Ik gooide me in het begin van 1986 volledig op het werk en de zaak. Ik ging er vanuit dat, dàt de manier was, om mijn problemen op te lossen...... ze opzij schuiven, er niet aan denken of mee bezig zijn, hoewel ik zelfs nog geen tijd om te rouwen had gehad of gewild. Ik bracht mijn tijd door tijdens luch en avondeten, in de zaak, en daar tussen in het Hospitaal. Toen ik op 11 Januari '86, de derde verjaardag met Agnetha (mijn dochter) wilde doorbrengen, werdt ik echter met mijn neus op de feiten gedrukt. Ik diende "toestemming" van de jeugdrechtbank te hebben, dewelke ik na inzet van Mevr.Heyns ook kreeg, doch ik kon dit enkel mits begeleiding van een door de Jeugdrechtbank aangestelde dame. Op mijn protest daartegen, werd ik door Mevr.Heyns gesust, dat dat een normale gang van zaken was, en dat ik rustig (zéker in huidige situatie) de resultaten van de zaak diende af te wachtten. Nét omwille de aanwezigheid van die "pottekijker" herinner ik me die dag zo goed, al werd (ook door de jeugdrechter) de tijd om samen te zijn beperkt tot 5uur. Het was dan ook niét zonder emoties (beiderzijde) dat Mevr Heyns Agnetha in de late namiddag van 11 Januari 1986 terug naar Baal bracht. Ik denk dat de medicatie (in hoofdzaak kalmeringsmiddelen) de oorzaak waren dat ik alles zomaar liet gebeuren. Ik bracht hoe langer hoe minder tijd in de zaak door, en hoe langer hoe meer in Gasthuisberg en het Kerkhof, ik was ook (té) zwaar beginnen drinken. De situatie van Ewoud bleef hetzelfde, en zou volgens Dokters niet meer veranderen, ik zat soms uren met hem op mijn schoot, en was ervan overtuigd dat de (soms tranen, soms grimas/glimlach) uitingen, niét louter een spiertrekking was, maar dat hij wél dégelijk zijn emoties aan me toonde, dat dat zijn manier van communiceren was, had ik gelijk ??, of was het ijdele hoop ???...... niemand zal het ooit weten, één zaak ; het hielp mij ontzettend in mijn toenmalige strijd tegen het leven. Ook in Gasthuisberg was mijn "vrijheid" beperkt. Alle informatie van Dokters e.d.m. diende ik via, via te vernemen, en zo vernam ik via Mevr.Heyns, in de tweede helft van Januari, dat m'n besloten had, dat m'n verder niets kon doen om Ewoud te helpen, en dat Gasthuisberg besloten had, om hem weldra naar een méér gespecializeerde instelling te brengen. In eerste instantie begreep ik dat best, en had ik daar niets op tegen. Toen ik op 31 Januari 1986 (dé sleuteldag in mijn verdere leven & beslissingen), in Gasthuisberg aankwam, vond ik Lieve in de kamer, op zich niéts uitzonderlijk,......... terwijl ze bezig was een zak te vullen met Ewoud's spulletjes, zegde ze me dat Ewoud diezelfde namiddag naar Tienen zou worden gebracht. Ik was ondertussen op de hoogte dat er twee van dergelijke instellingen in het Leuvense waren, en vroeg haar daarom waarom het Tienen was geworden, wat (voor mij, niét vanuit Baal) toch ruim 25 kilometer uit de buurt was; Ze antwoordde me onomwonden dat zij die beslissing had genomen. Ik voelde allerlei dingen diep van binnen, maar hield me hoedanook kalm, en ging naar de telefoon om Mevr.Heyns te raadplegen. Zij vond het beter elders af te spreken. We spraken af in Café "Boerke Nys" een café aan Tervuursepoort, in de nabijheid van Gasthuisberg. Meer verslagen, léger als ooit tevoren, verliet ik (zonder goed te herinneren) die zaak, na een langdurig gesprek waar ik werd op de hoogte gesteld dat de beslissing(en) van de Jeugdrechtbank waren; Erna (N.b. mijn zus, de énige persson in de familie waar ik in geval van nood zou aangeklopt hebben) had de volledige voogdij over Agnetha tot haar 18é verjaardag, en Lieve, (de àndere persoon in de familie wie ik om hulp zou vragen) had de vollédige voogdij over Ewoud. Ik kon om bezoekrecht vragen, de toestemming daartoe was louter in handen van de "Voogden". Op 5 weken tijd was mijn hele wereld ingestort. Ik was mijn "vrouw", én beide kinderen kwijt. Ik herinner me dat ik met Jos (in de zaak) telefoneerde, om hem te zeggen, dat ik niet wist wanneer ik terug zou zijn. Ook herinner ik me dat ik naar Kortenberg reed, en urenlang aan Arlette's graf zat, en haar allerlei dingen zei, en vroeg. Mevr.Heyns had me het telefoonnummer gegeven van de instelling in Tienen, dewelke ze zélf, véél gerenomeerder noemde als die in het Leuvense. Ik belde met de instelling, waar m'n de goede overbrenging en aankomst van Ewoud bevestigde, en toen ik naar de bezoekmogelijkheden en tijden vroeg, werden die me gegeven, met het aansluitend commentaar, dat ik toestemming nodig had van Lieve Vanderbiest. Ik was dus iédere, àlle houvast op mijn leven kwijt. De drank waar ik me de volgende uren in verschool brachten alleen maar een zware kater met zich, toen ik daags nadien (door het binnenstappen van Jos) op diézélfde plaats, aan diézélfde tafel in de Taverne wakker werd. Ik zegde Jos, dat hij voorlopig (met het andere personeel) zijn plan diende te trekken, en dat er tot nader order (met uitzondering van de kleine snacks welke hijzélf kon maken) geen maaltijden gemaakt of geserveerd werden. Ook zonder kennis van de laatste gebeurtenissen, begreep hij mijn situatie voldoende, om in te stemmen. Ik maakte een thermos stérke koffie, en haastte me naar het appartement op de bovenverdieping, ik wilde met niets of niemand geconfronteerd worden.
|