Gebruik baard, pruik en snor nooit om uw gezicht te verbergen!
Hoofdpunten blog wandelen
sinterklaas
27-03-2009
De ongelovige koning
De ongelovige koning (2)
Hij werd bij koning Aldobert gebracht en die vond het ook maar een vreemde meneer. "Wat komt u doen, meneer," vroeg de koning. "Majesteit, ik breng u hier een brief van Sint Nicolaas uit spanje. Het is heel goed nieuws." De koning las de brief en vond het helemaal geen goed nieuws. Sint Nicolaas had zijn hoofdstad uitgekozen om dit jaar aan te komen uit Spanje. Dat betekende groot feest, slingers, muziek, kadootjes voor alle kinderen en honderden zwarte pieten op de daken. En dat wilde Aldobert allemaal niet. Hij keek helemaal niet blij en zei: "Luister eens meneer. Ik geloof helemaal niet in die Sint Nicolaas van jou, hij bestaat helemaal niet en hij heeft ook geen grote zak met kadootjes voor alle kinderen. Die zwarte pieten bestaan ook niet. En dat witte paard kan zeker niet over de daken lopen. Zo, en daarmee uit. Gaat u maar weer weg meneer, ik wil u niet meer zien." En zo moest de briefbrenger terug naar Spanje met slecht nieuws voor de Sint. (wordt vervolgd) uit: Sinterklaas is jarig
Nog niet zo heel lang geleden niet zo ver hier vandaan woonde eens een koning. Zijn naam was koning Aldobert en naar hem was ook de hoofdstad genoemd. Aldoberta lag aan de zee en bij de duinen stond een hoge rood wit gestreepte vuurtoren om de schepen veilig naar de grote haven te loodsen. Koning Aldobert had vier dochters en drie zonen. Maar hij hield niet van fratsen en geldverspilling dus kregen ze geen kadootjes en was er nooit een feest in het land. Want dat kostte alleen maar geld. Ja, het was een mooi land maar erg vrolijk ging het er niet aan toe. Koning Aldobert had wel één ding waar hij niet vanaf wilde zien en dat was zijn dagelijkse ritje op zijn meest kostbare bezit: zijn rijpaard. Het was een prachtig zwart ros dat glansde als een meer in het maanlicht. En wat er ook gebeurde, of het regende of sneeuwde de koning maakte elke dag een ritje. Dan reed hij door het Koninklijke park en door de Koninklijke duinen en stalde zijn paard na afloop in de Koninklijke stallen.Op een dag kwam er een man aan de poort van het kasteel. Hij klopte aan en de poortwachter opende het luikje. Daar stond een vreemde meneer met een fel gekleurd pak aan. Hij droeg een groene pofbroek, een rode fluwelen korte jas en een grote witte kraag. Op zijn hoofd een grote blauwgekleurde pet met een gele veer. En de man was zo bruin als melkchocolade. "Dag meneer de poortwachter," zei de vreemde man, "ik kom hier met een boodschap voor de koning. Wilt u mij binnen laten.""Wat voor boodschap is dat?" vroeg de poortwachter. "Een belangrijke brief voor de majesteit." "Nou kom maar binnen dan," zei de poortwachter en hij liet de vreemde man binnen. (wordt vervolgd) uit: Sinterklaas is jarig
Zwarte Piet was na een natte koude nacht op het dak verkouden geworden. Hij ging naar de apotheek en vroeg aan de verkoper: "Heeft u iets tegen hoesten?" Antwoord die verkoper: "Nee hoor, ga gerust uw gang."
2 pieten zitten in de bioscoop, zegt de een tegen de ander: "He, moet je kijken, die vent zit te slapen." Zegt de andere piet: "Moet je me daarvoor wakker maken?"
Uit Noord Nederland komt de volgende legende: Een niet onaantrekkelijke boerin met een aardig vermogen was al vroeg weduwe. Het zware werk op de boerderij werd uitstekend overgenomen door de boerenknecht. De boerin liet haar oog vallen op deze knecht, maar het was helaas onmogelijk om met hem te trouwen. Zelfs een huwelijksaanzoek doen zou een schande zijn. Op Sinterklaasavond vroeg de boerin aan de knecht zijn klompen bij de schouw te zetten zodat Sint Nicolaas een geschenk kon brengen. De knecht voelde niets voor deze flauwe kul, maar na lang aandringen zette hij toch zijn klompen bij de schouw. De volgende morgen trof hij de boerin staande in zijn klompen aan en hij begreep direct de bedoeling. Niet lang daarna traden zij in het huwelijk.
Laten we met elkaar zorgen dat we nog heel veel jaren van de Sint en zijn trouwe knecht kunnen genieten. In huiselijke sfeer proberen een stuk traditie te behouden met geschenken, schoorsteen, surprises enz. onder het toeziend oog van de goedheiligman. uit: De geschiedenis van Sinterklaas
Klik op de afbeelding om te bekijken. Dit keer was de koopman echter op de loer gaan liggen. Toen de bisschop de zak door het raam had gegooid, kwam hij achter de struik vandaan en hield hij zijn weldoener aan de slip van zijn mantel vast. Maar die trok hem snel uit, liet de mantel in de handen van de koopman achter en verdween in de duisternis.
De volgende avond, toen de wind van zee koel door de straten waaide, deed de koopman de mantel om en haastte hij zich naar een wijnhuis. De waard herkende de bisschopsmantel en zei: "Ben je al zo diep gezonken dat je de mantel van onze bisschop steelt?" Toen schrok de koopman. Nu wist hij wie hem had geholpen. Hij ging met de mantel naar het huis van de bisschop, vouwde hem op en legde hem op de drempel. Hij schaamde zich hem zelf aan de bisschop te geven. Maar het was net of Nicolaas de koopman had verwacht. De deur ging open en Nicolaas vroeg hem binnen. Ze praatten lang met elkaar.
Opeens zag de koopman zijn liederlijke leven voor zich en speet het hem dat hij zo'n slechte vader voor zijn dochters was geweest. Hij viel voor de bisschop op zijn knieën, maar die trok hem overeind en zei: "Geld en goud brengen veel ongeluk in de wereld. Maar soms kun je er de nood mee lenigen en levens mee redden. Bedankt niet mij, maar denk aan hem die ons maant een leven vol liefde en goedheid te leiden." En bij die woorden wees Nicolaas naar de hemel. Vanaf die dag veranderde de koopman zijn leven. En de mensen van Myra wisten niet goed wie Nicolaas nu méér had geholpen, de dochters of hun vader. uit: Sinterklaas verhalen
In Myra woonde eens een koopman, wien vrouw gestorven was. Hij was daar zo vertwijfeld over, dat zijn zaken hem niets meer konden schelen. Hij zat heel vaak in de kroeg en probeerde zijn verdriet te verdrinken. Als iemand hem vroeg om een potje te kaarten, zei hij geen nee. Maar hij speelde zo onverschillig dat het hem koud leek te laten of hij won of verloor. Zo smeet hij in korte tijd zijn hele vermogen over de balk.
Nu had de koopman drie dochters. Die hadden allemaal wel een goede man willen trouwen. Maar in Myra was het de gewoonte om je dochters een rijke bruidschat mee te geven en daar had de koopman het geld niet voor. Hij kwam op de slechte gedachte zijn jongste dochter op de slavenmarkt te verkopen om met de opbrengst de twee oudste te kunnen uithuwelijken. De bisschop van Myra, de heilige Nicolaas, hoorde dat. Haastig ging hij naar zijn vrienden om geld in te zamelen. Hij zei dat het voor een man in grote moeilijkheden was en of ze hem misschien een goudstuk konden geven.
's Avonds had hij een hele zak vol. Hij sloop stiekem naar de tuin achter het huis van de koopman en gooide een zak door het open raam in de kamer van de meisjes. De koopman dankte de hemel voor dat geschenk. Hij gaf zijn oudste dochter een vrolijke bruiloft en schonk haar de vereiste bruidschat. Maar voor de tweede dochter had hij niet genoeg meer. Nicolaas ging nog een keer uit bedelen en alles verliep net als de eerste keer. Omdat de jongste dochter nu ook een man moest krijgen, zocht Nicolaas zijn vrienden voor de derde keer op. Sommigen keken al geërgerd, maar omdat Nicolaas zei dat het een zaak op leven en dood ging, kwam het goud toch bij elkaar. (wordt vervolgd) uit: Sinterklaas verhalen
Dechocoladen munten? Gooide de goede Sint niet met beurzen vol goud? En het ezeltje dan? Wel, de ezel is het lastdier van arme mensen en kleine boeren. Hij draagt hun lasten. Nicolaas nam het op voor de armen in de stad Myra en de provincie Lycia : hij droeg zoals de ezel hun lasten. Nu draagt de ezel de pakjes voor de kinderen.
Guimauven onze-lieve-vrouwtjes Wellicht zijn de deze mierenzoete dametjes ook een verwijzing naar Freya. Van Nicolaas wordt verteld dat hij een grote verering had voor Onze Lieve Vrouw en dat verklaart heel gemakkelijk de koppeling aan zijn feest. Later is men dan ook in dit soort drop allerlei andere figuurtjes gaan maken die behoren tot het Sintgebeuren. Wellicht is dit verhaal van het snoepgoed niet volledig. Het verhaal is ook nog lang niet af. De goede Sint en zijn chocolatiers en patissiers blijven het aanbod uitbreiden met figuren uit stripverhalen, animatiefilms en kinderprogramma's op de beeldbuis. En...wat de achtergrond van al deze snoepjes ook is, en hoeveel andere verklaringen voor hun oorsprong ook te vinden zijn, ze kunnen maar smaken in de donkerste periode van het jaar. Dank je wel, lieve Sint. Luc Vermeulen uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap