Gebruik baard, pruik en snor nooit om uw gezicht te verbergen!
Hoofdpunten blog wandelen
sinterklaas
27-05-2010
Sinterview met Zweedse schrijver Arne Norlin
Sinterview met de Zweedse schrijver Arne Norlin (1) Op bezoek in Sint-Niklaas en bij SNG Vlaanderen
Arne Norlin aan het Nicolaasbeeld aan het stadhuis, op een paaltje gezeten, wachtend op Luc en Anne-Mie, de beheerders van ons documentatiebestand. Hij had met hen contact opgenomen via het wereldwijde web. Nicolaas als cultuurfenomeen boeit hem enorm. Hij vind dat het echte verhaal van onze grote vriend nog nooit echt geschreven is, buiten de context van de heiligencultus en de "amerikanisering" (Sant Claus). Daarom besloot hij het zelf te schrijven. Hij deed de reis van bisschop Nicolaas van Lycië (toen Grieks, nu Turkijë) naar West-Europa over. Zijn laatste stop was Sint-Niklaas, van waaruit hij zijn boek wil starten. Na een gidsbeurt in de Nicolaaskerk en rond het grootste marktplein van Europa en een beetje rust, was hij uitgenodigd voor een avondmaal en een informele babbel met de bestuurs-leden van het SNG, ten huize van onze ondervoorzitter Geert Vandenhende. Het werd een gezellige, leuke, leerzame en boeiende avond voor alle betrokken partijen. (wordt vervolgd) uit : Tijdingen van het Sint-Niclaasgenootschap
Zie de maan schijnt door de bomen Makkers staakt uw wild geraas. 't Heerlijk avondje is gekomen 't avondje van Sinterklaas
Vol verwachting klopt ons hart Wie de koek krijgt, wie de gard. Vol verwachting klopt ons hart wie de koek krijgt, wie de gard
O wat pret zal 't zijn te spelen met die bonte Harlekijn. Eerlijk zullen we alles delen suikergoed en marsepein.
Maar, o wee, o bitt're smart kregen wij voor koek een gard. Maar, owee, wat bitt're smart kregen wij voor koek een gard!
Maar ik vrees niet dat wij klagen Vader, Moeder zijn te goed! Was het ook niet alle dagen, meestal waren wij toch zoet.
Ban dus vrij de vrees uit 't hart, 'k Wed er ligt geen enk'le gard. Ban dus vrij de vrees uit 't hart, 'k Wed er ligt geen enk'le gard! uit : Sinterklaasliederen
Daarna bedacht de heer, dat het niet genoeg was. Hij haalde uit zijn koffer een hoed en een paar schoenen en gaf ze aan Morgoén. Deze trok alles aan en zag er piekfijn uit; niemand zou hem nu erkennen.
Morgoen zag er als een heer uit, toen zij voor de rechtbank kwamen. De heer, die hem meegebracht had, getuigde tegen hem en zei, dat de boer de gouden stijgbeugel moest hebben gestolen, dat het niet anders kon. "Ik kan een eed afleggen, dat de stijgbeugel van mij is!" hield het boertje voet bij stuk. En iedereen geloofde hem. Toen keek Morgoén naar de heer en zei: "Nu zult ge nog wellicht gaan beweren, dat de jas, die ik aan heb, ook niet van mij is?" - "Dat is toch zo, het is mijn jas." - "En dat het driespan ook van u is?" - "Maar natuurlijk is het driespan van mij!" - "En ik kan een eed afleggen, dat zowel de jas als het driespan mijn eigendom zijn!" En iedereen in de zaal geloofde hem.
Ook de rechters geloofden hem en wezen het boertje toe: én de gouden stijgbeugel én het driespan van de heer. Van af die tijd werd de boer steeds rijker - hij had zijn geluk gevonden! En hij dacht nooit meer aan zijn treurig lot van voorheen. uit: Sinterklaasverhalen
Intussen heeft het boertje de stijgbeugel aan een paal vastgemaakt - de stijgbeugel schitterde en scheen , als de zon! De boer ging met zijn werk voort. Op de weg reed uit Sint Petersburg een rijke heer met een driespan, de belletjes aan de paarden rinkelden vrolijk. Reeds op grote afstand zag hij de gouden stijgbeugel en reed naar de boer. Bij de paal hield hij zijn paard in. "Waar hebt ge de stijgbeugel gestolen, boer?" - "Maar u vergist u , uw edele, ik kan er een eed op doen, het is mijn eigen stijgbeugel." - "Dat lieg je, ik zal je voor het gerecht brengen." Maar Morgoén bleef op zijn stuk staan, hij zwoer bij alles wat heilig is: "Ik ben bereid ook voor de rechtbank alles onder ede te verklaren; de stijgbeugel is van mij."
De heer haalde de stijgbeugel van de paal, beval de boer op de bok naast de koetsier plaats te nemen en zij reden naar de rechtbank. Onderweg bekeek de heer het boertje. "Wat ziet gij er vreselijk uit," zei de heer, "ge hebt geen kleren aan, maar alleen vodden! Ik schaam mij iemand in zulke vodden voor de rechter te brengen. Weet je wat, hier heb je mijn overjas, trek hem aan." (wordt vervolgd) uit : Sinterklaasverhalen
Morgoén werkte op zijn moestuin en wachtte op Nikola: Nikola de Gode Welgevallige zou hem vertellen, waarin zijn geluk zat! Er is veel tijd voorbijgegaan. Het boertje was doodop, maar hij bleef wachten. Doch daar zag hij Nikola de Gode Welgevallige rijden. Nikola reed naar de boer. "Genadigde Nikola, hebt ge naar mijn geluk gevraagd?" - "Wel zeker! Er is ook voor u geluk in de wereld." - "Waarin steekt mijn geluk? - Uw geluk is: stelen en zweren. Geef me nu mijn stijgbeugel terug." Maar Morgoén bleef staan, als had hij niets gehoord, als was hij doof geworden. "Ik zeg u, geef mij mijn stijgbeugel terug!" - "Wat voor stijgbeugel? Ik kan er een eed op doen: ik weet niets van een stijgbeugel af!" En zo moest Nikola met één stijgbeugel verder rijden. Hij reed door het Russische land, hij leerde de nood en ellende der mensen kennen; de Barmhartige was steeds bereid snel te helpen, waar hulp nodig was. (wordt vervolgd) uit: Sinterklaasverhalen
Er leefde, er was eens een boertje; hij heette Morgoén en sloofde zich af, werkte tot hij er bij neerviel, pakte van alles aan, maar niets lukte hem, alles liep verkeerd af. Eens was Morgoén bezig zijn moestuin te bewerken, die vlak aan de straatweg lag; op de weg reed Nikola de Genadigde. "God helpe u, boer!" "Dank u wel, Sint Nikola! Waar gaat ge, de Gode Welgevallige, naar toe?" - "Ik ga naar de Verlosser." - "Barmhartige Nikola, wilt ge zo goed zijn de Verlosser te vragen, of er iets in wereld is, dat mij geluk zou kunnen brengen?" - "Goed, ik zal het vragen." - "Zult ge het heus niet vergeten?" - "Nee, ik vergeet het niet, wees gerust." Het boertje keek aandachtig en zag: de stijgbeugels aan het zadel van Nikola waren van goud.
"Genadigde Nikola, wilt ge zo goed zijn een stijgbeugel af te binden en hem hier te laten? Als ge bij de Verlosser op uw paard zult gaan zitten, zult ge bemerken, dat er een stijgbeugel ontbreekt en dan zult ge aan ons gesprek denken." De Barmhartige stemde er in toe, maakte een stijgbeugel los, gaf hem aan het boertje - en met één stijgbeugel reed hij naar de Verlosser. Nikola de Gode Welgevallige kwam bij de Verlosser, hij besprak er, wat hij te bespreken had en maakte aanstalten om te vertrekken - doch hij dacht niet aan de afspraak met Morgoén. Toen hij zijn paard zou bestijgen, herinnerde hij zich zijn belofte en zei: "Allerreinste Verlosser, de Waarachtige! Het boertje Morgoén heeft mij verzocht U naar zijn geluk te vragen. Hij is zo ongelukkig; is er iets in de wereld, dat hem geluk zou kunnen brengen?" - "Zeker, ook voor hem is er iets, dat hem geluk zou kunnen brengen, zijn geluk is stelen en zweren." (wordt vervolgd) uit : Sinterklaasverhalen