Weinige vrije tijd, was er gedurende die 2 weken zeker niet., hoewel ik toch een beetje schade probeerde in te halen in mijn "gezinsleven". Ik diende alle administratieve rompslomp op orde te brengen, zowel de vereiste vergunningen en toelatingen bij Politie en Gemeente, als contracten bij de Brouwerij. Ik poogde ook minimum één personeelslid te vinden, en nadien kon ik dan nog steeds besluiten hoevéél personeel ik eigenlijk nodig had. Ik besloot zélf de keuken en bar voor m'n rekening te nemen, Arlette wilde me wel op drukke momenten, in haar vrije (niet poets)-uren een handje helpen achter de bar, alsook het onderhoud (poetsen) van de zaak na sluiting sávonds. Op enkele kleinigheden na, veranderde ik weinig aan het interieur van de Taverne, ik paste wél de menu's (meer uitgebreid) aan, en diende daardoor wel enkel dingen in de keuken te veranderen en aan te passen.Mijn kennis wat betreft koken was zeer "basis", maar praktijk zou daar wel verandering in brengen,.. mijn ervaring in brood en banket had me geleerd dat dergelijke dingen niet in theorie kunnen worden aangeleerd, dan wel in praktijk. De huisbaas van ons huidig appartement, was vriendelijk genoeg, om ons toe te staan vervroegd de woning te verlaten, ik zag geen reden hier te blijven wonen en huur tebetalen, wanneer er voldoende ruimte voorzien was boven de Taverne. Ik liet dan ook een prijsbestek opmaken, door een lokale klusjesman, om in eerste instantie, het appartement tegen 01 Februari "leefbaar"te maken, en in tweede instantie'de bovenliggende ruimte's verbouwd te hebben in studentenkamers, volgens de wettelijke bepalingen tegen het nieuwe academiejaar 1984- 1985. Na het ontvangen van eerdervermeld prijsbestek, besloot ik de studentenkamers, even op de langere baan te zetten, en voorlopig het meest dringende, t.t.z; ons appartement op orde te laten brengen. Omwille de rompslomp, beperkte het vieren van Kerst 1983 zich tot een etentje uit. Tijdens een kort bezoek tussen Kerst en Nieuwjaar aan Erna, om Steven (mijn petekind) zijn geschenk te gaan brengen, maakte zij haar sceptisme, om niet te zeggen ónbegrip, voor mijn plannen zeer duidelijk, ik kreeg kort nadien van "hetzelfde laken een broek"van Marcel, toen ik hem tegen het lijf liep op Pa's bureel, de énige persson die achter mij léék te staan, of in ieder geval deed alsof, was Lieve. Het was rond die periode dat de Hoofdbaas, t.t.z; eigenaar van het bouwbedrijf zich falliet liet verklaren, en de verschillende 'zetels' over gans Belgie voor verkoop vrij kwamen, Pa twijfelde geheel niet de zetels van Leuven en Antwerpen voor zich te nemen. Hij stopte met de bouwsector, en ging over naar de Immobilliensector, aankoop, verkoop, en verhuur van vastgoed. Het kwam toen tot een grote discussie, tussen Lieve en pa, aan één zijde, Marcel en zijn toenmalige vriendin, aan tweede zijde, en Erna aan derde zijde. Marcel had gehoopt, kantoordirekteur van Leuven of Antwerpen te kunnen worden, Erna, ondanks haar studie van Orthopedagogie geen degelijk werk vindend, op een funktie van secretaresse in één van de kantoren, Pa, en ook Lieve besloten echter anders, heb nooit begrepen waarom, want de reeds stroeve banden van voordien, liepen nu defenitief vást. Pa bleef in Leuven, plaatste een kennis van vroeger als Bureeldirekteur in Antwerpen, en Annie (Marcel's vriendin- tot grote woede van Erna) als secretaresse in Antwerpen. Marcel bleef dus gewoon aankoper-verkoper. De opening kwam eraan. Van de 500.000. Fr lening, had ik de (gedeeltelijke) overname van 350.000 Frank betaald, en 170.000 aan de brouwerij voor huur en waarborg. Vanaf nu diende álle omkosten dus úit de zaak te komen, het inkomen van de poetsuren van Arlette, was zéér welkom, maar hoedanook heel beperkt. Ik zette de kassa op nul, en tegen 1 Februari diende ik daar 85.000 Huur, 12.000 Autolening, 10.000 persoonlijke lening, 40.000 opsparing restant overname, 15.000 verbouwing appartement, + alle normale kosten uit te halen. Ik had van de opening geen speciaal funktie gemaakt, toch kwam Lieve met een bloemetje ons het allerbeste wensen. Ik had een kelner gevonden, dewelke alleen op de drukke maaltijduren (voorlopig) werkte, 2,5u S'middags, en 3u sávonds, ik had (wijselijk) niets veranderd aan openingstijden of dagen, Zondag bleef dus wekelijkse rustdag. De verbouwingen (onder Arlette's waakzaam oog) verliepen volgens schema, en tegen het eind van de maand zouden we kunnen onze intrek nemen, voor de zoveelste keer. De zaak liep, doch niet van stapel,het was nu ook éénmaal een zeer kalme periode in de horeca, nét na de dure feestdagen, ik had vrij veel vast lunch-klienteel, van de omliggende burelen, en handelszaken, avonden waren rustiger, behalve bij concerten of optredens in de schuin tegenover gelegen Stads schouwburg. Met het opzij schuiven van enkele minder dringende rekeningen, het niet opzijleggen van de 40.000 voor overname, en het invoegen van Arlette's poetsgeld, kon ik nét alle rekeningen betalen. De verhuis deed Arlette in stukjes en beetjes gedurende de week, de twee woningen lagen maar op enkele honderden meters van mekaar, en de grote en laatse spullen verhuisden we op een Zondag, onze rustdag. Het nieuwe appartement was zeer zeker geen luxe, maar was aangenaam, en praktisch, het grote nadeel was, dat er zich geen keuken bevond, en we dus besloten álle maaltijden in de Taverne, en/of zijn keuken te gebruiken. Ondanks dat er veel gekrab, kopzorgen, enz bij te pas gekomen waren om Januari niet té negatief af te sluiten, verliesde ik mijn positieve houding en ingesteldheid niet, en ging Februari met volle inzet tegemoet. Ik had nu ook wat meer tijd voor Arlette, en Agnetha, dewelke ik voordien alleen buiten de werkuren en op Zondag zag. Agnetha ging naar de stedelijke creche, enkele uren per dag, ik poogde wel, er géén Cafékind van te maken, en haar niet constant in de zaak te laten. Het was half Februari, toen er sóchtends voor de opening van 10u, aan de deur werd geklopt, ik was het eten aan het voorbereiden in de keuken, en ging de deur open doen. De persoon aan de deur, kénde ik, maar kon ik niet dadelijk thuisbrengen, hij steldde zich echter al snel voor als de baas van "Horeca-mat", een bedrijf van verkoop en verhuur van Horeca-matriaal, en bracht me op de hoogte, tijdens het voorleggen van allerlei documenten, dat het grote deel van alle aanwezig matriaal ( Koffiezetapparaat, koffiemolen, fritketel, 2 diepvrieskasten, koelkast, registratiekassa, en nog enkele dingen) GEHUURD werden door de vorige eigenaar, maar dat er sinds oktober 1983 geen huur meer was betaald. Ondanks dat ik me binnenste buiten gekeerd voelde, bleef ik zeer bewust bij de dingen, en legde ik hem het overnamecontract voor, hij wees er me echter op dat het matriaal waarvan sprake, in het overnamecontract niet expliciet werden ermeld, en dat ik (zoals iedereen???) met hem eerst contact had moeten nemen, om het in eigendom hebben van dit matriaal te laten bevestigen. Ik wist niet meer wat doen, wat zeggen. Hij wilde echter weten wat ik van plan was, ik diende niét op te draaien voor het achterstallige geld van de vorige uitbater, dan wel voor de huur van December, Januari, en Februari. Ik probeerde hem uit te leggen, dat ik een persoonlijke lening had verkregen, met nét dát matriaal als onderpand, iets wat hij niet begreep, omdat het overname-contract niet expliciet vermeldde wat in de zaak aanwezig was, maar iets wat ook zijn probleem niet was. Hij liet me weten dat de huurprijs van het huidig aanwezig matriaal 26.000 Frank/maand was, en dat ik dus 78.000 Frank achterstallig was. Hij verwachtte de daarop volgende maandag 58.000 Frank, en op 1 Maart de resterende 20.000 + Huurmaand 26.000= 46.000 Frank Ik was in die mate perplex, dat ik me niet herinner dat hij de tafel, en nadien de zaak verliet. Ik zat daar nog wel een tijdje voor me uit te staren, terwijl de tranen,maar ook woede in me opwelden. Toen ik alles terug een beetje op een rijtje had gezet, hérpakte ik me, de zaak moést open, en ik zou de vorige eigenaar met deze zaak confronteren, ik was in de overtuiging dat er ergens een misverstand was. Ik had nog enkele dagen alvoren het terug maandag was, en ik dat geld, óf het matriaal diende "op te hoesten", ik repte met geen woord, tegen iemand, ook niet Arlette, ik was zéker van mijn stelling dat het om een misverstand ging. Ik nam in eerste instantie contact met de Brouwerij, waar ik na veel rond de pot gedraai, te horen kreeg, dat de vorige eigenaars ook bij hun nog openstaande rekeningen hadden, máár, dat de overname regeling volledig tussen uitbaters gebeurde, en zij dus op geen enkel manier verantwoordelijk worden gesteld. Arlette merkte al snel aan me, dat er iets fout zat, ik stelde haar gedeeltelijk op de hoogte, maar wijde niet uit over het probleem, ik zou het wel oplossen zegde ik. Na enkele telefoons, en bezoeken in de daaropvolgende twee dagen, stelde ik vast, dat ik (zoals hééél wat meerdere mensen) was opgelicht, de eigenaar werkte sinds 4 jaar niét meer in Brussel, en ook op hun verblijfplaats in Zaventem, waren ze (volgens de huis-eigenaar) met de noorderzon en heel wat openstaande rekeningen verdwenen. Op het eerste ogenblik leek me dit positief, want dit betekende, dat ik met de 350.000 Reeds betaalde frank, de vollédige overname had betaald, ze zouden zeer zeker het lef niet hebben om voor de overige 500.000 nog op te dagen, ze hadden gepoogd me voor 850.000 Frank op te lichten, maar hadden (om één of andere reden) tenslotte genoegen genomen met 350.000Fr. Ik diende dus in het volgende jaar geen 500.000 Fr op te sparen, een voorzien spaarsaldo, dat ik nu dus kon gebruiken om in eerste plaats de achterstallige huur van het matriaal te betalen. Ondanks dat de betaalde prijs dus louter en alléén voor het klienteel was geweest, en dus toch wel buiten proportie, was het alles bij mekaar goed nieuws,..... we dienden geen vérdere overname op te sparen, en ik deelde het nieuws dan ook (met plezier) aan Arlette mee. Ondanks haar ruggesteun in mijn positief denken, verwees ze me toch naar de mogelijkheid dat er nog méér achterstallige rekeningen konden opduiken, zoals, electricteit, belastingen, enz, enz. Ik maakte dezélfde dag nog een afspraak met de baas van Horeca-mat, en besloot tegelijkertijd (mischien een beetje uit schaamte er te zijn "ingeluisd" ) niets over dit alles aan Pa, of Lieve mee te delen. Ik nam contact op met álle mogelijke instellingen en bedrijven, zoals Telefoon, electricteit, Sabam, leveranciers, enz, enz, maar kon nergens openstaande rekeningen vinden,wat een geruststelling was. Ik kwam tot een akkoord over de afbetaling van het achterstallig huur-bedrag van matriaal, en stoptte ook met enkele (voorlopige óverbodige) machines te huren, waardoor ik de maandelijkse huurprijs kon terugschroeven tot 20.000 Fr. Het énige "addertje onder het gras"was nu nog de Bank, dewelke de toezegging van de lening gebasseerd hadden op nét dát matriaal als onderpand, ik besloot desbetreffend "De domme"te spelen, en hun niets mee te delen, het was ook een nalatigheid van hun geweest, om de contracten niet ter dege door te nemen, in het andere geval had men makkelijk kunnen vaststellen dat het matriaal in huur was. Waarschijnlijk had het vertrouwen dat zij in Pa hadden, die nalatigheid in de hand gewerkt, en was dat onderpand, éigenlijk meer een futaliteit, als noodzakelijkheid. Ik vierde mijn 23e verjaardag op 24 Maart 1984, samen met Arlette en Agnetha, zonder bizondere problemen, Mijn relatie was goed, Agnetha was een zeer aangenaam kind, de zaak draaide, zonder fortuinen te maken, maar voldoende om uit de onkosten te komen, en beginnen te denken aan de verbouwingen van de bovenverdiepingen naar Studentenkamers, wat dan tegen het begin van het academiejaar voor een aardig extra inkomen zou zorgen. Ondanks ik hárd en lange uren werkte, ik blééf de menukaart maar meer en meer uitbreidden, waardoor er meer preparatie nodig was, ik had het keuken en bargedeelte volledig voor mijn verantwoordelijkheid genomen, de zaak opende om 10u, wat betekende dat ik rond 7.30 a 08u met preparatie in de keuken begon, Arlette had haar poetsuren geregeld, dat ze op het drukke middaguur even achter de bar kon helpen, omwille de uitgebreidde menukaart, begon óók s'avonds het eten zeer vlot te lopen, wat maakte dat de sluitingsuren van voordien 10.30u, middernacht en zelfs later waren geworden, m'n moet het ijzer smeden wanneer het warm was, dacht ik, en we waren nog zéker niét úit onze onkosten. Ik voelde me éindelijk "goed in m'n vel"goed met wat ik deed, met m'n leven, en dit werd ook door Arlette bevestigd, voor wat haarzelf betrof.
|