De nieuwe zaak draaide zo goed, dat ik al snel 2 volle en 1 halftijdse personeelsleden aan diende te nemen. Arlette helpte ook zoveel mogelijk al had zij besloten (voor eigen zelfstandigheidsgevoel) Pa's bureel in Leuven (welk op slechts enkele 100 meter afstand was) te blijven poetsen 2 avonden per week. Dàt en de twee kinderen, maakte dat haar tijd in de zaak beperkt, doch wél gevoelig en welkom was. Zonder veel details te herinneren, werd ik in September 1985, op het einde van zéér drukke "Kermis" dagen, terug opgenomen met een zware Asthmacrisis, dewelke te wijten was aan oververmoeidheid, ondanks ik voor die Kermisperiode niet minder dan 5 personeelsleden had ingehuurd. Dadelijk nà die drukke periode, beslisten we (op aandringen van Arlette's tante en nonkel) de twee kinderen een weekje bij hun te laten en er even tussenuit te trekken. We gingen een weekje naar Ibiza, en ondanks het korte van die vakantie kwamen we beiden toch met volgeladen batterijen, en ik met nog meer plannen (hoofdzakelijk keuken) voor de zaak terug. We hadden afgesproken dat vanaf 01 Januari 1986, Arlette zou stoppen met het poetswerk, en zich halftijds met de zaak en halftijds met de kinderen zou bezighouden, het poetswerk was in het zwart, en ik zag niet langer enige reden om dit risico te blijven lopen. Ewoud groeide uit tot een zeer stevig baasje, en Agnetha vervulde de rol van een steeds bezorgde zus. De herfst/winterperiode was vrij kalm, we hadden besloten (in samenspraak met omliggende collega-taverne's) de Kerstperiode te sluiten, maar wel een speciaal menu voor Oudejaar op te stellen. Niet alleen dank zij mij, maar toch dank zij mijn vérderzetting was én is, "De Layens" een begrip in de Leuvense Horeca, en alle plaatsen voor Oudejaarsavond waren begin December reeds volzet. Kerstavond (1985) waren we uitgenodigd met de kinderen voor een (familie)etentje bij Arlette's tante en nonkel in Anderlecht. Ik had besloten de zaak na lunch op 24 December te sluiten tot 27 December. Arlette had in de namiddag van 24 December een afspraak voor een routine-onderzoek van de kinderen bij onze huisarts Dkt; Hillewaere. Ik herinner me; dat we tijdens het opruimen van de lunch afspraken, dat Arlette met de kinderen reeds met haar auto (van de poetscenten had ze zichzelf een tweedehands R4 gekocht, ze vond de Datsun té groot en zwaar) naar de Dokter in Kessel-lo zou rijden, en ik haar even later ginder zou zien, omdat zij nog even "het stad" inwildde voor enkele cadeautjes. Alles was prima, en in orde toen we rond 15u bij de Dokter vertrokken, Arlette nam haar auto met de kinderen, ik volgdde haar, want ik wist niet precies, wààr of wélke winkel(s) ze wilde bezoeken, we reden langs het "De Becker Remyplein" in Kessel-lo, en kwamen zo aan het kruispunt met de Diestsesteenweg, dewelke we diende over te steken naar "De rondestraat" om zo op de Martelaerenlaan te komen. De verkeerslichten aan het kruispunt Diestsesteenweg gaven echter rood aan, ik wachtte nét achter Arlette, en herinner me nog Agnetha te zien tateren tegen Arlette vanop de achterbank. Het licht sprong op groen,..... Arlette als eerste in de wachttende rij wagens, zette zich in beweging om de Diestsesteenweg over te rijden, dan ging alles zeer vlug, ik hoorde iemand toeteren, terwijl ik me ook in beweging zette, zag plots een donkere zware Volvo uit de richting Leuven komen, dewelke met zo'n vaart en geweld tegen het (kleine) R4'tje inramdde dat deze geplet werd tussen de Volvo eenderzijds, en de ingang van een op de hoek gelegen café anderzijds. Ik weet niet meer. Ik liet mijn auto waar hij was, en rende naar Arlette's auto, ik keek in de auto, Arlette gedrukt tussen staal en ingangdeur van Cafe, kreunde en huilde, Agnetha dewelke links achteraan in de auto had gezeten, krijste en schreeuwde, maar (zoals later bleek) meer van verschrikken,dan pijn en/of verwondingen. Ewoud die echter réchts achteraan in zijn stoeltje zat, had de slag / inpakt volledig opgenomen, ik weet niet meer juist hoe, of waardoor, maar ik wist dat Ewoud dàn, en dàdelijk hulp nodig had, hij ademde niet meer, bijgekomen mensen riepen, schreeuwden rond mij, ik hoorde echter niet wat ze zegden, het lukte me Ewoud uit de auto te krijgen, liep met hem naar mijn auto, terwijl ik tegen omstaanders schreeuwde hulpdiensten te verwittigen, alsook Gasthuisberg dat ik eraan kwam. Ik hield Ewoud op mijn linkse arm, en probeerde hem (zo goed en kwaad ik kon) mond op mond te beademen, terwijl ik van het kruispunt wegscheurde richting Gasthuisberg. Ewoud reageerde op niets, ik reed de toch ruime 10km afstand naar Gasthuisberg, als een gek door het verkeer, schrijend waardoor mijn zicht door tranen werd vertroebeld, en ik meerdere kleine aanrijdingen had, ik blééf Ewoud echter beademen, scheurde het domein van Gasthuisberg op, de slagbomen negerend reed ik de spoedgevallen binnen, waar m'n van mijn komst was verwittigd, en een "Code Blauw" van kracht voor me was toen ik binnenreed, en Ewoud dadelijk door enkele verplegers werd weggebracht. Terwijl ik even omkeek hoe een verpleger in mijn auto plaatsnam om hem opzij te zetten voor de onderweg zijnde ziekenauto's, werd ik door een verpleegster naar een klein apart kamertje gebracht, terwijl ze me op de hoogte bracht dat alle hulpdiensten ter plaatse waren, en Arlette en Agnetha snel zouden aankomen. De hele spoedgevallendienst stond op Code Blauw = àbsolute prioriteit. De verpleegster liet me even alleen in het kamertje, terwijl ze water voor me haalde, en ik stortte (héél éven) volledig in, toen ze binnenkwam, viel ik op mijn knieen en smeekte haar "mijn familie" te redden..... op dat ogenblik werd alles rumoerig, de ziekenwagen(s) met Arlette, Agnetha, en de bestuurder van de andere wagen waren in aantocht. Ik vocht mijn weg door verplegers en (ondertussen bijgeroepen) bewaking, toen Arlette op een brancard ijlings door de gang wég werd gebracht, Agnetha zélf bleek vrijwel oke te zijn, ze huilde wel, maar liep op éigen kracht aan de hand van een verpleegster binnen, en kwam dadelijk naar me toe gelopen. Ik knuffelde haar even alvorens ze ook werd weggeleid voor méér diepgaand onderzoek. Ik voelde al snel dat er iets gaande was, alles leek uit me weg te glijden, achteraf vernam ik dat in dat water kalmerende middelen hadden gezeten. Nog achteraf, bleek dat m'n de andere bestuurder via een andere ingang had binnengebracht, om een confrontatie met mij te vermijden. Ik weet eigenlijk niet hoé lang of kort alles duurde. Arlette's tante en nonkel kwamen binnen, hun telefoonnummer was via Arlette' handtas bekend geworden. Nog later kwamen ook Lieve en Pa aan, Pa wist niet beter dan een discussie te beginnen over wie schuld had. Er waren in ieder geval een tweetal uur verstreken, toen een doktersteam binnenkwam, met de melding dat m'n Ewoud (klinisch dood bij aankomst) had kunnen reanimeren, dankzij het feit dat ik hem blijven beademen was. M'n kon echter niet vaststellen of en hoeveel schade het zuurstofgebrek aan de hersenen had toegebracht, op dit ogenblik werd hij comateus in leven gehouden door machines. Ook Arlette dewelke een zéér zware klap op de hersenen gehad had, en een rib dewelke meerdere organen had doorboord, was comateus. Met Agnetha was op wat schaafwonden en kleinere blessuurtjes alles oke. Ik stortte terug in, ditmaal voor de Dokters en smeekte hun,.... zij konden me alleen beloven, en verzekeren àlles in het werk te stellen. Ik had een héle tijd het gevoel, alsof dit alles nààst mij gebeurde, de kalmeermedicatie deed dus zeer zeker zijn werk. Pa zegde mij (alsof dàt hét belangrijkste was) dat hij Marcel, Erna, en Theo ingelicht had, en of ik eventueel wilde dat Arlette's familie werd ingelicht...................??????????? Het was verscheidene uren na aankomst, en reeds laat "Kerst"avond toen ik (onder voorwaarde dat ik mijn emoties onder controle zou zouden) naar Intensieve zorgen werd geleid, waar ik nood had aan de ondersteuning die ik van verpleging kreeg toen ik dat kléine ukkietje, dat kleine 9maanden oude leventje, maar nét kon vinden tussen alle buizen, draden machines enz, dewelke hem in leven hielden, nadien bezocht ik Arlette in haast dezelfde omstandigheden, en toen ik op de terugweg in de gang, Lieve, Pa, Arlette's familie kruistte voelde ik me terug leeglopen, breken, als in een roes vloeidden alle emoties uit me weg. Toen ik terug in datzélfde kamertje (welk ik nog steeds regelmatig even betreed wanneer ik nu in Gasthuisberg kom) kwam, zat er politie op me te wachten, van deze vernam ik dat de àànrijder ook hier was, meer nog ze zegden me in welke box, ik hem kon vinden, en dat hij slechts lichte verwondingen had opgelopen. Terwijl ze me vroegen een verklaring af te leggen, kon ik mezelf niet bedwingen, draaide me om liep de kamer uit, in de richting van de "Box" waar de aanrijder zich bevond. Niet de politie, noch de verpleging, begrepen dadelijk wat er gebeurde, tot ik de aangewezen box inliep, een fraktie van een seconde in de ogen keek van een voor mij "30jarige moordenaar", alvorens ik me op hem gooide, en hem allerlei verwijten makend, sloeg en stampte tot ik met geweld door politie en bewaking werd geboeid. Terwijl m'n mij nog steeds tierend en verzettend naar de politie-combi bracht, kwam Agnetha naar me toegelopen, pakte me bij m'n been greep, en zegde (op een manier ik nooit zal vergeten) " Papa..... niet boos zijn", dit kalmeerde me als een donderslag, en weer met dàtzélfde gevoel van leeglopen, emotieloos zat ik in de combi, dewelke mij naar het bureel van de Rijkswacht bracht, alsof het allemaal nààst me gebeurde, niet mét me.
............. Ik wist dat dit deel zwaar voor me zou zijn, ik wist echter niet hoé zwaar, en het lukt me dan ook niet om dit deel in één keer neer te pennen, zoals ik had gewenst. Het is niet mijn bedoeling om er een "SF" story van te maken, of jullie bewust in spanning te houden, maar ik kan het niet verder opbrengen om verder te schrijven. Ik doe m'n uiterste best zo snel mogelijk klaar te zijn met mijn weer opborrelde emoties, en het verdere relaas te brengen. Met dank en Sorrt
|