Na een eerste (véél té sterke) kop koffie, ging ik naar de telefoon, om op Gasthuisberg te informeren, m'n kon me echter niets niéuws vertellen. De vermoeidheid van 2 nachten aan tafel te hebben gezeten, begon zich te manifesteren, ik was sinds twee dagen zelfs niet boven op het appartement geweest, liep nog steeds in dezelfde kleding rond, maar dat was op dat ogenblik wel het minste van m'n zorgen. Ik raapte de krant van de grond, en het gebrek aan nieuws in deze Kerstperiode maakte dat het ongeval de voorpagina van de nationale pers haalde, ik bekeek heel even de foto's van de plaats van het ongeval, duwde dan krant van tafel op de grond, en bleef nog een héle tijd "verdwaasd" aan tafel met m'n koffie zitten, tot het telefoongerinkel me terug tot het "hedendaagse" riep. Het was Jos, één van mijn obers, die nà zijn deelneming me om mijn planning vroeg betreffende de zaak. Met het antwoord dat ik op dat ogenblik geen planning had, en ik hem tijdig op de hoogte zou brengen indien die er wel waren legde ik de telefoon neer, om me naar de deur te begeven, waar was aangeklopt. Het waren Pa en Lieve. Ook zij (in hoofdzaak Pa) kwamen informeren naar mijn plannen. Ik gaf hen hetzelfde antwoord, er geen te hebben, Pa trok mijn aandacht naar de volle boeking van de zaak voor Oudejaar, en voegde eraan toe, als ik me niet hérpaktte, Agnetha hiervan tenslotte het slachtoffer zou worden, ook zonder Arlette, en Ewoud zou ik werk en een inkomen nodig hebben, zegde hij me . Het feit dat hij Ewoud in die zinspeling alszijnde "dood" vermeldde, schudde me wakker, ik sprong van mijn stoel op, en riep (schreeuwde) tegen hem wat hij bedoelde, ik ging tekeer als een razende, en haalde in die razernij ook naar hem uit......... het lukte Lieve na een hele tijd ons uit elkaar te halen, Pa verliet de zaak, en Lieve zette zich bij me aan tafel. Ze zegde me dat ik op die manier, de zaak alleen maar moeilijker maakte, en wees me erop dat de situatie van Ewoud wéinig hoopggevend was, ook àls hij terug zelfstandig zou kunnen leven, zou dat zéér waarschijnlijk met één of andere handicap zijn, de hersenen hadden té lang zonder zuurstof geweest. Toen beiden even later vertrokken waren, telefoneerde ik met Arlette's tante en nonkel, ze steldden me gerust, ze zouden alles in samenspraak met Arlette's moeder wel regelen, alles bij mekaar was ik (officieel) geen familie, en éigenlijk steldde dat me in de huidige situatie tevreden,.... ik mocht er niet aan denken hoe ik én Ewoud'situatie, en de regeling voor Arlette zou combineren. Ik trok m'n jas aan, en reed naar Gasthuisberg. Daar aangekomen kruistte ik Marcel( met zijn toen nog Vriendin Annie), ik herinner me héél scherp zijn emotievolle gezicht, Marcel kende, ként, geen emoties, in mijn huidige 47 jaar heb ik Marcel zelden zien lachten, en NOOIT zien huilen, achter die emoties ontdektte ik in zijn blik (zonder woorden) naar me,ook een schuldgeving naar me gericht. Ondanks het feit dat deze kruising me even van de wijs hadden gebracht, ik naar Ewoud. Het was ondertussen reeds middag geworden. Ik zat daar al een hele tijd (zij het mentaal àfwezig) toen de Dokter langs kwam. Na mij vraag om meer info, riep hij me mee naar een kantoortje, waar hij me op de hoogte stelde, dat de hersens zéér waarschijnlijk zwaar beschadigd waren, het feit dat hij na bijna 48u nog geen enkel fuktie zelfstandig had werderopgenomen, en resultaten van meerdere onderzoeken wezen dit uit. De enige reden dat hij éigenlijk nog leefde was "dankzij" mij, omdat ik hem zo goed en kwaad mogelijk was blijven beademen, tijdens de rit van het ongeval naar Gasthuisberg. Hij vroeg me, me op het ergste voor te bereiden, maar binnen 24u zou m'n stillaan beginnen met het uitschakelen van de apparaten, en zo kon m'n een 100% zeker beeld krijgen, van welke functie zijn lichaam zelfstandig nog kon uitvoeren. Ik bleef de rest van de dag in het Hospitaal. Pa en Lieve alsook Tante en Nonkel kwamen even op bezoek, ik herinner me niet wat de inhoud was, indien ik een gesprek had met één van hun. Ik begon mezelf de schuld te geven....... Ewoud leefde omdat ik hem blijven beademen was (zo begreep ik de uitleg), dus indien hij licht, matig of zwaar gehandikapt zou zijn........ blijven, diende hij met die handicap te leven, omwille het feit dat ik de "levensnoodzakelijke organen" zijnde hart en longen, in leven had gehouden door mond op mond beademing. Die gevoelens van schuld, groeiden met de minuut, het was laat in de namiddag, vroege avond, toen ik Ewoud een zoen gaf, en naar m'n auto op de parking liep. Het eerste wat ik me verder herinner, is sirenes, en twee agenten die over me gebogen me uit de wagen poogden te halen. Ik keek even, en zag dat ik me aan het kruispunt van de Leuvense ring, en oprijlaan Gasthuisberg bevond, en tegen een paal(tje) was gereden. Ik voelde me ook heel benauwd, (Asthma) had nood aan mijn puffers, dewelke ik uit het handschoenenkastje van de auto wilde nemen. De agenten beveelden me echter uit de auto te komen, en mijn handen op het dak te leggen. Toen ik me naar het hanschoenkastje toe boog, om mijn puffers uit te halen, panikeerden de agenten, en grepen me hardhandig vast, om me uit de auto te halen, ik greep echter het hoofd van één van hen, het welke ik tegen het stuur sloeg, en terwijl ik hem duidelijk maakte dat ik op het punt stond een Asthmaanval te maken en nood had aan mijn "puffers" blééf ik hem tot 4 keer toe op het stuurwiel beuken, waarna m'n mij (met bijgeroepen agenten) kon vastgrijpen, me uit de auto sleurden en op de grond boeidden. M'n moet echter gezien hebben dat mijn "asthma" geen grapje was, want even later zette één van de agenten de puffer(s) aan mijn mond. Nadien werd ik (hardhandig) in de combi geduwd, en naar de Rijkswachtkazerne gebracht, waar ik na een grondige foulle een koude cel werd ingeduwd. Ik zat daar nog enkele uren op het betonnen verhoog, met een stuk matras, en ging ervan uit dat ik in slaap was gevallen, en zodoende tegen dat paaltje was gereden. Uit de onderlinge gesprekken van de rijkswachters had ik kunnen opmaken dat ze ervan uitgingen dat ik onder invloed van drank en/of drugs was. Midden in de nacht, nam m'n enkel bloedstalen van me af, en werd ik naar een bureel gebracht. Ondanks het feit dat m'n na mijn verklaring(en), me totaal anders begon te behandelen en aan te spreken, werd ik later naar dezelfde cel teruggebracht, met de wetenschap dat één van de agenten, met zware verwondingen in het hospitaal was opgenomen, nadat ik hem meerdere keren op het stuurwiel had gebeukt. Ik kon op dat ogenblik toch niets doen dacht ik, en legde me (voor het eerst in 72u) neer op het (zogenoemde) bed, ik lag echter de hele tijd naar het plafond te staren, en het gesprek met de Dokter enkele uren voordien blééf me door het hoofd spoken. Om 7u werd ik naar een kantoor gebracht waar een dame op me wachtte die zizelf voorsteldde als Mevr.Heyns Maatschappelijk assistente voor Justitie. Zij bleek van de hele situatie op de hoogte te zijn. Ik wil hierbij van de gelegenheid gebruik maken om mijn dank te betuigen t.o.v; Mevr.Heyns dewelke tot op heden (23jaar later) nog steeds interesse toont voor mijn situatie, door geregelde telefoongesprekken en/of bezoeken. Zij steldde me op de hoogte dat er geen sporen van alcohol of drugs waren aangetroffen, en dat ik heel waarschijnlijk in slaap was gevallen. Zij had reeds contact met Pa en Lieve genomen. Ik diende diezelfde ochtend wel een verklaring af te leggen tegenover de onderzoeksrechter, voor "Slagen en verwondingen aan een ambtenaar in funktie". Ik bracht dus de ganse voormiddag door in het Leuvense Justitiepaleis. Bij het verlaten daarvan werd ik opgewacht door Pa, Lieve, en Mevr Heyns.
|