Geven en ontvangen (1)
Uit de kranten: "Arbitter als Sinterklaas - Sinterklaas Steve Stevaert" enzovoort!!
Een Sinterklaas in déze rol krijgt vele schimpscheuten over zich heen. Alleen de ontvanger kan het waarderen. Wie zoveel voor niets, dat wil zeggen zonder tegenprestatie, weggeeft wordt voor gek verklaard. Maar deze beschimpte sinterklaas lijkt slechts op de sinterklaas van pakjesavond en de sinterklaas van het huisbezoek. Bij deze laatste verschijningsvormen van Sinterklaas is wel degelijk sprake van wederkerigheid, van een tegenprestatie. 'Voor wat hoort wat', is het onuitgesproken motto. Zo spelen wij het spel. Wie veel te geven heeft aan anderen die niet in staat zijn hetzelfde te doen, ceëert bij die anderen een morele schuld (Van Leer, 1997). Wordt die schuld te hoog, dan is de aflossing alleen nog mogelijk door onderdanigheid en gehoorzaamheid. We zien hoe gemakkelijk opvoeders van dit beginsel gebruikmaken. Sinterklaas vraagt voor al zijn geschenken slechts gehoorzaamheid terug: het kind moet zich netjes gedragen en zijn best doen, meteen en gedurende het gehele jaar. Het met cadeautjes overladen kind kan in zijn afhankelijkheid slechts terugbetalen met vlijt, ijver en een deugdzaam leven. Wie dit volhoudt, wordt het jaar daarop weer volop beloond. In deze hele cyclus van belonen en dreigen met de straf niets van Sinterklaas te zullen krijgen, schuilt een vorm van chantage. Kinderen gaan zich gedragen omwille van de beloning en onderwerpen zich aan de persoon van Sinterklaas om het begeerte te verkrijgen. Er is geen keus voor hen. Bij weigering is de kans groot niets te ontvangen. Deze persoonlijke afhankelijkheidsrelatie wordt best verworpen. (wordt vervolgd) uit: Sinterklaas op school - Jos Beke, Peter van Hasselt
|