p align="center"><a href="http://blog.seniorennet.be/hetbloggershoekje" target=_blank"><img alt="Welkom bij " src="http://i39.tinypic.com/yfhfq.jpg" bloggershoekje="het="border="0" /></a></p>
Uitgever van deze bundel
http://www.desk-nijverdal.nl
bestellen van deze bundel bij:blauwhartje@gmail.com
HARTKRONKELS GEDICHTEN
28-01-2017
Mijn Anamnese
Mijn anamnese.
Ik kreeg gisteren weer mijn anamnese; vele kilo papier; zo wordt je bij geboorte al geregistreerd waar geboren; hoe laat, naam, geslacht, huist mee van daar naar hier; politieke interesses, alles staat er genoteerd op papier!
Bij eerste kinderziektes werd het papier mijn geleiden; en zorgde de anamnese al voor de artsen hun bewijzen. En toen leek het begin van mijn m.s al wat aanstaande; hoorde mijn oren; was bezitter van drie moeilijke namen,
Pas op Pa en Ma, Artsen zijn te snel met sterven bezig; luister niet naar trilogie wat afscheid van Leven neemt. Arts, zus en assistent droegen er een die er mocht wezen. leerde je snel om afscheid te nemen van het mooie leven.
Allemaal gegevens ; die alle op zich zelf nu gingen leven; Dokter dit is mijn leven; dat de Klok,die ik heb gekregen! Ook bij zwemmen werd ik door een boot plots overvaren;
was als kind bijna dood; hart en longen gingen veel trager;
sinds dien ken ik werking en belang van de hoofdslagader!
Ad’s vriend Ton vroeg het haantje te laten kraaien. Pas op Adrie, men wil toch liever vroeg gaan slapen. Ja, hadden ons grapje al maanden terug afgesproken. Ja, Ton het zou op het Kerkhof stil zijn bij de doden.
Ja onze schuld werd meteen morgens al wat betaald; met een Journalist gesproken; het werd terug verhaald. Wat er verder viel te doen; werd met de koster geregeld. Nu zijn de afspraken al met de Koster, lachend verzegeld,
Ja zei toen de Pastoor; dan is ook voor de Kerk betaald.! Hoe stil zou het weer worden tussen de doden en graven. Wel vroeg een doden om een handdoek wat bruin brood. Sinds nu zijn voor mij de Kerkhoven weer stil en dood.
Zo zal het iedere morgen weer zijn, zo de morgen vroeg. En geen der doden zal maken de zware zuilen weer open; ook niet voor het haantje zijn kraai en de klok weer sloeg.
Door het lieve zonnetje droom ik weer van de Vliet; hoor de wind weer lief zuigend aan het groene riet. Koester me nu even onder de lommer van de Linden; even maling aan wat artsen van mijn ziekte vinden. Zien me nu ook niet zacht snotterend achter het riet.
Kan niet meer wachten, op wat Artsenij ooit vinden; hoe droevig ook; mijn ziekte zal nooit meer wenden; nu kunnen medicijnen alleen mijn organen schenden. Artsen kijken grauw; wilde dat ze de oplossing kende.
M.S is pijn; doch heb ik die nooit laten overheersen. Hoorde met Kerst, fluiten zo mooi voor me klinken; bij de gedachten hier aan, leer ik de pijn beheersen. Dat witte jassen, ooit echt de pil tegen m.s. vinden! Jammer zal zijn dat ze die nu na mijn dood vinden!<
Ook jammer, mijn as zal nooit de weg kunnen vinden! Nee zal niet lang meer op de levensgolven mee deinen; de as zal ook vervlogen zijn met de vele harde winden.