Het is pas jaren later dat ik vernam dat deze prachtige compositie oorspronkelijk in 1967 werd uitgebracht door de Amerikaanse zanger Robert Knight. Na de versie van de Engelse groep Love Affair was het hek van de dam en volgden de covers elkaar in sneltempo op!
Zanger Steve Ellis hield het in december 1969 voor bekeken en verliet de groep voor een solocarrière. Die was niet bijster succesrijk en de band stopte ook in 1974. Iets later trad Ellis live op met een opnieuw samengestelde groep: Steve Ellis's Love Affair.
Enkele merkwaardige covers: U2, Carl Carlton, Sandra, Jamie Cullum, Gloria Estefan, David Ruffin, Patricia Paay, Stephanie Mills, Silvy Melody, Nicoletta en natuurlijk de onvermijdelijke Joe Dassin.
Deze coverversie vind ik de mooiste alhoewel de muziek niet door de band zelf was opgenomen, maar door studiomuzikanten en een orkest.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Words’ – The Bee Gees
Toen bestond de groep The Bee Gees nog uit vijf leden: de drie broers Gibb met Colin Petersen (drums) en Vince Melouney (gitarist).
Vooral niet te verwarren met hun voorgaande single 'World' uit het najaar van 1967. Hoe dan ook, beide singles waren gedurende drie weken nummer één in de Nederlandse Top 40. De BRT Top 30 bestond toen nog niet maar ik vermoed dat de verkoopcijfers iets minder hoog waren dan bij onze noorderburen.
Barry, en de tweeling Maurice en Robin, komen nog eenmaal aan bod in deze reeks met een nummer dat vanaf december scoorde tot in het voorjaar van 1969. Maar dat is voor later.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Delilah’ / ‘Smile’ – Tom Jones
- Was de a-kant popmuziek of opera? Volgens de Britse pers een "power ballad" (soms ook "murder ballad") met een flamenco begeleiding. Feit is dat bij het beluisteren van 'Delilah' het hele verhaal zich in je brein afspeelt, net of het een filmpje is van iets meer dan 3 minuten. Tekst van Barry Mason en muziek van Les Reed, die meehielp met het thema en de titel.
De eerste die het lied uitbracht in 1967 is P.J. Proby die de track echter haatte en belette dat hij werd uitgebracht. In 1975 had de Sensational Alex Harvey Band met hun cover een top 10 hit in het Verenigd Koninkrijk.
- De b-kant 'Smile' is een vrolijk uptempo nummer want Tom Jones zingt hier herhaaldelijk "smile your blues away". Weg met alle zorgen want een glimlach tovert ze weg! Het nummer werd geschreven door Gordon Mills. Hij was een succesrijke manager en liedjesschrijver. De bekendste artiesten onder zijn management waren Tom Jones, Engelbert Humperdinck en Gilbert O'Sullivan. Verder schreef hij ook hits voor o.m. Cliff Richard, Johnny Kidd & the Pirates, Freddie and the Dreamers, the Applejacks, Paul Jones, en Peter and Gordon.
Wat mij betreft een single waarvan de twee kanten toen heel vaak werden opgezet dankzij een muntje in de jukebox!
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Dance To The Music’ – Sly & The Family Stone
Deze single was mijn eerste kennismaking met die Amerikaanse funk-, soul- en rockband uit San Francisco, Californië.
De groep muzikanten was actief tussen 1966 en 1975. De voorman van de band was de zanger, componist, platenproducer en multi-instrumentalist Sly (Sylvester) Stone, en de groep bevatte daarnaast enkele familieleden en vrienden van Sly Stone. Sly & the Family Stone staat bekend als de eerste grote Amerikaanse rockband met een multiculturele bezetting; de band bestond namelijk uit Afro-Amerikanen, blanken, mannen en vrouwen.
En dat was niet evident in 1968 met de moorden op Martin Luther King en Bobby Kennedy in gedachten en de rassenonlusten die daaruit voortvloeiden. Het was een turbulente tijd waarvan de zorgen enigszins werden gelenigd door de geweldige dansmuziek.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
’20 minuten geduld’ – Will Tura
Een uitstekende keuze van de entourage van de Keizer van het Vlaamse lied. ’25 Minutes To Go’ werd geschreven door Shel Silverstein en door Johnny Cash uitgebracht in 1965.
Shel Silverstein is niet van de minsten: hij schreef de teksten en muziek voor het grootste deel van de Dr. Hook-liedjes, waaronder 'The Cover Of The Rolling Stone', 'Freakin' At The Freakers' Ball' , 'Sylvia's Mother', 'The Things I Didn't Say', 'Ballsack' en een waarschuwend lied over venerische ziekten 'Don't Give A Dose To The One You Love Most'. Ook het nummer 'The Ballad Of Lucy Jordan', bekend van Marianne Faithfull, is van zijn hand. De wereldberoemde Johnny Cash-hit 'A Boy Named Sue' werd ook door hem gecomponeerd. Later schreef hij er een vervolg op: 'Father Of A Boy Named Sue'.
En ’20 minuten geduld’, dat een grote hit werd voor Will Tura, werd voorzien van een uitstekende Nederlandse tekst door Nelly Bijl en het orkest werd gedirigeerd door Willy Albimoor. Het was niet evident dat dit lied een hit werd want het verhaal gaat over een ter dood veroordeelde ...
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘La source’ – Isabelle Aubret
Het Eurovisiesongfestival van 1968: Cliff Richard won niet, Franco zorgde ervoor dat de Spaanse Massiel won en met 'Jedan Dan' uit Joegoslavië had ik vrolijk meegezongen. Maar het was Isabelle Aubret die toen eigenlijk had moeten winnen met het droevige lied 'La source’.
Aubret, geboren als Thérèse Coquerelle in Lille (Frankrijk), eindigde als derde voor haar vaderland met 'La source' op muziek van Daniel Faure en teksten van Henri Dijan, en Guy Kap.
Alhoewel ik toen iets ouder was dan 16 jaar begreep ik heel goed de echte betekenis van het sprookje van Roodkapje, opgeschreven in de 17de eeuw door Charles Perrault en later door de gebroeders Grimm.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Touch Me’ / ‘Hello, I love You, Won’t You Tell Me Your Name?’ – The Doors
The Doors hadden de muziekwereld verbaasd in 1967 met 'Light My Fire' en hun debuutelpee en in 1968 ging hun succes verder.
Onderstaande videoclip geeft het live optreden weer van The Doors in "The Smothers Brothers Comedy Hour", met een heus orkest in de achtergrond (strijkers èn blazers!). Exacte datum: 15 december 1968 en het orkest was het bekende Nelson Riddle Orchestra en de sax solo werd geblazen door Curtis Amy. Helemaal live was het niet want Jim Morrison playbackte op een vooraf opgenomen band, de saxofonist deed hetzelfde net als drummer John Densmore want als je aandachtig kijkt tussen 3:00 en 3:08 minuten klopt het ritme niet helemaal.
Gitarist Robby Krieger is tijdens het optreden te zien met een blauw oog. In de jaren zestig, zo vertelde Ray Manzarek later tijdens een interview, was het gevaarlijk voor langharigen op straat te lopen want dan was je tegen de oorlog in Vietnam en niet trouw aan je vaderland. Morrison en Krieger kregen het aan de stok met enkele rednecks van wie er een uithaalde naar Morrison maar die kon tijdig bukken. En het was Krieger die incasseerde. De schminkster wou het blauw oog nog wegtoveren maar Krieger weigerde: "Ik zal de eerste artiest zijn die op nationale televisie optreedt met een blauw oog!" ...
De tweede single die het geweldig goed deed in de zomer van 1968 was ‘Hello, I Love You, Won’t You Tell Me Your Name?’, vaak afgekort tot 'Hello, I Love You' want de titel was veel te lang voor de hitlijsten.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Magic Bus’ – The Who
Tot 1984 was ik een trouwe gebruiker van het openbaar vervoer in Brussel maar een magische bus van de M.I.V.B. heb ik nooit gezien. Dagelijks nam ik autobus of tram om naar school te gaan en later om te gaan werken. Vanaf 1976 kwam dan de metro en in 1984 mijn eerste auto.
Het jaar 1967 was voor de Engelse rockgroep The Who een fantastisch jaar geweest, denk maar aan 'I Can See For Miles' en 'Pictures Of Lily'. Het jaar daarop was minder succesrijk want 'Dogs' (gezongen in het dialect) en 'Call Me Lightning' waren geflopt.
Maar met 'Magic Bus' stond het viertal weer aan de top in de warme zomer van 1968. Typisch voor deze song zijn de maracas en de eindeloze percussie wat het geheel een magische touch geeft. Ontsproten in het brein van Pete Townshend in een productie van Kit Lambert.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Build Me Up, Buttercup’ – The Foundations
In de Verenigde Staten was de groep rond Sylvester Stone, Sly & The Family Stone, een van de eerste multiraciale muziekgroepen. In het Verenigd Koninkrijk waren dat The Equals en The Foundations.
De eerste bezetting en tevens de oprichters waren: Clem Curtis (zang) in 1968 vervangen door Colin Young; Alan Warner (gitaar); Peter Macbeth (bas); Tim Harris (drums); Tony Gomez (keyboard); Pat Burke (saxofoon, dwarsfluit); Mike Elliott (saxofoon); Eric Allan Dale (trombone).
De bezetting was internationaal: Dale kwam uit Dominica, Burke en Elliott kwamen uit Jamaica, Gomez van Sri Lanka en Curtis uit Trinidad. Warner, Macbeth en Harris waren geboren Britten.
Een "buttercup" is een boterbloem of een ranonkel. Het vrolijk uptempo nummer werd geschreven door Tony Macaulay en Mike d'Abo.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Midnight Confessions’ – The Grass Roots
The Grass Roots was een Amerikaanse rockband die tussen 1965 en 1975 regelmatig in de hitparade stond. De band was oorspronkelijk de creatie van Lou Adler en het songschrijversduo P.F. Sloan en Steve Barri. De groepsnaam werd (verkeerdelijk of niet) vaak afgedrukt als The Grassroots.
Op zondag 27 oktober 1968 speelden de Grass Roots op het San Francisco Pop Festival toen hun hit 'Midnight Confessions', hun eerste plaat met blazers en met Carol Kaye (van de Wrecking Crew) op de eerste baslijn. Kaye werd geboren als dochter van beroepsmusici. Ze werd op 14-jarige leeftijd gitaarlerares en begon op 21-jarige leeftijd als sessiemuzikante. Toen in 1963 een basgitarist eens niet in de studio kwam opdagen, speelde zij ook de basgitaar-partij in en wisselde mede daardoor van instrument. Ze is te horen op ontelbare wereldhits (meer dan 10.000 nummers, waaronder talloze Phil Spector-producties en nummers van The Beach Boys) en vierde verleden week haar 87ste verjaardag!
De bezetting van The Grass Roots: Creed Bratton (gitaar); Warren Entner (gitaar); Robert 'Rob' Grill (bas); Rick Coonce (drums).
Sinds 1 juli 2021 is er een nieuwe reeks op deze muzikale tijdlijn te beluisteren. Een hele verzameling liedjes met in de titel de naam van steden, gemeenten, (ei)landen, provincies, deelstaten, werelddelen, bekende straten of parken, waterlopen, bergen, heuvels, en zelfs fictieve, mythologische of legendarische plaatsen op aarde.
Samengevat: 'Geografische Muziek'.
Vandaag een allerlaatste bonus (nr. 1018 t.e.m. nr. 1025)!
Ann Christy, geboren als Christiane Leenaerts (Antwerpen, 22 september 1945 – Jette, 7 augustus 1984), was een Vlaamse zangeres. Leenaerts startte haar zangcarrière met het orkest The Adams waarvan de drummer, Marc Hoyois, later haar man zou worden. Ze zong Franstalige liedjes en ging op tournee door België en Frankrijk met Adamo. In 1968 won ze de zangwedstrijd het Songfestival van Knokke (samen met Jacques Raymond, Lily Castel, Nicole Josy en Hugo Dellas, onder leiding van Anton Peters). Niet alleen haar stem, maar ook de kleding was opvallend: ze liet zich vaak kleden door de hippieontwerpster Ann Salens.
Ze werd bekend in de jaren '70 met nummers als 'Gelukkig zijn' (Eurovisiesongfestival 1975) en 'Dag vreemde man' (Canzonissima 1971). Beide liedjes werden geschreven door haar goede vriendin en vaste tekstschrijfster Mary Boduin.
In 1980 had ze een hit met het lied 'De roos', een cover van 'The Rose' van Bette Midler, vertaald door Johan Verminnen. Het oorspronkelijk lied is gebaseerd op het leven van Janis Joplin.
‘Le garçon que j’aimais’ heeft ze in 1968 gezongen tijdens het Songfestival van Knokke en haar optreden dat ik toen op televisie zag is mij altijd bijgebleven. Niemand als zij kon dit lied op zo'n geweldige manier brengen.
Kippenvelmoment ...
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘The First Cut Is The Deepest’ – P.P. Arnold
Cat Stevens schreef het lied over een prille stukgelopen relatie in 1967 en probeerde andere artiesten te overtuigen het op te nemen. Tevergeefs tot hij het kon verkopen voor £30 aan P. P. Arnold, die er in het Verenigd Koninkrijk een hit mee had in de zomer van 1967.
De auteursversie van Stevens verscheen op zijn elpee 'New Masters' die pas in december 1967 werd uitgebracht. Tegen die tijd werd de versie van P.P. Arnold eind 1967/begin 1968 meer en meer gedraaid op onze radiozenders. Op de versie van Cat Stevens speelt Big Jim Sullivan elektrische gitaar en Herbie Flowers (van Blue Mink) basgitaar.
Volgens mij is dit de mooiste versie, gebracht door de voormalige Ikette.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘What A Wonderful World’ – Louis Armstrong
Deze song werd geschreven door Bob Thiele (als "George Douglas") en George David Weiss. Hij werd opgenomen door Louis Armstrong en uitgebracht op 1 september 1967 als single. In het Verenigd Koninkrijk bereikte Armstrong in 1968 daarmee de hoogste positie maar in de Verenigde Staten flopte het plaatje omdat Larry Newton, de blanke baas van ABC Records, het lied niet kon horen en weigerde er promotie voor te maken. De song werd namelijk geschreven om de spanningen tussen de verschillende rassen te bekoelen. Armstrong werd uitgekozen omdat hij de kwaliteit bezat om mensen van verschillende rassen samen te brengen.
Nadat het lied te horen was in de film 'Good Morning, Vietnam', werd het opnieuw op single uitgebracht in 1988, en steeg het tot nummer 32 in de Billboard Hot 100.
Op het Europees continent scoorde Armstrong in de loop van 1968. De spanningen waren dan in de VS al tot een kookpunt gekomen door de moord op Martin Luther King en twee maanden later op Robert Kennedy.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Vesoul’ – Jacques Brel
Wat had Jacques Brel met de Franse gemeente Vesoul? Niets. Maar hij bracht er wel twee keer de nacht door -naar verluidt in goed gezelschap- en dat was voldoende om inspiratie te vinden voor een fantastisch nummer. De kreet "Chauffe Marcel, chauffe!" krijgt dan een heel andere betekenis. Alle gekheid op een stokje: het is gewoon een aanmoediging van Brel om de accordeonist Marcel Azzola op te zwepen. Zijn prestatie heeft enorm bijgeleverd tot het succes van het nummer.
De burgemeester van Vesoul is niet ontgoocheld dat zijn gemeente niet zo positief wordt afgeschilderd, net zoals Vierzon, Honfleur, of Hamb(o)urg. Minder goede reclame is volgens hem ook reclame.
Opmerkelijk is tevens de verwijzing naar een optreden van Jacques Dutronc in de tekst! Op het einde schreeuwt Brel "Chauffe Jean, chauffe!" en die kreet is gericht aan John Tegmeyer op de klarinet!
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
'Classical Gas’ – Mason Williams
Wie mij kent weet dat ik van vele genres muziek hou gaande van The Beatles, popmuziek, klassieke muziek, jazz, blues, rhythm & blues, soul, funk, ska, reggae, en rock-'n'-roll.
Mason Douglas Williams is een Amerikaanse klassiek gitarist, componist, zanger, schrijver, komiek en dichter, vooral bekend om zijn instrumentale hit 'Classical Gas'.
Niet echt klassieke muziek te noemen maar door deskundigen ondergebracht in het genre "barokpop". De oorspronkelijke naam van de compositie was 'Classical Gasoline' maar door een fout werd de titel ingekort tot 'Classical Gas'.
Mason Williams bespeelde de klassieke gitaar met in de achtergrond leden van The Wrecking Crew, uiterst bekwame studiomuzikanten die op ontelbare wereldhits te horen zijn. Drummer Hal Blaine is een van de bekendste studiomuzikanten uit die groep, net als Glen Campbell trouwens.
Een onwaarschijnlijke nummer één in de Amerikaanse hitlijsten in de zomer van 1968.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘My World Fell Down’ – Sagittarius
Sagittarius is Latijn voor boogschutter en dat is toevallig ook mijn sterrenbeeld. Boogschutter is het astrologische teken van mensen geboren tussen ca. 22 november en ca. 21 december.
Ik was meteen fan toen ik ‘My World Fell Down’ voor het eerst op de radio hoorde. Producer Gary Usher was betrokken met muziek sinds de vroege jaren zestig. Hij schreef ook teksten voor sommige van Brian Wilsons vroege songs. The Beach Boys deden ook vaak een beroep op The Wrecking Crew (o.a. voor 'Good Vibrations').
Toen hij een demo van 'My World Fell Down' hoorde (ook opgenomen door de Britse popband The Ivy League) besloot hij een beroep te doen op Glen Campbell (ook een lid van The Wrecking Crew), Bruce Johnston en zanger/producent Terry Melcher (zoon van Doris Day) voor de zang. Hij sloot de opname af door toevoeging van een musique concrète-brug. Musique concrète is een Franse muziekstroming waarbij gebruik wordt gemaakt van alledaagse geluiden die met behulp van elektronica worden verwerkt tot composities en geluidscollages. In 1967 hadden Pierre Henry en Michel Colombier al daarmee gewerkt voor hun elektronische jerks in opdracht van Maurice Béjart.
De sound van deze prachtige single roept bij mij altijd het melancholische najaarsgevoel op uit Californië (Indian Summer), net zoals 'California Dreamin'' van The Mamas & The Papas.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
'The Soul Drummers’ – Ray Barretto
Raymond Barretto was een Amerikaanse congaspeler, drummer, percussionist, orkestleider, componist en producer. Hij was lid van het orkest van Tito Puente van 1957 tot 1960 en richtte zijn eigen orkest op in 1961. Hij was tevens een van de Fania All Stars en een veelgevraagd sessiemuzikant.
In de Brusselse discotheken was 'The Soul Drummers’ (soms ook uitgebracht als 'Soul Drummers') vanaf 1968 een grijsgedraaide single.
Hoe dan ook: een song die begint met "Yeah, baby!" en doorspekt is met kreten als "sock it to me" nodigt altijd uit tot enkele gekke danspasjes.
Hopla met de beentjes!
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Love Is Blue’ – Paul Mauriat & son orchestre
Naast dansmuziek is er ook luistermuziek en daaronder valt beslist deze instrumentale bewerking van ‘L’amour est bleu’ waarmee Vicky het Groothertogdom Luxemburg op het Eurovisiesongfestival in 1967 vertegenwoordigde. Pas later vernam ik dat Vicky de Grieks-Duitse zangeres Vicky Leandros was. Ze werd toen vierde en Louis Neefs zevende.
De Franse dirigent, arrangeur, tekstschrijver, componist en orkestleider, Paul Mauriat, was zo slim deze prachtige melodie uit te kiezen en onder de naam ‘Love Is Blue’ uit te brengen op single.
Ook deze single was een onwaarschijnlijke nummer één in de Verenigde Staten in 1968 en wordt daar beschouwd als een eendagsvlieg (onehitwonder).
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Spooky’ – Classics IV
Classics IV was een Amerikaanse popband, opgericht in Jacksonville in 1965 door Dennis Yost en staat vooral bekend om de hits 'Spooky', 'Stormy' en 'Traces', die van 1967 tot 1969 werden uitgebracht.
Over die groep was in 1968 heel weinig geweten. Dusty Springfield nam een cover op van dat leuke liedje. Pas veel later vernam ik dat Dennis Yost de frontzanger was want toen werden alle opnames als volgt vermeld: Classics IV featuring Dennis Yost.
De song gaat niet over een spook of een geest maar over een meisje dat rondspookt in het brein van de verliefde zanger.
Oorspronkelijk was dit een instrumentaal liedje uit 1967 met een prachtige saxofoon gespeeld door Mike Sharpe (Shapiro). Sindsdien wordt het in de Verenigde Staten omstreeks Halloween heel vaak gespeeld op diverse radiozenders.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Mighty Quinn (Quinn, The Eskimo)’ – Manfred Mann
Alweer een ruwe diamant van Bob Dylan die werd gepolijst door Manfred Mann. Zoals zovele muzikanten putte hij uit 'The Basement Tapes' waarvan een deel pas in 1975 zou worden uitgebracht op dubbelelpee. Julie Driscoll & The Brian Auger Trinity; The Byrds; Peter, Paul & Mary; en The Band hadden al het goede voorbeeld gegeven en composities uit dat album uitgebracht. Jonathan King en Manfred Mann zouden in de jaren zeventig nogmaals liedjes daaruit coveren.
'Quinn the Eskimo (The Mighty Quinn)' komt uit de sessies van 100 songs tijdens die Basement Tapes maar haalde het album niet. Volgens sommigen is het personage gebaseerd op Anthony Quinn in de film 'The Savage Innocents' uit 1960. In 2004 verscheen een krantenartikel waarin stond dat de inspiratiebron Gordon Quinn was geweest, mede-oprichter van Kartemquin Films, in ruil voor een bewezen dienst (documentaire 'Eat the Document'). Dylan beweerde dan weer dat het enkel om een kinderrijmpje ging.
Hoe dan ook, deze versie van de groep Manfred Mann was een grote hit in 1968 met zelfs een nummer één als gevolg in het Verenigd Koninkrijk.
‘The Blue Danube’ – Johann Strauss jr. / ‘Also sprach Zarathustra’ – Berliner Philharmoniker
Beide klassieke werken komen voor in de originele soundtrack van de film '2001: A Space Odyssey' van Stanley Kubrick, duidelijk een inspiratiebron voor David Bowie's ‘A Space Oddity’ in 1969. Maar die laatste komt in een volgende reeks aan bod.
‘The Blue Danube’ is in onze contreien beter bekend als 'An der schönen blauen Donau', één van de bekendste composities van Johann Strauss jr., een Oostenrijks violist en componist van vele walsen en operettes. Deze versie wordt gespeeld door het London Philarmonic Orchestra o.l.v. Franz Welser-Most.
'Also sprach Zarathustra, Op. 30', is een symfonisch gedicht uit 1896 van de Duitse componist Richard Strauss, geïnspireerd door de filosofische roman Also sprach Zarathustra uit 1883–85 van Friedrich Nietzsche. Het eerste deel is sinds 1968 beroemd door het gebruik in de film '2001: A Space Odyssey'. Richard Georg Strauss was een Duitse componist en dirigent. Hij is niet verwant met Johann Strauss en diens familie uit Wenen. In 1973 bracht de Braziliaanse musicus en arrangeur Eumir Deodato een fantastische en zeer dansbare popversie uit waarmee hij in 1974 een Grammy Award won.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Lalena’ / ‘Atlantis’ – Donovan
Donovan Leitch, de Schotse bard, werd bij aanvang van zijn muzikale loopbaan vaak afgedaan in de pers als een flauw afkooksel van Bob Dylan. Niets is minder waar want Donovan had veel meer in zijn mars dan het zingen van protestliederen. Hij bracht meesterlijke singles uit in zijn psychedelische periode (1966/1967). In 1968 vergezelde hij The Beatles naar India en leerde John en Paul daar fingerpickin' op akoestische gitaar. Denk maar aan het prachtige 'Blackbird'.
En hij slaagde er zelfs in twee prachtige composities op de wereld los te laten in 1968 zoals 'Lalena', een droefgeestige ballade en 'Atlantis', een prachtig verhaal van hoe de wereld eruitzag vóór de grote zondvloed en het mysterieuze continent Atlantis verzwolgen werd in de ... Atlantische oceaan! Donovan stond in 1969 ook nog hier en daar in de hitlijsten met dit geweldig nummer. Het duurde niet lang of Deep Purple bracht in 1969 een coverversie uit van 'Lalena'.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
'Mony Mony' - Tommy James & The Shondells
Tommy James & The Shondells was een Amerikaanse popgroep, opgericht in 1964. In februari 1964 nam de band het Jeff Barry/Ellie Greenwich-nummer 'Hanky Panky' op (oorspronkelijk een b-kantje van The Raindrops). Snap Records, het label waaronder Hanky Panky oorspronkelijk werd uitgebracht, had geen nationale distributie. De band toerde door het oostelijke midwesten, maar geen enkele andere markt deed mee met het nummer. De single slaagde er niet in om zich nationaal te plaatsen in de hitlijst en The Shondells ontbonden in 1965, nadat de leden van de middelbare school waren afgestudeerd. Ondertussen had de danspromotor Bob Mack uit Pittsburgh de vergeten single 'Hanky Panky' opgegraven, die hij op verschillende dansfeesten speelde en radiostations daar prezen het als een exclusief nummer. De respons van de luisteraars moedigde regelmatig spelen aan en de vraag steeg en dankzij nationale promotie steeg de single in de zomer van 1966 naar de eerste plaats! Alle opvolgers flopten jammerlijk behalve 'I Think We're Alone Now' uit 1967 en deze zeer dansbare 'Mony Mony', met dank aan een opzwepende intro.
Tommy James & The Shondells scoorden nogmaals een nummer 1 in hun thuisland, ditmaal met een psychedelisch nummer, eind 1968/begin 1969. Er is een merkwaardige anekdote aan die single verbonden i.v.m. mijn vader zaliger. Maar dat is voor later in deze reeks!
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Young Girl’ – Gary Puckett & The Union Gap
In 1967 heette deze band nog kortweg The Union Gap en met 'Woman, Woman' werd de Amerikaanse groep meermaals gedraaid op de toenmalige BRT. De BRT Top 30 zou pas twee jaar later opgericht worden, dus over hitnoteringen of verkoopcijfers beschik ik niet.
De tenorstem van Gary Puckett viel zodanig in de smaak (vooral bij de vrouwelijke fans) dat de platenfirma besliste de groepsnaam te wijzigen in Gary Puckett & The Union Gap.
De bandleden kleedden zich als een visuele gimmick in Union Army-stijl uniformen uit de Amerikaanse Burgeroorlog. Wie zich daarbij niets kan voorstellen moet maar eens de stripreeks 'De Blauwbloezen' lezen. Deze humoristische strip wordt sinds 1972 uitgegeven.
De grootste hits van Gary Puckett & The Union Gap handelden altijd over vrouwen: 1967: 'Woman, Woman'; 1968: 'Young Girl'; 1968: 'Lady Willpower'; 1968: 'Over You'; 1969: 'Don't Give In To Him'; 1969: 'This Girl Is A Woman Now'.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Race With The Devil’ – The Gun
De hitlijsten van 1968 stonden vaak bol van hemelse muziek alhoewel er in de volgende drie nummers van deze reeks niet over engelen gezongen wordt maar over een bovennatuurlijk wezen dat het kwaad verpersoonlijkt. Gemeenzaam wordt het schepsel aangeduid als de duivel, Lucifer of Satan. Meer gekscherende benamingen voor de duivel zijn: de duvel, Droes, Drommel, doivelke, Joos, Joosje, Joos pek, Joosje pek en Joost. Denk maar aan de uitdrukking: "Joost mag het weten." ...
The Gun (soms ook Gun) was een Britse psychedelische rockband, bestaande uit de broers Adrian Gurvitz (gitaar en zang) en Paul Gurvitz (basgitaar en zang) met Louis Farrell (drums), die in 1968 hun eerste hit scoorden met het nummer 'Race With The Devil'. Zij waren voorlopers van de heavy metal. In 1970 werd de groep opgeheven. Gun betekent in het Engels zowel kanon als geweer, vuurwapen, pistool of schietwapen maar in dit geval zou ik opteren voor kanon want die debuutsingle van The Gun sloeg in als een bom (of een kanonbal).
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Sympathy For The Devil’ – The Rolling Stones
Het is een van de bekendste nummers van de Stones en verscheen in 1968 op het album 'Beggars Banquet'. Het nummer werd geschreven door het duo Jagger/Richards maar is toch vooral het werk van Mick Jagger. 'Sympathy For The Devil' werd opgenomen in de Olympic Studios in Londen. Opmerkelijk is dat Keith Richards op de bas speelt en niet, zoals gewoonlijk, Bill Wyman, die bij deze opname maracas en andere percussie bespeelde. Het lied is geschreven vanuit het standpunt van Lucifer, de duivel, en geïnspireerd op het boek "De Meester en Margarita" van de Russische schrijver Michail Boelgakov. Lucifer legt uit hoe hij duizenden jaren lang getuige is geweest van het geweld dat de mensheid tegen zichzelf gebruikt heeft, vaak in naam van religie. Het was destijds een controversieel nummer omdat het werd uitgelegd als een oproep tot Duivelsaanbidding. Daarnaast kan het gezien worden als protest tegen de Vietnamoorlog.
De tekst wil ik jullie niet onthouden want die vind ik fenomenaal:
"Please allow me to introduce myself I'm a man of wealth and taste I've been around for a long, long years Stole million man's soul an faith and I was 'round when Jesus Christ Had his moment of doubt and pain Made damn sure that Pilate washed his hands and sealed his fate Pleased to meet you hope you guess my name But what's puzzling you is the nature of my game Stuck around St. Petersburg when I saw it was a time for a change Killed Tsar and his ministers, Anastasia screamed in vain I rode a tank, held a general's rank When the blitzkrieg raged and the bodies stank Pleased to meet you hope you guess my name, oh yeah Ah, what's puzzling you is the nature of my game, oh yeah I watched with glee while your kings and queens Fought for ten decades for the gods they made I shouted out who killed the Kennedys? When after all it was you and me Let me please introduce myself I'm a man of wealth and taste And I laid traps for troubadours Who get killed before they reached Bombay Pleased to meet you hope you guessed my name, oh yeah But what's puzzling you Is the nature of my game, oh yeah, get down, baby Pleased to meet you hope you guessed my name, oh yeah But what's confusing you is just the nature of my game Just as every cop is a criminal and all the sinners saints As heads is tails just call me Lucifer 'Cause I'm in need of some restraint so if you meet me Have some courtesy Have some sympathy, and some taste Use all your well-learned politnesse Or I'll lay your soul to waste, mm yeah Pleased to meet you hope you guessed my name, mm yeah But what's puzzling you Is the nature of my game, mm mean it, get down Woo, who ... Oh yeah, get on down ... Oh yeah ... Aah yeah Tell me baby, what's my name? Tell me honey, can ya guess my name? Tell me baby, what's my name? I tell you one time, you're to blame, what's my name Tell me, baby, what's my name? Tell me, sweetie, what's my name?"
In de oorspronkelijke tekst stond "Who killed Kennedy?" maar toen in 1968 de broer van John F. Kennedy, Robert F. alias Bobby, ook werd vermoord wijzigde Jagger de tekst vlug in "Who killed the Kennedys?" ...
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Fire’ – The Crazy World Of Arthur Brown
♫♫♫ "I am the god of hellfire and I bring you ... Fire, I'll take you to burn - Fire, I'll take you to learn, I'll see you burn! " ♫♫♫ ...
Zo klonk de intro van die duivelse single van Arthur Brown want hij zong over de god van het hellevuur en dat is niemand minder dan de gevallen engel. Dit is de derde single uit 1968 die over dat luguber onderwerp handelde. De vorige twee waren ‘Race With The Devil’ van The Gun en ‘Sympathy For The Devil’ van The Rolling Stones. Arthur Wilton Brown (Whitby, 24 juni 1942) is een Britse rock-'n-roll muzikant, die vooral bekend is vanwege zijn flamboyante stijl en zijn grote invloed op artiesten als Alice Cooper, Peter Gabriel, Marilyn Manson, George Clinton, Kiss, en Bruce Dickinson, leadzanger van de heavymetalband Iron Maiden. Brown studeerde filosofie en rechten aan de Universiteit van Londen, maar besloot zich toch op muziek te richten. Eind 1966 en begin 1967 was hij lid van een Londense R&B/Soul/Ska-groep die uiteindelijk overging in The Foundations. Arthur was binnen deze groep zanger, samen met Clem Curtis. In totaal zat Brown slechts zes weken bij de band.
Na zijn periode bij The Foundations richtte Brown zijn eigen band op: The Crazy World of Arthur Brown. Leden waren Vincent Crane (hammondorgel en piano), Drachen Theaker (drums) en Nick Greenwood (basgitaar). Met deze band verkreeg Brown al snel bekendheid vanwege zijn bizarre en vaak macabere optredens, waarbij hij onder andere gebruik maakte van een brandende metalen helm. Dit ging soms mis, bijvoorbeeld toen tijdens een optreden in Windsor de methanol waarmee de helm in brand werd gestoken lekte en Browns hoofd ook vlam vatte. Twee omstanders konden het vuur op tijd doven om ernstige verwondingen te voorkomen. Ook ging Brown bij zijn optredens weleens uit de kleren, zoals in Italië. Hiervoor werd hij gearresteerd en het land uitgezet.
Het debuutalbum heette 'The Crazy World Of Arthur Brown' en bevatte naast 'Fire' tevens een macabere cover van 'I Put A Spell On You' van Screamin' Jay Hawkins, ongetwijfeld een voorbeeld voor Brown. Tijdens een opname van de dubbele witte elpee van The Beatles op 10 september 1968 deed George Harrison in de studio tijdens 'Helter Skelter' ook een "Arthur Brown" door met een brandende asbak op zijn hoofd rond te lopen! Het ontlokte Paul McCartney een reactie die in de finale mix echter niet meer hoorbaar is.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Summertime Blues’ – Blue Cheer
Een stralende zon in de winter maar wel een snijdende, gure wind en dan maar snakken naar de zomer! 'Summertime Blues' is een rocknummer van de Amerikaanse artiest Eddie Cochran. Op 21 juli 1958 bracht hij het uit als single. Het nummer werd gecoverd door verscheidene artiesten, en het werd een hit in de versies van Blue Cheer (1968) en The Who (1970).
Het lied is geschreven door Cochran en Jerry Capehart en geproduceerd door Cochran. Het nummer gaat over het leven van een tiener tijdens de zomervakantie. Hij heeft geen zin om een baan te zoeken voor de zomer zodat hij geld kan verdienen, en hij kan zijn vriendin niet mee uit nemen omdat zijn baas hem altijd in de late uren laat werken. Hij liegt vervolgens tegen zijn baas dat hij ziek is, maar de ouders van de jongen willen hun auto niet aan hem lenen omdat ze hem te lui vinden. Hij overweegt om langs de Verenigde Naties te gaan om over zijn situatie te klagen, maar uiteindelijk laat hij het bij een brief naar zijn lokale congreslid, die geen antwoord geeft omdat de jongen te jong is om te stemmen.
In 1967 werd 'Summertime Blues' gecoverd door de Amerikaanse rockband Blue Cheer. Zij brachten het uit op hun debuutalbum 'Vincebus Eruptum', dat een jaar later uitkwam. Op deze cover werd het vraag-en-antwoordspel weggelaten. In plaats hiervan speelt elk bandlid een korte solo. Ook is de gitaarriff uit 'Foxy Lady' van Jimi Hendrix een aantal keer te horen.
Blue Cheer speelde destijds ongewoon hard en wordt wel gezien als een van de voorlopers van de heavy metal en hardrock. De naam Blue Cheer staat voor een soort LSD, die weer genoemd was naar een destijds populair wasmiddel. En laat de lente nu maar vlug komen!
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Requiem pour un c…’ – Serge Gainsbourg + Michel Colombier & son orchestre
'Le Pacha' is een Frans/Italiaanse misdaadfilm uit 1968 geregisseerd door Georges Lautner met Jean Gabin en Dany Carrel in de hoofdrollen en is gebaseerd op de roman 'Pouce!' door Jean Laborde. Het verhaal gaat over een hoge politieman uit Parijs die een meedogenloze moordenaar achtervolgt. Gainsbourg vertolkt een minieme rol zonder ervoor gecrediteerd te worden.
In 1968 mocht het woord "con" nog niet voluit geschreven worden maar wel uitgesproken of gezongen worden. Vergelijk het met het Engels woord "fuck" dat in de Verenigde Staten constant wordt afgekort tot "f..." of gebliept wordt.
De samenwerking tussen Gainsbourg en het orkest van Michel Colombier mondt uit tot een perfecte soundtrack van deze politiefilm.
In 1991 verscheen 'Requiem Pour Un Con (Remix 91)' op single en die versie werd wel een hit. En toen mocht het woord "con" ook voluit geschreven worden. Het woord betekent in eerste instantie nochtans "nietsnut, rekel, rabauw, of deugniet". Niks om zich zorgen over te maken ...
Het trio Jean Gabin - Lino Ventura - Alain Delon behoort al jàren tot mijn lievelingsacteurs. Zij zijn te bewonderen in de prent 'Le Clan des Siciliens' uit 1969. Maar dat is een ander verhaal.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Harper Valley P.T.A.’ – Jeannie C. Riley
P.T.A. was in de jaren zestig een veelgebruikte afkorting in de Verenigde Staten en zij staat voor "Parent-Teacher Association", zeg maar de Ouderraad met leden van het schoolbestuur.
In 1967 hadden verontruste ouders de toenmalige BRT verplicht de televisieserie Batman na amper 7 uitzendingen te stoppen omdat er te veel geweld (sic) in voorkwam!
In de ouderraad waarover Jeannie C. Riley zong zullen ook verontruste ouders gezeteld hebben want zij keurden het gedrag van de moeder in het lied (Mrs. Johnson) niet goed: haar rokken waren te kort, zij ging te veel uit met jonge kerels en de alcohol vloeide te rijkelijk; kortom geen goed voorbeeld voor haar dochtertje. Mrs. Johnson trok zelf naar de ouderraad in een minirokje en diende de hypocrieten van een gepast antwoord. Zij vergeleek het dorp zelfs met "Peyton Place", een populaire soap die op de Amerikaanse televisie liep van 1964 tot 1969.
Waarschijnlijk was dit een van de eerste country & western hits in onze contreien, Johnny Cash even buiten beschouwing gelaten.
De Praagse Lente is de naam die men geeft aan de periode in de Tsjecho-Slowaakse geschiedenis van januari 1968 tot 21 augustus 1968, toen Alexander Dubček het communistische Tsjecho-Slowakije een meer gematigde koers uitstuurde. Aan deze periode werd abrupt een einde gemaakt door de andere vijf leden van het Warschaupact, onder leiding van de USSR met de inval van hun troepen op 20 augustus 1968.
Ik zie veel gelijkenissen met de huidige inval van Rusland in Oekraïne. Merkwaardig feit: "Op 1 maart 2006 bood de Russische president Poetin tijdens een bezoek aan Praag zijn excuses aan voor de invasie van 1968. Hij zei de morele verantwoordelijkheid voor de inval te aanvaarden en deze te veroordelen." ...
De beelden van die opstand in 1968 werden op televisie meestal ondersteund door 'People Got To Be Free’ van The Rascals, geschreven door Felix Cavaliere en Eddie Brigati. Keyboardspeler en zanger Felix Cavaliere was de leider van de groep. De Canadese gitarist Gene Cornish, zanger Eddie Brigati en drummer Dino Danelli waren de overige leden van de band.
The Rascals (aanvankelijk bekend als The Young Rascals) was een Amerikaanse rockband, die in Europa vooral bekend is vanwege de hits 'Good Lovin’', 'Groovin’', 'How Can I Be Sure' en 'People Got To Be Free'. De groep speelde vooral soulmuziek en wordt gerekend tot de zogenaamde blue-eyed soul.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Only One Woman’ – The Marbles
Tegenwoordig is het weer hip om met de knikkers te spelen, net als met Lego-blokjes trouwens, met dank aan twee televisieprogramma's. In onze jeugd speelden wij vaak met de "marbollen", wat Vlaams is voor knikkers. The Marbles was een Brits popduo uit de jaren 1960, bestaande uit Graham Bonnet en Trevor Gordon, die actief waren tussen 1968 en 1969. Ze werden in die tijd ook geassocieerd met de Bee Gees-broers Barry, Robin en Maurice Gibb, die zes nummers voor hen schreven en wat achtergrondzang verzorgden. In 1968 tekenden The Marbles een platencontract met de Australische platenlabel impresario Robert Stigwood, manager van o.m. Cream en The Bee Gees, en later bekend geworden door theaterproducties zoals 'Hair' en 'Jesus Christ Superstar' en filmproducties, waaronder het succesvolle 'Grease' en 'Saturday Night Fever'. 'Only One Woman' zal altijd beschouwd worden als een onehitwonder want de opvolgers 'The Walls Fell Down' en 'I Can't See Nobody' uit 1969 deden het veel minder goed. En dan nu allemaal samen, uit volle borst en met een heel hoog stemmetje: ♫♫♫ "Ten little Indians" ♫♫♫ ...
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Just Dropped In (To See What Condition My Condition Was In)’ – The First Edition
De frontzanger van The First Edition was Kenny Rogers en vanaf 1969 zou de groep omgedoopt worden tot Kenny Rogers & The First Edition. Drie jaar later zou ik de naam Kenny Rogers terugvinden op de hoes van een elpee van The New Christy Minstrels. Deze Amerikaanse folkgroep werd in 1961 door Randy Sparks opgericht. De groep haalde diverse malen de hitlijsten en bekende nummers zijn 'This Land Is Your Land' en 'Green, Green'. De groep had een sterk wisselende bezetting. Bekende oud-leden zijn: Gene Clark (later bij The Byrds); Jerry Yester (later bij The Lovin' Spoonful); Barry McGuire (die na zijn vertrek bij de groep in 1965 een wereldwijde hit had met 'Eve of Destruction'); Larry Ramos (later zanger bij The Association); Kenny Rogers (later countryzanger); Kim Carnes (later singer-songwriter).
'Just Dropped In (To See What Condition My Condition Was In)' is een psychedelische pop/rock song geschreven door Mickey Newbury met de bedoeling te wijzen op de gevaren van LSD. Het lied werd geassocieerd met de tegencultuur van de jaren zestig. De song werd eerst opgenomen door Jerry Lee Lewis, met als backinggroep "The Memphis Boys". Die studiomuzikanten van de "American Sound Studio" werkten met bekende artiesten, zoals o.a. Elvis Presley, Joe Tex, Wilson Pickett, Bobby Womack, Joe Simon, Merrilee Rush, Aretha Franklin, Neil Diamond, Dusty Springfield, B. J. Thomas, Petula Clark, Roy Hamilton, en The Box Tops. Jerry Lee Lewis bracht de song uit op zijn elpee 'Soul My Way' op 1 november 1967. Nog vóór het album van Lewis werd uitgebracht verscheen het lied op 10 oktober 1967 op een single van Teddy Hill & The Southern Soul. Maar het is de versie van The First Edition die in de hitlijsten terechtkwam. De jongere generatie kent het lied natuurlijk omdat het in de film 'The Big Lebowski' werd gebruikt tijdens een droomscène. In die dagen hoopte ik altijd dat de single helemaal werd uitgespeeld op de radio, tot aan het gaatje, want de outro vind ik nog altijd fenomenaal!
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘America’ – The Nice
En toen de Amerikaanse vlag werd verbrand tijdens het uitvoeren van dit lied uit 'West Side Story' was componist Leonard Bernstein naar verluidt niet blij, om niet te zeggen woedend! The Nice maakte dit statement als protest tegen de oorlog in Vietnam die al jarenlang aansleepte. The Nice is een Britse progressieve rockband uit eind jaren zestig, bekend voor zijn combinatie van rock, jazz en klassieke muziek.
De leden van de band waren: Keith Emerson op keyboard; Lee Jackson op basgitaar; Brian Davison op drums; David O'List op gitaar.
De groep begon in 1967 als begeleiding van de soulzangeres P.P. Arnold. Volgens Keith Emerson was dit de eerste instrumentale protestsong ooit. Behalve het thema van 'West Side Story' bevatte de track ook nog fragmenten uit Dvořáks symfonie uit de 'Nieuwe Wereld’. Op het einde hoor je dit: "America was pregnant with promise and anticipation, but was murdered by the hand of the inevitable." gesproken door het toen driejarig zoontje van P.P. Arnold. Na het uiteenvallen van de groep in 1970 vormde Emerson met (bas)gitarist Greg Lake en drummer Carl Palmer het trio Emerson, Lake and Palmer, vaak kortweg ELP genoemd. Jackson en Davison vormden samen Jackson Heights en toen later Patrick Moraz zich aansloot, werd deze band omgedoopt tot Refugee.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘This Wheel’s On Fire’ – Julie Driscoll & The Brian Auger Trinity
Deze legendarische song werd gecomponeerd door Bob Dylan en Rick Danko. Oorspronkelijk opgenomen door Dylan en The Band gedurende hun 1967 sessies. Een selectie uit die sessies werd pas in 1975 op vinyl uitgebracht onder de titel 'The Basement Tapes' (dubbelelpee!). De versie van The Band werd reeds in 1968 uitgebracht op hun elpee 'Music from Big Pink'. Artiesten allerhande plukten gretig uit die sessies zoals o.m. Jonathan King ('Million Dollar Bash'); Manfred Mann ('Please, Mrs. Henry'); Peter, Paul & Mary ('Too Much Of Nothing'); The Byrds ('You Ain't Goin' Nowhere'); en The Byrds en Julie Driscoll & The Brian Auger Trinity ('This Wheel's On Fire'). Er bestaat zelfs een live versie van de Belgische band Clee's Five uit het jaar 1968!
De versie van Driscoll en Auger is opmerkelijk want er werd gebruik gemaakt van distortie (overdrive van elektrische gitaar) en phasing (elektronische sound processor). Voeg daarbij het feit dat de titel van het lied werd uitgebeeld door de flamboyante klederdracht van de groep en dan weet je meteen waarom deze versie vaak wordt geassocieerd met de psychedelische periode van de Britse muziek. Het arrangement maakte veelvuldig gebruik van het Hammondorgel en de mellotron. De eerste bekende gebruikers van de mellotron waren The Beatles en The Moody Blues in 1967. Driscoll nam de song opnieuw op begin jaren 1990 met Adrian Edmondson als thema van de BBC televisiereeks 'Absolutely Fabulous'. Maar hieronder is de enige echte en geweldige versie uit het magisch jaar 1968 te horen.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘I Walk On Guilded Splinters’ – Dr. John
Mac Rebennack schreef deze song onder zijn pseudoniem Dr. John Creaux. Soms kreeg het lied de titel 'I Walk On Gilded Splinters' of 'Walk On Gilded Splinters'. Het was de laatste track van zijn debuutalbum 'Gris-Gris' (1968), gecrediteerd als Dr. John, the Night Tripper. De covers volgden al heel snel: o.m. van Widespread Panic, The Neville Brothers, Cher, Marsha Hunt, Johnny Jenkins, Humble Pie, King Swamp, The Allman Brothers Band, Paul Weller, The Flowerpot Men, Michael Brecker, en Jello Biafra. Ik moet toegeven dat ik eerst de versie van Marsha Hunt leerde kennen. Haar single kwam uit op Track Records in 1969. De opname werd gearrangeerd en geproducet door Tony Visconti. Dr. John combineerde blues, boogiewoogie en rock-'n-roll, alles overgoten met een sausje voodoo. Voodoo is een Engels/Amerikaanse naam voor de Haïtiaanse occulte religie vodou. Zijn muzikale carrière begon in de jaren vijftig in New Orleans. Hij zat als gitarist in verschillende bands en had in 1959 een kleine hit met een instrumentaal nummer 'Storm Warning'. Hij moest de gitaar opgeven nadat zijn linker ringvinger in 1960 in Jackson (Mississippi) werd getroffen door een kogel die op zijn medemuzikant Ronnie Barron werd afgevuurd. De vinger moest in het ziekenhuis weer worden aangezet, maar werkte nooit meer naar behoren. Hij koos toen de piano tot zijn hoofdinstrument. Als sessiemuzikant in Los Angeles was Rebennack in de jaren zestig lid van het losse collectief The Wrecking Crew, waarmee hij deelnam aan opnames voor sterren als o.a. Sonny & Cher en Canned Heat.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Hush’ / ‘Kentucky Woman’ – Deep Purple
In die dagen bracht de Engelse hardrockband nog covers van bekende wereldhits. De groepsnaam is afgeleid van de jazzklassieker 'Deep Purple', het favoriete nummer van de moeder (of grootmoeder, naargelang de bron) van gitarist Ritchie Blackmore. Deep Purple is een van de eerste vertegenwoordigers van hardrock en ontluikende heavy metal. 'Hush' is een compositie van Joe South die een hit was voor Billy Joe Royal. ‘Kentucky Woman’ is een vroege hit voor Neil Diamond.
Jon Lord startte in 1968 met een band onder de naam Roundabout met gitarist Ritchie Blackmore, maar veel succes had hij niet en al snel vertrokken de drummer en de bassist. Via twee mensen die manager van de groep wilden worden, kreeg hij Nick Simper als bassist en Ian Paice als drummer. Rod Evans sloot zich bij de groep aan als zanger. De groep wijzigde de naam in Deep Purple en nam een cover op van 'Hush', wat de eerste hit werd, vooral in de Verenigde Staten. Die single werd gevolgd door een cover van 'Kentucky Woman' waarna de eerste elpee volgde, 'Shades of Deep Purple'.
Met het overkomen van Roger Glover en Ian Gillan van Episode Six sloeg de groep een andere weg in. In 1969 schreef Jon Lord 'Concerto for Group and Orchestra', waarop de band samenwerkte met het Royal Philharmonic Orchestra onder leiding van Malcolm Arnold. Maar dat is voor een latere reeks.
Ik herinner mij nog altijd toen ik 'Hush' van Deep Purple voor het eerst hoorde in 1968, want die versie sloeg in als een bom!
Gainsbourg was in 1968 al heel bekend want hij stond als ouderdomsdeken tussen al die jonge sterren uit 'Salut les Copains'. Vooral zijn composities sloegen aan (voor Anna Karina en France Gall, en diverse filmthema's). Ook zijn 'Poinçonneur des lilas' en 'Qui est in, qui est out' waren mij bijgebleven.
In de videoclip van 'Comic Strip' uit 1967 speelt Mireille Darc nog de rol van B.B. Het is pas vanaf 1968 dat de single begint aan te slaan. Het typetje van Jane Fonda in de cultfilm 'Barbarella' uit oktober 1968 is hier losjes op gebaseerd.
'Initials B.B.' is deels gebaseerd op Dvorak's New World Symphony. Vanaf toen sprak bijna niemand meer over Brigitte Bardot maar gewoonweg over B.B., het sekssymbool bij uitstek uit de jaren zestig. In 1969 werd Bardot door Gainsbourg gedumpt voor een nieuw sekssymbool, ditmaal uit Engeland: Jane Birkin, later afgekort tot Jane B.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Keep On’ – Bruce Channel / ‘Bottle Of Wine’ – The Fireballs
Zoals ik eerder schreef in deze reeks was alles mogelijk in de hitlijsten van 1968. Alle genres kwamen aan bod. Gelukkig was er ook gezellige popmuziek die je als 16/17-jarige uit volle borst kon meebrullen.
1. Bruce Channel, geboren als Bruce McMeans (Jacksonville, Texas, 28 november 1940), is een Amerikaanse zanger. Zijn grootste hit 'Hey! Baby' (1959) schreef hij samen met Margaret Cobb. Beroemd werd het nummer vooral door de mondharmonica-begeleiding van Delbert McClinton. Het wordt nu nog in sommige voetbalstadions meegebruld! McClintons mondharmonica inspireerde ook andere muzikanten, onder wie John Lennon, die tijdens Channels Europatournee met The Beatles nog als voorprogramma optrad en zich bij McClinton liet onderrichten. In de vroege Beatles-single 'Love Me Do' (1962) is de mondharmonica net zo te horen als in de nummer 1-hit 'I Remember You' van Frank Ifield. 'Keep On' werd geproduceerd door Dale Hawkins, bekend van zijn hit 'Susie Q' uit 1957. James Burton (later de gitarist van Elvis Presley) speelde de riff op sologitaar. Creedence Clearwater Revival coverde het nummer in 1968 als 'Suzie Q'.
2. The Fireballs, ook bekend als Jimmy Gilmer & the Fireballs was een Amerikaanse popband uit de jaren zestig. In 1958 werd muziekproducer Norman Petty, de manager van Buddy Holly, ook hun manager. Hij bezat een opnamestudio en producete het instrumentale 'Torquay' dat de 39ste plaats van de US-charts bereikte. In West-Europa deed de single niets, waarschijnlijk kreeg de groep te veel concurrentie van The Champs met 'Tequila'. In 1963 scoorde de groep met het vrolijke 'Sugar Shack' en het was dan vijf jaar wachten op de volgende hit. ‘Bottle Of Wine’ werd geen megahit maar was toch vaak op onze radiozenders te horen. De vraag is nu: een rood of een wit wijntje?
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Il est cinq heures, Paris s’éveille' – Jacques Dutronc - ‘Paris Mai’ – Claude Nougaro
De maand mei uit het jaar 1968 was op zijn minst heel woelig te noemen. Protesten wereldwijd tegen de oorlog in Vietnam en vooral de studenten waren boos in Leuven en Parijs. 1. 'Il est cinq heures, Paris s'éveille': Jacques Dutronc en Jacques Lanzmann leverden hiermee de mooiste ode aan de Lichtstad. Het idee voor het lied is afkomstig van Jacques Wolfsohn, artistiek directeur bij Disques Vogue. Het lied is geïnspireerd op "Tableau de Paris à cinq heures du matin", een lied uit 1802 van Marc-Antoine Madeleine Désaugiers. De kenmerkende fluitpartij in het nummer werd pas aan het einde aan de opnames toegevoegd. Dutronc en Lanzmann waren niet tevreden over het arrangement en hadden het gevoel dat er iets miste. Dutronc had het idee om een Gipsy jazz-gitaar toe te voegen. Omdat Roger Bourdin, een fluitist, op dat moment in hetzelfde gebouw werkte, kreeg hij de vraag of hij naar het nummer wilde luisteren. Bourdins improvisaties werden vervolgens aan het nummer toegevoegd. Op de single kreeg ook de toenmalige vrouw van Lanzmann, Anne Ségalen, credits voor de tekst. Het nummer werd in 1991 gekozen tot het beste Franstalige nummer aller tijden in een poll onder muziekcrititci. Het nummer 'Ne me quitte pas' van Jacques Brel werd tweede.
2. 'Paris Mai': Claude Nougaro (Toulouse, 9 september 1929 – Parijs, 4 maart 2004) was een Frans zanger. Zijn vader Pierre was bariton, zijn moeder Liette pianiste en lerares. Nougaro ontwikkelde een brede muzikale smaak, hij groeide op met Verdi, Bizet, luisterde naar Édith Piaf maar ook naar Bessie Smith en Glenn Miller. In 1962 bracht hij zijn eerste plaat uit. Claude Nougaro wordt gezien als atypisch in de wereld van het Franse chanson, omdat hij een eigenwijze mix maakt van jazz en java, gemengde ritmes en de Occitaanse (Zuid-Franse streek-)taal. Nougaro bracht de jongere generaties in contact met de jazz, wereldmuziek en Braziliaanse ritmes. Een van zijn bekendste nummers is 'Le jazz et la java'. Maar met 'Paris Mai' schetste hij de woelige toestanden van Parijs tijdens de studentenrevolte.
Sinds 1 juli 2021 is er een nieuwe reeks op deze muzikale tijdlijn te beluisteren. Een hele verzameling liedjes met in de titel de naam van steden, gemeenten, (ei)landen, provincies, deelstaten, werelddelen, bekende straten of parken, waterlopen, bergen, heuvels, en zelfs fictieve, mythologische of legendarische plaatsen op aarde. Samengevat: 'Geografische Muziek'.
Enkele toelichtingen: Vandaag, 15 maart 2022, komt er een einde aan deze reeks. Tom Waits heeft de eer het 1017de nummer in te zingen. 'D'yer Mak'er' van Led Zeppelin gaat over Jamaica. Elton John en Robbie Williams (met de Pet Shop Boys) zingen over Madonna en dat is niet alleen een zangeres maar ook een gehucht van Langemark-Poelkapelle in West-Vlaanderen! Cisco tenslotte is de afkorting van San Francisco.
Volgende liedjes heb ik niet gevonden:
'Achter de coulissen van Parijs' -Truus; 'Anchorage' – Michelle Shocked; 'Blankenberge' – Hugo Matthysen; 'Coming To America' – Jay & The Americans; 'De Rode Duivels gaan naar Mexico' en 'De Rode Duivels gaan naar Rio' van Will Tura; 'Der Weg nach Winnipeg (My Little Darling)' – Bobbejaan (Schoepen); 'Een student uit Heidelberg' en 'Er staat 'n huis in de bergen van Majorca' van Bobbejaan Schoepen; 'Manhattan' – Robin Sarstedt; 'Naar Tahiti' – Bobbejaan Schoepen; 'Pompeii' – Beirut; 'Quand on parle de Paris' – Bobby Jann (Bobbejaan Schoepen); 'Quebec City' – Mahavishnu Orchestra; 'Shenandoah (The Wide Missouri)' – Roy Orbison; 'Vlaanderen feest' – Willy Sommers; 'Wat doet een cowboy in Amsterdam' – Bobbejaan Schoepen.
17 onvindbare nummers die het totaal op 1034 zou gebracht hebben!
Sinds 1 juli 2021 is er een nieuwe reeks op deze muzikale tijdlijn te beluisteren. Een hele verzameling liedjes met in de titel de naam van steden, gemeenten, (ei)landen, provincies, deelstaten, werelddelen, bekende straten of parken, waterlopen, bergen, heuvels, en zelfs fictieve, mythologische of legendarische plaatsen op aarde.