Foto
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • praktisch
  • bloemen
  • vogel
  • de jonge
  • lied
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Altijd in beweging met van alles en nog wat...

    17-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dood
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Helene Swarth 1859-1941

    Dood

    En statig dalen, slank in blank gewaad,
    Maagdengestalten, in de maneschijn,
    Van brede marmertreden, tot waar staat
    Een blanke baar, - in 't kistje een kindekijn.

    't Ligt wit en weerloos op het wit satijn,
    Een sneeuwwit rozenkransje om 't lokkenblond.
    De stille glimlach van wie zalig zijn
    Trilt, als een vlinder, om zijn vredemond.

    De blanke maagden naadren, éen voor éen,
    En kussen 't kindje en geven 't elk een palm
    En gaan dan heen, met klacht en zacht geween,
    Achter een zwarte voorhang. - Nu is 't kalm...

    En zeven kaarsen branden in de zaal
    En zeven lelieën bloeien om de baar.
    En ver, in 't woud, weeklaagt een nachtegaal
    En weent een vedel: ze antwoorden elkaar.

    De Gids jaargang 1892

    17-01-2011 om 22:13 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    16-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.denken
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Jan Prins 1876-1948

    IK DENK AAN U

    Ik denk aan u zoals gij waart, toen de eerste maal
    ik uw gestalte donker op zag komen tegen
    het licht gewemel in de feestelijke zaal,
    en ik van uw gelaat mijn welkom heb gekregen.

    ‘k Hoor van uw woorden nog ’t beminnelijk onthaal,
    ik zie, bij ‘t golvend gaan, de ranke leest bewegen,
    en dat gebeiteld schoon, dat in ’t rijk gestraal
    der luchters blonk, de rand van uw gewaad ontstegen.

    De schouders glooien op. De hals, een blanke zuil,
    gaat in ’t gedreven licht der tedere lokken schuil
    die, fel doorschitterd, er de matte glans van doven:

    Zo smelt voor ’t middagvuur de witte wolk. Zo laat,
    wanneer de morgenbleekte in ’t eerste goud vergaat,
    de lucht haar vochtig waas zich van de zon ontroven.

    Tochten (1911)

    16-01-2011 om 21:47 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    15-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.afgeluisterd

    Een gedicht van E. Laurillard 1830-1908

    Een afgeluisterd gesprek

    In de tram wordt plaats genomen
    Door een man, die hijgt naar lucht,
    En wiens ademen 't geluid maakt
    Van een diep en zwaar gezucht.

    In haar Amsterdamse taaltje
    Zegt alras een burgervrouw:
    "Uwé schijnt benauwd te weize!"
    En de man zegt: "Ja, juffrouw."

    "Jonges, jonges", spreekt ze verder:
    Wat 'n mins wel geife sou,
    Om van sou ies of te komme!"
    En de man zegt: "Net, juffrouw."

    "Maar der is niet heil feul baat vour",
    Zegt ze; "Sou gefatte kou
    De oorzaak zijn? Je kan niet weiten."
    En de man zegt: "Nee, juffrouw."

    "'k Heb 'n swager, net as uwé,
    Die s'n borst is ook sou rouw;
    En wat heb die al verdokterd!"
    En de man zegt: "Zo, juffrouw."

    "Onlangs had ie nog so'n vleuchie,
    Dat j'ies beiters wachte sou;
    Maar 't is nou al weir feul slimmer."
    En de man zegt: "Toch, juffrouw?"

    "Sie je, ik denk, de doud is 't endje,
    Wat je ook al prebeiren wou!"
    En de man stapt uit de wagen,
    Met de groetenis: "Dag, juffrouw !"

     

    15-01-2011 om 21:20 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    14-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.duinen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Augusta Peaux 1859-1944

    In de duinen

    Daar is het blanke zonlicht overal
    en vult de dag zijn beker tot de rand .
    Hij spiedt de kleuren, die in 't fijn kristal
    spelen, als in een kelk van diamant .
    Lichtdruppen storten in een parelval ;
    hij ziet niet, hoe zijn achteloze hand
    de blanke lichtdauw spilt, een zilverval
    van zon op witgrijs zilvermos en zand .
    Stil ligt hij in de diepe duinendel
    - een krekel sjirpt, blank zaagje, fijn getand -
    Hij ligt te turen naar het kleurenspel
    en 't dof oud-zilver van de schaduwkant

    14-01-2011 om 15:37 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    13-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.jaren
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van G.W. Lovendaal 1847-1937

    Na Jaren

    Hij toog naar vreemde landen
    Met groene wandelstaf;
    Na jaren kwam hij weder;
    Toen viel het herfstloof af.

    Aan 't huisje van zijn moeder
    Daar bleef de zwerver staan staan;
    De kinderen weken bange,
    De heemhond gromde 'm aan.

    Hij keek naar 't oude venster,
    Hij keek naar 't oude dak:
    Hij hoorde een vreemde spreken,
    Waar eens zijn moeder sprak.

    En ogen spiedden, vragend,
    En schuw, door 't vensterglas;
    't Leek alles hem zo vreemd nu
    Wat eens zo innig was.

    De gele linde glimlachte
    In 't avondrood zo moe,
    En stak de vriend van vroeger
    Trouwhartig de armen toe.

    En zij sprak nog haar tale
    Met de eigen innigheid,
    En neurde op de oude wijze
    Een lied uit vroeger tijd.

    13-01-2011 om 10:51 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    12-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.eenzaamheid
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Jan van Nijlen 1884-1965

    Eenzaamheid

    De mens is eenzaam tot en met zijn dood.
    Nooit is één liefde, nooit één vriendschap klaar,
    En, zelfs geboren uit dezelfde schoot,
    Zijn wij nog vreemden voor elkaar.

    Wat weet ik van mijn zuster en mijn vader,
    Wat van mijn moeder en mijn eigen kind?
    En is mijn vrouw mij altijd zoveel nader
    Dan de arme meid voor 't eerst bemind?

    Nooit kan een hart een ander overwinnen;
    Van lief tot minnaar en van mens tot mens
    Kunnen wij nooit geheel volmaakt beminnen;
    Er is altijd een kloof, een grens.

    't Is niet eens zeker dat de dood verenen
    Kan wat het leven onmeedogend scheidt,
    En er bestaat niet, van Parijs tot Wenen,
    Een koffiehuis 'In de Eenzaamheid'!

    12-01-2011 om 10:50 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    10-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de mama
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Edgar du Perron 1899-1940

    De mama

    Het meisje dat mij goed wou maken is verloofd,
    en haar verloofde een méér dan nette jongen,
    maar de mama weet wat een zoen kan doen.
    Pas op! daar komt veel niet te pas,
    al is een zoen
    een zoen.

    Mevrouwtje, wil niet denken
    van uwe dochter kwaad.
    Wie kwaad denkt van uw dochter,
    die is een onverlaat.
    Daar 's boosheid in de klok die tikt,
    want klok die tikt is klok die pikt,
    voor 't schuldige geweten.

    Wat kwaad heeft toch deze dame gebrouwen,
    dat zij haar dochtertje niet kan vertrouwen?
    Zo kuis?
    Zó kuis?
    Daar is iets met deze dame
    NIET pluis.

    Parlando (1930)

    10-01-2011 om 11:13 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    08-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.winter
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Edward Koster 1861-1937

    Winter

    De fijne rijm bedekt nu boom en plant
    En ’t stijf-gestolde water, spiegelglad,
    Kaatst hel de zon terug van ’t glanzig pad,
    De blanke sneeuw ligt blinkend op het land.

    En aan de langzaam-glooiende oeverkant
    Steekt nederig een klokje ’t groen blad
    Naar boven, koest’rend zich in ’t zonnebad,
    Een dun, groen lintje op hermelijnen rand.

    De lucht is fijn en helder, diafaan,
    En trilt van ’t zuiver-schitt’rend zonnevuur,
    Der blauwe heem’len stralend-gouden vaan.

    De lieve blankheid maakt de held’re dag,
    En tooit met klare schoonheid de natuur,
    Die lange tijd in doodse misten lag.

    Eerste gedichten

    08-01-2011 om 16:38 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    07-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ogenblik
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Herman Gorter 1864-1924

    Een ogenblik

    'k Heb mijn oor tegen zoveel stemklokken geleend,
    mijn mond is door zoveel winden gegaan,
    ik heb toch zoveel lachen meegemeend,
    bij toch zo heel veel dingen heb ik stilgestaan

    -

    tot ik bij u kwam, o mijn schitterlief,
    mijn edelsteenhand, u mijn oogelief,
    mijn vonkend rad, mijn vogel vliegend vuur,
    mijn schitterlief van altijddoore duur -
    en tot de wereld die zo in mij was
    verzameld vroeger als in spiegelglas,
    werd gij - ik heb het alles opgehoopt
    tot u, het is in u gedoopt
    als brandend hout in vuur,
    o mijn licht schitterlief van altijdduur -
    zijt gij daardoor misschien zo opgeblonken,
    liefdesherinnering tesaam gezonken? -
    ik sta rondom u als een vaste muur,
    en samen spelen uw licht en mijn getuur.

    Verzen (1890)

    07-01-2011 om 14:19 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    05-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.doodsbed
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Frederik van Eeden 1860-1932

    Ik lig op mijn stil-doodbed

    Ik lig op mijn stil dood-bed, heel alleen,
    ik weet het wel: - nu zal het hart gaan breken;
    uit mijn onheelbre, wijde wonde leken
    de trage, donkre droppen, één voor één.

    In drop bij drop vloeit mijn rijk leven heen,
    ik wacht het stil, - zie naar het staag verbleken
    der kleuren mijner wereld, - zij geleken
    zó onverganklijk, - nog zó kort geleên.

    Daarbuiten wachten dorre bomen, zwart
    in schitterkou der wijde winternacht,
    hoe nu mijn grote Smart verstenen gaat,

    en in een akelige lach verstard,
    houdt aan de sterrenloze Hemel wacht,
    dood-koud en steen-bleek, 't ronde maan-gelaat.

    Ellen, een lied van smart (1891)

    05-01-2011 om 16:46 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    04-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.winter
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Reinier van Genderen Stort 1886-1942

    De winter is nu eindelijk gekomen

    De winter is nu eindelijk gekomen,
    En beemd’ en woud zijn wit van sneeuw en rijp,
    Bevroren zijn de vlieten en de stromen,
    Verdord is al wat vruchtbaar was en rijp.

    Een loden hemel drukt thans op het land,
    Nu sluimert Moeder Aarde haar lichte sluimer,
    Dra komt de tijd waarin de zon weer brandt,
    De dagen lengen, ook het zicht wordt ruimer.

    Straks bloeien weer jasmijnen en seringen,
    O hof, waarnaar ik zo lang heb gesmacht,
    O tijd van tranen, kreten, handen wringen,
    Verstomd is eens voor al uw lange klacht.

    Najaarsvruchten (1936)

     

    04-01-2011 om 14:21 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    02-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.berijmd
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van J.J.L. ten Kate 1819-1889

    Voor een berijmd verhaal

    Wilt gij een berijmd verhaal?
    Neem een Ridder in het staal
    En een Jonkvrouw in 't scharlaken.
    Laat hen in een lange smart
    Op een ijzren vaderhart
    Langzaam trekken tot ze blaken.

    Neem een heks of anderhalf
    Met een dosis toverzalf
    En een paddestoel of veertien.
    Smeer ze op Hem en 't Maagdelijn,
    Tot ze broer en zuster zijn,
    En malkaêr niet willen weerzien.

    Scheid ze dan in tranen af,
    Giet een helft op 't Heilig graf,
    De andere in een kloostercelletje.
    Laat ze dampen tot een spook;
    Dood daarna de vader ook:
    En vouw ze om een ulevelletje!

    02-01-2011 om 16:14 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    01-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.O dood
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van P.N. van Eyck 1887-1954

    O, dood geheime nachtegaal

    O dood, geheime nachtegaal
    Die in de donkre hagen zingt
    Uw nooit ontraadselbaar verhaal
    Dat tot in ‘t diepst der harten dringt,

    En lokt ons beiderzijds van ‘t pad
    Over het dompe dove mos
    Voort van de wemellichte stad
    Naar ‘t ver en stil en duister bos, —

    Ik volg u, dood, zing gij mij voor,
    Ik zal niet talmen aan de zoom,
    Dat ik de laatste sterrengloor
    Ontvinge voor mijn laatste droom.

    Wat is herinnering van licht?
    Ik ben tot duisternis bereid.
    Onhoorbaar sluit de nacht zich dicht...
    Mijn ziel wordt vol van eeuwigheid.

     

    01-01-2011 om 21:52 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    31-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wens
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Guido Gezelle 1830-1899

    Ik wense u

    Ik wense u een jaar, dat zacht als zijde is ;
    Ik wense u een jaar, dat blank en blijde is;
    Ik wense u een jaar, dat ver van krank is,
    Een deugdelijk jaar zo breed als ’t lang is;
    Ik wense u een jaar, dat als ’t voorbij is,
    Een zalig jaar voor u en mij is.

    Jaarkrans (1893)

    31-12-2010 om 12:06 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    29-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.manteling
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van P.C. Boutens 1870-1943

    In de manteling bij Domburg

    In de spanne luwe stilte
    In de wieg van ’t glooiend mos
    Lig ik: boven vaart de zilte
    Zeewind over ’t neigend bos.

    Al de toppen wuiveblinken
    In der zonne gouden lust,
    Wijl de dorre bladers zinken
    Om mij heen tot rosse rust.

    IJle vogelvluchten rissen
    Achter weemlend twijgenweb:
    ’t Zijn de meeuwen die gaan vissen
    Met de wederkeer der eb...

    Ieder jaar wordt sneller ouder,
    Vroeger avondt elke dag,–
    Maar mijn hoofd ligt aan uw schouder
    En ik hoor uw harteslag.

    Boven drijft het leven over,
    En geen schijn of schaûw ontgaat:
    Elke siddering in ’t lover
    Spiegelt over uw gelaat.

    Als een god die zou beluistren
    Aards gerucht uit hemels vreê,
    Hoor ik uwen adem fluistren
    Door de stem van wind en zee

    29-12-2010 om 16:57 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    28-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.terreur
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een hartenkreet van An Terlouw. Mijn reactie op dez hartenkreet is dat een mens alleen maar oorlog is, mits de mens de vrede in het hart heeft gevonden bij de kribbe van Bethlehem! Zo'n vrede gaat alle verstand te boven...maar buiten dit alles is er geen ware vrede! We kunnen wel vredelievend van aard zijn! Dat wel! Maar de boze wil altijd zorgen voor een rel!

    Terreur van Kerst

    Gek eigenlijk dat
    er een reden moet zijn,
    om vrede te voeren,
    gek eigenlijk
    dat er maar 2 dagen
    sprake is van vrede,
    en juist op die dag
    zijn er weer
    van die rare dingen,
    als
    ‘terreurverdachten
    in Rotterdam opgepakt’
    zijn vast mensen
    die
    niks met ‘vrede’ hebben!

    Gek toch?


    28-12-2010 om 10:37 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    27-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wintermorgen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Willem de Merode 1887-1939

    Wintermorgen

    De tuin is toegesneeuwd; 't gazon
    Ligt onder 't hoge witte duin bedolven.
    Maar veilig in hun warme strooien kolven
    Wachten de rozen (en mijn hart wacht ook) de Zon!

    't Is late nacht, de lamp brandt laag,
    De ruiten glinstren van de blauwe koude,
    En koel is 't hart, dat gaarne branden zoude
    Van ongeduld naar Uwe komst. Vandaag?

    O, nacht en morgen vloeien traag tezamen,
    Ontberen en genieten smelt ineen,
    Maar nòg heerst over ziel en de verbleekte ramen
    Het grijzen van de schemering alleen.

    Dan doet een licht de schaduw zwarten en versnellen.
    Warmer en driftiger golft 't ongeduldig bloed.
    Door de gestrekte stilte tinkelen de bellen.
    Bij 't ijle dagen ijlt Ge ons tegemoet.

    Verzamelde Gedichten, Nalezing VI (25-03-1925)

    27-12-2010 om 11:30 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    26-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.winteravonden
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van B.W.A.E Sloet tot Oldhuis

    LANGS DE DOORNENHAAG

    Ja! ik min u, Doornenhagen!
    In uw vrije, wilde groei,
    Die wij na de winterdagen
    In uw sneeuwwit reine bloei,
    't Bruidskleed der natuur zien dragen,
    Schoon nog 't woud ontbladerd staat.
    Struikjes winnen 't van de bomen,
    Immers 't oog reeds langs uw zomen
    Groene plekjes gadeslaat.
    Daar, in de eerst versierde struiken,
    Door de zuiderlucht gekust,
    Zien wij ook het eerst ontluiken
    Mingekweel en liefdeslust,
    Wordt ook 't eerste bruiloftsfeestje
    Door de grasmus voorbereid,
    En hoe netjes 't lieve beestje
    Haartjes door zijn bruidsbed spreidt!
    Nog een vrijer en een vrijster
    Zitten aan elkaars zij,
    Want ook reeds bepraat de lijster,
    Waar 't hun veilig wonen zij.
    De ekster, op een top verheven,
    Waar de haag naar boven schiet,
    Laat zijn schalkse blikken zweven,
    Of zij hem een schuilplaats biedt,
    Om zijn vesting in te bouwen
    Met een kleine, open mond,
    Waar hij ver in 't rond kan schouwen,
    Of me' een aanval onderstond;
    Straks vlecht hij een dak van doren,
    voor zijn jeugdig broed beducht,
    Dat geen havik 't wijfje storen,
    't Kroost mocht voeren in de lucht.
    Ras bekleedt hij als de wanden
    Met een dikke brij van leem,
    Wie hem hier durft aan te randen,
    Stuit op een versterkte heem.
    Snippers, linten gaat hij roven,
    Waarom hij een ekster heet;
    Om het kale broed te stoven
    Wordt de wand er mee bekleed.-
    Aan het kirren kan ik horen,
    Dat het minziek veldhoen al
    't Kuiltjen onder dichte doren
    Tot zijn nest bereiden zal;
    En nu zal 't niet lang meer duren,
    Of het ruist hier in de haag,
    In de dauwende ochtenduren,
    Melodiën, hoog en laag,
    Zachte, zaamgesmolten koren
    Met verschil van toon en wijs.
    Doe uw best dan! Laat u horen,
    Vlasvink! Tukker! Merel! Sijs!
    't Zachte rood der wilde rozen
    Zien wij, waar de sneeuwbal pronkt,
    Door de groene blaadjes blozen,
    Van het eerste licht belonkt.
    Kamperfoelie kleedt de randen
    Langs de hele hage heen;
    Winde hangt er in guirlanden;
    Paarse wikke wiert dooréén.
    Zulke bloemen, zulke zangen,
    Stemmen 't hart tot poëzie,
    Kweken een geheim verlangen
    Naar een hoger harmonie.

    Winteravondrood, de Lange, Deventer(1877)

     

    26-12-2010 om 10:46 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    25-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.naalden
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Guido Gezelle 1830-1839

    VOL NAALDEN VLIEGT DE LUCHT

    Vol naalden vliegt de lucht,
    vol priemend ijsgekertel,
    dat glinstert in de zon,
    en, met de asemtocht
    gezwolgen, kilt en kerft
    de kele en ‘t haargespertel,
    dat in de neuze temt
    de toevoer van de lucht.

    ‘t Is bijtend koud. Een spree
    van witheid, ongemeten,
    ‘t zij waar ge uwe ogen vlucht,
    ligt overal gespreid;
    ‘t is snee tot in uw huis,
    ‘t komt snee door al de spleten;
    ‘t is snee, ‘t is immer snee,
    en al sneeuwwittigheid.

    De wind komt, wild en boos,
    gesnoeid uit alle gaten;
    geen ruste en wilt hij, eer
    hij eenmaal weten zal
    dat ‘t volk verdwenen is,
    en hem wilt meester laten...
    ‘t Is bijster, bijtend koud,
    en ‘t wintert overal.

    -----------------------------------
    priemend ijsgekertel - priemvormige ijskristallen
    met de asemtocht - met de adem
    ’t haargespertel - verwarde neushaartjes
    temt - hindert
    spree - sprei
    snee - sneeuw
    gesnoeid - snijdend aangewaaid

    Tijdkrans

    25-12-2010 om 20:23 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    24-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vrouwen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Henriëtte Roland Holst-van der Schaik, wel een lang gedicht maar het is wel toepasselijk voor deze goddelozen dagen in een wereld waar het Ware is vergaan!

    De vrouwen van Holland klagen aan

    De vrouwen van Holland klagen
    Onze onderdrukkers aan:
    ‘Gij harteloze tirannen,
    wat hebt ge met onze mannen
    en onze zonen gedaan?
    Ge haalt ze weg in de nachten
    of bij 't eerste begin van de dag;
    laadt ze in knarsende treinen,
    verbant ze, waar, ver van de zijnen,
    elk hunner lijdt bittere pijnen
    onder de hakenkruisvlag.’

    De meisjes van Holland klagen
    de vreemde onderdrukkers aan:
    ‘Wat hebt ge met onze broeders
    en onze verloofden gedaan?
    Onze gedachten steig'ren
    als we denken aan die laatste blik...
    weer zien we al nader komen
    als een monster dat aansluipt in angstdromen
    dat bitterste ogenblik...’

    De vrouwen van Holland klagen
    zonder ophouden aan:
    ‘Wat hebt ge met onze kind'ren
    onze meisjes en knapen gedaan?
    Hun frisse appelwangen
    worden wit, hun armen schraal;
    het is of hun schouders hangen,
    er klinkt iets schels door hun taal.
    Zij schrikken in de voornacht wakker
    en angstig hun oogjes staan:
    ‘Moeder die bom... in de akker.’
    God zaaide in hen het leven,
    Wij droegen ze in onze schoot;
    Gods goedheid had z' ons gegeven
    Hij zaaide in hen kiemen van leven;
    Gij zaait in hen kiemen van dood.’

    De vrouwen van Holland klagen
    weder en wederom aan:
    ‘Hoe waagt aan onze ouden van dagen
    g' uw roek'loze handen te slaan?
    Ge jaagt z' uit vertrouwde woning
    waar heel hun verleden z' omzweeft,
    berooft van koest'rende zorgen
    de ouderdom die geen morgen,
    enkel een gisteren heeft.’

    De vrouwen van Holland klagen
    gestreng hun verdrukkers aan:
    ‘Wat hebt ge met onze arme
    kranken van geest gedaan?
    Kent ge dan zelfs geen erbarmen
    met de slachtoffers van de waan?
    Wij bouwden hun ruime verblijven
    in schaduw van hoog geboomt
    waar sterker worden de lijven
    en de warre ziel vredig droomt;
    wij leerden opnieuw hun de zegen
    van d' arbeid, en de muziek
    omzweefde hun donkere wegen
    met haar milde stralende wiek.
    Wat we bouwden in jaren, in dagen
    breekt ge kwaadwillig af.
    God zal u rekenschap vragen:
    uw straf zult ge zekerlijk dragen
    in de eeuwigheid van het graf.’

    De vrouwen van Holland klagen
    opnieuw d' onderdrukkers aan:
    ‘Wat hebt ge met onze steden,
    onze trotse steden gedaan?
    Door hun zonnige straten
    joeg uw geweld, een orkaan
    sloeg in hen kuilen en gaten,
    liet armzalige geraamten slechts staan.’

    De vrouwen van Holland klagen
    de harde geweldenaars aan:
    ‘Onze bloeiende bloemvelden
    zijn door u te niet gedaan.
    hyacinten - hun zoetzware geuren
    bedwelmen in 't jonge seizoen;
    Tulpen, die vlammend beuren
    hun kelk uit het zachte groen;
    door de straten der volkrijke steden
    trok de koopman zijn bonte vracht;
    't armste vrouwtje naar huis bracht mede
    een bos, waar de zon in lacht.
    Ook dat beetje vreugd ging verloren,
    heel het leven wordt dor en kaal,
    Geef antwoord: wat hebt ge gedaan
    met zo menig bossage?
    niets dan stronken liet ge staan.
    De eiken - der oude Germanen,
    hoort ge, - heilige boom;
    de statige beukenlanen
    rijzend aan der buitens zoom.
    De dennen, wier ruisen in de nachten
    scheen de vraag van de zee aan het land,
    dekkend met hun groene vrachten
    het dorre, onvruchtbare zand.
    God stuurde zon hun en regen
    jaar op jaar dichter werd het net
    der wortels langs paden en wegen;
    het stuifzand werd vastgezet.
    Nu liggen z' als dode dingen
    ontzield, naast elkander neer;
    nooit zal, wie nu leven, omzingen
    het lommer der bossen meer.’

    De vrouwen van Holland klagen
    de eerloze rovers aan:
    ‘Wat deed ge met onze torens,
    antwoordt: wat deed ge hun aan?
    Hun bronzen monden zwijgen...
    Waarom werden ze eensklaps stom,
    roepen, op Zondagmorgen
    ons niet meer naar Gods heiligdom;
    troosten niet meer de benauwde
    zielen, zingen zo zacht
    voor hen, die doorweenden de nacht
    hun troostlied, het lang vertrouwde?’

    De vrouwen van Holland klagen
    met sidderende stemmen aan:
    ‘Wat hebt ge met onze harten,
    onze mensenharten gedaan?
    Ge hebt ze doorpriemd en doorstoken,
    ge stampt' ze in uw mortels tot gruis,
    ge hebt ze geknauwd en gebroken,
    ge nagelt ze aan het kruis; -
    maar uw geweld kan niet maken
    z' uw slaven, niet laf en niet klein,
    niet ter aarde hen buigen
    noch afhouden te getuigen
    “Sursum Corda” - Zo moge het zijn.’

    De vrouwen van Holland klagen,
    er trilt iets nieuws in hun stem:
    ‘Hoe kunt ge zo zware schuld dragen?
    Is in u dan geen rem
    tegen dierlijke driften?
    Hebt ge geen moeder, geen zonen;
    kent ge geen ander feest
    dan los te laten het beest
    in u, om te bijten en te honen?
    Kwam nooit in u op het verlangen
    om, als tussen mensen ge gaat,
    in een ander net u gevangen
    te voelen, dan dat van de haat?
    O, keer toch in tot uzelve
    waar het vertwijfeld verstard!
    Morgen wordt weder geboren
    het Goddelijke Kind.
    Ziet ge de ster niet gloren?
    Kunt ge 't hemels gezang niet horen
    dat zijn weg naar de aarde vindt?’


    Wij ook, wij hebben van node
    vergeving van zware schuld;
    zondigden tegen hoge geboden,
    waren van haat - en wrok vervuld.
    Zouden we elkaar kunnen vergeven?
    Dát voelen als zoete pijn?
    O Geest, help dáárnaar ons streven,
    heilig onze dood als ons leven,

    Amen. - Zó moge het zijn.

    24 December 1942.




    24-12-2010 om 12:29 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!