groetjes chauffeurke
|