Foto
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • praktisch
  • bloemen
  • vogel
  • de jonge
  • lied
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Altijd in beweging met van alles en nog wat...

    07-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.liefde

    Een gedicht van Jan Jacob Slauerhoff 1898-1936

    Landelijke liefde III

    Het regende in de avond, zacht en tergend.
    Overgebleven bloesems bezwijmden.
    Wij gingen samen, verlangens verbergend
    Nog niet beleden, niet meer geheim,

    Los van elkander, toch gedurig
    Toenaadring zoekend - uit de wijde
    Onzekerheid ontstond geen vurige
    Plotslinge ontroering die ons bevrijdde;

    Ingenomen bij 't gaan in de nevel
    Door een vege betovering
    Die onvervuld bleef en overging
    In een verzwegen, verbeten wrevel.

    't Was of angstwekkend snel en schril
    Liefde in onze zielen dorde.
    Zij nam haastig afscheid, dacht: ‘Ik wil
    Liever nog niet gelukkig worden.’

    Nu is het te laat, waarom toen niet door
    Onverhoeds aanrakende monden
    En armen om bevende schouders gewonden
    't Geluk ontbonden, nu voorgoed teloor?

    Saturnus (1930)

    schrijver

    07-05-2018 om 21:44 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.liefde

    Een gedicht van Jan Jacob Slauerhoff 1898-1936

    Landelijke liefde II

    Op de golven vindt de zon verstrooiing,
    Langs basaltblokken en sloepen voor
    Anker trekt de vloed een vage voor,
    Zacht schuim spoelt tegen de stenen glooiing.

    Achter moerbeiboomen ligt haar huis,
    Een hardstenen, hoogbegroeide hoeve.
    Door de moestuin naar de lage oever
    Daalt een pad van blinkend schelpengruis.

    In de gevelspits heeft zij haar kamer:
    Schuins verloopt de zware bruine balk
    Naar een muur van schilferende kalk.
    Kamerrozen staan voor beide ramen.

    'k Weet haar levenswijs: namiddags laat
    Ligt zij stil in de omsloten zwoelte
    En geniet zich in ontblote koelte,
    Of verwisselt langzaam van gewaad.

    Ik hoor tonen, ver, als door een kier;
    Zit ze niet van Sylvia te zingen
    Met die stem van herfst en schemeringen
    Voor het langzaam en ontstemd klavier?

    Wonder zou dit zijn: haar weer bezoeken,
    'n Andre, of de vroegre weer te vinden:
    Grillig droef of innig onverschillig.
    Nam ze 't leven, wacht ze nog gewillig?
    Ik zal het geluk maar liever zoeken
    Achter de einder, in de verte, in den blinde.

    Saturnus (1930)

    schrijver

    07-05-2018 om 21:43 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    05-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.liefde

    Een gedicht van Jan Jacob Slauerhoff 1898-1936

    Landelijke Liefde I

    Wij stonden gebogen over de vliet;
    Daaronder leken onze gezichten
    Ziende uit een toekomst, toen een lichte
    Rimpeling ons glimlachen liet:

    Ons spiegelend zoals wij niet
    Meer konden zijn. Nooit meer? Ik vroeg haar:
    ‘Laat alles worden zoals vroeger.’
    Zij gaf geen antwoord. Haar voetje stiet

    Een steen in 't water en terstond
    Verdwenen we. Zo was het altijd:
    Verschijnen, verdwijnen, weerzien, afscheid,
    Zoeken in elkaars ogen en mond.

    Een zoen, niet bij machte kortstondige weelde
    Te geven, die alleen het voorgevoel
    Van het wellicht voor 't laatst te doen
    Een zekere ernstige wellust verleende.

    Saturnus (1930)

    schrijver

    05-05-2018 om 22:30 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    04-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.aan zee

    Een gedicht van Aart van der Leeuw 1876-1931

    AAN ZEE

    0 voorjaarszee, de hyacinthe,
    Dit strand, het zuidlijk warm getinte, 
    Hier moesten Griekse vrouwen gaan, 
    Diepzingende op de cimbels slaan, 
    En roepen of het kindje kwam,
    Druifpurper op een brandingskam, 
    Herboren Dionysos,
    Die lente brengt naar Argos.

    Zij wisten, wachtend voor het water,
    Haar vreugd van nu, haar dorst naar later,       
    Haar smachten naar bevrediging
    Een vorm te geven, lieveling
    En god, die aan haar moederhanden
    Naakt in zijn wiegje wilde stranden. 
    Ik kan het beeld niet vinden,
    Om mijn verlangst te binden.

    Leeg strek ik de armen - dampen dekken, 
    Blozend en dicht als rozenhekken, 
    De poorten van de horizon; 
    Daarachter welt wellicht de bron, 
    Waaruit de wonderen ontspringen, 
    Die aan mijn kloppend hartedringen 
    De klare vrede geven
    Van hun ontraadseld leven.

    Is het een vrucht, zijn 't vreemde bloemen, 
    Een zucht waarin de bijen zoemen? 
    Of, van Cythera losgewoeld,
    Een eiland, dat naar hier gespoeld, 
    Het gloeien zijner lustpriëlen
    In weerschijn op de zee doet spelen, 
    En vol van vogelstemmen
    Groen naar de kust komt zwemmen?

    Of roeien uit de mist meerminnen 
    Haar peerlend lijf op koele vinnen?
    Of blijft mijn wens gestalteloos,        
    Iets zilts, jets zonnigs, mateloos
    In alle ruimten uitgegoten,
    En hoef ik enkel mij te ontbloten,        
    Mijn borst en mijn verlangen,
    Om deze schat te ontvangen?

    Herscheppingen (1911 - 1916)

    schrijver

     

    04-05-2018 om 22:13 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    03-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bruid

    Een gedicht van Karel van de Woestijne 1878-1929

    De bruid zegt:

    Hoe wordt mijn lippe week
    van honig-smaak?
    – ’t Is of ‘k met tanden-reek
    uw tanden raak...

    Hoe zijn uw ogen klaar
    van vreemde schijn!
    ‘k Zie er me lévens-waar
    spíeglend in zijn...

    ‘k Hou mijne leden, als
    ware ik beschaamd…
    – Uw adem, om mijn hals,
    die zoelig aêmt...

    - Is het een lente-gloed
    die door me gaat?
    Hoe toch uw strak gelaat
    me rillen doet...

    …’k Voel me zo vreemd, – zo vreemd
    bevángen zijn…
    Uw stille stemme fleemt
    als zoete wijn.

    Stille zangen

    schrijver

    03-05-2018 om 22:08 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    02-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.redding

    Een gedicht van Barend Klijn 1774-1829

    Redding

    Redding! zaligend verblijden!
    Redding! zegen van het lijden,
    die de borst van vreugd doet slaan;
    door uw diepe zielontroering,
    door uw zalig hartontsnoering
    roepen wij met geestvervoering:
    ‘Wat God doet, is welgedaan!’

    Redding! wellust na de smarte!
    O hoe schokt gij thans ons harte,
    en ontwringt ons traan bij traan!
    Al dat eindloos zielverschrikken
    schijnt thans 't leed van ogenblikken,
    wordt de bron van 't hoogst verkwikken:
    ‘Wat God doet, is welgedaan!’

    Ja, de gruwlen zijn gewroken;
    de aard, niet meer in 't stof gedoken,
    ziet verrukt de hemel aan;
    hoort de jubeltonen schallen;
    naast hun honderdduizendtallen
    moest geweld en heerszucht vallen;
    ‘Wat God doet, is welgedaan!’

    Plekje gronds ons allen heilig!
    Plekje gronds waar eenmaal veilig
    wieg en bakermat mocht staan!
    Vaderland! uw gruweldagen,
    al uw jammren, al uw plagen
    zag gij van uw bodem vagen...
    ‘Wat God doet, is welgedaan!’

    Vaders! Moeders! al uw wenen,
    al uw zielangst is verdwenen,
    dankend ziet ge uw kroost weer aan;
    in uw tranen, angst en zorgen,
    aangegroeid bij ieder morgen,
    lag wat u thans streelt verborgen;
    ‘Wat God doet, is welgedaan!’

    In de losgebarsten stormen,
    in hun aarde en lucht misvormen
    lacht ons nieuwe leefkracht aan;
    't vruchtbaar veld eist moeilijk ploegen;
    zielrust volgt het drukkend zwoegen;
    uit de vrees ontkiemt genoegen;
    ‘Wat Goed doet, is welgedaan!’

    Ja, mijn vrienden! wat in 't leven
    ons doet hopen, ons doet beven,
    of ons moedloos stil doet staan;
    hoe gedrukt door 't naar ontberen,
    of verblijd om 't lot verkeren,
    altoos zal ons de uitkomst leren:
    ‘Wat God doet, is welgedaan!’

    schrijver

    02-05-2018 om 22:11 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    01-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nacht

    Een gedicht van Jan Luyken 1649-1712

    Op 't hoogste van de nacht

    Op 't hoogste van de nacht, na 't zinken en voor 't krieken
    Des dageraads, wanneer de slaap die 't al verblindt,
    Met Mankop om de kruin drijft op zijn vale wieken,
    En d' ijdle dromen, door een fluisterende wind
    Ten olm-boom uitgejaagd,
    Door al de wereld vliegen,
    Om al wat hersens draagt,
    Met schaduw te bedriegen,
    Met list te domplen in een treur- of vreugde-stroom,
    Toen viel mijn geest te beurt deze allerschoonste droom.

    Mijn Laura, die ik min, kwam in mijn slaapzaal treden,
    Met liefelijk gelaat en moedernaakte leên,
    Een kleedje alleen bedekte haar heupen naar beneden,
    't Hing al van melk en bloed en maagdenwas aaneen:
    Een windje op haar verliefd,
    Ten venster ingeslopen,
    Bedreef een stoute dieft
    En spreidde 't kleedje open,
    Daar zag men dat een mens, hoe koud, zette in een vlam:
    Men zegt, dat Venus zo weleer ten oordeel kwam.

    Zij naderde mijn koets; wat hart was niet bewogen
    Geworden, door zo schone en goddelijk een zwier?
    De liefde bliksemde uit haar bruine en draaiende ogen
    En zette al de zaal in lichte vlam en vier;
    Zij lachte en greep mijn hand,
    Mijn boezem sloeg aan 't beven;
    't Hart zwoegde door de brand;
    Ik zwijmde en blies het leven
    Op rozenlippen uit; maar och! hoe onverwacht,
    Vond ik mij toen gewaakt in ene donkre nacht!

    Duytse lier (1671)

    schrijver

    01-05-2018 om 21:50 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    30-04-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.kom

    Een gedicht van Emanuel Hiel 1834-1899

    Kom, lieve mei.

    Kom lieve lente, tover
    de bomen weder groen,
    dan kan ik, onder 't lover,
    een wandelingske doen.

    Laat weer aan 't beekje groeien
    de kleine violet,
    ik zie zo geerne bloeien
    wat zedig is en net.

    't Is waar, de winterdagen
    verschaffen ook plezier,
    men kan door 't ijs dan jagen
    in tomeloze zwier.

    Maar de arme mensen strijden
    zo fel met hongerpijn,
    waar mijne broeders lijden
    kan ik niet lustig zijn.

    Doch 't geen mij meest doet treuren
    is Liza's droefenis,
    ze smacht naar 't bloemengeuren
    gelijk de snoek naar vis.

    Nu zit zij op haar bankske
    als 't hoentje op zijn ei;
    ik kus haar blozend wangske
    en spreek haar van de mei.

    De mei, die bloem en lover,
    verspreidt door 't kale land,
    die als een vogelrover
    zijn wondernetten spant,

    die lokt met gulle zangen
    en streelt met zoele wind,
    om 't jonge hert te vangen,
    dat hij vol liefde vindt.

    O, schone mei wil komen,
    wil komen, schone mei!
    dan kan mijn Liza dromen
    zo zalig in de wei.

    En breng ook met u mede
    het honigzoet jolijt,
    geluk, en spijs en vrede
    voor al wie hier nog lijdt.

    Gedichten 1861-62 (1863)

    schrijver

    30-04-2018 om 21:55 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    29-04-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.kind

    Een gedicht van Karel van de Woestijne 1878-1929

    Kind met het bleek gelaat

    Kind met het bleek gelaat, dat van uw wijde blikken
    geen liefde in mat gebaar noch in lede ogen ziet,
    maar in uw zedig kleed uw knieën weet te schikken
    zó, dat me te elken male een laaie drift doorschiet:

    gij zult het nimmer aan mijn vrome woorden weten
    hoe mijn begeren om uw kleren dolen dorst;
    maar ìk draag in me-zelf de wonde, zelf gereten,
    waarvan de koortse rilt en davert door mijn borst.

    Want 'k heb de straffe zélf in 't lillend vlees geslagen;
    ik heb een spijt'ge spot gehamerd in mijn brein...
    - Gij echter, ga voorbij, arm kind, en zónder vragen:
    ik haat u om dees geert', die 'k minne om deze pijn...

    De modderen man (1920)

    schrijver

    29-04-2018 om 17:20 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    28-04-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.geglimlach

    Een gedicht van Willem Kloos 1859-1938

    GEGLIMLACH

    De mensen doen, maar weten niet waaróm
    Zij doen, en zitte' in hun eentjes te wegen,
    Hoe zij het meeste van het leven kregen,
    't Leven dat langs hen gaat en ziet niet om, —

    Hopen en haken of er niet wat kom,
    Voelen hun hartjes van blijdschap bewegen,
    Stil in hun lekkere bedjes gelegen.. .
    Maar áls 't wat geeft, dan houden zij zich dom:

    Dan kijken ze uit een paar onschuldige oogjes,
    Willen niet, maar willen wel, en zijn bleutjes...
    't Leven zegt: „zo! .." en neemt het weer weerom.

    0, geef elkaar zo even maar wat droogjes
    Oogjes en schuintjes en vriendlijke peutjes,
    0, mensjes lief, wat zijn wij allen dom!

    Verzen (1931)

    schrijver

    28-04-2018 om 21:41 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    27-04-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vaderland

    Een gedicht van Hieronymus van Alphen 1746-1803 

    De liefde tot het vaderland

    Al ben ik maar een kind,
    Toch wordt mijn Vaderland van mij op 't hoogst bemind;
    Ik werd er in geboren;
    Ik heb er drank en spijs;
    Ik mag er onderwijs
    Van wijze meesters horen.
    Ik heb er ouders, vrienden in,
    Die ik met al mijn hart bemin;
    Ik kan er veilig wonen;
    Dies zal ik dankbaar mij betonen;
    En, worde ik eens een man,
    Zo nuttig zijn voor 't land, als ik maar wezen kan.

    Proeve van Kleine Gedigten voor Kinderen (1778)

    schrijver

    27-04-2018 om 22:14 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    26-04-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.verzadiging
    Een gedicht van Jan Jacob Slauerhoff 1898-1936

    Verzadiging

    De lange achtermiddagen aan boord
    Waarin de zon op vale golven gloort,
    Tussen de wolken uit, of door een lek
    In 't hemeldak licht droop op 't gore dek.

    De lege achtermiddagen aan boord
    Waarin de zon, door een gesloten poort,
    Tussen de spleet in 't saaien kooigordijn
    Op een portret valt als een streep karmijn.

    Dra wordt de lucht in de bedompte hut
    Duf door de eigen adem als men dut
    En toch het verre slaan der glazen hoort,
    De stille achtermiddagen aan boord.

    Des nachts op wacht ziet men de sterren schijnen
    En kan men soms met andre schepen seinen,
    De blik wordt aangetrokken door een koord,
    De lange achtermiddagen aan boord.

    Een slingrend koord, men moet er niet aan denken
    Het leven dat ons kwelt, een dag te schenken,
    En toch gaan de gedachten met dat koord
    Mee op en neer, de middagen aan boord.

    Een eerlijk zeemansgraf (1936)

    schrijver

    26-04-2018 om 22:13 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    21-04-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.landschap

    Een gedicht van Johan Stellwag 1876-1949

    LANDSCHAP

    0, verre beemden, draagkracht mijner vreugde.
    Er staat een reiger met mijn blik te staren:

    Een visser schrijft de lijn der piramiden
    En knielt voor zoeten Boeddha, nu hij inlegt.
    De Griekse krekel des te luider roept,
    Nu 't christlijk vesper de avondkerkklok luidt.
    Eens leg ik af de oogopslag der ziel..
    'k Reik u de hand, mijn allerschoonste najaar.
    0, wilt dan gij, die dan dit land bezwerft,
    Luid zingen dit mijn lied, dat rijmloos blijft.

    De Nieuwe Gids, jrg. 52 (1937)

    Illustratie: Griekse krekel

    schrijver

    21-04-2018 om 22:00 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    20-04-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bomen

    Een gedicht van Constantijn Huygens 1596-1687

    Bomen

    Van stomme schepselen en weet ik geen als bomen,
    Die onze biddende gedaante nader komen:
    Wij strekken evenzo ons handen hemelwaart;
    Maar onze wortelen zijn machtig vast in d' aard.

    Gedichten. Deel 7: 1661-1671

    schrijver

    20-04-2018 om 22:13 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    17-04-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.blijheid

    Een gedicht van Aart van der Leeuw 1876-1931

    Blijheid.

    Kom broeder, snijd het riet
    In ongelijke pijpen,
    Dat fluks tot vrolijk lied
    Uw vruchtloos zuchten rijpe.

    Dit riet had oók zijn tijd
    Van wenen over waatren,
    Nu zij 't aaneengerijd,
    Dat wíjsjes daaruit klaatren.

    Vrees niet met juichgefluit
    Uw zwijgend leed te ontwijden;
    Het valt tóch eens ten buit
    Aan ’t alverwinnend blijde.

    Heeft lang genoeg de halm
    Zijn klaagzang uitgeruist,
    Dan broeder, wek de galm
    Die diepst in ’t hart hem huist.

    Liederen en balladen (1911)

    schrijver

    17-04-2018 om 21:54 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    16-04-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ween

    Een gedicht van Kral van de Woestijne 1878-1929

    Ween aan mijn borst

    Ween aan mijn borst den schat der tranen
    die rijk me maken van uw leed,
    ik die van wankelende wanen
    als gij het talmend smeken weet;

    ik die, mijn kind, op andre schouder
    om eendre vreze heb geschreid,
    maar van elke onmacht oud en ouder,
    weer om een nieuwe hope lijd;

    ik die het goud van alle transen
    voor de as van oude zonnen ken,
    maar van elk glorend morgen-glanzen
    de huiverende minnaar ben...

    Ween uwe tranen, lange en lijze,
    die van uw lijden rijk me maakt:
    straks ziet ge in 't oog des levens-wijzen
    hoe stééds de wanen-lampe waakt...

    Het huis in de stad  (1908-1909)

    schrijver

    16-04-2018 om 22:28 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    15-04-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.verjaring

    Een gedicht van Abraham de Haan 1707-1748

    TER VERJARINGE VAN DE HERE DIRK WILLINK.

    De snelgevlerkte Tijd vervliegt gelijk een stroom;
    De dagen gaan voorbij of ’t ogenblikken waren,
    En al 't voorledene, in een eindloos ruim vervaren,
    Ontvlucht ons vlot verstand gelijk een ijdle droom.

    ’k Heet uw geboortedag, ô WILLINK! wellekoom,
    En zie verwonderd op de snelheid onzer jaren:
    'k Zal wederom mijn wens eenvoudig openbaren;
    Al klinkt hij laag, uw gunst beneemt mij alle schroom.

    Beleef noch menigwerf de blijde dag van heden!
    Gewen uw jonglingschap aan deugd en eerbre zeden!
    Koop, koop de vlugge tijd tot dees betrachting uit!

    Zo zal de Heiland, wiens geboortefeest wij vieren,
    Met u verenigd, u met gloriekronen sieren‚
    Ter plaats, waar de Eeuwigheid de loop der tijden stuit.


    De 26e XII van Wintermaand MDCCXXXI

    15-04-2018 om 10:15 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    13-04-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zomerweide

    Een gedicht van Albert Verwey 1856-1936

    Zomerweide.

    De blanke koeien waden 't weigras door,
    Uit hoge hemel daar een wolkbank ligt
    Straalt trillende op koe-ruggen zomerlicht,
    't Gras ripplend krijgt een esmerauden gloor.
    Warm vlakt de vaart daar 't groene riet langs spicht,
    Golf deint en spoelt, trekt zijn geglinsterd spoor
    Stoomboot in stroom en stuurt de schomling door
    Die 't riet doet ruise' en glinstren elke schicht.

    De middagstilte is in mijn brein en warm
    Voel ik mijn leên gezwoll'n en strek mij gaarn
    Bij wat'r en wei die lijklijk luide zijn.
    't Hoofd achterov'r ontwaar 'k een bleke lijn
    Tussen mijn wimpers, 'k hef een lome arm,
    En hoor wijl 'k slaap de grote boten vaarn.

    schrijver

    13-04-2018 om 19:42 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    12-04-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.remedie

    Een gedicht van Pieter Langendijk 1683-1735

    Remedie tegen de dronkenschap

    Een predikheer, gewoon de dronkenschap te laken,
    Bestrafte deze zonde omtrent twee uren lang.
    Het volk dacht dit geteem zal nooit ten einde raken;
    Deez' droop de kerk uit, en die wachtte na de zang,
    Daarna stond ieder op, voor 't eind der predikaatsje;
    Hierop keert Dominee het uurglas nog eens om,
    En roept: blijf likkebroers hoe zijt gij zot of dom?
    Neem afscheid met fatsoen, dit is het laatste glaasje.

    Gedichten (1751 - 1760)

    schrijver

    12-04-2018 om 19:51 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    11-04-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bijen

    Een gedicht van Karel Ledeganck 1804-1847

    De bijen op de boekweit

    Hoe overschoon is de aard' getooid!
    Hoe rijk ligt haar gewaad ontplooid 
    De velden, breed en uitgestrekt,
    Staan in hun zomerdos gedekt:
    Een prachtig kleed van bont fluweel;
    En 't oog, waarheen 't zich wende of keer',
    Poost zacht als op een glanzend meer
    Van geel en groen en groen en geel!

    En wie telt de bijen op al dat gebloemt'?
    En wie meldt het wonder, dat zij daar verrichten?
    De mens, om vernuft en vermogen beroemd,
    Wat ken hij, bij 't geen de natuur weet te stichten 
    Wat 's pracht van vorstinnen bij leliënschoon,
    En maatklank van snaren bij vogelentoon?
    Wat 's kleur van 't paneel bij de vuurglans, die wiegelt
    Op 't water, wanneer er de maan zich in spiegelt

    En wat ooit de scheikunst te mengen bestond,
    Om 't fijne verhemelt' des mensen te strelen,
    Om wellust te plengen in d' opene mond,
    Om vreugde des harten voor laafnis te delen;
    Nog nooit schiep de onmachtige een korrelke graan,
    Nog nooit deed ze een enkele wijndruif ontstaan;
    Zij perste nog nooit uit de kelken der bloemen
    Dat godengeschenk, dat wij honigraat noemen!

    Welnu, deze honig, dat manna der aard,
    Zo rijk in bet bloeisel der boekweit verborgen,
    Wordt dáár door de nijvere bijen gegaard.
    Zij streven en zweven van vroeg in de morgen,
    En dwalen en dalen in gretige luim,
    En domlen en schomlen als homlen door 't ruim,
    En kruipen en sluipen in kelken en bladen,
    En vliegen dan been, met haar' buit overladen

    Pus opent de boekweit, zo haast als de zon
    De tengere knop op haar stam doet ontbloeien,
    Totdat zij verdort, ene levende bron,
    Waar kostbare beken van honig uit vloeien!
    En als men op d' akker geen garven meer telt,
    Blijft zij nog de lust en 't sieraad van hot veld;
    Kleedt zij nog de beemden in lachende kleuren,
    Vult zij nog de omtrek met smeltende geuren!

    schrijver

    11-04-2018 om 21:40 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!