......... Ik ben er me van bewust dat in dit deel sommige dingen vreemd, zelfs onsamenhangend zijn, maar ik beleefde die periode dan ook in een roes, het leek me allemaal rond mij niet mét mij te gebeuren. Na verklaring op het bureel te hebben afgelegd en een kort, door een bijgeroepen dokter, onderzoek mocht ik "beschikken", zoals m'n mij heel ongevoelig meedeelde, en ik kwam "wezenloos" aan de ingang, zonder éigenlijk te weten waar ik was, wàt ik moest, wàt ?wààr? wie ??...... tot één van de rijkswachters naar me toe kwam, en me meedeelde dat m'n mijn familie had gebeld om me op te halen. Het was ondertussen het holst van "kerstnacht". Het waren Pa en Lieve die me ophaalden, en me de onbeantwoorbare vraag steldde wat ik van plan was. Zowel Arlette als Ewoud waren stabiel, ik kon (volgens hen) dus best naar huis gaan en wat slapen, zij zouden op Agnetha passen. Nog steeds in diézélfde roes en wezenloos, staptte ik de lege zaak binnen, met als enig geluid het zoemen van de koelkasten en diepvrieskasten zakte ik met een glas op een stoel neer. Viel ik daar in slaap of niet..... weet het niet, weet wel dat ik plots "bij positieven" kwam door telefoongerinkel, teerwijl ik opmerktte dat het reeds dag was geworden. De schok van het wakker worden had me weer in de échte wereld.... bij realiteit en positieven gebracht. Ik beantwoorde de telefoon, en hoe wezenloos en gelaten ik de laatste uren had verwerkt, des te meer adrenaline stoof er door mijn lichaam, toen m'n mij op de hoogte bracht, dat het best was dat ik zo snel mogelijk naar Gasthuisberg kwam, mijn vraag van waarom, werd alleen met "het is dringend" beantwoord. Ik legde de telefoon neer, en belde naar Pa/ Lieve, terwijl ik mijn jas aantrok, hun lijn bleek echter bezet. Ik liep zoekend naar mijn (auto)sleutels naar buiten, maar op het terras gekomen steldde ik vast dat mijn auto er niet was. Vloekend en mezelf allerlei dingen verwijtend, liep ik terug de zaak in om een Taxi te bellen, dewelke (op mijn aandringen) zéér snel ter plaatse was, en mij (ook op eigen aandringen) in een mum van tijd naar Gasthuisberg bracht welk een 5 kilometer van de zaak was. Terwijl ik afrekende met de chauffeur, en de taxi begon te verlaten, reed Pa en Lieve de spoedgevallen binnen. Dat ik terug 100% funcioneerde, word bevestigd door het feit, dat ik bij het zien van hén, wist dat het goèd fout zat. Ditmaal werden we met ons drieen, naar hetzélfde zaaltje als de avond voordien gebracht, waar even later een dame binnenkwam, en ons meedeelde dat Arlette om 07.10u was overleden, ik keek voor de eerste keer op mijn uurwerk, het was nét na negenen. Alsof ik me niet realizeerde wat er gezegd werd, vroeg ik naar Ewoud, waar me op geantwoord werd dat hij ondanks zéér kritiek, toch stabiel was. Mijn vraag om Arlette te kunnen zien, werd me in eerste instantie geweigerd, alsof ik nog niet voldoende ellende had, kwam ik nu( en in de toekomst) in confrontatie met een buraucratische handel, t.t.z; ik was niet met Arlette gehuwd, we hadden dit wel gepland, maar hadden geen enkele reden gezien om daar spoed achter te zetten. Officieel was ik dus géén familie van Arlettte, en diende ik toestemming van haar familie in eerste of tweede lijn te hebben. Ik geloofde mijn eigen oren niet. Lieve zette me aan me rustig te houden, en nam het initiatief om Arlette's tante en nonkel te gaan bellen. Toen ze na een tijdje terug kwam, zegde ze me dat ze hun op de hoogte geteld had, dat zij, Arlette's moeder op de hoogte zouden brengen, en dan (desgevallend mét haar moeder) naar hier zouden komen, ze had ondertussen de bevoegde diensten toch kunnen overtuigen dat ik Arlette mocht zien. We wachtten een goed halfuur, waartijdens mij Pa de (voor hem typerende) vraag steldde, wat ik nu met de zaak van plan was, ik antwoordde hem dat ik het niet wist. Even later kwam een dame de zaal binnen, dewelke zich voorsteldde als maatschappelijk assistente, en dewelke we (ik en Lieve- Pa weigerde) door allerlei gangen volgden, tot waar Arlette opgebaard lag. Lieve liet mij eerst en alleen binnen gaan. Ik weet écht niet welke gevoelens erdoor me heen gingen, ik herinner me wel dat ze er zéér vredig en rustig uitzag. Ik vroeg haar en mezelf " hoe het nu verder moest??", wanneer plots mijn hand werd vastgegrepen door Lieve die de kamer was binnengekomen, en me zegde dat ik me (hoe moeilijk ook) stérk diende te houden in het belang van "de kinderen", waarop ik haar vroeg hoe het met Agnetha was. Bij het verlaten van Arlette, gingen we langs de Intensieve om Ewoud even te bezoeken, de toevallig aanwezig hoofdarts, meldde ons dat m'n voorlopig géén vaststellingen kon doen over de schade aan de hersenen, na verloop van tijd kon m'n pas zien welke functies diezelfde hersenen terug zelfstandig opnamen, voorlopig leefde hij dank zij machines. Na het onthaal te hebben verwittigd waar Arlette's familie ons kon vinden, begaven we ons naar de cafeteria. Het gevoel van leegte, het gebeurd niet met mij, het is een droom, enz overviel me plots terug. Pa vuurde (tijdens een korte afwezigheid van Lieve) allerlei zakelijke vragen op me af, wat was ik nu van plan??, was Arlette verzekerd voor deze zaken, en nog meer, ik beantwoorde deze met; mijn hoofd op te lichten, en hem récht aan te staren, ik veronderstel dat mijn uitdrukking antwoord op alles was geweest. Het was middag toen Arlette's Tante en nonkel zich bij ons voegden, zij hielde zich sterk, véél sterker dan ik ooit had gekunt, zij hadden Arlette reeds bezocht, Arlette's moeder was (weinig geintreseerd) ook even meegekomen, maar had reeds een Taxi terug huiswaarts genomen. Ze vroegen me, of ik niet beter mee met hun naar Anderlecht zou komen,.... zij zouden alle formaliteiten, betreffende begrafenis e.d.m. regelen, en wildden dat ik me sterk hield voor Ewoud. Met het smoesje, dat ik dan té ver van Gasthuisberg was, weigerde ik hun aanbod, ik wilde nu enkel alléén zijn, voor zover dat mogelijk was, alles op een rijtje zetten. Ik gaf Lieve de telefoonnummers van het personeel en vroeg haar hen te bellen, ik besliste daar en dan voor onbepaalde tijd de zaak te sluiten, ondanks het protest van Pa, "wist ik wel dat ik voor Oudejaar volgeboekt was ??", ik zou alle klanten verliezen, was ik niet beter te werken, om te vergeten ??? Mijn antwoord daarop ga ik hier niet neerschrijven. Ik drong aan op het feit dat ik alleen én thuis wilde zijn, en met die woorden vetrokken we allemaal, ieder naar zijn eigen bestemming, ik sprak af met Lieve haar later die avond te bellen, om even met Agnetha te praten, Lieve zélf zou de taak op zich nemen, om Agnetha (toch bijna 3 jaar, en niét dom) voorzichtig op de hoogte te brengen. Ik wist dat ik voor dergelijke dingen op Lieve kon rekenen. Het enige wat ik me herinner van mijn terugreis is de stilte, en rustigheid in, en om me heen,..... ik wijt dat aan de verkeersarme Kerstdag, maar het zat veel dieper vanbinnen. Ik zat de rest van Kerstdag aan een tafel in mijn lege zaak. Had ik nu (éindelijk) mijn dieptepunt bereikt ???? Wat kon er nog meer fout gaan ???? Hoeveel kan een mens verwerken/dragen ???? Ik vond het mijn plicht, Ma te bellen en op de hoogte stellen, zij lag (zoals steeds) in bed, André zou het haar zeggen, en hij (geloviger als de Paus zélf) wenstte me het beste en sterkte. Terwijl ik daar zat, herinner ik me, dat ik me begon te realizeren in wélk parket ik zat, ik kon Arlette (bijna) niet zien omdat ik (officieel) geen familie was, nu; dan was Ewoud ook geen familie, nog erger; Agnetha ook niet, zij stond overal ingeschreven als Pelgrims, Arlette's familienaam. Ik beldde die avond met Lieve, ze had Agnetha reeds ingelicht, en dacht niét dat het, het juist moment was om haar te spreken. Ik had die dag ook nog een urenlang gesprek met Tante en Nonkel, waarschijnlijk over alles en niets. Ik moet aan diezelfde tafel in slaap gesukeld zijn, na een telefoon met Gasthuisberg waar m'n mij geen veranderingen kon meedelen. Geslapen of gewoon mentaal àfwezig, ik schrok en kwam tot bewustzijn bij "een plof" de volgende (tweede Kerstdag) ochtend, een plof die voortkwam van de krant die door de brievenbus werd gegooid, het was nog donker, keek op mijn uurwerk 6.3Ou, en zette (zoals iedere (normale) ochtend) het koffiemachina aan om op te warmen, het duurde een goed uur, tot m'n eerste koffie denk ik, alvorens ik weer écht bewust werd van wat, waar, en hoe.
De nieuwe zaak draaide zo goed, dat ik al snel 2 volle en 1 halftijdse personeelsleden aan diende te nemen. Arlette helpte ook zoveel mogelijk al had zij besloten (voor eigen zelfstandigheidsgevoel) Pa's bureel in Leuven (welk op slechts enkele 100 meter afstand was) te blijven poetsen 2 avonden per week. Dàt en de twee kinderen, maakte dat haar tijd in de zaak beperkt, doch wél gevoelig en welkom was. Zonder veel details te herinneren, werd ik in September 1985, op het einde van zéér drukke "Kermis" dagen, terug opgenomen met een zware Asthmacrisis, dewelke te wijten was aan oververmoeidheid, ondanks ik voor die Kermisperiode niet minder dan 5 personeelsleden had ingehuurd. Dadelijk nà die drukke periode, beslisten we (op aandringen van Arlette's tante en nonkel) de twee kinderen een weekje bij hun te laten en er even tussenuit te trekken. We gingen een weekje naar Ibiza, en ondanks het korte van die vakantie kwamen we beiden toch met volgeladen batterijen, en ik met nog meer plannen (hoofdzakelijk keuken) voor de zaak terug. We hadden afgesproken dat vanaf 01 Januari 1986, Arlette zou stoppen met het poetswerk, en zich halftijds met de zaak en halftijds met de kinderen zou bezighouden, het poetswerk was in het zwart, en ik zag niet langer enige reden om dit risico te blijven lopen. Ewoud groeide uit tot een zeer stevig baasje, en Agnetha vervulde de rol van een steeds bezorgde zus. De herfst/winterperiode was vrij kalm, we hadden besloten (in samenspraak met omliggende collega-taverne's) de Kerstperiode te sluiten, maar wel een speciaal menu voor Oudejaar op te stellen. Niet alleen dank zij mij, maar toch dank zij mijn vérderzetting was én is, "De Layens" een begrip in de Leuvense Horeca, en alle plaatsen voor Oudejaarsavond waren begin December reeds volzet. Kerstavond (1985) waren we uitgenodigd met de kinderen voor een (familie)etentje bij Arlette's tante en nonkel in Anderlecht. Ik had besloten de zaak na lunch op 24 December te sluiten tot 27 December. Arlette had in de namiddag van 24 December een afspraak voor een routine-onderzoek van de kinderen bij onze huisarts Dkt; Hillewaere. Ik herinner me; dat we tijdens het opruimen van de lunch afspraken, dat Arlette met de kinderen reeds met haar auto (van de poetscenten had ze zichzelf een tweedehands R4 gekocht, ze vond de Datsun té groot en zwaar) naar de Dokter in Kessel-lo zou rijden, en ik haar even later ginder zou zien, omdat zij nog even "het stad" inwildde voor enkele cadeautjes. Alles was prima, en in orde toen we rond 15u bij de Dokter vertrokken, Arlette nam haar auto met de kinderen, ik volgdde haar, want ik wist niet precies, wààr of wélke winkel(s) ze wilde bezoeken, we reden langs het "De Becker Remyplein" in Kessel-lo, en kwamen zo aan het kruispunt met de Diestsesteenweg, dewelke we diende over te steken naar "De rondestraat" om zo op de Martelaerenlaan te komen. De verkeerslichten aan het kruispunt Diestsesteenweg gaven echter rood aan, ik wachtte nét achter Arlette, en herinner me nog Agnetha te zien tateren tegen Arlette vanop de achterbank. Het licht sprong op groen,..... Arlette als eerste in de wachttende rij wagens, zette zich in beweging om de Diestsesteenweg over te rijden, dan ging alles zeer vlug, ik hoorde iemand toeteren, terwijl ik me ook in beweging zette, zag plots een donkere zware Volvo uit de richting Leuven komen, dewelke met zo'n vaart en geweld tegen het (kleine) R4'tje inramdde dat deze geplet werd tussen de Volvo eenderzijds, en de ingang van een op de hoek gelegen café anderzijds. Ik weet niet meer. Ik liet mijn auto waar hij was, en rende naar Arlette's auto, ik keek in de auto, Arlette gedrukt tussen staal en ingangdeur van Cafe, kreunde en huilde, Agnetha dewelke links achteraan in de auto had gezeten, krijste en schreeuwde, maar (zoals later bleek) meer van verschrikken,dan pijn en/of verwondingen. Ewoud die echter réchts achteraan in zijn stoeltje zat, had de slag / inpakt volledig opgenomen, ik weet niet meer juist hoe, of waardoor, maar ik wist dat Ewoud dàn, en dàdelijk hulp nodig had, hij ademde niet meer, bijgekomen mensen riepen, schreeuwden rond mij, ik hoorde echter niet wat ze zegden, het lukte me Ewoud uit de auto te krijgen, liep met hem naar mijn auto, terwijl ik tegen omstaanders schreeuwde hulpdiensten te verwittigen, alsook Gasthuisberg dat ik eraan kwam. Ik hield Ewoud op mijn linkse arm, en probeerde hem (zo goed en kwaad ik kon) mond op mond te beademen, terwijl ik van het kruispunt wegscheurde richting Gasthuisberg. Ewoud reageerde op niets, ik reed de toch ruime 10km afstand naar Gasthuisberg, als een gek door het verkeer, schrijend waardoor mijn zicht door tranen werd vertroebeld, en ik meerdere kleine aanrijdingen had, ik blééf Ewoud echter beademen, scheurde het domein van Gasthuisberg op, de slagbomen negerend reed ik de spoedgevallen binnen, waar m'n van mijn komst was verwittigd, en een "Code Blauw" van kracht voor me was toen ik binnenreed, en Ewoud dadelijk door enkele verplegers werd weggebracht. Terwijl ik even omkeek hoe een verpleger in mijn auto plaatsnam om hem opzij te zetten voor de onderweg zijnde ziekenauto's, werd ik door een verpleegster naar een klein apart kamertje gebracht, terwijl ze me op de hoogte bracht dat alle hulpdiensten ter plaatse waren, en Arlette en Agnetha snel zouden aankomen. De hele spoedgevallendienst stond op Code Blauw = àbsolute prioriteit. De verpleegster liet me even alleen in het kamertje, terwijl ze water voor me haalde, en ik stortte (héél éven) volledig in, toen ze binnenkwam, viel ik op mijn knieen en smeekte haar "mijn familie" te redden..... op dat ogenblik werd alles rumoerig, de ziekenwagen(s) met Arlette, Agnetha, en de bestuurder van de andere wagen waren in aantocht. Ik vocht mijn weg door verplegers en (ondertussen bijgeroepen) bewaking, toen Arlette op een brancard ijlings door de gang wég werd gebracht, Agnetha zélf bleek vrijwel oke te zijn, ze huilde wel, maar liep op éigen kracht aan de hand van een verpleegster binnen, en kwam dadelijk naar me toe gelopen. Ik knuffelde haar even alvorens ze ook werd weggeleid voor méér diepgaand onderzoek. Ik voelde al snel dat er iets gaande was, alles leek uit me weg te glijden, achteraf vernam ik dat in dat water kalmerende middelen hadden gezeten. Nog achteraf, bleek dat m'n de andere bestuurder via een andere ingang had binnengebracht, om een confrontatie met mij te vermijden. Ik weet eigenlijk niet hoé lang of kort alles duurde. Arlette's tante en nonkel kwamen binnen, hun telefoonnummer was via Arlette' handtas bekend geworden. Nog later kwamen ook Lieve en Pa aan, Pa wist niet beter dan een discussie te beginnen over wie schuld had. Er waren in ieder geval een tweetal uur verstreken, toen een doktersteam binnenkwam, met de melding dat m'n Ewoud (klinisch dood bij aankomst) had kunnen reanimeren, dankzij het feit dat ik hem blijven beademen was. M'n kon echter niet vaststellen of en hoeveel schade het zuurstofgebrek aan de hersenen had toegebracht, op dit ogenblik werd hij comateus in leven gehouden door machines. Ook Arlette dewelke een zéér zware klap op de hersenen gehad had, en een rib dewelke meerdere organen had doorboord, was comateus. Met Agnetha was op wat schaafwonden en kleinere blessuurtjes alles oke. Ik stortte terug in, ditmaal voor de Dokters en smeekte hun,.... zij konden me alleen beloven, en verzekeren àlles in het werk te stellen. Ik had een héle tijd het gevoel, alsof dit alles nààst mij gebeurde, de kalmeermedicatie deed dus zeer zeker zijn werk. Pa zegde mij (alsof dàt hét belangrijkste was) dat hij Marcel, Erna, en Theo ingelicht had, en of ik eventueel wilde dat Arlette's familie werd ingelicht...................??????????? Het was verscheidene uren na aankomst, en reeds laat "Kerst"avond toen ik (onder voorwaarde dat ik mijn emoties onder controle zou zouden) naar Intensieve zorgen werd geleid, waar ik nood had aan de ondersteuning die ik van verpleging kreeg toen ik dat kléine ukkietje, dat kleine 9maanden oude leventje, maar nét kon vinden tussen alle buizen, draden machines enz, dewelke hem in leven hielden, nadien bezocht ik Arlette in haast dezelfde omstandigheden, en toen ik op de terugweg in de gang, Lieve, Pa, Arlette's familie kruistte voelde ik me terug leeglopen, breken, als in een roes vloeidden alle emoties uit me weg. Toen ik terug in datzélfde kamertje (welk ik nog steeds regelmatig even betreed wanneer ik nu in Gasthuisberg kom) kwam, zat er politie op me te wachten, van deze vernam ik dat de àànrijder ook hier was, meer nog ze zegden me in welke box, ik hem kon vinden, en dat hij slechts lichte verwondingen had opgelopen. Terwijl ze me vroegen een verklaring af te leggen, kon ik mezelf niet bedwingen, draaide me om liep de kamer uit, in de richting van de "Box" waar de aanrijder zich bevond. Niet de politie, noch de verpleging, begrepen dadelijk wat er gebeurde, tot ik de aangewezen box inliep, een fraktie van een seconde in de ogen keek van een voor mij "30jarige moordenaar", alvorens ik me op hem gooide, en hem allerlei verwijten makend, sloeg en stampte tot ik met geweld door politie en bewaking werd geboeid. Terwijl m'n mij nog steeds tierend en verzettend naar de politie-combi bracht, kwam Agnetha naar me toegelopen, pakte me bij m'n been greep, en zegde (op een manier ik nooit zal vergeten) " Papa..... niet boos zijn", dit kalmeerde me als een donderslag, en weer met dàtzélfde gevoel van leeglopen, emotieloos zat ik in de combi, dewelke mij naar het bureel van de Rijkswacht bracht, alsof het allemaal nààst me gebeurde, niet mét me.
............. Ik wist dat dit deel zwaar voor me zou zijn, ik wist echter niet hoé zwaar, en het lukt me dan ook niet om dit deel in één keer neer te pennen, zoals ik had gewenst. Het is niet mijn bedoeling om er een "SF" story van te maken, of jullie bewust in spanning te houden, maar ik kan het niet verder opbrengen om verder te schrijven. Ik doe m'n uiterste best zo snel mogelijk klaar te zijn met mijn weer opborrelde emoties, en het verdere relaas te brengen. Met dank en Sorrt
Hierbij uit ik mijn excuses, aan de meerdere vàste bezoekers en lezers van mijn blog, omwille mijn lange afwezigheid Dit is teweeg gebracht deels door persoonlijk maar ook technische problemen, dewelke nu opgelost blijken te zijn. Het volgende hoofdstuk van "Mijn Leven", is echter ook één (wellicht dé) van de zwaarste in mijn leven, waardoor ik mentaal voorbereid dien te zijn, om terug in "die emmer beginnen te roeren", ik doe hoedanook mijn best in de volgende dagen de draad terug op te pikken. Met Dank en Beste Groetjes Codi/Dirk.