Na afspraak met Mevr.Heyns gemaakt te hebben voor enkel dagen later, ging ik met Pa en Lieve in een nabijgelegen Taverne een koffie drinken. Het belangrijkste voor Pa, leek "de zaak" te zijn, hij blèèf aandringen de zaak te openen, het duurde dan ook niet lang, alvorens ik in een heftige discussie, de ober vroeg me een Taxi te bellen, die me even later naar de Autostalling van de politie bracht, waar ik mijn (ondertussen ernstig toegetakelde) wagen instaptte, en besloot naar Bobonne, t.t.z; het kerkhof in Kortenberg te rijden. Ik zat daar een héle tijd, hoopte van haar antwoord te krijgen op àlles wat door mijn hoofd speelde, de tranen bonkten achter mijn ogen, maar ik was niet in staat ze de vrije loop te laten, ik diende aan Ewoud, en Agnetha te denken, en me sterk te houden. Onderweg naar Leuven besloot ik Jos te bellen, en hem de verantwoordelijkheid te geven over de zaak en de plannen voor Oudejaar. Ik reed naar Gasthuisberg (niet wetend dat op datzelfde ogenblik een familie-meeting met Maatschappelijke werkers van Kind en Gezin, enz in Baal plaatsvond), ik belde eerst met Jos om hem mijn besluiten mee te delen, waarmee hij volledig instemde. Ik begaf me daarna naar Intensieve, waar Arlette's tante en Nonkel waren. De situatie met Ewoud was overanderd, en we gingen naar het cafeteria, waar ik hun van de laatste gebeurtenissen op de hoogte bracht. Alle regelingen voor Arlette's begrafenis waren getroffen, en de begrafenis zelf zou plaatsvinden op 30 Januari in Kortenberg, het was ikzélf geweest die op Kortenberg had aangedrongen, op die manier had ik alle personen die me nauw aan het hart lagen, dicht bijeen. Ik weigerde nogmaals om Arlette nog te gaan groeten, ik wilde haar in mijn gedachten houden zoals ik ze had gekend, en ik was er me ook van bewust, dat ik op dat ogenblik zou instortten. Hun smeekbede om enkele dagen bij hun in Anderlecht in te trekken, om toch éven te kunnen rouwen, wees ik van de hand met het excuses dat ik besloten had de zaak daags nadien te openen. Nadat zij vertrokken bleef ik de rest van de dag bij Ewoud. Het was laat s'avonds toen ik "thuis" t.t.z; de taverne aankwam, en op de deur een affiche vond dat de zaak door omstandigheden gesloten was tot 31 Januari voor het Oudejaarmenu. Ik kon ook zien dat Jos (die een sleutel had) in de zaak was geweest om koelers, en diepvriezers te sorteren. Me realizerend dat ik eigenlijk in 3 dagen niet had gegeten, schonk ik mezelf een triple-portie Cognac in, en zette me aan de (ondertussen gebruikelijk geworden) tafel. De volgende ochtend verplichtte ik mezelf tot een confrontatie met het lege appartement, om een douche te nemen, en propere kleding aan te trekken. Mevr.Heyns belde me om diezelfde namiddag af te spreken. Daar ik aanstaltten maakte om naar Gasthuisberg te gaan, sprak ik met haar af die namiddag in de cafeteria aldaar. Ik belde ook even met Jos die me gerust steldde, en me verzekerde alles onder controle te hebben. Aangekomen in Gasthuisberg, vond ik Pa en Lieve op het doktersbureel van intensieve. De laatste onderzoeken, hadden blijk gegeven van een zeer ernstige schade aan de hersenen, na veel onbegrijpelijke, en medische verwoordingen, en rond de pot gedraai, kwam ik tot het besluit dat Ewoud, zélfstandig kon leven, doch zonder énige notie te hebben, hij zou leven als een plant, er werd me bevestigd dat hij KLinisch dood was bij aankomst, maar dat een réanimatie mogelijk was geweest, dank zij de beademing werlke ik had uitgevoerd. Dànk zij !!!!, ik verliet dit gesprek, ging de gang op zonder te weten waar naartoe.......... ik had een plant gecreeerd, in plaats van hem vrede te gunnen, had ik hem in een "plant" veranderd, en verplicht zo verder te moeten leven.. Ik kan onmogelijk neerschrijven, wat en hoe ik me toe voeldde. Lieve had het wel door en begrepen, en poogde me moed in te spreken, met de woorden dat mijn reactie menselijk was geweest, dat ik érgens héél diep trots moest zijn, dat niémand dit had kunnen voorzien. Het hielp allemaal niet, en ik kreeg terug dat gevoel van leegte, en naast mezelf te lopen, terwijl ik naar Ewoud's bed ging, en daar vaststeldde dat alle machines waren verwijderd. Uiterlijk leek hij het normaalste kind ter wereld, met uitzondering van het buisje dat zijn neus inliep. Weer en harder dan ooit, bonkten de tranen, ik blééf me er echter tegen verzetten. Tijdens mij verblijf aan zijn bedje, werd ik geconfronteerd met de situatie, toen een verpleegster met een "stofzuiger" kwam, en met een buisje langs de neus door hersenen en keel naar de longen ging om ze leeg te zuigen. Ondanks het vreselijk aanzicht, en geluid, was ik niet in de mogelijkheid mijn hoofd weg te draaien, integendeel ik greep zijn handje vast, en verplichtte mezelf toe te zien wat "mijn moedige daad" had teweeg gebracht, Ewoud was zelfs niet meer in staat zélf zijn longen te reinigen door hoesten. Ik zat daar nog een hele tijd in hoofdzake me te verontschuldigen, toen Mevr.Heyns me terug tot "de wereldse realiteit" riep, me aan onze afspraak herinnerend; We begaven ons naar de cafeteria, waar ik tijdens het gesprek een broodje naar binnen poogde te wurmen. Ik werd dààr en dàn op de hoogte gebracht dat de ganse familie in overleg met Kind en Gezin besloten hadden, dat het in de huidige situatie beter zou zijn, als Agnetha bij Lieve en Pa bleef, tot de "bevoegde diensten" t.t.z; jeugdrechtbank uitspraak zouden doen betreffende haar toekomst. Ik geloofde niet wat ik hoorde. Ik was pàs Arlette kwijt, in essentie ook Ewoud, en het enige wat me nog dierbaar was, Agnetha, werd me nu ook afgenomen. Waar was m'n mee bezig geweest. Mevr.Heyns wees me op het gebrek aan vaderschap, wij waren niet gehuwd, en ik had de kindren ook (nog) niet erkend, dus wettelijk had ik hier geen stem. Ik zag aan haar manier van praten en handelen, dat ook zij (Mevr.Heyns) niet van mening was dat de genomen beslissingen (zeker op dàt moment) de juiste waren, maar alles bij mekaar was zij sléchts "de boodschapper", ze gaf me ook de raad iemand te kontakteren, met iemand over de situatie te pràten, iets wat ik afwimpelde..... ik los het wel op, ik heb geen zieleknijpers nodig. Met de woorden dat zij zou proberen om die "affaire" van slagen en verwondingen, met een verontschuldiging te laten seponeren verliet ze de cafeteria. Ik bleef nog een tijdje zitten, de correcte inhoud van het zonet gevoerde gesprek was nog niet volledig tot me doorgedrongen. Ik begreep er niets van, ik begreep dat nù in de huidige situatie, Agnetha beter was bij Lieve, maar hier werd me éigenlijk meegedeeld dat ik géén dochter had, en officieel nooit gehad hàd. Ik ging nog even naar Ewoud, de dokter deelde me mee, dat hij naar alle waarschijnlijkheid morgen naar een andere afdeling zou worden gebracht, ik keek Ewoud aan, en hij keek me strak terug aan, doch zijn oogjes stonden gericht op het oneindige, met een kus en tot morgen verliet ik de Intensieve. Het was ondertussen laat in de nammiddag geworden, en de eerste telefoon welke ik tegenkwam, greep ik vast, ik beldde naar Baal en kreeg Pa aan de lijn, zonder hem een kans op antwoord of reaktie te gunnen, zegde ik hem Agnetha klaar te maken, dat ik haar dadelijk zou ophalen. Mijn hoofd was een chaos, ondanks de weinig dierbaarheid ten overstaan van elkaar, had de ganse familie zich tegen me gekeerd, zélfs Lieve, waarvan ik dit niet had verwacht. Mijn vrouw was zopas overleden, de toekomst van mijn zoon was (minstens) onzeker, familie had ik de laatste jaren (met uitzondering van Gemma's invloed) om onbekende redenen niet meer gehad, de allerénigste persoon (Agnetha) zouden ze me niet afnemen, over mijn lijk...... met al die gedachten reed ik een tijdje later de Peter Benoitlaan in Baal op, waar ik aan de ingang werd opgewacht door (wéér maar eens) twee rijkswachtcombi's. Ik liet me echter niet van de wijs brengen, en staptte naar de deur, waar twee van de rijkswachters me de toegang versperdden, met de vraag wat de reden van mijn bezoek was. Ik antwoorde dat ik mijn dochter kwam halen, terwijl Lieve buiten kwam, en me toeriep dat de beslissingen voor mijn eigen bestwil hadden genomen, de rijkswachters zegden me dat ik gerechterlijk verbod had om Agnetha te bezoeken, laat staan mee te nemen, tot er een vonnis zou worden geveld. Ik herinner me niet veel meer van het gesprek met de rijkswachters en Lieve, het werd me allemaal téveel, ik was een instorting nabij, en verliet zonder veel meer de woning, en reed terug naar Leuven, doch stoptte in het Café, waar ik Arlette enkel jaren voordien had leren kennen, me er eerst wel van verzekerend dat "Joske" haar ex, niet in het cafe was. Het feit dat het ongeval met naam en toenaam de nationale kranten(koppen) had gehaald, maakte dat iedereen, ook de uitbaters van het cafe (wiens naam me ontsnapt) op de hoogte waren. Er bevonden zich slechts enkele klanten, desondanks kon ik buiten mijn dank voor hun geuitte deelneming, en vraag naar begrafenisdatum weinig woorden over m'n lippen krijgen, en verliet na een tweetal Cognac's het café, en beslootr terug naar Ewoud te rijden. Ik bleef de ganse nacht aan zijn zijde, en maakte van de slapeloosheid, gebruik om in mijn hersenen een beetje orde op zaken te stellen. Het was bij de ploegverandering, van 6u de volgende ochtend dat ik op aandringen van de verpleging naar de auto ging en naar "huis" terug reed. Het was nu 29 Januari, daags voor de begrafenis.
|